Schema van algemene tariefpreferenties van 2002 tot en met 2005

De Europese Unie legt het stelsel van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2005 ten uitvoer. Dit stelsel vereenvoudigt en harmoniseert de procedures van de verschillende bestaande regelingen om de toegang van de ontwikkelingslanden tot de communautaire markt te verbeteren, maar zorgt er tegelijk voor dat de fundamentele sociale normen en milieunormen worden bevorderd.

BESLUIT

Verordening (EG) n° 2501/2001 van de Raad houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2004 [Publicatieblad L 346 van 31.12.2001]. [Zie wijzigingsbesluiten]

SAMENVATTING

Deze verordening heeft tot doel het stelsel van algemene preferenties van de Gemeenschap ten gunste van de ontwikkelingslanden tot en met 31 december 2005 te verlengen.

Het voorziet in:

Algemene regeling

Op grond van deze verordening zijn de als niet-gevoelig beschouwde producten die uit de begunstigde ontwikkelingslanden in de Gemeenschap worden ingevoerd, vrijgesteld van douanerechten. Voor goederen uit de textiel- en kledingsector bedraagt de verlaging slechts 20% van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief. De producten die als gevoelig staan vermeld, genieten een verlaging met 3,5 procentpunten van het gemeenschappelijk douanetarief.

Deze tariefpreferenties zijn van toepassing op de invoer van producten van oorsprong uit de begunstigde ontwikkelingslanden. Regionale cumulatie van de oorsprong wordt overwogen om regionale groeperingen te bevorderen. De landen die in aanmerking komen voor het stelsel van algemene preferenties (SAP) worden in bijlage I van de verordening vermeld.

Deze verordening voorziet in de intrekking van de voordelen van het SAP voor de landen die geen preferentiële behandeling meer nodig hebben. Dit geldt voor de landen die door de Wereldbank worden gedefinieerd als een land met een hoog inkomen dat een bepaald niveau van industriële ontwikkeling heeft bereikt, berekend volgens een door de verordening vastgestelde formule (ontwikkelingsindex), en dit gedurende drie opeenvolgende jaren. Indien het uitgesloten land gedurende dezelfde termijn niet aan die criteria voldoet, wordt het opnieuw opgenomen in de lijst van landen die voor het SAP in aanmerking komen.

Op grond van het graduatiebeginsel worden de bij deze verordening ingestelde tariefpreferenties en de tot een bepaalde sector behorende producten ingetrokken voor de begunstigde landen als het betrokken land zich gedurende drie opeenvolgende jaren in een van de twee volgende situaties bevindt:

De tariefpreferenties worden opnieuw ingesteld wanneer gedurende drie opeenvolgende jaren aan geen van deze criteria wordt voldaan.

Bijzondere stimuleringsregelingen

Het SAP biedt de begunstigde landen de mogelijkheid stimuleringsregelingen te onderschrijven, waardoor zij voor hun export naar de Gemeenschap kunnen genieten van een extra verlaging van de douanerechten met 5 procentpunten. De totale verlaging komt daardoor op 8,5 procentpunten.

De bijzondere stimuleringsregeling ter bescherming van de rechten van werknemers kan worden toegekend aan landen die bewijzen dat zij een wetgeving toepassen waarin de regels zijn opgenomen die zijn neergelegd in de verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO):

Deze bijzondere regeling kan ook worden toegekend aan landen die de essentie van de genoemde regels in hun wetgeving hebben opgenomen en die duidelijk en onherroepelijk begonnen zijn met de toepassing van die regels. In dit geval kan de regeling voor een beperkte periode worden toegekend. Ze wordt slechts verlengd als het begunstigde land aantoont dat het op dit gebied vooruitgang heeft geboekt.

De bijzondere stimuleringsregeling ter bescherming van het milieu komt ten goede aan de invoer van producten van de tropische bosbouw van oorsprong uit landen die daadwerkelijk een nationale wetgeving toepassen waarin de internationaal erkende normen en richtlijnen betreffende het duurzaam beheer van tropische bossen (voornamelijk die van de Internationale organisatie voor tropisch hout) zijn opgenomen.

De landen die voor deze regelingen in aanmerking wensen te komen, moeten hun verzoeken indienen bij de Commissie die, alvorens een besluit te nemen, deze verzoeken onderzoekt en nagaat of die landen de vereiste sociale en milieunormen daadwerkelijk toepassen.

Bijzondere regeling ten behoeve van de minst ontwikkelde landen

In deze verordening is het "Alles behalve wapens"-initiatief geïntegreerd dat is goedgekeurd bij Verordening (EG) n° 416/2001 van 28 februari 2001. De Commissie kent namelijk aan alle producten uit de minst ontwikkelde landen, met uitzondering van wapens en munitie, vrijstelling van douanerechten toe zonder enige kwantitatieve beperking. De regeling inzake vrije toegang zal echter geleidelijk tot stand worden gebracht voor bananen met ingang van 2002 en voor rijst en suiker tussen 2006 en 2009. Tot die tijd wordt op deze producten een globaal tariefcontingent met nulrecht toegepast (Verordening (EG) n° 1381/2002 van 29 juli 2002 en Verordening (EG) n° 1401/2002 van 31 juli 2002).

Bijzondere regeling ter bestrijding van de vervaardiging van en de handel in verdovende middelen

Een specifieke regeling wordt ingesteld ten behoeve van de landen van het Andespakt en van Midden-Amerika en Pakistan, met totale opschorting van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief dat van toepassing is op industriële producten en landbouwproducten. Deze regeling moet bijdragen tot de politieke, economische en sociale stabiliteit van deze landen, die door de vervaardiging van en de handel in verdovende middelen worden bedreigd.

De Commissie is belast met het toezicht op en de evaluatie van de gevolgen van deze regeling voor de begunstigde landen en met de evaluatie van hun sociale ontwikkeling en hun milieubeleid.

Tijdelijke intrekking

De toekenning van de tariefpreferenties kan tijdelijk volledig of ten dele worden ingetrokken voor producten uit een begunstigd land om een van de volgende redenen:

In de verordening wordt de algemene inhoud toegelicht van de administratieve samenwerking die wordt gevraagd van de begunstigde landen, met name op het gebied van het toezicht op de oorsprong van de goederen. Zij stelt de procedure vast voor het verloop van het onderzoek dat door de Commissie wordt gevoerd voordat zij een positief of negatief besluit neemt met betrekking tot de tijdelijke intrekking van de preferenties en ook de voorwaarden voor deelname van het betrokken land aan dat onderzoek.

Vrijwaringsmaatregelen

De verordening voorziet eveneens in een vrijwaringsclausule die de Commissie in staat stelt de tariefpreferenties op te schorten en de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief opnieuw in te stellen wanneer de invoer van een product uit een begunstigd land ernstige moeilijkheden veroorzaakt of dreigt te veroorzaken voor de communautaire producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten. De Commissie neemt haar besluit na onderzoek binnen de dertig dagen volgend op de raadpleging van het Comité algemene preferenties. In dringende gevallen kan de Commissie alle noodzakelijke preventieve maatregelen nemen.

Referenties

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Verordening (EG) n° 2501/2001

1.1.2002

-

Wijzigingsbesluit(en)

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Verordening (EG) nr. 2211/2003

22.12.2003

-

L 332 van 19.12.2003

Laatste wijziging: 04.11.2005