Deelname van de Gemeenschap aan het schuldverlichtingsinitiatief voor arme landen met een zware schuldenlast (HIPC)

Deze mededeling bepaalt de bijdrage van de Gemeenschap aan het wereldwijde initiatief om de schuldenlast van de armste landen (HIPC) te verlichten.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie van 26 oktober 1999 betreffende een bijdrage van de Gemeenschap voor de schuldverlichting voor arme landen met een zware schuldenlast (HIPC) [COM(1999) 518 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

Achtergrond

Dit initiatief maakt deel uit van het wereldwijde initiatief voor arme landen met een zware schuldenlast (HIPC) dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank in september 1996 hebben gelanceerd. Alle donoren, en met name de multilaterale leningverstrekkers werken daarin samen om de schuldenlast van de armste landen te verlichten. Voor het eerst wordt hiermee de aandacht gevestigd op de nauwe relatie tussen strategieën voor armoedebestrijding, programma's voor structurele aanpassing en het initiatief voor schuldenlastverlichting.

Op de G7-top in Keulen hebben de ministers in juli 1999 hun goedkeuring gehecht aan een uitgebreid initiatief, dat verdergaande en snellere schuldenlastverlichting mogelijk maakt. De totale kosten van het initiatief worden op circa 61 miljard dollar geschat (netto geactualiseerde waarde in 2004). Dit initiatief dat aanvankelijk voor een periode van twee jaar was vastgesteld, werd vier keer verlengd (in 1998, 2000, 2002 en 2004).

In aanmerking komende landen

Het initiatief is gericht op de armste landen die zich op georganiseerde wijze proberen aan te passen en zich verbinden tot bestrijding van de armoede. Het gaat hier voornamelijk om de armste landen die reeds aanvullende steun krijgen van de Wereldbank en het IMF en waarvan de schuldenlast, ook na toepassing van alle andere maatregelen tot schuldenlastverlichting als onhoudbaar wordt beschouwd. Ook enkele landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) behoren tot de betrokken landen.

Rol van de Europese Gemeenschap

De Gemeenschap speelt als belangrijke partner van de ontwikkelingslanden een sleutelrol, vooral gezien de door het nieuwe besluit verhoogde kosten van het initiatief. De toegewezen middelen die uit de rentebaten van het EOF afkomstig zijn uit hoofde van Besluit 98/453/EG van juli 1998 betreffende uitzonderlijke bijstand voor ACS-landen met een zware schuldenlast, zijn niet voldoende voor de financiering van het nieuwe uitgebreide initiatief.

De Gemeenschap heeft te kennen gegeven bereid te zijn middelen in het kader van de bestaande instrumenten van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) in te zetten om een substantiële bijdrage te leveren aan de schuldenlastverlichting voor de ACS-landen die voor het HIPC-initiatief in aanmerking komen. Zij heeft al meer dan 1,6 miljard EUR voor het initiatief toegewezen en levert als leningverstrekker en als donor een bijdrage aan het initiatief, met name voor de ACS-landen. De EOF-middelen worden uitsluitend ingezet voor de voor het initiatief in aanmerking komende ACS-landen. Voor de landen in Azië en Latijns-Amerika is een bijdrage van 54 miljoen EUR uit de begroting beschikbaar gesteld.

Rol van de Europese Gemeenschap als leningverstrekker

De Gemeenschap steunt de ontwikkeling vooral door middel van schenkingen en is dus slechts een kleine multilaterale leningverstrekker. Volgens de meest recente schattingen komt slechts circa 2% van de totale kosten van het HIPC-initiatief voor haar rekening. Als leningverstrekker heeft de Gemeenschap tot dusverre een bedrag van naar schatting 680 miljoen EUR beschikbaar gesteld. De toegewezen middelen komen voornamelijk uit de rentebaten van het EOF en de reserves intra ACS.

Rol van de Europese Gemeenschap als donor

Naast de bijdrage die de Gemeenschap levert als leningverstrekker, neemt zij ook als donor deel aan het initiatief. De belangrijkste financieringsbron voor de bijdrage van de EU als donor zijn de niet toegewezen middelen van het achtste EOF en eerdere EOF's. Als donor heeft de Gemeenschap tot dusverre een bedrag van naar schatting 934 miljoen EUR ter beschikking gesteld aan het door de Wereldbank beheerde HIPC-trustfonds.

Aanvullende bijdrage

De Commissie meent dat de Gemeenschap als belangrijke partner van de ontwikkelingslanden meer moet bijdragen aan het initiatief dan wat hierboven is omschreven. De Raad heeft in 2001 een aanvullende bijdrage van 60 miljoen EUR goedgekeurd die de vervroegde en volledige aflossing mogelijk maakt van de speciale leningen aan de minst ontwikkelde ACS-landen die voor haar HIPC-initiatief in aanmerking komen.

Laatste wijziging: 24.03.2006