Associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Gemeenschap

Met dit besluit wordt een kader vastgesteld voor de associatie van de landen en gebieden overzee (LGO) met de Europese Gemeenschap (EG) overeenkomstig deel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, teneinde hun economische en sociale ontwikkeling te bevorderen alsook nauwe economische betrekkingen tussen deze landen en gebieden en de Europese Gemeenschap tot stand te brengen.

BESLUIT

Besluit 2001/822/EG van de Raad van 27 november 2001 betreffende de associatie van de LGO met de Europese Gemeenschap (het "LGO-Associatiebesluit") [Zie wijzigingsbesluiten].

SAMENVATTING

De associatie van de landen en gebieden overzee (LGO) met de Europese Gemeenschap (EG) heeft tot doel de economische en sociale ontwikkeling van de LGO op een zo efficiënt mogelijke wijze te ondersteunen en de economische betrekkingen tussen deze landen en gebieden en de Europese Gemeenschap te ontwikkelen.

De samenwerking is in hoofdzaak op drie doelstellingen gericht, te weten:

De associatie is eveneens gegrondvest op de beginselen van vrijheid, democratie, de eerbiediging van de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat, die de lidstaten van de Europese Unie en de LGO die toetreden tot de associatie gemeenschappelijk hebben.

SAMENWERKINGSGEBIEDEN

Economische en handelssamenwerking: het handelsstelsel

De LGO hebben een zeer voordelige handelsregeling. Voor de in de EG ingevoerde producten van oorsprong uit de LGO zijn noch invoerrechten noch kwantitatieve beperkingen van toepassing. Deze regeling is niet wederkerig, d.w.z. dat onder bepaalde voorwaarden de producten van oorsprong uit de Gemeenschap aan door de LGO vastgelegde invoerrechten of -heffingen kunnen worden onderworpen. De voor de Gemeenschap toegepaste regeling mag evenwel niet minder gunstig zijn dan die welke wordt toegekend aan derde landen overeenkomstig het beginsel van de door de LGO meest begunstigde natie, tenzij het gaat om een ander LGO dan wel een ontwikkelingsland. De regeling mag evenmin aanleiding geven tot onderlinge discriminatie tussen de lidstaten van de Europese Unie door de LGO.

De associatieregeling voorziet in gunstige oorsprongregels en specifieke bepalingen die een cumulatie van oorsprong mogelijk maken met goederen afkomstig uit de EG of de landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS).

Voorts maakt een overslagprocedure het in bepaalde omstandigheden mogelijk dat producten welke niet uit de LGO van oorsprong zijn maar daar uit een derde land worden ingevoerd en waarvoor de invoerrechten of -heffingen in de LGO zijn betaald, in de EG worden ingevoerd overeenkomstig de voordelige LGO-regeling. Behoudens uitzonderingen is deze procedure niet van toepassing op landbouwproducten of goederen verkregen door de verwerking van landbouwproducten.

Samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering

De samenwerking op dit vlak heeft in het bijzonder tot doel bij te dragen tot de ontwikkeling van de LGO door de beleidsmaatregelen en strategieën in de productieve sectoren te ondersteunen, alsook op andere werkterreinen zoals de ontwikkeling van het ondernemerschap, de handelsgerelateerde gebieden, de menselijke en sociale ontwikkeling, de milieubescherming en de sociale en culturele samenwerking.

Regionale samenwerking en integratie

De samenwerking op dit vlak heeft betrekking op de maatregelen die de LGO samen of in overleg met derde landen, zoals de ACS-landen, nemen en op de samenwerking met de ultraperifere gebieden. De samenwerking is gericht op de intensivering van de economische samenwerking en ontwikkeling, bevordering van het vrije verkeer van personen, goederen, diensten, werknemers en technologie, liberalisering van handels- en betalingsverkeer alsook het opzetten van het beleid inzake sectorale hervormingen op regionaal niveau. Overigens zouden een nauwere samenwerking en verdere integratie de minst ontwikkelde LGO ertoe moeten aanmoedigen actief te worden in de regionale markten en daaruit voordeel te halen.

IMPLEMENTATIE

De associatie steunt op het beginsel van een trilateraal partnerschap tussen de Commissie, de lidstaten waartoe de LGO behoren en de LGO. Hierbij wordt gebruik gemaakt van twee belangrijke instrumenten om een doeltreffende dialoog en partnerschap tot stand te kunnen brengen:

Zoals de ACS-landen kunnen de LGO een beroep doen op het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), dat het belangrijkste instrument is voor de samenwerking op het gebied van de financiering van de ontwikkeling van de LGO en voor de regionale samenwerking met betrekking tot de LGO. Voor elk LGO wordt een ontwikkelings- en samenwerkingsstrategie vastgelegd in de vorm van een enkelvoudig programmeringsdocument (EPDOC). De LGO zijn in de eerste plaats verantwoordelijk voor het aanwijzen en de uitvoering van de samenwerkingsacties, en het EPDOC wordt dus hoofdzakelijk door de autoriteiten van de LGO uitgewerkt. Het EPDOC wordt in overleg tussen de autoriteiten van de LGO en de Commissie vastgesteld. Voor het toezicht en de audit zijn alle partners verantwoordelijk. Het maatschappelijk middenveld is ook een belangrijke actor voor de samenwerking. De niet-gouvernementele organisaties in de LGO moeten dus bij de opstelling van de samenwerkingsprogramma's worden betrokken.

FINANCIËLE MIDDELEN

Financiële middelen van het EOF

Een totaalbedrag van 175 miljoen euro, waarvan 20 miljoen euro bestemd is voor de investeringsfaciliteit die door de Europese Investeringsbank (EIB) wordt beheerd, werd voor de periode 2000-2007 in het kader van het 9de EOF aan de LGO toegekend. Voor de periode 2008-2013 werd in het kader van het 10de EOF een bedrag van 286 miljoen euro toegekend, waarvan 30 miljoen euro voor de financiering van de investeringsfaciliteit.

De investeringsfaciliteit en de leningen van de EIB

De Europese Investeringsbank beheert de investeringsfaciliteit en de leningen uit haar eigen middelen. De investeringsfaciliteit is ingesteld ter ondersteuning van commercieel levensvatbare ondernemingen in met name de particuliere sector, dan wel in de openbare sector, voor zover deze de ontwikkeling in de particuliere sector ondersteunen.

Financiële middelen uit de algemene begroting van de EU

De LGO kunnen een beroep doen op de thematische programma's die worden gefinancierd door het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking, de door het stabiliteitsinstrument gefinancierde maatregelen voor herstel en wederopbouw en de door het instrument voor humanitaire hulp gefinancierde humanitaire bijstand.

Voorts staan alle communautaire horizontale programma's en in het bijzonder die op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugd, onderzoek, ondernemingen en de audiovisuele media in beginsel open voor de LGO, overeenkomstig de voorschriften en de doelstellingen van deze programma's en de regelingen die van toepassing zijn op de lidstaat waartoe een LGO behoort.

Referenties

Besluit

Inwerkingtreding - vervaldatum

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Besluit 2001/822/EG

2.12.2001-31.12.2013

-

L 314 van 30.11.2001

Wijzigingsbesluit

Inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Besluit 2007/249/EG

26.4.2007

-

L 109 van 26.4.2007

Laatste wijziging: 31.08.2011