This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Waarborgen dat de rechten van EU-werknemers worden gerespecteerd wanneer ze in het buitenland werken
De mogelijkheid om in een andere EU-lidstaat te wonen en werken is een van de vele rechten die personen binnen de Europese Unie (EU) genieten. Deze richtlijn zorgt ervoor dat er nationale rechtsmiddelen bestaan indien werknemers of hun familieleden van mening zijn dat deze rechten worden geschonden.
Vrij verkeer en beginselen van non-discriminatie binnen de EU waarborgen dat mensen die in het buitenland werken dezelfde arbeidsrechten hebben als onderdanen. Deze rechten zijn uiteengezet in Verordening (EU) nr. 492/2011 (zie samenvatting).
De richtlijn verplicht nationale autoriteiten ervoor te zorgen dat er gerechtelijke procedures beschikbaar zijn voor alle EU-werknemers die van mening zijn dat zij op enige wijze gediscrimineerd worden. Daarnaast kunnen organisaties, verenigingen, vakverenigingen en werkgeversorganen die bij de uitvoering van de richtlijn betrokken zijn, EU-werknemers en hun familie vertegenwoordigen of bijstaan tijdens eventuele door hen ingestelde gerechtelijke procedures.
Elke lidstaat moet ten minste één organisatie of centraal orgaan aanwijzen om ervoor te zorgen dat werknemers en hun familie vanwege hun nationaliteit geen slachtoffer worden van discriminatie of ongerechtvaardigde beperkingen met betrekking tot hun recht om te werken waar zij willen.
Deze organisaties moeten:
De richtlijn is sinds van toepassing en moest vóór in de lidstaten in nationale wetgeving worden omgezet.
Zie voor meer informatie:
Richtlijn 2014/54/EU van het Europees Parlement en de Raad van betreffende maatregelen om de uitoefening van de in de context van het vrije verkeer van werknemers aan werknemers verleende rechten te vergemakkelijken (PB L 128 van , blz. 8-14).
laatste bijwerking