This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31965L0001
Council Directive 65/1/EEC of 14 December 1964 laying down detailed provisions for the attainment of freedom to provide services in agriculture and horticulture
Richtlijn 65/1/EEG van de Raad van 14 december 1964 betreffende de wijze waarop het vrij verrichten van diensten in de werkzaamheden van land- en tuinbouw wordt verwezenlijkt
Richtlijn 65/1/EEG van de Raad van 14 december 1964 betreffende de wijze waarop het vrij verrichten van diensten in de werkzaamheden van land- en tuinbouw wordt verwezenlijkt
PB 1 van , pp. 1–6
(DE, FR, IT, NL) Andere speciale editie(s)
(DA, EL, ES, PT, FI, SV)
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1965-1966 blz. 3 - 8
No longer in force, Date of end of validity: 30/07/1999; afgeschaft en vervangen door 31999L0042
Richtlijn 65/1/EEG van de Raad van 14 december 1964 betreffende de wijze waarop het vrij verrichten van diensten in de werkzaamheden van land- en tuinbouw wordt verwezenlijkt
Publicatieblad Nr. 001 van 08/01/1965 blz. 0001 - 0006
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 6 Deel 1 blz. 0035
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1965-1966 blz. 0003
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 6 Deel 1 blz. 0035
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1965-1966 blz. 0003
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0052
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0057
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0057
++++ ( 1 ) PB no . 2 van 15 . 1 . 1962 , blz . 32/62 . ( 2 ) PB no . 109 van 9 . 7 . 1964 , blz . 1739/64 . ( 3 ) PB no . 174 van 4 . 11 . 1964 , blz . 2772/64 . ( 4 ) Algemeen Programma voor de opheffing van de beperkingen van de vrijheid van vestiging ( PB no . 2 van 15 . 1 . 1962 , blz . 36/62 ) , titel IV-F-6 en bijlage V ex groep 012 . ( 5 ) PB no . 62 van 20 . 4 . 1963 , blz . 1323/63 . ( 6 ) PB no . 117 van 23 . 7 . 1964 , blz . 1880/64 en 1863/64 . ( 7 ) PB no . 56 van 4 . 4 . 1964 , blz . 845/64 en 850/64 . ( 8 ) PB no . 125 van 30 . 11 . 1962 , blz . 2767/62 . RICHTLIJN VAN DE RAAD van 14 december 1964 betreffende de wijze waarop het vrij verrichten van diensten in de werk - zaamheden van land - en tuinbouw wordt verwezenlijkt ( 65/1/EEG ) DE RAAD VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , en met name de artikelen 63 , leden 2 en 3 , en 227 , lid 2 , Gelet op het algemeen programma voor de opheffing van de beperking van het vrij verrichten van diensten ( 1 ) , en met name titel V-C-d , Gezien het voorstel van de Commissie , Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) , Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) , Overwegende dat het algemeen programma een bijzonder tijdschema bevat voor de opheffing van de beperkingen op het gebied van land - en tuinbouw ; dat deze opheffing moet plaatsvinden v}}r 31 december 1963 voor een eerste groep van dienstverrichtingen , v}}r het einde van de tweede etappe van de overgangsperiode voor een tweede groep en in de loop van de derde etappe voor alle andere dienstverrichtingen ; Overwegende dat deze diensten rechtstreeks van invloed zijn op de produktiekosten van de land - en tuinbouw en de ontwikkeling van de technische vooruitgang bevorderen ; dat de liberalisatie daarvan bijgevolg zo spoedig mogelijk moet worden verwezenlijkt , overeenkomstig artikel 63 , lid 3 , van het Verdrag en de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ; Overwegende dat de vrijheid van vestiging voor de onder de richtlijn vallende werkzaamheden eerst voor het einde van de overgangsperiode in aanmerking is genomen ( 4 ) , behalve voor sommige , door de richtlijn van de Raad van van 2 april 1963 ( 5 ) begunstigde werknemers in de landbouw ; dat voorts het vrij verrichten van diensten , wanneer de dienstverlener zijn dienst verricht in het land waar degene is gevestigd te wiens behoeve de dienst wordt verricht , voor de dienstverlener niet de verplichting mee moet brengen voorwaarden na te komen waaraan de , in dit land gevestigde personen , alleen voldoen uit hoofde van het stabiele en permanente karakter van de werkzaamheid , welke zij daar uitoefenen zoals dit , voor sommige Lid-Staten en in bepaalde omstandigheden , het geval kan zijn met de inschrijving in het handelsregister en de aansluiting bij bepaalde beroepsorganen ; Overwegende dat , op grond van dit , tussen het recht van vestiging en met het vrij verrichten van diensten , bestaande verschil in data en regeling het noodzakelijk is in de richtlijn duidelijk te omschrijven wat onder dienstverrichting moet worden verstaan voor de categorie die het verrichten van de dienst in het land van degene te wiens behoeve de dienst wordt verricht , omvat en tevens aan dit begrip de ruimst mogelijke betekenis te geven ; Overwegende dat het vrij verrichten van diensten voor de bouw van installaties voor het opvangen van water , het bevloeien , draineren en voor droogleggingswerkzaamheden _ die dikwijls in nauw verband staan met bepaalde in de richtlijnen opgenomen werkzaamheden _ verwezenlijkt moet worden in toepassing van de richtlijnen van de Raad van 7 juli 1964 betreffende de verwezenlijking van de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten voor anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden van de be - en verwerkende nijverheid behorende tot de klassen 23 tot en met 40 van de I.S.I.C . ( Industrie en Ambacht ) en de overgangsmaatregelen op het gebied van de anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden van de be - en verwerkende nijverheid behorende tot de klassen 23 tot en met 40 van de I.S.I.C . ( Industrie en Ambacht ) ( 6 ) alsmede van de richtlijn betreffende de overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken die later zal worden vastgesteld ; dat overeenkomstig het algemeen programma het verrichten van diensten op het gebied van de bosbouw en het bosbedrijf alsmede op het gebied van bepaalde onafhankelijke werkzaamheden die soms op de landbouw betrekking kunnen hebben , in latere richtlijnen zullen worden behandeld ; Overwegende dat de regeling die toepasselijk is op de werknemers in loondienst , die de dienstverlener vergezellen of voor diens rekening optreden , geregeld is bij de , in toepassing van de artikelen 48 en 49 van het Verdrag genomen maatregelen ; Overwegende dat de voorwaarden van verplaatsing en verblijf , voor alle begunstigden van de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten , in twee door de Raad op 25 februari 1964 vastgestelde richtlijnen zijn behandeld ( 7 ) ; Overwegende dat de zeer bijzondere betekenis , voor het vrij verrichten van diensten in land - en tuinbouw , van de op 8 november 1962 ( 8 ) door de Commissie tot de Lid-Staten gerichte aanbeveling , op grond waarvan " op de werktuigen , gereedschappen of materieel , die tijdelijk uit een Lid-Staat in een andere Lid-Staat worden ingevoerd , ten einde aldaar te worden gebezigd voor het verrichten van werkzaamheden van elke aard , het regime van tijdelijke toelating wordt toegepast , wanneer de duur van hun verblijf in de Lid-Staat van invoer zes maanden niet overschrijdt " ; Overwegende tenslotte , dat het vrij verrichten van diensten in land - en tuinbouw , met name op het gebied van de technische hulp en het gebruik van giftige of gevaarlijke produkten zal worden vergemakkelijkt door de onderlinge erkenning van diploma's , certificaten en andere titels en door de coordinatie van sommige nationale regelingen ; dat te dien einde later richtlijnen zullen moeten worden vastgesteld , HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD : Artikel 1 De Lid-Staten heffen ten gunste van de in Titel I van het Algemeen Programma voor de opheffing van de beperkingen van het vrij verrichten van diensten vermelde natuurlijke personen en vennootschappen , hierna begunstigden genoemd , de in Titel III van bedoeld programma beoogde beperkingen op ten aanzien van de dienstverrichtingen in de in artikel 2 genoemde werkzaamheden . Artikel 2 1 . De bepalingen van de richtlijn zijn van toepassing op de in Titel V-C-d van het Algemeen Programma vermelde dienstverrichtingen in de land - en tuinbouw , namelijk : a ) de technische hulp , b ) het verdelgen van schadelijke gewassen en dieren ; het bespuiten van gewassen en van de grond , c ) het snoeien van bomen , d ) het plukken , het verpakken en het gereedmaken , e ) het exploiteren van bevloeiingsinstallaties , f ) het verhuren van landbouwmachines , g ) de grondbewerking in de landbouw , h ) de werkzaamheden samenhangend met oogsten , dorsen en met het persen en rapen met mechanische en niet-mechanische middelen , i ) de diensten welke niet in de hierboven gegeven opsomming zijn begrepen . 2 . Voor de toepassing van de richtlijn verstaat men onder landbouw en tuinbouw de werkzaamheden welke in groep 011 van de " International Standard Industrial Classification of all economic activities " zijn begrepen ( Bureau voor de Statistiek van de Verenigde Naties , Statistische studies , serie M , no . 4 . herz . 1 _ New-York 1958 ) , dit is in hoofdzaak : a ) de algemene landbouw met inbegrip van de wijnbouw en de tropische cultures ; de fruitbomenteelt , de zaadteelt , de groente - , bloemen - en sierplantenteelt , ook in kassen , met inbegrip van tuinaanleg ; b ) de veeteelt , de pluimveeteelt , de konijnenfokkerij , de pelsdierenfokkerij en het fokken van diverse andere dieren , de bijenteelt , de produktie van vlees , melk , wol , huiden en pelterijen , eieren , honing ; 3 . Voor de gedetailleerde lijst van de verschillende onder elke der in lid 1 vermelde rubrieken te rangschikken dienstverrichtingen wordt verwezen naar de aan deze richtlijn gehechte bijlage . Artikel 3 1 . Het vrij verrichten van diensten brengt voor de begunstigden van deze richtlijn de bevoegdheid mede om op het grondgebied van de andere Lid-Staten dan die waar zij gevestigd zijn , de verschillende voorbereidende werkzaamheden te verrichten , welke nodig zijn voor het uitvoeren van hun dienstverrichting , met name het winnen van een clientèle door middel van reclame en bezoeken en het sluiten van overeenkomsten . 2 . Voor de verrichting van de diensten in het land van de dienstontvanger oefenen de begunstigden hun werkzaamheden tijdelijk uit , met uitsluiting van vestiging en voor een tijdsduur welke overeenkomt met de aard van de verrichte diensten , met dien verstande dat het centrum van hun beroepsverrichtingen in een andere Lid-Staat gevestigd blijft . De dienstverlener kan niettemin in de ontvangende Staat en op dezelfde wijze als de onderdanen daarvan , de roerende en onroerende goederen waaraan hij behoefte heeft voor het uitvoeren van zijn dienstverrichting , verwerven , huren , gebruiken en vervreemden , zonder dat daarom deze goederen in hun geheel een blijvende en duurzame installatie uitmaken in de vorm van een filiaal of agentschap . 3 . Ten aanzien van de in lid 2 bedoelde diensten kan de Lid-Staat waar de dienstverrichting wordt uitgevoerd , indien daarmede een verplaatsing van personen gepaard gaat , van de dienstverlener eisen , dat deze documenten of andere bewijsstukken voorlegt , waaruit de datum blijkt , sedert welke hij zijn beroepswerkzaamheid op diens grondgebied uitoefent . Indien de dienstverlener ten behoeve van verschillende ontvangers dienstverrichtingen uitvoert , moet elke dienstverrichting of elke groep dienstverrichtingen afzonderlijk kunnen worden opgevoerd . Artikel 4 1 . Indien de uitoefening van een in artikel 2 vermelde werkzaamheid of het genot van daarmede verbonden rechten en bevoegdheden in de Lid-Staat waar de dienstverlener zijn dienstverrichtingen uitvoert , afhankelijk zijn gesteld hetzij van de inschrijving in het handelsregister , hetzij van de aansluiting bij een Kamer van beroepen of elke andere instelling van dezelfde aard , kunnen de begunstigden van deze richtlijn slechts verplicht worden de ene of de andere van deze voorwaarden na te komen , wanneer zij een dienstverrichting of een reeks dienstverrichtingen uitvoeren , waarvan de duur negentig dagen per kalenderjaar overschrijdt . 2 . De Lid-Staten zien erop toe , dat de door deze richtlijn begunstigden het recht hebben om binnen een normale termijn hun inschrijving in genoemd register of hun aansluiting bij de beroepsorganisaties op dezelfde voorwaarden te verkrijgen als de eigen onderdanen , daarbij rekening houdende met de bijzondere positie van deze begunstigden . 3 . Het recht van aansluiting brengt , ten opzichte van de begunstigden van deze richtlijn , niet noodzakelijkerwijze het recht mede binnen dergelijke instellingen verkiesbaar of benoembaar te zijn in een bestuursfunctie . In het Groothertogdom Luxemburg houdt het lidmaatschap van de Kamer van Koophandel voor deze begunstigden niet het recht in deel te nemen aan de verkiezing voor de bestuursorganen . Artikel 5 1 . De Lid-Staten heffen de beperkingen op , welke met name : a ) de begunstigden verhinderen diensten te verrichten onder dezelfde voorwaarden en met gelijke rechten als de onderdanen van dat land ; b ) voortvloeien uit een administratieve handelwijze die tengevolge heeft , dat op de begunstigden , in vergelijking tot de nationale onderdanen , een discriminerende behandeling wordt toegepast . 2 . Onder de op te heffen beperkingen komen in het bijzonder voor die , welke zijn vervat in de bepalingen die voor de begunstigden op de volgende wijze een verbod of beperking inhouden van het verrichten van diensten : a ) in de Bondsrepubliek Duitsland : _ door de verplichting in het bezit te zijn van een beroepskaart voor handelsreiziger " Reisgewerbekarte " voor het bezoeken van derden in het kader van de beroepswerkzaamheden van deze laatsten ( Gewerbeordnung par . 55 d , in de tekst van 5 februari 1960 ; verordening van 30 november 1960 ) ; _ door de afgifte van genoemde " Reisegewerbekarte " afhankelijk te stellen van de economische behoeften ( " Beduerfnispruefung " ) alsmede door de door dit document opgelegde geografische beperking ( Gewerbeordnung par . 55 d , in de tekst van 5 februari 1960 ; verordening van 30 november 1960 ) ; b ) in België : door de verplichting in het bezit te zijn van een beroepskaart ( Koninklijk Besluit no . 62 van 16 november 1939 ; Ministerieel Besluit van 17 december 1945 en Ministerieel Besluit van 11 maart 1954 ) ; c ) in Frankrijk : _ door de verplichting in het bezit te zijn van een speciale vreemdelingenkaart ( carte spéciale d'étranger ) ( wetsbesluit van 12 november 1938 , wet van 8 oktober 1940 ) ; _ door de verplichting de Franse nationaliteit te bezitten om de inseminateursvergunning te kunnen verkrijgen ( besluit van 24 april 1948 _ artikel 17 ) . 3 . De Lid-Staten zien er in het bijzonder op toe : a ) dat de op hun grondgebied door de begunstigden van de richtlijn uitgevoerde werkzaamheden aanleiding kunnen geven , alsof deze door eigen onderdanen werden verricht : _ tot het toekennen van de met dat doel vastgestelde kredieten , steunmaatregelen en subsidies in hun verschillende vormen ; _ tot het recht op de gebruikelijke fiscale voordelen , met name op die welke betrekking hebben op de voorwaarden voor het verkrijgen van de voor het uitvoeren van de dienstverrichting benodigde brandstof ; b ) dat de begunstigden , onder dezelfde voorwaarden als de eigen onderdanen , elke privaatrechtelijke of publiekrechtelijke overeenkomst kunnen sluiten met het oog op de uitoefening van hun beroepswerkzaamheid , in het bijzonder voor de in het kader van de programma's voor landbouwstructuurverbetering vallende werkzaamheden , met inbegrip van het inschrijven voor desbetreffende opdrachten en het deelnemen als medecontractant of onderaannemer ; c ) dat ingeval de op hun grondgebied geldende bepalingen de uitvoering van sommige werkzaamheden , met name die welke het gebruik van giftige of gevaarlijke produkten vereisen , afhankelijk stellen van een speciale vergunning van de uitvoerder , de begunstigden deze toestemming kunnen aanvragen en verkrijgen , zonder daarbij grotere moeilijkheden te ondervinden dan de eigen onderdanen . Artikel 6 1 . Indien een Lid-Staat van zijn onderdanen voor de uitoefening van een van de in artikel 2 omschreven werkzaamheden een bewijs van betrouwbaarheid en het bewijs dat er voorheen geen faillissement heeft plaatsgehad , of slechts een van beide bewijzen eist , erkent deze Lid-Staat als voldoende bewijs voor de begunstigden dezer richtlijn het overleggen van een uittreksel uit het strafregister of , bij het ontbreken daarvan , een gelijkwaardig document , afgegeven door een bevoegde rechterlijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of van herkomst , waaruit blijkt dat aan deze eisen is voldaan . 2 . Indien voor het feit dat er geen faillissement heeft plaatsgehad , door het land van oorsprong of van herkomst , geen zodanig document wordt afgegeven , kan dit worden vervangen door een door betrokkene onder ede afgelegde verklaring ten overstaan van een rechterlijke of overheidsinstantie , een notaris of een bevoegde beroeps - of bedrijfsorganisatie in het land van oorsprong of herkomst . 3 . De overeenkomstig de leden 1 en 2 afgegeven documenten mogen bij overlegging niet ouder zijn dan drie maanden . 4 . De Lid-Staten wijzen binnen de in artikel 7 , lid 1 , sub a ) , gestelde termijn de instanties en organisaties aan , die voor de afgifte van bovenbedoelde documenten bevoegd zijn , en stellen de overige Lid-Staten en de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis . Artikel 7 1 . De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen voor het volgen van deze richtlijn binnen de volgende termijnen : a ) voor de in artikel 2 , lid 1 , sub a ) tot en met h ) , vermelde dienstverrichtingen : binnen de zes maanden volgende op de kennisgeving van deze richtlijn ; b ) voor de in artikel 2 , lid 1 , sub i ) , vermelde dienstverrichtingen : v}}r het einde van het eerste jaar van de derde etappe van de overgangsperiode . 2 . De Lid-Staten stellen de Commissie onmiddellijk hiervan in kennis . Artikel 8 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten . Gedaan te Brussel , 14 december 1964 . Voor de Raad De Voorzitter K . SCHMUCKER BIJLAGE Werkzaamheden die onder de rubrieken a ) tot en met i ) van artikel 2 , lid 1 , moeten worden verstaan a ) " de technische hulp " : het geven van raad en voorlichting in alle sectoren van de land - en tuinbouwwerkzaamheden , ongeacht of deze individueel of gemeenschappelijk worden verricht , met name op het gebied van : _ de produktietechniek in land - en tuinbouw , _ de techniek ( op bedrijfsniveau ) van de bereiding , de verwerking en de verkoop van land - en tuinbouwprodukten , _ de aankoop en verwerving van produktiemiddelen , _ de aankoop , de installatie en het gebruik van investeringsgoederen , _ de bedrijfsorganisatie en de werkindeling , de landbouwboekhouding en in het algemeen van alles wat met het beheer van het bedrijf verband houdt , _ de huishoudkunde , _ de opleiding van het personeel , _ de samenwerking in de landbouw ( cooperatieve verenigingen ) , de associatie en de verticale integratie , _ de grond - en structuurverbetering ( bijvoorbeeld : erosiebestrijding , drainering en bevloeiing , ruilverkaveling , vergroting en verplaatsing van landbouwbedrijven , ontginning van woeste gronden ) ; b ) " het verdelgen van schadelijke gewassen en dieren , het bespuiten van gewassen en van de grond " : alle werkzaamheden die met de hand of met mechanische middelen , met voertuigen of luchtvaartuigen worden verricht om onkruid , alle soorten parasieten van planten en dieren en de produkten daarvan , alsmede alle schadelijke organismen die zich in de grond , in het water , in de lucht , in de opstallen en in de opgeslagen produkten bevinden , door mechanische , chemische of biologische behandeling te verdelgen of te voorkomen ; c ) " het snoeien van bomen " : het met de hand of met mechanische middelen snoeien van bomen , struiken en soortgelijke gewassen ( bijvoorbeeld : wijnstokken , griendhout ) ; d ) " het plukken , het verpakken en het gereedmaken " : alle werkzaamheden , die met de hand of met mechanische middelen worden verricht en betrekking hebben op : _ het oogsten van de produkten van fruitteelt , de groenteteelt , de tuinbouw , alsmede van speciale cultures ( bijvoorbeeld : druiven , hop , tabak , olijven , bloembollen , geneeskundige planten en kruiderijen ) . _ het sorteren , schoonmaken , drogen , opslaan , verpakken en etiketteren van bovengenoemde produkten ; e ) " het exploiteren van bevloeiingsinstallaties " alle verrichtingen die het gebruik van begietings - en besproeiingsinstallaties en andere vormen van wateraanvoer ten behoeve van de land - en tuinbouwproduktie nodig maken ; f ) " het verhuren van landbouwmachines " : het krachtens overeenkomst en tegen vergoeding voor een korte of lange periode ter beschikking stellen van de verschillende werktuigen en machines voor het verrichten van land - en tuinbouwwerkzaamheden v}}r , tijdens en na het stadium van de voortbrenging , met inbegrip van tractoren en aanhangwagens voor gebruik in de landbouw ; g ) " de grondbewerking in de landbouw " : alle werkzaamheden die met mechanische of niet-mechanische middelen worden verricht en betrekking hebben op het voor de verbouw gereedmaken en de verbetering van de grond v}}r , tijdens en na de groeiperiode , met name : _ rooien van wortels , omploegen van woeste gronden en braakland , scheuren van grasland , losmaken van de ondergrond , terrasseren , egaliseren , verwijderen van stenen , omspitten van de grond , _ diepploegen , ploegen , frezen , _ uitspreiden en spuiten van kunst - en stalmest en andere grondverbeterende substanties in welke vorm ook , _ gereedmaken van de bouwgrond voor het zaaien en planten , het zaaien en planten zelf , _ wieden , hakken , aanaarden , rollen ; h ) " de werkzaamheden samenhangende met oogsten , dorsen en met persen en rapen met mechanische en niet-mechanische middelen " : alle werkzaamheden die met mechanische of niet-mechanische middelen worden verricht en betrekking hebben op het oogsten en bewerken _ op het bedrijfsniveau _ van produkten van akker - en grasland ( het oogsten van de produkten van de fruitteelt , de groenteteelt , de tuinbouw en van speciale cultures is onder rubriek d ) opgenomen ) met name : _ maaien en dorsen ( maaidorsen , dorsen ter plaatse of in de schuur ) van graangewassen , peulvruchten en kruisbloemige gewassen , _ rooien en opeenhopen van hakvruchten , repelen en gereedmaken van vlas , _ hakken , rapen , persen van stro , _ alle werkzaamheden voor het aanmaken en conserveren van groenvoer , waterhoudend voer en ruw voer , zoals : snijden , fijnhakken , fijnmaken en rapen van groenvoer , drogen op de grond , op stapel of kunstmatig drogen , drogen in hete lucht , inkuilen , _ alle verrichtingen door middel van elevatoren , pneumatische en mechanische laad - en losinrichtingen , _ sorteren , schoonmaken , opslaan , verpakken en etiketteren van bovengenoemde produkten ; i ) " de diensten welke niet in de hierboven gegeven opsomming zijn inbegrepen " : alle met mechanische of niet-mechanische middelen uitgevoerde dienstverrichtingen op het gebied van de land - en tuinbouw , die niet onder bovenstaande rubrieken zijn vermeld , met name : _ werkzaamheden die betrekking hebben op de veeteelt , zoals kunstmatige inseminatie , melken , uitmesten van stallen , scheren van schapen , _ sommige bijzondere werkzaamheden zoals het schoonmaken van broeikassen en broeiramen van glascultures .