Šis dokumentas gautas iš interneto svetainės „EUR-Lex“
Toepassing van bepaalde EU-mededingingsregels op landbouwproducten
De verordening legt de voorschriften vast met betrekking tot de toepasselijkheid van de artikelen 101 tot en met 106 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) (oude artikelen 81 tot en met 86 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) — de mededingingsregels van de EU — op de landbouwsector.
Volgens deze verordening zijn de artikelen 101, lid 1, en 102 VWEU van toepassing op het gebied van de voortbrenging van of de handel in landbouwproducten, behalve indien het producten betreft die vallen onder Verordening (EU) nr. 1308/2013 inzake de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en Verordening (EU) nr. 1379/2013 inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserij- en aquacultuurproducten.
De verordening staat twee uitzonderingen op de algemene regels toe. Dit zijn:
Onder voorbehoud van het toezicht van het Hof van Justitie van de EU is uitsluitend de Europese Commissie bevoegd om in een te publiceren beschikking vast te stellen welke overeenkomsten, besluiten en gedragingen aan de voorwaarden voldoen.
De verordening is sinds van toepassing.
Voor meer informatie, zie:
Verordening (EG) nr. 1184/2006 van de Raad van inzake de toepassing van bepaalde regels betreffende de mededinging op de voortbrenging van en de handel in landbouwproducten (gecodificeerde versie) (PB L 214 van , blz. 7-9)
Achtereenvolgende wijzigingen in Verordening (EG) nr. 1184/2006 werden in het oorspronkelijke document opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
laatste bijwerking