Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (2007-2013)

Het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) is het financieel instrument van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB). Het ENPI is gericht op de ENB-partnerlanden en Rusland en verstrekt medefinanciering met het oog op de versterking van het goede bestuur en een billijke economische en sociale ontwikkeling. Met het ENPI wordt eveneens de grensoverschrijdende en transregionale samenwerking en de geleidelijke economische integratie tussen de begunstigde landen en de Europese Unie (EU) bevorderd. In deze verordening worden de beginselen vastgesteld die ten grondslag liggen van het ENPI, de reikwijdte en de programmering van de bijstand.

BESLUIT

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument.

SAMENVATTING

Het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) heeft tot doel bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) (DE) (EN) (FR) met het oog op de totstandkoming van een gebied van welvaart en goed nabuurschap tussen de ENB-partnerlanden en Rusland. In het kader van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument wordt een aanvullende bijstand verleend waarmee de acties van partnerlanden op basis van partnerschappen met de Commissie worden medegefinancierd.

Reikwijdte van het ENPI

Met het ENPI wordt in het bijzonder steun verleend aan:

Voorts kan in het kader van het ENPI steun worden verleend aan verkiezingswaarnemingsmissies, postcrisis-situaties en bij het alert zijn op en trachten te voorkomen van rampen.

Beheer en uitvoering

De programma's die ten uitvoer worden gelegd, beantwoorden aan een nauwkeurig programmeringsproces. De prioriteiten en indicatieve bedragen worden in eerste instantie vastgesteld in strategiedocumenten voor één of meerdere landen en voor grensoverschrijdende samenwerking (voor de volledige periode) en in indicatieve meerjarenprogramma's (in beginsel driejaarlijks). Op deze basis worden de actieprogramma's op jaarbasis en de gemeenschappelijke operationele programma's voor grensoverschrijdende samenwerking in beginsel jaarlijks vastgesteld. Zij bevatten nadere gegevens, de uitvoeringsvoorschriften, de bedragen en een tijdschema en vormen de grondslag voor de programma's die ten uitvoer worden gelegd, namelijk:

De op meer landen gerichte programma's kunnen evenwel ook voorzien in de transregionale samenwerking tussen lidstaten en partnerlanden over vraagstukken van gemeenschappelijk belang die overal op het grondgebied van de lidstaten en van de partnerlanden plaatsvindt. Landen, gebieden en regio's die uit hoofde van andere Gemeenschapsinstrumenten voor externe steun in aanmerking komen, kunnen deelnemen aan programma's uit hoofde van deze verordening wanneer het ten uitvoer gelegde project of programma een mondiaal, regionaal of grensoverschrijdend karakter heeft.

De begroting van het ENPI bedraagt 11 181 miljoen euro voor de periode 2007 - 2013 waarvan 95 % betrekking heeft op de op één of meer landen gerichte programma's en 5 % op de programma's voor grensoverschrijdende samenwerking.

De maatregelen waarvoor een beroep kan worden gedaan op het ENPI hebben hoofdzakelijk betrekking op de uitvoering van programma's en projecten, het verlenen van technische bijstand en administratieve samenwerking zoals het sturen van deskundigen. Deze maatregelen kunnen ondersteunende maatregelen voor de uitvoering van de verordening zijn.

Het ENPI kan eveneens worden benut ter financiering van investeringen of microprojecten. Met het ENPI kan begrotingssteun worden verleend indien het beheer van de openbare uitgaven van de partnerstaat voldoende transparant, betrouwbaar en efficiënt is. Voorts kan in het kader van het ENPI bijstand worden verleend voor de tenuitvoerlegging van het sectoraal of macro-economisch beleid. Het ENPI kan eveneens worden aangewend om de deelname van de partnerlanden in het kapitaal van internationale financiële instellingen of regionale ontwikkelingsbanken te ondersteunen. Het ENPI mag evenwel niet worden aangewend voor fiscale maatregelen.

Het ENPI kan eveneens bijdragen tot de fondsen die ter beschikking worden gesteld van de Gemeenschap, de lidstaten, financiële intermediairs zoals de Europese Investeringsbank (EBI), internationale en regionale organisaties en andere donoren.

De maatregelen kunnen worden medegefinancierd door de EU en andere donoren. Voorts kunnen maatregelen door de EU worden gefinancierd en door een internationale organisatie ten uitvoer worden gelegd.

De Raad kan evenwel de bijstand opschorten wanneer de waarden waarop de EU en haar betrekkingen met de partnerlanden zijn gegrondvest, niet worden geëerbiedigd.

Komen in aanmerking voor een financiering de instellingen en gedecentraliseerde entiteiten van de partnerlanden en regio's, de gemengde organen, de internationale en regionale organisaties, de internationale financiële instellingen, instellingen en organen van de Gemeenschap (in zekere mate) alsook niet-overheidsactoren.

Er zijn ook voorschriften opgesteld voor de deelneming aan de gunning van overeenkomsten voor de plaatsing van opdrachten of de toekenning van subsidies die open staat voor natuurlijke personen of rechtspersonen van een partnerland of een lidstaat maar ook van een land van de Europese Economische Ruimte (EER), een land dat in aanmerking komt voor een instrument inzake pretoetredingssteun (IPA), met traditionele banden met de partnerlanden of met een wederzijdse toegang tot buitenlandse hulp. Deze deelneming staat ook open voor internationale organisaties.

De inwerkingtreding van het ENPI moet zorgen voor een doeltreffende bijstandsverlening, de samenhang en de verenigbaarheid van het beleid en de externe bijstand van de EU met de vastgestelde doelstellingen en internationale verbintenissen. Het ENPI moet eveneens zorgen voor de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, waarop door de Commissie en de Rekenkamer toezicht wordt uitgeoefend.

De Commissie, bijgestaan door een comité, is in beginsel belast met het beheer van het ENPI. Gedecentraliseerd beheer behoort ook tot de mogelijkheden. De Commissie evalueert op gezette tijden de tenuitvoerlegging. De Commissie legt het Europees Parlement en de Raad uiterlijk op 31 december 2010 een verslag voor over de uitvoering van de verordening in de eerste drie jaar en eventueel een wetgevingsvoorstel met de nodige wijzigingen ervan.

Referenties

Besluit

Inwerkingtreding - Vervaldatum

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Verordening (EG) nr. 1638/2006 [goedkeuring: medebeslissingsprocedure COD/2004/0219]

29.11.2006 - 31.12.2013

-

PB L 310 van 9.11.2006.

GERELATEERDE BESLUITEN

Tenuitvoerlegging van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument

Verordening (EG) nr. 951/2007 van de Commissie van 9 augustus 2007 tot vaststelling van de uitvoeringsvoorschriften voor de programma's voor grensoverschrijdende samenwerking die worden gefinancierd in het kader van Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument [PB L 210 van 10.8.2007].

Nationale, regionale en grensoverschrijdende Programmeringsdocumenten (EN) (ES) (FR).

Europees nabuurschapsbeleid

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 4 december 2006 betreffende de versterking van het Europees nabuurschapsbeleid [COM(2006) 726 final - Niet in het Publicatieblad bekendgemaakt].

In deze mededeling maakt de Commissie niet alleen een balans op het Europees nabuurschapsbeleid (ENB), maar worden ook middelen ter versterking van het ENB voorgesteld. Het ENB heeft een potentieel dat meer moet worden benut. Vanuit financieel oogpunt zou de oprichting van de "bestuursfaciliteit", die de vooruitgang van de hervormingen van de partnerlanden ondersteunt op basis van hun actieplan en van het Investeringsfonds voor het nabuurschapsbeleid, dat dient ter ondersteuning van de leningen van de internationale financiële instellingen (IFI) in de partnerlanden, moeten bijdragen tot een meer doeltreffende bijstand.

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 4 december 2006 over de algemene aanpak om de ENB-partnerlanden te laten deelnemen aan communautaire agentschappen en programma's [COM(2006) 724 definitief - Niet in het Publicatieblad bekendgemaakt].

Laatste wijziging: 08.10.2007