Gemeenschappelijke uitvoerregeling

In deze verordening is een gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer van de Europese Unie (EU) vastgesteld die stoelt op het beginsel van vrije uitvoer. Zij bevat tevens de procedures op basis waarvan de EU zo nodig de vereiste toezicht- en vrijwaringsmaatregelen kan nemen.

BESLUIT

Verordening (EG) nr. 1061/2009 van de Raad van 19 oktober 2009 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer.

SAMENVATTING

In deze verordening wordt het beginsel van vrije uitvoer vastgesteld, wat wil zeggen dat geen kwantitatieve beperkingen gelden voor de uitvoer van de Europese Unie (EU) naar derde landen.

Informatie- en overlegprocedure

EU-landen kunnen vrijwaringsmaatregelen nemen indien zij dat door een uitzonderlijke ontwikkeling van de markt noodzakelijk achten. Voordat een EU-land vrijwaringsmaatregelen uitvoert, moet het de Commissie daarvan op de hoogte brengen. De Commissie licht vervolgens de andere EU-landen in. Op elk moment kan overleg worden gepleegd binnen een raadgevend comité dat bestaat uit vertegenwoordigers van ieder EU-land en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie. Dit overleg heeft met name betrekking op de voorwaarden en de ontwikkeling van de uitvoer van het product in kwestie, alsmede op de zo nodig te treffen maatregelen.

De Commissie kan aan de EU-landen vragen haar statistische gegevens te verstrekken over de ontwikkeling van de markt van het betreffende product om de economische en commerciële situatie ervan te kunnen bepalen. Ze kan hun eveneens vragen toezicht te houden op de uitvoer van bepaalde producten, conform de nationale wetgeving en op de door de Commissie aangegeven wijze.

Vrijwaringsmaatregelen

Ter bescherming van de belangen van de EU moeten soms passende maatregelen worden genomen om een door schaarste aan essentiële goederen veroorzaakte crisistoestand te voorkomen of te ondervangen of om de naleving mogelijk maken van door de EU of alle EU-landen aangegane internationale verplichtingen, met name met betrekking tot de handel in basisproducten. Het betreft doorgaans kwantitatieve beperking op de uitvoer.

De Commissie kan op verzoek van een EU-land of op eigen initiatief de uitvoer van een bepaald product afhankelijk stellen van de overlegging van een uitvoervergunning, welke wordt afgegeven volgens de voorschriften en binnen de begrenzingen die zij vaststelt, in afwachting van een later besluit van de Raad. De getroffen maatregelen worden aan de Raad en de EU-landen meegedeeld en zijn onmiddellijk van toepassing. Deze vrijwaringsmaatregelen kunnen beperkt worden tot de uitvoer naar bepaalde landen of de uitvoer van bepaalde gebieden van de EU. Zij gelden niet voor producten die reeds onderweg zijn naar de EU-grens.

Vrijwaringsmaatregelen worden in beginsel op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen vastgesteld door de Raad. De Commissie kan ook dergelijke maatregelen nemen wanneer onmiddellijk optreden vereist is.

Vrijwaringsmaatregelen worden tijdens de toepassingsperiode besproken in het raadgevend comité teneinde het effect ervan te onderzoeken en na te gaan of nog steeds aan alle toepassingsvoorwaarden is voldaan. Deze maatregelen kunnen dan ook gewijzigd of ingetrokken worden indien ze niet meer nodig blijken.

Deze verordening vormt voor de EU-landen geen beletsel om kwantitatieve uitvoerbeperkingen aan te nemen of uit te voeren ter bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde, de openbare veiligheid, de gezondheid en het leven van personen, dieren en planten, het nationaal artistiek, historisch of archeologisch erfgoed en de industriële en commerciële eigendom.

Referenties

Besluit

Inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Verordening (EG) nr. 1061/2009

27.11.2009

-

L 291, 7.11.2009

Laatste wijziging: 09.02.2011