Schema van algemene preferenties 2006 - 2008

In deze verordening wordt het schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2008 vastgesteld. De preferentiële invoerregeling voor producten uit de ontwikkelingslanden wordt vereenvoudigd en gestroomlijnd en de eisen van handel en ontwikkeling worden op elkaar afgestemd.

BESLUIT

Verordening (EG) nr. 980/2005 van de Raad van 27 juni 2005 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties [Zie wijzigingsbesluiten].

SAMENVATTING

Deze verordening legt het schema van algemene preferenties (SAP) voor de periode 2006-2008 ten uitvoer. Het SAP voorziet in een preferentiële regeling voor de rechten die worden geheven op producten uit de begunstigde landen die in de Gemeenschap worden ingevoerd.

Het SAP is dus gericht op specifieke landen en gebieden, die in bijlage I bij de verordening worden vermeld.

De producten die onder het SAP vallen, zijn opgenomen in bijlage II. De regeling voor de producten van oorsprong is in overeenstemming met de regels die zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 2454/93. Ook regionale cumulatie is mogelijk mits rekening wordt gehouden met de vastgestelde regionale groeperingen.

De producten zijn ingedeeld in twee categorieën: gevoelige en niet-gevoelige producten. Tot welke categorie een product behoort, is afhankelijk van de situatie van de vergelijkbare communautaire producten en het effect dat de invoer in de Gemeenschap op deze producten kan hebben. Voor de producten die worden ingevoerd, zijn douanerechten (zowel specifieke als ad-valoremrechten) vastgesteld. Deze worden echter geschorst als een recht, nadat het overeenkomstig de bepalingen van het SAP is verlaagd, kleiner is dan of gelijk is aan 1 % in geval van een ad-valoremrecht, dan wel kleiner is dan of gelijk is aan 2 euro in geval van een specifiek recht.

Het SAP voorziet in drie regelingen. De tariefpreferenties verschillen bijgevolg naar gelang van de regeling die op de begunstigde landen van toepassing is, namelijk:

Algemene regeling

In de algemene regeling zijn de algemene regels van het SAP vastgelegd. Zo is voor niet-gevoelige producten bepaald dat de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief in principe volledig worden geschorst, met uitzondering van agrarische elementen.

Voor gevoelige producten daarentegen worden de ad-valoremrechten van het gemeenschappelijk douanetarief in principe met 3,5 procentpunten verlaagd. Voor textielstoffen en kleding bedraagt de verlaging 20 %. Een tariefverlaging van meer dan 3,5 procentpunten krachtens het SAP voor de vorige periode, die liep van 2002 tot 2005 (Verordening (EG) nr. 2501/2001), blijft echter van toepassing. De specifieke rechten van het gemeenschappelijk douanetarief ten slotte worden met 30 % verlaagd.

Wanneer de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de producten die in bijlage II als gevoelig zijn aangemerkt, zowel ad-valoremrechten als specifieke rechten omvatten, worden de specifieke rechten niet verlaagd.

Er geldt een speciale toezichtsregeling voor landbouwproducten om verstoring van de communautaire markt te voorkomen. Voorts blijven de landbouwproducten onderworpen aan vrijwaringsclausules die van toepassing zijn in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur

In het kader van de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur worden de ad-valoremrechten van het gemeenschappelijk douanetarief in principe geschorst voor de in bijlage II vermelde producten. Hetzelfde geldt voor de specifieke rechten, behalve wanneer er ook een ad-valoremrecht bestaat. Voor bepaalde kauwgom wordt het specifieke recht daarentegen beperkt tot 16 % van de douanewaarde.

Deze bijzondere regeling vervangt de bijzondere regelingen ter bestrijding van drugsproductie en drugshandel die van kracht waren onder het vorige SAP (Verordening (EG) nr. 2501/2001), en is daarom bij wijze van uitzondering al op 1 juli 2005 in werking getreden.

De begunstigde landen van deze regeling worden als kwetsbaar aangemerkt vanwege hun ontoereikende diversificatie en onvoldoende integratie in de wereldeconomie. Het zijn landen die door de Wereldbank gedurende drie opeenvolgende jaren niet als hoge-inkomensland zijn aangemerkt. Bovendien moeten de vijf grootste categorieën van de onder het SAP vallende invoer in de Gemeenschap van producten uit een begunstigd land meer dan 75 % van de waarde van de totale onder het SAP vallende invoer van dat land vertegenwoordigen, zonder dat de onder het SAP vallende invoer in de Gemeenschap van dat land meer dan 1 % van de waarde van de totale onder het SAP vallende invoer in de Gemeenschap uitmaakt.

Deze landen zijn vermeld in bijlage I van de verordening (kolom E). Zij moeten vóór 31 oktober 2005 bij de Commissie een geldige aanvraag hebben ingediend om van deze regeling gebruik te kunnen maken vanaf 1 januari 2006. De definitieve lijst van begunstigde landen is na beoordeling van de betreffende aanvragen in het Publicatieblad bekendgemaakt.

De volgende landen komen in de periode 2006-2008 in aanmerking voor de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur: Bolivia, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Georgië, Guatemala, Honduras, Sri Lanka, de Republiek Moldavië, Mongolië, Nicaragua, Panama, Peru, El Salvador en Venezuela.

Op de begunstigde landen rust tevens de algemene verplichting om de in bijlage III van de verordening vermelde verdragen te ratificeren en effectief ten uitvoer te leggen. Bijlage III maakt een onderscheid tussen twee categorieën van internationale overeenkomsten:

De Commissie ziet er nauwlettend op toe dat landen zich aan deze verplichting conformeren en ze naleven.

Bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen

Deze landen zijn vermeld in bijlage I van de verordening (kolom D). Overeenkomstig het EBA-initiatief ("Everything But Arms") worden de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief volledig geschorst voor alle producten, behalve wapens en munitie.

Voor enkele producten, namelijk gedopte rijst, bepaalde categorieën van bananen en witte suiker, wordt het gemeenschappelijk douanetarief geleidelijk verminderd totdat de rechten uiteindelijk volledig zijn geschorst. In afwachting van die volledige schorsing geldt voor gedopte rijst en witte suiker echter een algemeen tariefcontingent met nulrecht. Bij de tenuitvoerlegging van deze contingenten wordt de Commissie bijgestaan door de comités van beheer van de betreffende gemeenschappelijke marktordeningen.

De lijst van minst ontwikkelde landen wordt vastgesteld door de Verenigde Naties, die ook kunnen besluiten een land van deze lijst te schrappen. In dat geval schrapt de Commissie het betrokken land ook van de lijst van begunstigden van de regeling. Dat gebeurt evenwel geleidelijk, via een overgangsperiode van ten minste drie jaar.

Tijdelijke intrekking

De tijdelijke intrekking van de preferentiële regeling betreft in principe alle dan wel bepaalde producten van een begunstigd land. Deze maatregel is een reactie op de handelwijze van het land in kwestie en kan onder meer worden genomen om een van de volgende redenen:

De procedure voor een besluit tot tijdelijke intrekking kan worden ingeleid op basis van gegevens die de opening van een onderzoek rechtvaardigen. Dit onderzoek wordt verricht door de Commissie in samenwerking met het Comité algemene preferenties (dat de Commissie moet bijstaan bij de uitvoering van deze verordening), het begunstigde land in kwestie, en de internationale organisaties en instanties. De intrekking is dus het resultaat van een procedure van informatieverstrekking en onderzoek gevolgd door besluitvorming (met name door de Raad). Het intrekkingsbesluit treedt in principe in werking zes maanden na goedkeuring ervan.

De Commissie kan besluiten de preferenties te schorsen indien de oorsprongsregels niet worden nageleefd of de administratieve samenwerking tekortschiet. De administratieve samenwerking heeft hoofdzakelijk betrekking op de informatie die de begunstigde landen aan de Commissie moeten verstrekken over de oorsprongsregels en de naleving ervan. Voorts kan deze samenwerking ook tot uiting komen in missies of onderzoeken die de Commissie zelf verricht.

Een land kan zijn status van begunstigd land verliezen (graduatie) wanneer het door de Wereldbank als een hoge-inkomensland wordt aangemerkt of het een preferentiële handelsovereenkomst met de Gemeenschap heeft.

Voorts kunnen de tariefpreferenties voor elk van de producten van de begunstigde landen van de algemene regeling en de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur worden ingetrokken. De intrekking gebeurt wanneer de waarde van de invoer in de Gemeenschap van het betrokken product uit het begunstigde land meer dan 15 % bedraagt van de totale waarde van de invoer in de Gemeenschap van dat product uit alle begunstigde landen van een van beide regelingen.

Vrijwaringsclausule

De vrijwaringsclausule houdt in dat de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief opnieuw worden ingesteld. Er wordt doorgaans een beroep op gedaan wanneer de invoer van een product van oorsprong uit een begunstigd land ernstige moeilijkheden veroorzaakt of rechtstreeks gaat concurreren met soortgelijke producten van de producenten in de Gemeenschap. Wanneer wordt onderzocht of er sprake is van ernstige moeilijkheden, wordt rekening gehouden met factoren die betrekking hebben op de producenten in de Gemeenschap, namelijk marktaandeel, productie, voorraden, productiecapaciteit, faillissementen, rentabiliteit, benuttingsgraad, werkgelegenheid, invoer en prijzen.

Een onderzoek wordt geopend op verzoek van een lidstaat of op initiatief van de Commissie; in principe moet het binnen zes maanden worden afgerond, tenzij tot verlenging wordt besloten. Evenals bij de procedure voor de tijdelijke intrekking wordt het besluit van de Commissie genomen nadat feitelijke gegevens zijn verzameld en de betrokken partijen zijn gehoord. Wanneer buitengewone omstandigheden dat vereisen, kunnen preventieve maatregelen worden genomen.

Achtergrond

Het gebruik van handelspreferenties speelt in op de noodzaak om het gemeenschappelijke handelsbeleid en het ontwikkelingsbeleid op elkaar af te stemmen. Zonder afbreuk te doen aan de regels van de Wereldhandelsorganisatie streeft de Gemeenschap ernaar om de armoede te helpen uitroeien en duurzame ontwikkeling en goed bestuur in de ontwikkelingslanden te helpen bevorderen.

Het schema van algemene tariefpreferenties is opgezet in de jaren zeventig. Het schema waarin deze verordening voorziet, maakt deel uit van een breder SAP-raamwerk voor de periode 2006-2015, dat is gebaseerd op de mededeling van de Commissie van 7 juli 2004 "Ontwikkelingslanden, internationale handel en duurzame ontwikkeling: de rol van het schema van algemene preferenties (SAP) van de Gemeenschap voor de periode 2006-2015". Dit schema is met andere woorden de eerste etappe voor de jaren 2006-2008.

Referenties

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Vervaldatum

Publicatieblad

Verordening (EG) nr. 980/2005

1.1.2006 (Behalve de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur: 1.7.2005)

31.12.2008

L 169 van 30.6.2005.

Wijzigingsbesluit(en)

Inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Verordening (EG) nr. 566/2007

28.5.2007

-

L 133 van 25.5.2007

Verordening (EG) nr. 606/2007

5.6.2007

-

L 141 van 2.6.2007

GERELATEERDE BESLUITEN

DOOR HET SAP BEGUNSTIGDE LANDEN

Verordening (EG) nr. 566/2007 van de Raad van 24 mei 2007 tot terugtrekking van de Republiek Chili van de lijst van begunstigde landen vermeld in bijlage I van Verordening (EG) nr. 980/2005 van de Raad houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties [Publicatieblad L 133 van 25.5.2007].

Verordening (EG) nr. 1933/2006 van de Raad van 21 december 2006 houdende tijdelijke intrekking van de aan de Republiek Belarus toegekende algemene tariefpreferenties [Publicatieblad L 405 van 30.12.2006].

Beschikking 2006/978/EG van de Raad van 19 december 2006 om de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur ook na 1 januari 2007 aan de Republiek El Salvador toe te kennen [Publicatieblad L 365 van 21.12.2006].

Besluit 2005/924/EG van de Commissie van 21 december 2005 tot vaststelling van de lijst van begunstigde landen die in aanmerking komen voor de bijzondere regeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur overeenkomstig artikel 26, onder e), van Verordening (EG) nr. 980/2005 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties [Publicatieblad L 337 van 22.12.2005].

DOCUMENTEN VAN ALGEMENE AARD

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité van 7 juli 2004: "Ontwikkelingslanden, internationale handel en duurzame ontwikkeling: de rol van het schema van algemene preferenties (SAP) van de Gemeenschap voor de periode 2006/20105" [COM(2004) 461 def. - Publicatieblad C 242 van 29.9.2004].

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité - De oorsprongsregels in de preferentiële handelsregelingen - Oriëntaties voor de toekomst [COM(2005) 100 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen]. Deze mededeling bouwt voort op het overleg dat op gang werd gebracht met het Groenboek van de Commissie betreffende de toekomst van de oorsprongsregels in de preferentiële handelsregelingen. Uit dit overleg is gebleken dat de preferentiële oorsprongsregels moeten worden herzien. Deze herziening is ook belangrijk in het licht van de prioriteit die wordt gegeven aan de integratie van de ontwikkelingslanden in de wereldeconomie. Zij moet gepaard gaan met een aanpassing van de procedures voor het beheer en de controle.

De Commissie stelt voor op drie gebieden actie te ondernemen:

VERSLAG

Verslag van de Commissie [PDF] ingevolge artikel 28, lid 3, van Verordening (EG) Nr. 980/2005 van de Raad van 27 juni 2005 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties [Publicatieblad C 66 van 11.3.2008].

Laatste wijziging: 12.03.2008