Controleregeling

Bij de verordening wordt een grotere rol toebedeeld aan controle. De controle wordt verruimd van de instandhoudingmaatregelen tot de structuurmaatregelen en de maatregelen inzake het in de handel brengen, het vervoer en de verkoop van de visserijproducten. Tevens worden de rol van de lidstaten en de Commissie inzake controle alsmede de sancties bij niet‑naleving van de maatregelen vastgesteld.

BESLUIT

Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid [Zie wijzigingsbesluiten].

SAMENVATTING

In de verordening worden de lidstaten verzocht de toepassing van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) te controleren. De Commissie moet erop toezien dat de lidstaten op billijke wijze controle uitoefenen en onregelmatigheden voorkomen. De verordening heeft ten doel de maatregelen voor de instandhouding van de hulpbronnen te doen naleven en de nodige gegevens te verzamelen om de quota voor het volgende jaar vast te stellen.

De regeling is van toepassing in de maritieme wateren en op het grondgebied van de lidstaten, ook wanneer er sprake is van vaartuigen die de vlag voeren van een derde land, en op vissersvaartuigen uit de Gemeenschap die de visserij uitoefenen op volle zee of in de wateren van derde landen.

Inspectie en controle van vissersvaartuigen en hun activiteiten

Iedere lidstaat voert een satellietvolgsysteem voor vaartuigen (VMS) in of een valabel alternatief dat de vaartuigen in staat stelt hun positie en de verslagen over de visserijinspanning mede te delen aan de centra voor controle van de visserij. De verordening stelt de toepassingsfeer van het VMS vast en bepaalt tevens dat op deze wijze verkregen gegevens elektronisch moeten kunnen worden verwerkt.

Controle op de vangsten

De controle op de vangsten stelt de Commissie en de lidstaten in staat na te gaan op welk ogenblik de quota uitgeput zijn. De verordening verplicht in dat verband:

Voor ieder vorengenoemd document is in de verordening bepaald:

Iedere lidstaat stelt een validatieregeling in waarbij gebruik wordt gemaakt van een gegevensbestand teneinde de verificatie en vergelijkende controles van de gegevens te vergemakkelijken. Wanneer bepaalde havens met een ontoereikende administratieve capaciteit, of schepen waarvan de vangst niet meer bedraagt dan 50 kg, zijn vrijgesteld van de verplichting tot overlegging van de documenten, passen de lidstaten een bemonsteringsregeling toe teneinde de omvang van de vangsten te ramen.

De lidstaten stellen de Commissie in kennis:

De Commissie stelt de ontvangen gegevens per computer ter beschikking van de lidstaten en publiceert verslagen.

Controle op de visserijinspanning

Op bepaalde vangstgebieden is een regeling ter beperking van de visserijinspanning van toepassing. De communautaire vaartuigen hebben een vergunning nodig om er te mogen vissen.

Bovendien leggen de kapiteins van de vaartuigen die in het bezit zijn van een dergelijke vergunning, "visserijinspanningrapporten" over telkens zij het vangstgebied binnenvaren of verlaten en doen hierbij opgave van de vangsten aan boord per soort en in kilogram levend gewicht. De verordening stelt tevens de wijze van kennisgeving aan de lidstaten vast die er op hun beurt moeten voor zorgen dat de visserijinspanningrapporten op elektronisch toegankelijke wijze worden geregistreerd.

De kapiteins van communautaire schepen registreren de tijd die zij in een vangstgebied hebben doorgebracht, in het logboek en vermelden hierbij welke gesleepte en passieve vistuigen daarbij zijn gebruikt. De lidstaten verzamelen deze gegevens, voegen er de door bemonstering verkregen gegevens van de schepen die niet verplicht zijn een logboek bij te houden, aan toe en delen de gegevens voor ieder vangstgebied mee aan de Commissie.

Controle op het gebruik van vistuig

Alle vangsten die aan boord van een vissersvaartuig worden gehouden, voldoen aan de eisen met betrekking tot de samenstelling naar soort die gelden voor het net dat dit vaartuig aan boord heeft aangezien voor iedere soort visserij een andere minimummaaswijdte van het net en een andere gebruikswijze van dit net gelden. Alle andere netten moeten zo zijn geborgen dat zij niet direct kunnen worden gebruikt en de Raad kan zelfs beslissen dat zij niet tijdens een zelfde vaart mogen worden meegenomen.

Indien verschillende netten worden gebruikt, wordt de samenstelling naar soort, berekend voor elk gedeelte van de vangst dat in andere omstandigheden plaatsvond, in het logboek geregistreerd.

In bepaalde vangstgebieden is slechts het gebruik van een bepaald soort netten toegestaan. De schepen moeten zich bij hun activiteiten aan deze voorwaarde houden.

Regulering en sluiting van de visserij

Alle hoeveelheden die door vaartuigen uit de Gemeenschap zijn gevangen uit een bestand waarvoor quota gelden, worden ongeacht de plaats van aanvoer in mindering gebracht op het quotum waarover de lidstaat van de vlag voor dat bestand beschikt.

De lidstaten of de Commissie op eigen initiatief stellen de datum vast waarop het quotum voor een bepaald bestand van een lidstaat of van een vangstgebied wordt geacht volledig te zijn opgebruikt en waarna het vissen, aan boord houden, overladen en aanvoeren van hoeveelheden uit dat bestand verboden zijn.

Wanneer na de beëindiging van de visserijactiviteiten blijkt dat een lidstaat zijn quotum niet volledig heeft opgebruikt, wordt het geleden nadeel gecompenseerd; deze compensatie neemt de vorm aan van een aftrek die wordt toegepast op het quotum van de lidstaat die zijn quotum heeft overschreden. Bij de verordening is vastgesteld op welke wijze dergelijke compensaties plaatsvinden.

Indien vissersvaartuigen van de Gemeenschap de voorschriften van deze verordening op ernstige wijze of herhaaldelijk overtreden, treffen de lidstaten extra controlemaatregelen en waarschuwen zij de Commissie en de andere lidstaten.

Controle van de structurele maatregelen en van de maatregelen in verband met de gemeenschappelijke ordening der markten

De verordening verplicht de lidstaten alle maatregelen te controleren die gevolgen hebben voor de herstructurering, vernieuwing en modernisering van de vloot en voor de ontwikkeling van de aquacultuur en van de kustgebieden. De lidstaten controleren eveneens de technische aspecten van de afzet en verifiëren met name de vereiste minimummaten van de vis en zijn oorsprong.

Controle van de vissersvaartuigen van derde landen

De vissersvaartuigen van derde landen zijn in het bezit van een vergunning om in de communautaire wateren te mogen vissen. Bovendien zijn zij in het bezit van een voorafgaande vergunning voor iedere overlading of verwerking. Zij hebben dezelfde verplichtingen als de communautaire vaartuigen wat betreft het logboek, het VMS‑systeem, de aanvoeraangifte en de regels inzake het merken en identificeren; zij zijn zelfs aan strengere regels dan wel bijzondere regels onderworpen wat betreft het verlaten van het communautaire vangstgebied, de aanvoerprocedures en de beëindiging van de visserij.

Verificatie van de controle

De Commissie kan de lidstaten om alle gegevens verzoeken in verband met de toepassing van deze verordening en overgaan tot controlebezoeken ter plaatse. Wanneer tijdens deze controles onregelmatigheden worden vastgesteld, kan de Commissie zonder voorafgaande waarschuwing tot onafhankelijke inspecties overgaan.

Na een dergelijke inspectie doet de Commissie aan de betrokken lidstaat een evaluatieverslag over de controleregeling toekomen dat aanbevelingen voor een betere tenuitvoerlegging van de controles bevat.

De Commissie kan eveneens beslissen dat de geldende controlemethodes niet doeltreffend zijn. In dat geval gaat de betrokken lidstaat over tot een administratief onderzoek waaraan ambtenaren van de Commissie kunnen deelnemen. De lidstaat beschikt over een termijn van drie maanden om de Commissie van de resultaten van het onderzoek in kennis te stellen.

Bij de verordening zijn de procedures voor de verschillende soorten inspecties alsmede de rechten en plichten van de inspecteurs van de Commissie vastgesteld.

Niet‑naleving van de regeling

Wanneer de regeling niet wordt nageleefd, starten de lidstaten een administratieve of strafrechtelijke actie tegen de verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersonen. De sancties moeten van dien aard zijn dat het uit de overtreding voortvloeiende voordeel wordt tenietgedaan en dat nieuwe overtredingen van hetzelfde type effect worden ontraden.

De Raad kan een lijst van ernstige overtredingen opstellen waarvoor de mogelijke sancties in de verordening zijn opgesomd.

De verordening bepaalt de verantwoordelijkheden van de lidstaat van de vlag, de lidstaat van overlading en de lidstaat van aanvoer in verband met de vervolging van een overtreding en schrijft sancties voor voor het geval zij niet de geschikte maatregelen zouden treffen.

Samenwerking

De lidstaten verlenen elkaar en de Commissie medewerking in het kader van deze verordening met name bij de controle van de vaartuigen die overtredingen kunnen hebben begaan bij specifieke controle‑ en inspectieprogramma's die onder de jurisdictie van verschillende lidstaten vallen.

De verordening bevat tevens bepalingen betreffende de vertrouwelijke behandeling van gegevens die in het kader van de verordening worden ontvangen.

In de verordening wordt herhaaldelijk een beroep gedaan op het Comité van beheer voor de visserij en de aquacultuur om bepaalde bepalingen in detail uit te werken.

Opvolging

De lidstaten verstrekken de Commissie jaarlijks vóór 30 april een verslag over de toepassing van deze verordening. Op basis van de door de lidstaten ingediende verslagen publiceert de Commissie telkens een voortgangsverslag en om de drie jaar een evaluatieverslag dat aan de Raad en het Europees Parlement wordt voorgelegd.

Context

Het nieuwe onderzoek van het gemeenschappelijk visserijbeleid van 1992 bracht de behoefte aan grotere doeltreffendheid van dit beleid aan het licht.

Er werden belangrijke verschillen vastgesteld op het gebied van bevoegde nationale diensten, prioriteiten bij de inspectie, procedures bij de vervolging en toegepaste sancties.

Deze ongelijke toepassing van de meeste controlemaatregelen leidt ertoe dat de vaklui van de sector in hun vertrouwen worden beschaamd en de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid niet worden bereikt. De controle draagt immers in belangrijke mate bij aan de naleving van de voorschriften.

Sedert de hervorming van 2003 zijn de controles en inspecties binnen de Europese Unie eenvormiger dankzij de betere samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten. Bij Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden de belangrijkste bepalingen inzake controle, inspectie en toepassing van de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid, waarvan er reeds een aantal in de huidige verordening zijn opgenomen, vastgesteld. Deze verordening blijft van kracht tot alle benodigde toepassingsbepalingen zijn goedgekeurd.

Referenties

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Verordening (EEG) nr. 2847/93

1.1.1994

-

L 261 van 20.10.1993

Wijzigingsbesluiten

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Beschikking 95/528/EG

14.12.1995

-

-

Verordening (EG) nr. 2870/95

1.1.1996

-

L 301 van 14.12.1995

Verordening (EG) nr. 686/97

26.4.1997

-

L 102 van 19.4.1997

Verordening (EG) nr. 2205/97

1.1.1998

-

L 304 van 7.11.1997

Verordening (EG) nr. 2635/97

7.1.1998

-

L 356 van 31.12.1997

Verordening (EG) nr. 2846/98

31.12.1998

-

L 358 van 31.12.1998

Verordening (EG) nr. 806/2003

5.6.2003

-

L 122 van 16.5.2003

Verordening (EG) nr. 1954/2003

14.11.2003

-

L 289 van 7.11.2003

Verordening (EG) nr. 768/2005

10.6.2005

-

L 128 van 21.5.2005

Verordening (EG) nr. 1967/2006

29.1.2007

-

L 409 van 31.12.2006

Verordening (EG) nr. 1098/2007

25.9.2007

-

L 248 van 22.9.2007

GERELATEERDE BESLUITEN

Voorstel voor een verordening van de Raad van 14 november 2008 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen [COM(2008) 721 definitief – Niet in het Publicatieblad verschenen].

Deze verordening strekt tot hervorming van de communautaire controleregeling voor de visserij. De nieuwe regeling voorziet in inspecties in de hele productieketen alsook in het gebruik van het satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen, elektronische logboeken en de elektronische melding van vangstgegevens. De bevoegdheden van de nationale visserijinspecteurs worden uitgebreid en de afschrikkende sancties worden geharmoniseerd. De nieuwe verordening voorziet in sancties (schorsing of verlaging van de communautaire financiële bijstand, sluiting van de visserij, korting op quota en weigering van quotaoverdrachten) voor de lidstaten die de regels van het GVB niet naleven alsmede in de invoering van een visvergunning op basis van een strafpuntensysteem voor begane inbreuken. In de verordening wordt ook voorgesteld de samenwerking tussen de lidstaten met betrekking tot het beheer en de uitwisseling van gegevens over uitgevoerde controles te verbeteren middels beveiligde nationale internetsites waartoe de Commissie op afstand toegang heeft. De nieuwe verordening vervangt het bestaande rechtskader dat wordt gevormd door Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad.

Raadplegingsprocedure (CNS/2008/0216).

Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren, en houdende wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93 en (EG) nr. 1627/94 en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 3317/94 [Publicatieblad L 286 van 29.10.2008]. Deze verordening heeft tot doel de procedures voor het beheer van de machtigingen voor visserijactiviteiten te vereenvoudigen en te verbeteren. Zij draagt bij tot de realisatie van de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid met betrekking tot duurzame visserij en controle. Zij voorziet in machtigingscriteria en sancties voor vissersvaartuigen die zich bezondigen aan illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij. Bovendien zorgt zij voor een betere communicatie met betrekking tot de vangsten en de visserijinspanning.

Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 [Publicatieblad L 286 van 29.10.2008]. De Europese Unie (EU) treft maatregelen ter bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij), die jaarlijks een omzet van naar schatting 10 miljard euro vertegenwoordigt. Krachtens deze verordening wordt een vangstcertificaat verplicht gesteld voor alle visserijproducten die op de Europese markt worden aangeboden. Bovendien voorziet zij in de samenstelling van een Europese zwarte lijst van de vaartuigen die zich bezondigen aan IOO-visserij alsook in afschrikkende sancties voor deze vaartuigen. De bestrijding van de illegale visserij kadert in het bredere EU-beleid voor een duurzame exploitatie van de zeeën en oceanen. De regels inzake visserij dienen beter te worden nageleefd in de EU-wateren en door de EU-onderdanen wanneer zij buiten de EU-wateren vissen.

Besluit 2007/166/EG van de Commissie van 9 januari 2007 houdende vaststelling van de lijst van communautaire inspecteurs en inspectiemiddelen op grond van artikel 28, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Beschikking 2004/465/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake een financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de visserijcontroleprogramma's van de lidstaten[Publicatieblad L 157 van 30.4.2004]. Bij deze beschikking worden de voorwaarden vastgesteld waaronder de Europese Unie de lidstaten financiële steun kan verlenen voor hun visserijcontroleprogramma's. Deze programma's zijn door de lidstaten opgesteld voor de opvolging, de controle en het toezicht op activiteiten op gebieden waarop het gemeenschappelijk visserijbeleid van toepassing is. De lidstaten die een financiële bijdrage wensen te ontvangen stellen de Commissie van hun controleprogramma in kennis. De jaarlijkse kredieten worden toegestaan door de begrotingsautoriteit binnen de beperkingen van de financiële vooruitzichten. Zij bedragen 70 miljoen euro voor de periode 2004-2005 en de financiële bijdrage beloopt maximaal 50 % van de subsidiabele uitgaven.

Beschikking 2001/431/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende een financiële bijdrage van de Gemeenschap in bepaalde uitgaven van de lidstaten voor de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende controle-, inspectie- en toezichtregelingen [Publicatieblad L 154 van 9.6.2001]. In 1990 heeft de Gemeenschap een steunregeling ingevoerd die ten doel heeft de lidstaten bij de financiering van de opzet van controlestructuren bij te staan met name wanneer het bepaalde vormen van zeer doeltreffende controle betreft zoals het toezicht op visserijactiviteiten op afstand. Om de resultaten van de maatregel in aanmerking te nemen en met de behoeften van de lidstaten ter zake rekening te houden, werd de regeling een eerste maal gewijzigd in 1995 en recentelijk, met deze beschikking, in 2001. De combinatie van verminderde steun bij bepaalde acties en verhoogde steun bij andere maakt een aanpassing van de vereiste middelen noodzakelijk die in het kader van de eerdere beschikking gemiddeld 41 miljoen euro per jaar bedroegen. Voor de periode 2001-2003 is voorzien in een bedrag van 35 miljoen euro per jaar.

Verordening (EG) nr. 1627/94 van de Raad van 27 juni 1994 tot vaststelling van algemene bepalingen inzake speciale visdocumenten [Publicatieblad L 171 van 6.7.1994]. Bij deze verordening worden de lidstaten gemachtigd de speciale visdocumenten voor de vaartuigen die onder hun vlag varen, af te geven en te beheren. De visdocumenten voor de vaartuigen die onder de vlag varen van een derde land en die vissen in het communautaire vangstgebied, worden afgegeven en beheerd door de Commissie.

Laatste wijziging: 05.02.2009