Regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Europese Unie

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

KERNPUNTEN

De huidige (vierde) fase van de ETS loopt van 2021 tot 2030. Voor deze periode heeft de EU een nieuwe, hogere doelstelling vastgesteld om de uitstoot van broeikasgassen met 62% te verminderen ten opzichte van het niveau van 2005.

De regeling is van toepassing op:

Er is een nieuw afzonderlijk ETS opgezet voor gebouwen, wegvervoer en brandstoffen voor aanvullende sectoren die overeenkomen met industriële activiteiten die niet onder de huidige ETS vallen.

Emissierechten

Luchtvaartsector

Afzonderlijke regeling voor de handel in emissierechten voor gebouwen, wegvervoer en aanvullende sectoren

Om emissiereducties in de sectoren wegvervoer en gebouwen, die niet onder de bestaande ETS vallen, te stimuleren, kwamen de medewetgevers overeen om vanaf 2027 een afzonderlijk maar parallel ETS op te zetten voor emissies van brandstoffen die in de relevante sectoren worden verbrand. In tegenstelling tot de bestaande ETS legt het zogenaamde ETS2 het punt van regulering stroomopwaarts, d.w.z. bij personen die accijnzen op energie moeten betalen (zoals belastingentrepots en brandstofleveranciers) en niet bij de eindverbruikers van brandstoffen. Gereguleerde entiteiten die onder ETS2 vallen, moeten emissierechten inleveren voor hun geverifieerde emissies die overeenkomen met de hoeveelheden brandstoffen die zij voor verbruik hebben vrijgegeven. Hoewel het inleveren van emissierechten onder ETS2 pas begint in 2028 voor emissies van 2027, beginnen de controle en rapportage van emissies vanaf 1 januari 2025. De emissierechten in ETS2 zullen niet verwisselbaar zijn met de emissierechten die in het bestaande ETS worden verhandeld en zullen alleen door veiling op de markt worden gebracht (geen kosteloze toewijzing). Het totale aantal emissierechten dat in ETS2 wordt uitgegeven, wordt bij de start van het systeem jaarlijks verlaagd met 5,10% en vanaf 2028 met 5,38%.

Koolstofarme financieringsmechanismen

Rol van de lidstaten

De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de volgende taken.

De Commissie:

De Europese Autoriteit voor effecten en markten presenteert jaarlijks een beoordeling van de werking van de koolstofmarkten in de EU.

VANAF WANNEER TREDEN DE REGELS IN WERKING?

ACHTERGROND

KERNBEGRIPPEN

Beginsel van handel onder een absoluut emissieplafond. De EU-ETS werkt volgens dit beginsel. Er wordt een plafond of bovengrens vastgesteld op de totale hoeveelheid van bepaalde broeikasgassen die door fabrieken, energiecentrales en andere installaties binnen de regeling mag worden uitgestoten. Het plafond wordt gaandeweg verlaagd, zodat de totale uitstoot afneemt. Binnen de regeling is het mogelijk emissierechten te verhandelen waardoor de uitstoot van installaties en exploitanten van luchtvaartuigen onder het plafond blijft en de minst dure maatregel kan worden genomen om de uitstoot te reduceren.
Koolstoflekkage. Koolstoflekkage verwijst naar de situatie die kan ontstaan als bedrijven om redenen van kosten gerelateerd aan klimaatbeleid hun productie verplaatsen naar andere landen met minder strenge emissiebeperkingen. Dit kan leiden tot een toename van hun totale uitstoot. Het risico op koolstoflekkage kan groter zijn in bepaalde energie-intensieve sectoren.
Beginsel dat de vervuiler betaalt. Volgens dit principe moeten vervuilers de kosten dragen van de vervuiling die ze veroorzaken.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32-46).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2003/87/EG werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) 2023/955 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 tot oprichting van een sociaal klimaatfonds en tot wijziging van Verordening (EU) 2021/1060 (PB L 130 van 16.5.2023, blz. 1-51).

Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 2021 tot vaststelling van een kader voor de verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999 (“Europese klimaatwet”) (PB L 243 van 9.7.2021, blz. 1-17).

Besluit (EU) 2020/954 van de Raad van 25 juni 2020 over het namens de Europese Unie in de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie in te nemen standpunt over kennisgeving van vrijwillige deelname aan de regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart (Corsia) vanaf 1 januari 2021, en over de optie die wordt gekozen voor de berekening van de compensatievereisten die in de periode 2021-2023 van toepassing zijn op de luchtvaartmaatschappijen (PB L 212 van 3.7.2020, blz. 14-17).

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1842 van de Commissie van 31 oktober 2019 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de verdere regelingen voor de aanpassingen van de kosteloze toewijzing van emissierechten als gevolg van veranderingen in het activiteitsniveau betreft (PB L 282 van 4.11.2019, blz. 20-24).

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 01.09.2023