De Europese consensus voor ontwikkeling

De Europese Unie (EU) neemt 55 % van alle ontwikkelingshulp in de wereld voor haar rekening en bekleedt daarmee de eerste plaats als donor. Toch kan en moet de hulp van Europa doeltreffender worden gemaakt door een hernieuwd elan voor coördinatie en harmonisatie. Deze verklaring schetst een gemeenschappelijke visie die richting geeft aan het optreden van de EU op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking, zowel van de lidstaten als van de Gemeenschap. De verklaring bevat ook een overzicht van de concrete maatregelen voor de tenuitvoerlegging van deze visie op communautair niveau.

BESLUIT

Gemeenschappelijke verklaring van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad, het Europees Parlement en de Commissie betreffende het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie: de Europese consensus [Publicatieblad C 46 van 24.2.2006].

SAMENVATTING

Op 20 december 2005 hebben de voorzitters van de Commissie, het Parlement en de Raad de nieuwe verklaring over het ontwikkelingsbeleid van de EU ondertekend, de zogenoemde Europese consensus. De consensus stelt voor het eerst in vijftig jaar van samenwerking het kader van gemeenschappelijke beginselen vast waarbinnen de Unie en haar lidstaten elk hun ontwikkelingsbeleid in een geest van complementariteit ten uitvoer zullen leggen.

Deel 1: de visie van de EU op ontwikkeling

Dit eerste deel van de verklaring geeft een nadere omschrijving van de doelstellingen en beginselen waarvoor de lidstaten en de Gemeenschap zich gezamenlijk inzetten. Het hoofddoel is de armoede in de wereld in de context van een duurzame ontwikkeling terug te dringen. De EU streeft er dan ook naar de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MDO), die door alle leden van de Verenigde Naties zijn aangenomen, voor 2015 te verwezenlijken. Die doelstellingen zijn:

De Unie is tevens van oordeel dat de fundamentele doelstelling van het terugdringen van de armoede berust op de complementaire doelstellingen van bevordering van goed bestuur en respect voor de mensenrechten, gemeenschappelijke waarden die aan de EU ten grondslag liggen. Armoedebestrijding impliceert ook het creëren van een evenwicht tussen activiteiten in verband met de ontwikkeling van de mens, de bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en economische groei, en het creëren van rijkdom voor arme bevolkingsgroepen.

De gemeenschappelijke beginselen waarop de ontwikkelingssamenwerking is gebaseerd, zijn eigen verantwoordelijkheid van het ontwikkelingsland, partnerschap, een diepgaande politieke dialoog, deelname van de maatschappelijke organisaties, gelijkheid van vrouwen en mannen en een blijvende inzet om het ontstaan van onstabiliteit in de ontwikkelingslanden te voorkomen. De partnerlanden zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor hun ontwikkeling maar de EU neemt in het kader van het partnerschap haar deel van de verantwoordelijkheid voor de gezamenlijke inspanningen op zich.

De EU heeft zich ertoe verbonden de begrotingsmiddelen voor de steun te verhogen en het steunvolume tegen 2015 op te trekken tot 0,7 % van het bruto nationaal inkomen, met een tussentijdse collectieve doelstelling van 0,56 % tegen 2010. De helft van die verhoging van de steun is bestemd voor Afrika. De Unie blijft prioriteit toekennen aan de steun voor de minst ontwikkelde landen en de landen met een laag en een gemiddeld inkomen. De middelen zullen worden toegekend volgens objectieve en transparante criteria, gebaseerd op behoeften en prestaties. De volledige nationale en regionale programmering van de Gemeenschap zal worden gebaseerd op het beginsel van de concentratie, dat wil zeggen de selectie van een beperkt aantal prioritaire actieterreinen.

De EU is vooral gespitst op de kwaliteit van de steun. Zij zal zorgen voor monitoring van haar verbintenissen voor doeltreffende steun, met name door het vaststellen van concrete doelstellingen tegen 2010. Eigen verantwoordelijkheid van de begunstigde landen, coördinatie en harmonisatie tussen de donoren, die ter plaatse begint, afstemming op de systemen van de begunstigde landen en resultaatgericht optreden zijn hier de basisbeginselen. Om de partnerlanden de mogelijkheid tot een doeltreffende planning te bieden zullen voorspelbaarder steunmechanismen worden ondersteund.

De EU zal een betere coördinatie en complementariteit tussen de donoren aanmoedigen door te streven naar een gezamenlijke meerjarenprogrammering op basis van de strategieën en procedures van de partnerlanden, gemeenschappelijke tenuitvoerleggingsmechanismen en de toepassing van cofinanciering. Zij zal ook de coherentie van het ontwikkelingsbeleid op talrijke gebieden stimuleren.

Deel 2: tenuitvoerlegging van het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap

Het communautair beleid en het beleid van de lidstaten op dit gebied moeten elkaar aanvullen. De toegevoegde waarde van het beleid van de Gemeenschap komt tot uiting in haar aanwezigheid op wereldniveau, haar knowhow inzake de tenuitvoerlegging van de steun, haar rol bij de bevordering van de coherentie der beleidslijnen en goede praktijken, de stimulering van coördinatie en harmonisatie, de steun voor democratie, mensenrechten, goed bestuur en de naleving van het internationaal recht en de aanmoediging van de deelname van maatschappelijke organisaties en van de Noord-Zuidsolidariteit.

De ontwikkelingssamenwerking vormt een volwaardig onderdeel van een ruimer geheel van externe maatregelen, die coherent en complementair moeten zijn. De programmeringsdocumenten betreffende de nationale, regionale of thematische strategieën vormen de neerslag van dit overkoepelende beleidskader en zorgen voor de coherentie ervan.

Om in te spelen op de door de partnerlanden aangegeven behoeften zal de Gemeenschap haar werkzaamheden concentreren op de volgende gebieden:

Voor bepaalde problemen die ook verband houden met algemene beginselen die op alle initiatieven van toepassing zijn en een multisectorale aanpak vereisen, zal de Gemeenschap de systematische integratie van die aspecten in de samenwerking versterken. Het betreft democratie, goed bestuur, mensenrechten, rechten van kinderen en van inheemse bevolkingsgroepen, gelijkheid van vrouwen en mannen, duurzaam milieubeleid en bestrijding van hiv/aids.

De concrete steunverlening zal worden aangepast aan de behoeften en de context in de verschillende landen, met, wanneer de omstandigheden zulks mogelijk maken, een voorkeur voor begrotingssteun. De Commissie baseert zich dan op resultaten- en prestatie-indicatoren. De communautaire steun zal verder grotendeels gaan in de vorm van schenkingen, hetgeen de armste landen en landen met een beperkt terugbetalingsvermogen bijzonder goed uitkomt.

De hervorming van de buitenlandse bijstand, die de Commissie in 2000 heeft opgestart, heeft geleid tot verbeteringen van de communautaire steun en van de kwaliteit van de verstrekte hulp. Er zullen nog verdere verbeteringen komen, bijvoorbeeld in de informatiesystemen, en er zal worden gezorgd voor een grotere deconcentratie naar de delegaties. De Commissie zal rekening houden met de lessen die zijn getrokken uit de evaluatie van het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap, die in 2000 is aangenomen, en zal werk maken van de implementatie van de Europese ontwikkelingsconsensus binnen de communautaire ontwikkelingsprogramma's in alle ontwikkelingslanden.

GERELATEERDE BESLUITEN

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 21 juni 2007 - Jaarverslag 2007 over het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap en de tenuitvoerlegging van de externe bijstand in 2006 [COM(2006) 349 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad]. In 2006 heeft de EU 9,8 miljard euro aan officiële ontwikkelingsbijstand (ODA) toegekend. Kenmerkend dat jaar waren belangrijke wijzigingen in de wijze waarop de ontwikkelingssamenwerking van de Unie werd beheerd, namelijk: het besluit om vooral te letten op de samenhang van de soorten beleid ten dienste van ontwikkeling, het goedkeuren van regionale strategieën waaruit de voornaamste prioriteiten van de EU blijken, de vereenvoudiging van de externehulpinstrumenten (met name de totstandbrenging van het financieringsinstrument voor de ontwikkelingssamenwerking en het instrument voor de democratie en de mensenrechten), het instellen van een raamwerk om de doeltreffendheid van de hulp te vergroten en een verbetering van de methoden om de resultaten te kunnen evalueren.

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 22 juni 2006 - Jaarverslag 2006 over het communautaire ontwikkelingsbeleid en de tenuitvoerlegging van de buitenlandse hulp in 2005 [COM(2006) 326 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad]. In 2005 beloofde de Europese Unie de officiële ontwikkelingshulp (ODA) voor 2010 te verdubbelen. Datzelfde jaar gaf zij 6,2 miljard euro uit aan hulp. In haar jaarlijkse beleidsstrategie voor 2005 zag de Commissie als haar ontwikkelingsdoelstellingen het opnieuw bekijken en verhogen van de bijdrage van de EU aan de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling en het lanceren van een waterfaciliteit.

Tevens hebben de Europese Unie en de lidstaten de Verklaring van Parijs inzake de doeltreffendheid van ontwikkelingshulp (pdf) (DE) (EN) (ES) (FR) ondertekend en is een nieuwe tripartiete verklaring over het ontwikkelingsbeleid, de "Europese consensus inzake ontwikkeling", goedgekeurd.

In 2005 vormde Afrika het zwaartepunt, met de herziening van de Overeenkomst van Cotonou, de uitvoering van de vredesfaciliteit en de uitwerking van een EU-strategie voor Afrika.

Laatste wijziging: 28.11.2007