Niet-overheidsactoren en lokale autoriteiten

Met dit thematische programma ondersteunt de Commissie het initiatiefrecht van niet-overheidsactoren en lokale autoriteiten, waarbij zij hun eigen initiatieven financiert, wanneer de geografische programma's niet het geschikte instrument vormen; daardoor wordt de steun aangevuld die andere thematische programma's in specifieke sectoren daaraan kunnen geven. De drie belangrijkste interventiesectoren zijn: interventies in de ontwikkelingslanden en -regio's, sensibiliserings- en onderwijsacties in Europa over het thema ontwikkeling alsook de maatregelen die de coördinatie van de netwerken van de burgersamenleving en de lokale autoriteiten vergemakkelijken.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over het thematisch programma "Niet-overheidsactoren en lokale autoriteiten in het ontwikkelingsproces" [COM(2006) 19 - Niet in het Publicatieblad verschenen].

SAMENVATTING

Dit programma is de opvolger van zowel de medefinancieringsprogramma's voor NGO's als de programma's voor gedecentraliseerde samenwerking. Door de ondersteuning van het recht van initiatief van niet-overheidsactoren en lokale autoriteiten wordt de steun van geografische en andere "sectorale" thematische programma's, met name het programma inzake democratie en mensenrechten, aangevuld.

Ownership en participatie vormen de kernbeginselen van het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie (EU), zoals vastgesteld in de " Europese consensus ". Deze benadering geldt ook voor de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten, bijvoorbeeld tussen de ACS-staten en de EU alsook met Azië, Latijns-Amerika en de "buurlanden".

De toegevoegde waarde van het inschakelen van niet-overheidsactoren ligt in hun onafhankelijkheid van de staat, hun nabijheid tot en hun kennis van bepaalde bevolkingsgroepen, hun vermogen om hun specifieke belangen duidelijk naar voor te brengen, hun vermogen om de kloof te overbruggen tussen de strategische doelstellingen en hun uitvoering in de praktijk.

Dit programma betreft hoofdzakelijk acties in het veld. Het wordt vooral toegepast in de landen en regio's waar de geografische programma's niet voorzien in financiële steun aan niet-overheidsactoren en locale autoriteiten wegens ontoereikende politieke bereidheid, of in subregio's die buiten het bereik van het landenprogramma vallen, of in situaties waarin sprake is van problematische partnerschappen, kwetsbare staten, post-conflictsituaties, politieke instabiliteit, enz.

Alle categorieën niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk uit de EU en de partnerlanden kunnen in aanmerking komen voor een financiering in het kader van dit programma. Bovendien kunnen de lokale autoriteiten financiële steun ontvangen voor activiteiten in specifiek verband waar hun toegevoegde waarde kan worden aangetoond en deze activiteiten niet kunnen worden uitgevoerd in het kader van geografische programma's. Deze op de actoren gerichte benadering zal verder worden uitgewerkt in het thematisch meerjaren-strategiedocument.

Drie soorten maatregelen komen voor financiering in aanmerking:

De maatregelen in alle ontwikkelingslanden, die opgenomen zijn in de lijst van begunstigden van officiële ontwikkelingshulp (ODA) komen voor subsidie in aanmerking uit hoofde van dit thematische programma. Deze landen vallen onder het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) en het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI). De subsidiabiliteitscriteria zullen worden vastgesteld in het thematisch meerjaren-strategiedocument.

Wat de programmering betreft, zal de Commissie thematische strategiedocumenten voor een periode van achtereenvolgens vier jaar (2007-2010) en drie jaar (2011-2013) vaststellen. In deze documenten worden de criteria voor het selecteren van prioritaire landen en regio's, alsmede de prioriteiten voor actie nader uitgewerkt. Op basis van deze meerjarenprogrammering zal de Commissie jaarlijkse actieprogramma's opstellen waarin de prioritaire acties, de doelstellingen alsmede de indicatieve bedragen worden vastgelegd.

Doelstellingen en prioriteiten

Het prioritaire doel van dit programma is de uitroeiing van de armoede in het kader van een duurzame ontwikkeling, en met name de verdere verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MDG's). Andere belangrijke doelstellingen betreffen onder andere goed bestuur en mensenrechten, die als horizontale thema's dienen te worden geïntegreerd in de maatregelen in de partnerlanden.

Tot de prioriteiten behoren met name de ondersteuning van de participatie van belanghebbenden in ongunstige situaties (bijvoorbeeld bij problematische partnerschappen, onstabiele situaties, conflicten, enz.), het bevorderen van grensoverschrijdende en regionale initiatieven, het bevorderen van kwaliteitspartnerschappen tussen verschillende belanghebbenden in de EU en de partnerlanden, de versterking van de capaciteiten van werkgevers- en werknemersorganisaties, de ontwikkeling van een samenhangende benadering van de ontwikkeling op het gebied van onderwijs, door met name kinderen en jongeren toegang te geven tot onderwijs op ontwikkelingsgebied.

Laatste wijziging: 26.07.2007