EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52019PC0622

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over de wijziging van het Protocol bij de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) voor wat het geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen betreft en van het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) waardoor die overeenkomst wordt opengesteld voor toetreding door het Koninkrijk Marokko

COM/2019/622 final

Brussel, 29.11.2019

COM(2019) 622 final

Aanbeveling voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over de wijziging van het Protocol bij de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) voor wat het geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen betreft en van het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) waardoor die overeenkomst wordt opengesteld voor toetreding door het Koninkrijk Marokko


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN DE AANBEVELING

De Interbus-overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen 1 (hierna: "de Interbus-overeenkomst") is op 1 januari 2003 van kracht geworden. De Europese Unie is partij bij de Interbus-overeenkomst ( 2 ).

De Interbus-overeenkomst heeft op dit ogenblik betrekking op het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en autobussen.

Op 5 december 2014 ( 3 ) heeft de Raad de Commissie gemachtigd om namens de Europese Unie onderhandelingen te openen met het oog op de uitbreiding van het toepassingsgebied van de Interbus-overeenkomst tot geregeld vervoer en bijzondere vormen van geregeld vervoer van personen met touringcars en autobussen. Op grond van hetzelfde mandaat van de Raad heeft de Commissie onderhandeld over een protocol waardoor de Interbus-overeenkomst wordt opengesteld voor toetreding door het Koninkrijk Marokko.

Op basis van een voorstel van de Commissie heeft de Raad op 16 juli 2018 ( 4 ) besluiten aangenomen betreffende de ondertekening van beide protocollen.

In artikel 20, lid 1, van het Protocol bij de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) voor wat het geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen betreft (hierna "het Protocol betreffende geregeld en bijzondere vormen van geregeld vervoer" genoemd) en artikel 2 van het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) waardoor die Overeenkomst wordt opengesteld voor toetreding door het Koninkrijk Marokko (hierna "het Protocol betreffende het Koninkrijk Marokko" genoemd) is respectievelijk het volgende bepaald: "Van 16 juli 2018 tot en met 16 april 2019 staat dit Protocol open voor ondertekening te Brussel, bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie, dat optreedt als depositaris van het Protocol."



Vóór het einde van de termijn voor ondertekening, d.w.z. 16 april 2019, had slechts één van de Interbus-partijen het Protocol betreffende geregeld en bijzondere vormen van geregeld vervoer ondertekend en was het Protocol betreffende het Koninkrijk Marokko slechts door vier partijen ondertekend.

In het Protocol betreffende geregeld en bijzondere vormen van geregeld vervoer is in verband met de inwerkingtreding daarvan bepaald dat de respectieve bepalingen van de Interbus-overeenkomst, met name de artikelen 27 en 28, mutatis mutandis van toepassing zijn op dat protocol. Overeenkomstig die bepalingen wordt de overeenkomst door de ondertekenaars goedgekeurd of geratificeerd overeenkomstig hun eigen procedures en treedt zij voor de overeenkomstsluitende partijen in werking als vier overeenkomstsluitende partijen, met inbegrip van de Europese Unie, haar hebben goedgekeurd of geratificeerd. De verwijzing naar de ondertekenaars betekent dat het Protocol betreffende geregeld en bijzondere vormen van geregeld vervoer pas in werking treedt nadat ten minste vier overeenkomstsluitende partijen dat protocol hebben ondertekend en het derhalve hebben goedgekeurd of geratificeerd. Zoals hierboven vermeld, werd het Protocol betreffende geregeld en bijzondere vormen van geregeld vervoer in de periode waarin het openstond voor ondertekening alleen door de Unie ondertekend.

In het Protocol betreffende het Koninkrijk Marokko is bepaald dat het door de ondertekenaars wordt goedgekeurd of geratificeerd overeenkomstig hun eigen procedures. Het voorziet echter niet in de toetreding van verdragsluitende partijen die het niet hebben ondertekend en goedgekeurd of geratificeerd. Zoals hierboven vermeld, werd het Protocol betreffende het Koninkrijk Marokko tijdens de termijn voor ondertekening niet door alle partijen bij de Interbus-overeenkomst ondertekend.

In het licht van het bovenstaande zou geen enkele andere Interbus-partij de protocollen nog kunnen ondertekenen en daardoor goedkeuren of ratificeren en uiteindelijk overeenkomstsluitende partij bij die protocollen worden, tenzij de perioden voor ondertekening van die protocollen worden verlengd of geschrapt. Dit zou ernstige gevolgen hebben: Het Protocol betreffende geregeld en bijzondere vormen van geregeld vervoer zou niet in werking kunnen treden aangezien daartoe vier ratificaties vereist zijn; het Protocol betreffende het Koninkrijk Marokko, ondertekend en goedgekeurd of geratificeerd door vier partijen bij de Interbus-overeenkomst, zou wel in werking kunnen treden maar zou slechts betrekking hebben op vier van de acht huidige overeenkomstsluitende partijen. Daardoor zou de governance van de hele Interbus-overeenkomst uitermate ingewikkeld worden en zou het voor het Koninkrijk Marokko in de praktijk onmogelijk zijn om op grond van het verdrag betrekkingen aan te knopen met alle partijen bij de Interbus-overeenkomst.

De toetreding van het Koninkrijk Marokko tot de Interbus-overeenkomst voordat alle huidige partijen bij de Interbus-overeenkomst het Protocol betreffende het Koninkrijk Marokko hebben geratificeerd, zou in de praktijk betekenen dat er een nieuwe kleinere Interbus-overeenkomst wordt gecreëerd als onderdeel van de hoofdovereenkomst (één tussen het Koninkrijk Marokko en de Interbus-partijen waarvoor het protocol in werking is getreden, en een andere tussen de acht huidige Interbus-partijen zonder het Koninkrijk Marokko). Een dergelijke regeling is niet voorzien in de Interbus-overeenkomst en zou de governance van die overeenkomst in de praktijk onmogelijk maken. Derhalve is het passend artikel 4 van het Protocol betreffende het Koninkrijk Marokko te wijzigen zodat dit protocol pas in werking treedt nadat alle verdragsluitende partijen het hebben goedgekeurd of geratificeerd.

Aangezien een van de partijen bij de Interbus-overeenkomst, namelijk de Republiek Noord-Macedonië, zijn officiële benaming intussen heeft gewijzigd, is het wenselijk de twee protocollen ook te wijzigen om met de nieuwe benaming naar die verdragsluitende partij te verwijzen.

De wijziging van de protocollen mag geen afbreuk doen aan de geldigheid van de ondertekeningen die reeds hebben plaatsgevonden.

2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

De Commissie heeft voor de in deze aanbeveling voorgestelde wijzigingen geen effectbeoordeling uitgevoerd en evenmin een beroep gedaan op externe deskundigheid omdat de wijzigingen geen betrekking hebben op de inhoud van de twee protocollen.

3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE AANBEVELING

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag is het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en met name artikel 218, leden 3 en 4.

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden) en evenredigheid

De kwestie van subsidiariteit en evenredigheid is niet aan de orde omdat het hier om een exclusieve externe bevoegdheid van de Unie gaat.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

De voorgestelde aanbeveling is in overeenstemming met het gemeenschappelijk vervoersbeleid en het overig buitenlands beleid van de Unie.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Geen.

Aanbeveling voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over de wijziging van het Protocol bij de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) voor wat het geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen betreft en van het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) waardoor die overeenkomst wordt opengesteld voor toetreding door het Koninkrijk Marokko

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie 5 ,

Overwegende hetgeen volgt:

1.De sluiting van de Interbus-overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen ("de Interbus-overeenkomst") is namens de Unie goedgekeurd bij Besluit van de Raad van 3 oktober 2002 6 . De Interbus-overeenkomst is op 1 januari 2003 in werking getreden.

2.Op 16 juli 2018 heeft de Raad Besluit (EU) 2018/1195 7 en Besluit (EU) 2018/1211 8 aangenomen betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van een protocol betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) voor wat het geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen betreft (hierna "het Protocol betreffende geregeld en bijzondere vormen van geregeld vervoer" genoemd) en een protocol tot wijziging van de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) waardoor die Overeenkomst wordt opengesteld voor toetreding door het Koninkrijk Marokko (hierna "het Protocol betreffende het Koninkrijk Marokko" genoemd).

3.De Unie heeft het Protocol betreffende geregeld en bijzondere vormen van geregeld vervoer op 24 september 2018 en het Protocol betreffende het Koninkrijk Marokko op 11 april 2019 ondertekend.



4.Naast de Unie hebben Bosnië en Herzegovina, Montenegro en Turkije het Protocol betreffende het Koninkrijk Marokko ondertekend. Het Protocol betreffende het geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en autobussen is alleen door de Unie ondertekend.

5.De termijn waarin de twee protocollen open stonden voor ondertekening is op 16 april 2019 verstreken. Om de huidige overeenkomstsluitende partijen bij de Interbus-overeenkomst die dat nog niet hebben gedaan de mogelijkheid te bieden de twee protocollen te ondertekenen en te sluiten, moeten die protocollen worden gewijzigd zodat de ondertekening niet langer binnen een specifieke periode moet plaatsvinden.

6.Het is passend het Protocol betreffende het Koninkrijk Marokko te wijzigen zodat het in werking treedt nadat het door alle huidige overeenkomstsluitende partijen van de Interbus-overeenkomst is ondertekend en geratificeerd.

7.Een van de partijen bij de Interbus-overeenkomst, namelijk de Republiek Noord-Macedonië, heeft zijn officiële benaming gewijzigd; het is passend in de tekst van de protocollen rekening te houden met die wijziging.

8. De ondertekeningen van de protocollen die vóór 16 april 2019 hebben plaatsgevonden, moeten geldig blijven.

9. De Commissie moet derhalve worden gemachtigd om namens de Europese Unie te onderhandelen over wijzigingen van het Protocol betreffende geregeld en bijzondere vormen van geregeld vervoer en het Protocol betreffende het Koninkrijk Marokko,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Commissie wordt gemachtigd om, namens de Europese Unie, te onderhandelen over wijzigingen van het Protocol bij de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) voor wat het geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen betreft en het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) door te voorzien in de mogelijke toetreding van het Koninkrijk Marokko, teneinde de beperking van de periode waarin die protocollen open staan voor ondertekening op te heffen, rekening te houden met de gewijzigde benaming van een van de partijen bij de Interbus-overeenkomst en te voorzien in een nieuwe modaliteit voor de inwerkingtreding van het Protocol betreffende het Koninkrijk Marokko.

Artikel 2

De onderhandelingsrichtsnoeren zijn opgenomen in de bijlage.

Artikel 3

De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met [door de Raad in te voegen naam van het speciale comité].

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    PB L 321 van 26.11.2002, blz. 13.
(2)    Naast de Europese Unie zijn ook de volgende landen partij bij de Interbus-overeenkomst: de Republiek Albanië, Bosnië en Herzegovina, de Republiek Moldavië, Montenegro, de Republiek Noord-Macedonië, de Republiek Turkije en Oekraïne (hierna "de Interbus-partijen" genoemd).
(3)    SGS14/15073 van 5 december 2014.
(4)    Besluit (EU) 2018/1195 van de Raad van 16 juli 2018 inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, van een protocol bij de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) voor wat het geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen betreft (PB L 214 van 23.8.2018, blz. 3).Besluit (EU) 2018/1211 van de Raad van 16 juli 2018 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van een protocol tot wijziging van de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) door te voorzien in de mogelijke toetreding van het Koninkrijk Marokko (PB L 222 van 3.9.2018, blz. 1).
(5)    [REFERENTIE TOEVOEGEN]
(6)    Besluit van de Raad van 3 oktober 2002 inzake de sluiting van de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (PB L 321 van 26.11.2002, blz. 11).
(7)    PB L 214 van 23.8.2018, blz. 3.
(8)    PB L 222 van 3.9.2018, blz. 1.
Top

Brussel, 29.11.2019

COM(2019) 622 final

BIJLAGE

bij

Aanbeveling voor een besluit van de Raad

houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over de wijziging van het Protocol bij de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) voor wat het geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen betreft en van het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) waardoor die overeenkomst wordt opengesteld voor toetreding door het Koninkrijk Marokko


BIJLAGE

Onderhandelingsrichtsnoeren met betrekking tot de wijziging van het Protocol bij de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) voor wat het geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen betreft en van het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) waardoor die Overeenkomst wordt opengesteld voor toetreding door het Koninkrijk Marokko

1.De in respectievelijk artikel 20, lid 1, van het Protocol bij de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) voor wat het geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen betreft en artikel 2 van het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) waardoor die Overeenkomst wordt opengesteld voor toetreding door het Koninkrijk Marokko vastgestelde termijn voor de ondertekening van beide protocollen, namelijk 16 april 2019, moet worden geschrapt.

2.De verwijzingen naar "de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië" moet in beide protocollen worden vervangen door "de Republiek Noord-Macedonië".

3.Het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) door te voorzien in de mogelijke toetreding van het Koninkrijk Marokko moet pas in werking treden nadat alle huidige overeenkomstsluitende partijen bij de Interbus-overeenkomst dat protocol hebben gesloten.

4.De onderhandelaar dient de meest adequate vorm van internationaal instrument te zoeken om die wijzigingen te laten goedkeuren. De wijzigingen mogen geen afbreuk doen aan de ondertekeningen die reeds hebben plaatsgevonden.

Top