Verordening Dublin II

Deze verordening moet het mogelijk maken binnen de kortste tijd vast te stellen welke lidstaat voor de behandeling van een asielverzoek verantwoordelijk is en voorkomen dat misbruik wordt gemaakt van de asielprocedures.

BESLUIT

Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend.

SAMENVATTING

De verordening stelt als beginsel dat één lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek. Het doel is te vermijden dat de asielaanvragers opnieuw van het ene naar het andere land worden gestuurd, en dat het systeem wordt misbruikt door een en dezelfde persoon die meerdere asielaanvragen indient.

Derhalve zijn objectieve en volgens prioriteiten gerangschikte criteria vastgelegd om voor ieder asielverzoek te bepalen welke lidstaat ervoor verantwoordelijk is.

Criteria

De genoemde criteria moeten worden toegepast in de volgorde waarin ze worden opgesomd en op basis van de bestaande situatie op het moment waarop de asielzoeker zijn of haar verzoek voor het eerst in een lidstaat indient.

Indien de asielzoeker een niet begeleide minderjarige is, berust de verantwoordelijkheid voor de behandeling van het asielverzoek bij de lidstaat waar een lid van zijn of haar gezin zich wettig ophoudt, voor zover dit in het belang van de minderjarige is. Bij ontstentenis van gezinsleden berust de verantwoordelijkheid voor de behandeling van het asielverzoek bij de lidstaat waarbij de minderjarige zijn of haar asielverzoek heeft ingediend.

Wat meerderjarigen betreft, wanneer een gezinslid van de asielzoeker in een lidstaat reeds een vluchtelingstatuut heeft, of indien de aanvraag van die persoon in behandeling is, is deze lidstaat verantwoordelijk voor het asielverzoek, op voorwaarde dat de betrokkenen dit wensen.

Bovendien kunnen asielverzoeken die tegelijkertijd of met korte tussenpozen door meerdere leden van eenzelfde gezin worden ingediend, gezamenlijk worden behandeld.

Indien de asielzoeker een geldige verblijfstitel of een geldig visum heeft, is de lidstaat die deze titel of dit visum heeft afgegeven verantwoordelijk voor de behandeling van zijn of haar asielverzoek. Wanneer de asielzoeker houder is van verscheidene vergunningen of visa, ligt de verantwoordelijkheid bij de lidstaat die het document met de langste geldigheidsduur heeft uitgereikt.

Dezelfde regels zijn van toepassing indien de asielzoeker houder is van een of meer verblijfstitels die minder dan twee jaar geleden zijn vervallen of van een of meer visa die minder dan zes maanden geleden zijn vervallen en hij of zij het grondgebied van de lidstaten niet heeft verlaten.

Wanneer de asielzoeker de grenzen van een lidstaat op illegale wijze heeft overschreden, is deze lidstaat verantwoordelijk voor de behandeling van het asielverzoek. Deze verantwoordelijkheid houdt op te bestaan 12 maanden nadat de grenzen op illegale wijze werden overschreden.

Wanneer de asielzoeker gedurende minstens 5 opeenvolgende maanden in een lidstaat heeft verbleven voordat hij of zij een asielverzoek heeft ingediend, wordt deze lidstaat verantwoordelijk voor de behandeling van het verzoek. Wanneer de asielzoeker gedurende minstens 5 maanden in verschillende lidstaten heeft verbleven, is de lidstaat waar dit het meest recentelijk het geval was verantwoordelijk voor de behandeling van het verzoek.

Wanneer een onderdaan van een derde land asiel aanvraagt in een lidstaat waar hij of zij geen visumplicht heeft, is de lidstaat waar het verzoek is ingediend verantwoordelijk.

Wanneer een onderdaan van een derde land asiel aanvraagt in de internationale transitzone van een luchthaven van een lidstaat, is deze lidstaat verantwoordelijk voor de behandeling van het asielverzoek.

Uitzonderingen

Indien op basis van de vastgestelde criteria geen lidstaat kan worden aangewezen, is de lidstaat waar het verzoek het eerst werd ingediend verantwoordelijk voor de behandeling ervan.

Op verzoek van een andere lidstaat, kan iedere lidstaat om humanitaire redenen op grond van familiebanden of op culturele gronden aanvaarden om een asielverzoek te behandelen waarvoor het niet verantwoordelijk is, op voorwaarde dat de betrokkenen hiermee akkoord gaan.

Overname van de asielaanvrager

De lidstaat die wordt aangewezen als verantwoordelijke voor het asielverzoek moet de verantwoordelijkheid voor de asielaanvrager overnemen en het verzoek behandelen.

Indien een lidstaat waarbij een asielverzoek werd ingediend meent dat een andere EU-lidstaat ervoor verantwoordelijk is, kan het deze lidstaat verzoeken om de behandeling van het verzoek op zich te nemen. Het overname- of terugnameverzoek moet alle gegevens bevatten op grond waarvan de aangezochte lidstaat kan nagaan of hij daadwerkelijk verantwoordelijk is. Wanneer de aangezochte lidstaat instemt met de overname of de terugname van de betrokken persoon, wordt de asielzoeker door middel van een met redenen omklede beslissing in kennis gesteld van de niet-ontvankelijkheid van het asielverzoek in de lidstaat waar het verzoek is ingediend en wordt aangegeven dat de asielzoeker verplicht moet worden overgedragen aan de verantwoordelijke lidstaat.

Context

Verordening Dublin II vervangt de overeenkomst van Dublin van 1990 die criteria had vastgelegd voor het bepalen van de bevoegdheid voor het behandelen van een asielverzoek. Alle EU-lidstaten alsook Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein passen deze verordening toe.

Referenties

Besluit

Inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Verordening (EG) nr. 343/2003

17.3.2003

PB L 50 van 25.2.2003

GERELATEERDE BESLUITEN

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (Herschikking) [COM(2008) 820 definitief/2 – Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad]. Dit voorstel tot wijziging van de verordening Dublin II is erop gericht de doeltreffendheid van het systeem te verbeteren en ervoor te zorgen dat de procedure voor het aanwijzen van de verantwoordelijke lidstaat aan alle internationalebeschermingsbehoeften beantwoordt. Bovendien beoogt het voorstel, overeenkomstig het Asielbeleidsplan, een oplossing te bieden voor situaties waarin de opvangcapaciteit en het asielstelsel van bepaalde lidstaten zwaar onder druk staan en voor situaties waarin het beschermingsniveau voor aanvragers van internationale bescherming onvoldoende is.

Medebeslissingsprocedure (COD/2008/0243).

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de evaluatie van het Dublin-systeem [COM(2007) 299 definitief – Publicatieblad C 191 van 17.8.2007].

De Commissie concludeert dat de doelstellingen van het Dublin-systeem algemeen genomen zijn gehaald. Wegens het gebrek aan nauwkeurige gegevens van de lidstaten kon een belangrijk aspect van het Dublin-systeem, namelijk de kosten, niet worden geëvalueerd. Niettemin zijn sommige punten voor verbetering vatbaar, zowel wat de toepassing als de doeltreffendheid van het systeem betreft.

Laatste wijziging: 18.11.2011