Ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap
Met deze verklaring wordt beoogd een duidelijke en samenhangende strategie vast te stellen voor het beleid inzake ontwikkelingssamenwerking van de Europese Gemeenschap, teneinde de door de Gemeenschap op dit gebied toegevoegde waarde te maximaliseren, de kwaliteit en impact van haar steunmaatregelen te verbeteren en het beleid af te stemmen op de nieuwe wereldproblemen.
BESLUIT
Verklaring van de Raad en de Commissie van 20 november 2000 betreffende het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap, gebaseerd op de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 26 april 2000 betreffende hetzelfde thema.
SAMENVATTING
1. Context Het ontwikkelingsvraagstuk is vandaag de dag belangrijker dan ooit. In de landen van Afrika bezuiden de Sahara of in zuidelijk Azië leeft nog steeds 40% van de bevolking beneden de armoedegrens.
De helft van de overheidssteun aan de ontwikkelingslanden is afkomstig van de Europese Unie, die voor een groot aantal van deze landen eveneens een belangrijke handelspartner is. Het steeds talrijker worden van haar buitenlandse partners, het opgezet worden van nieuwe instrumenten en de toename van haar financiële middelen hebben een steeds grotere behoefte doen ontstaan aan een meer duidelijke en samenhangende strategie die is afgestemd op het streven naar internationale coördinatie.
De verklaring komt na de mededeling van de Commissie van april 2000 die het startsein vormde voor een vernieuwingsproces. De verklaring bevat de door de Raad en de Commissie gezamenlijk goedgekeurde definitief uitgewerkte strategie.
Zij past in het kader van de ondernomen inspanningen om de doeltreffendheid van de door de Unie ondernomen buitenlandse maatregelen op te voeren.
2. Beginselen en doelstellingen
Basisprincipe De Raad en de Commissie bevestigen de solidariteit van de Gemeenschap ten aanzien van de ontwikkelingslanden in het kader van een partnerschap dat eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen, de rechtstaat en een degelijk beheer van de openbare aangelegenheden omvat.
Hoofddoelstelling Het ontwikkelingsbeleid van de Gemeenschap heeft als hoofddoel het verminderen van de armoede, met het oog op het doen verdwijnen ervan op termijn.
Armoede impliceert kwetsbaarheid en is het gevolg van talrijke factoren. De Gemeenschap is dus vastbesloten armoedeverminderingsstrategieën te ondersteunen waarin de verschillende aspecten van armoede worden geïntegreerd en waarvoor werd uitgegaan van een analyse van de aan elk ontwikkelingsland eigen probleemfactoren en mogelijkheden. Deze strategieën zullen moeten bijdragen tot een versterking van de democratie, een consolidering van de vrede en de preventie van conflicten, een geleidelijke integratie in de wereldeconomie, het meer in aanmerking nemen van sociale aspecten en milieuproblematiek met het oog op een duurzame ontwikkeling, gelijkheid tussen mannen en vrouwen, en een uitbreiding van de capaciteit van openbare en particuliere actoren.
De middelen voor ontwikkelingshulp zullen worden verdeeld met inachtneming van de impact met betrekking tot armoedevermindering. De minstontwikkelde landen moeten prioritaire aandacht krijgen.
Prioritaire rol van de ontwikkelingslanden De eigen inbreng van de partnerlanden in de strategieën vormt de sleutel tot het succes van het ontwikkelingsbeleid. Daarom dient deelname van alle geledingen van de maatschappij te worden aangemoedigd en dient een belangrijke rol te worden toebedeeld aan de politieke dialoog met de partnerlanden.
3. Heroriëntering van de activiteiten van de Gemeenschap De activiteiten van de Gemeenschap zullen zich concentreren op zes belangrijke gebieden, te weten:
Horizontale aspecten De horizontale thema's moeten in alle aspecten van de ontwikkelingssamenwerking worden geïntegreerd. Het gaat om vier hoofdthema's, te weten:
Conflictpreventie en crisisbeheer dienen eveneens systematisch speciale aandacht te krijgen.
4. Versterking van de samenwerking, de coördinatie en de complementariteit Er moet een versterking komen van de banden tussen de verschillende actoren, met name tussen de Gemeenschap en de lidstaten, teneinde de impact van de ontwikkelingshulp van de Europese Unie te maximaliseren.
De Gemeenschap en haar lidstaten coördineren hun beleid en programma's, teneinde de impact ervan te maximaliseren. Er zal een betere complementariteit en coördinatie (es de en fr), in de zin van een arbeidsverdeling, zowel binnen de Unie als met de andere donors, vooral in het kader van de landenstrategieën, worden nagestreefd. In het belang van de samenhang zullen de doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid van de Gemeenschap in het kader van de andere gemeenschappelijke beleidsmaatregelen meer in aanmerking worden genomen.
De Commissie heeft haar beheer van de externe hulp reeds hervormd door een nieuw programmeringssysteem in te voeren, en de deconcentratie en decentralisatie van het beheer van de hulp te bevorderen. De vereenvoudiging van het financieel reglement en de door de Commissie gevraagde uitbreiding van de personele middelen zijn eveneens nodig.
De bijdrage van een groot en divers aantal actoren uit de burgermaatschappij aan het beleid van de Gemeenschap heeft reeds erkenning gekregen in het kader van het nieuwe partnerschap met de ACS-landen. Het tot stand komen van een aanpak die bevorderlijk is voor een grotere deelname van de niet-gouvernementele organisaties, de economische en sociale actoren, en de particuliere sector zal in het kader van de betrekkingen tussen de Unie en de andere ontwikkelingslanden eveneens worden aangemoedigd. De Gemeenschap zal streven naar een hechter partnerschap met de burgermaatschappij, zowel in Europa als in de ontwikkelingslanden, en zal in de partnerlanden de uitbreiding van de capaciteit van de particuliere actoren ondersteunen, teneinde hun deelname aan de dialoog betreffende de strategieën en de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprogramma's te vergemakkelijken.
5. Tenuitvoerlegging en follow-up De nieuwe strategie dient zo spoedig mogelijk ten uitvoer te worden gelegd. De Commissie dient met het oog daarop een actieprogramma uit te werken. De Commissie dient met betrekking tot de gemaakte voortgang bij het Europees Parlement en de Raad jaarlijks een verslag in.
GERELATEERDE BESLUITEN
Gemeenschappelijke verklaring van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad, het Europees Parlement en de Commissie betreffende het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie: De Europese concensus [Publicatieblad C 46/01 van 24.2.2006]. De "Europese consensus" stelt voor het eerst in vijftig jaar van samenwerking het kader van gemeenschappelijke beginselen vast waarbinnen de Unie en haar 25 lidstaten elk hun ontwikkelingsbeleid in een geest van complementariteit ten uitvoer zullen leggen.
Laatste wijziging: 20.09.2007