Programma "Cultuur 2000"

Het programma "Cultuur 2000", dat voortbouwt op de voorgaande programma's "Raphaël", " Kaleidoscope" en "Ariane", heeft tot doel een gemeenschappelijke culturele ruimte in te voeren door het stimuleren van de culturele dialoog en de kennis van de geschiedenis, de schepping, de verspreiding van de cultuur en de mobiliteit van de artiesten en hun werken, het Europees cultureel patrimonium, nieuwe culturele expressievormen alsook van de sociaal-economische rol van de cultuur. "Cultuur 2000 steunt de grensoverschrijdende samenwerking, met name de samenwerking tussen kunstenaars, culturele actoren en organisaties van de deelnemende landen. Dit programma is vervangen door het programma Cultuur 2007.

BESLUIT

Besluit nr. 508/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 februari 2000 tot instelling van het programma "Cultuur 2000" [Zie wijzigingsbesluiten].

SAMENVATTING

Het eerste kaderprogramma voor cultuur vormt een goede gelegenheid voor de Europese Unie om over te gaan op een andere aanpak voor het communautaire optreden op cultureel gebied, waarmee kan worden ingespeeld op de moderne ontwikkelingen en de verlangens van de Europese burgers en van de culturele actoren. Dankzij de uitgebreide consultatieprocedure die de Commissie in gang heeft gezet ter voorbereiding van het kaderprogramma, konden de rol en de plaats van de cultuur worden vastgesteld binnen de grote uitdagingen waarvoor de Europese Unie zich geplaatst ziet. Er bleek tussen de lidstaten, de parlementariërs, de Commissie, de internationale organisaties (Raad van Europa, Unesco) en de culturele organisaties grote overeenstemming te bestaan over het feit dat het begrip cultuur tegenwoordig ook de volkscultuur, de industriële massacultuur en de cultuur in het leven van alledag omvat.

Daarom wordt cultuur nauw in verband gebracht met de antwoorden die moeten worden gegeven op de grote uitdagingen van deze tijd, zoals de versnelde opbouw van Europa, de mondialisering, de informatiemaatschappij, de werkgelegenheid en de sociale samenhang.

Na de ondertekening van het Verdrag betreffende de Europese Unie, heeft de Gemeenschap een eerste serie initiatieven ontplooid waardoor het met name mogelijk was om:

Het programma "Cultuur 2000"

Het programma "Cultuur 2000" bestaat uit één enkel programmerings- en financieringsinstrument voor de communautaire acties op het gebied van de cultuur, ingesteld voor de periode 1 januari 2000 - 31 december 2006.

Het programma "Cultuur 2000" draagt bij tot de ontwikkeling van een door alle Europeanen gedeelde culturele ruimte en bevordert de samenwerking tussen de scheppende kunstenaars, de in de culturele sector werkzame personen en de culturele instellingen van de lidstaten. Het programma bevordert aldus de creativiteit, de transnationale verspreiding van cultuur en de mobiliteit van scheppende kunstenaars, andere in de culturele sector werkzame personen en beroepsbeoefenaars en hun werk. Cultuur 2000 bevestigt ook de rol van de cultuur als factor die de economie, de sociale integratie en het burgerschap bevordert. Het programma "Cultuur 2000" bevordert de aansluiting op de acties met een cultureel belang die op andere communautaire beleidsterreinen worden ondernomen.

De verwezenlijking van de doelstellingen van het programma geschiedt door middel van de volgende acties:

Het budget voor de uitvoering van het programma "Cultuur 2000", voor de periode 2000-2006, bedraagt 236.5 miljoen euro. De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit goedgekeurd binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten. De begroting is als volgt verdeeld:

De Commissie is belast met de uitvoering van het programma "Cultuur 2000", en wordt bijgestaan door een raadgevend comité. De lidstaten kunnen, met financiële steun van de Commissie, vrijwillig culturele contactpunten (CCP) (EN)(FR) oprichten. Die hebben als opdracht de promotie van het programma te verzekeren, de toegang tot het programma te vergemakkelijken en de deelname aan zijn acties aan te moedigen, en ook doeltreffende contacten te verzekeren met de verschillende instellingen om de culturele sector in de lidstaten te steunen.

Momenteel werken culturele organisaties uit 30 Europese landen mee aan het programma "Cultuur 2000": de 25 lidstaten van de Europese Unie (België, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije, Finland , Zweden, Verenigd Koninkrijk), de drie landen van de Europese Economische Ruimte (Liechtenstein, Noorwegen en IJsland,) en de twee kandidaat-lidstaten Bulgarije en Roemenië.

Ten laatste op 31 december 2005 legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad een gespecificeerd evaluatierapport voor omtrent de door het programma "Cultuur 2000" ten opzichte van de doelstellingen bereikte resultaten. Dit verslag biedt het Europees Parlement en de Raad de mogelijkheid om het voorstel voor een nieuw kaderprogramma te bestuderen, dat aangekondigd is voor 2004 en dat van kracht moet worden in 2007.

De Commissie zal regelmatig de nodige prioriteiten voor de tenuitvoerlegging van het programma vaststellen.

Elk jaar zal een oproep tot het indienen van voorstellen worden gepubliceerd om de culturele actoren in staat te stellen een project in te dienen.

Referenties

Besluit

Inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Besluit nr. 508/2000/EG

10.3.2000

-

L 63 van 10.3.2000

Wijzigingsbesluit(en)

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Besluit nr. 626/2004/EG [aanneming: medebeslissing COD/1998/0169]

23.4.2004

-

L 99 van 3.4.2004

Besluit nr. 786/2004/EG

-

-

L 138 van 30.4.2004

GERELATEERDE BESLUITEN

Verslag van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's - Verslag over de tweede externe tussentijdse evaluatie van het programma Cultuur 2000 [COM(2006) 666 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].

De conclusie van deze externe evaluatie is positief: het evaluatiebureau concludeert dat het programma zijn doel heeft bereikt en geschikt is gebleken om de culturele samenwerking in Europa in te vullen. Het programma heeft belangrijke impulsen gegeven en heel wat nieuwe ideeën opgeleverd. Deelnemen aan Cultuur 2000 levert organisaties een aantal voordelen op: ze doen ervaring op met cultuur op Europees niveau; ze worden professioneler door verbeterde managementvaardigheden; hun organisatorische en individuele capaciteiten nemen toe; er is meer dialoog tussen de Europese culturele actoren. In de periode 2000-2004 zijn 1072 projecten gefinancierd. Op financieel gebied vult het programma een leemte in de financiering van grensoverschrijdende samenwerking. De 5 %-regel is ingevoerd, die bepaalt dat projectleiders en medeorganisatoren een financiële bijdrage van minimaal 5 % moeten leveren aan het totale budget. Het evaluatiebureau doet een aantal aanbevelingen om dit programma en de daaruit gefinancierde projecten zichtbaar te maken. Het budget dat is toegekend aan de verspreidings- en promotiestrategie wordt ontoereikend geacht.

Verslag van de Commissie aan de Raad, aan het Europees Parlement, aan het Europees Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de regio's - Verslag over de tenuitvoerlegging van het programma "Cultuur 2000" in de jaren 2000 en 2001 [COM(2003) 722 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen]. Hoewel het programma Cultuur 2000 vooral aansluit op andere activiteiten van de Gemeenschap en op de beleidsprogramma's voor cultuur van de afzonderlijke lidstaten, heeft het een uitzonderlijke bijdrage geleverd tot de culturele samenwerking in Europa. In 2000 en 2001 werden er voor het programma meer dan 1600 aanvragen ingediend, waarvan omstreeks een kwart werd gefinancierd. De meeste culturele actoren die voor financiering werden geselecteerd waren relatief klein wat betreft organisatorische capaciteit (budget en medewerkers). De gefinancierde projecten werden beheerd door allerlei soorten organisaties (ngo's, nationale culturele instellingen, particuliere ondernemingen, enz...)

De in 2001 ingevoerde regel die voor alle medeorganisatoren een financiële deelname van 5 % verplicht stelt, is van nut gebleken om de actieve deelname van alle culturele actoren in de projecten te verzekeren, al is het mogelijk dat deze regel de totstandkoming van partnerschappen heeft verhinderd tussen partijen die voorheen niet hadden samengewerkt, en sommige culturele actoren in de geassocieerde landen van deelname aan het programma heeft weerhouden. Het aantal aanvragen voor deelname aan het programma nam in 2001 sterk af. De "top vijf" van landen die de meeste middelen ontvingen bestond uit Frankrijk, Italië, Duitsland, België en Spanje. Met uitzondering van Liechtenstein hebben alle deelnemende landen een cultureel contactpunt (CCP) opgericht.

See also

Aanvullende informatie is verkrijgbaar op de site van het Directoraat-generaal Onderwijs en Cultuur (DE) (EN) (FR) en op de portaalsite Cultuur (DE) (EN) (FR).

Laatste wijziging: 03.05.2007