Steunmaatregelen: richtsnoeren

De Commissie heeft nieuwe richtsnoeren uitgewerkt voor de evaluatie van de steunmaatregelen van de staten in de visserij- en aquacultuursector. Deze hebben tot doel de regelgeving inzake staatssteun in de desbetreffende sector in overeenstemming te brengen met Verordening (EG) nr. 1198/2006 inzake het Europees Visserijfonds, die een nieuw kader schept voor de structurele bijstand in de visserijsector in de periode 2007-2013. De nieuwe richtsnoeren zijn van kracht sinds 1 april 2008.

BESLUIT

Richtsnoeren voor het onderzoek van de steunmaatregelen van de staten in de visserij- en de aquacultuursector [Publicatieblad C 84 van 3.4.2008].

SAMENVATTING

Staatssteun wordt in beginsel verboden door het EG-Verdrag aangezien deze binnen de interne markt tot oneerlijke concurrentie kunnen leiden. Er kunnen evenwel uitzonderingen worden toegestaan. Deze worden toegekend door de Commissie in het kader van deze richtsnoeren met betrekking tot de visserij- en aquacultuursector.

De richtsnoeren zijn van toepassing op de visserijsector en op de exploitatie van alle aquatische rijkdommen en van de producten van de aquacultuur, alsmede de productiemiddelen en de middelen voor verwerking en afzet van de producten die daaruit voortvloeien.

Deze richtsnoeren gelden voor alle maatregelen die moeten worden beschouwd als steunmaatregelen in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag, ongeacht hun vorm indien ze direct of indirect worden gefinancierd met overheidsmiddelen.

De regels inzake staatssteun van de artikelen 87, 88 en 89 van het EG-Verdrag, met betrekking tot de visserij- en aquacultuursector, zijn niet van toepassing op financiële bijdragen van de lidstaten aan uit het Europees Visserijfonds medegefinancierde acties die onderdeel zijn van een operationeel programma.

De lidstaten moeten ieder voornemen om nieuwe steun te verlenen bij de Commissie aanmelden zodat de Commissie erop kan toezien dat alle geplande staatssteun in overeenstemming is met de communautaire regelgeving.

De steunmaatregelen van de staten moeten voldoen aan de doelstellingen van het mededingingsbeleid en van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). Staatssteun mag geenszins een protectionistische werking hebben en mag niet worden toegekend voor activiteiten die de begunstigde al heeft uitgevoerd. Steun die voldoet aan de voorwaarden van de vrijstellingsverordening die binnenkort zal worden goedgekeurd (ter vervanging van verordening nr. 1595/2004 die is vervallen op 31.12.2006) alsook steun voor opleiding, onderzoek of werkgelegenheid kunnen worden vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting.

De lidstaat moet het bedrag en de intensiteit van de overheidsbijdrage meedelen. De maximumlooptijd van de steunregelingen mag niet meer dan tien jaar bedragen. Twee maanden vóór de vervaldatum kan om een verlenging van de regeling worden verzocht. In dat geval dient de lidstaat de verlenging te rechtvaardigen en ze opnieuw aan te melden.

Indien blijkt dat de begunstigde van de steunregeling de regels van het GVB niet naleeft, dient de steun te worden terugbetaald naargelang van de ernst van de inbreuk.

De Commissie preciseert dat staatssteun voor de uitvoer en het handelsverkeer van visserijproducten binnen de Gemeenschap alsook exploitatiesteun in beginsel onverenigbaar zijn met de interne markt.

De richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen zijn niet van toepassing op de visserij- en aquacultuursector.

De volgende steunmaatregelen zijn verenigbaar met de gemeenschappelijke markt:

Deze richtsnoeren gelden vanaf 1 april 2008 voor alle staatssteun die vanaf die datum wordt aangemeld.

Laatste wijziging: 15.07.2008