Vooruitzichten voor de interne gas- en elektriciteitsmarkt

Nieuwe maatregelen moeten de bestaande regels voor de interne gas- en elektriciteitsmarkt aanvullen teneinde de volledige functionering daarvan te waarborgen. Uit een marktanalyse blijkt immers dat deze markten nog altijd niet naar behoren functioneren en dat de bestaande regels niet op efficiënte wijze aan dit euvel kunnen verhelpen.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Vooruitzichten voor de interne gas- en elektriciteitsmarkt [COM(2006) 841 definitief - Niet gepubliceerd in het publicatieblad].

SAMENVATTING

De Europese Unie (EU) werkt sedert enige tijd aan de totstandbrenging van een concurrerende interne markt voor gas en elektriciteit waardoor de consument echte keuzevrijheid krijgt tegen billijke en concurrerende prijzen, de productie van schone energie wordt gestimuleerd en de voorzieningszekerheid wordt bevorderd.

Hoewel de interne energiemarkt daadwerkelijk is geconcretiseerd, functioneert die markt, zoals blijkt uit het sectoraal onderzoek naar de Europese gas en elektriciteitsmarkten, nog altijd niet naar behoren, wat zowel de consument als de economie belemmert om ten volle te profiteren van de openstelling van de nationale gas- en elektriciteitsmarkten.

De huidige regels maken het niet mogelijk op efficiënte wijze te remediëren aan die gebrekkige functionering en dus moeten er nieuwe maatregelen worden vastgesteld als laatste fase om een echte interne energiemarkt op Europees niveau tot stand te brengen.

Voordelen van een interne energiemarkt

De openstelling voor concurrentie van de nationale gas- en elektriciteitsmarkten maakt het voor de consument daadwerkelijk mogelijk om vrijelijk zijn energie­leverancier te kiezen en zo kosten te besparen. Voorts maakt de marktopening het mogelijk de voorzieningszekerheid te versterken door enerzijds investeringen in installaties te bevorderen en zo leveringsstoringen te voorkomen en, anderzijds, een diversifiëring van energiebronnen en energietransport mogelijk te maken. Het bestaan van een daadwerkelijk concurrerende interne energiemarkt draagt bovendien bij tot duurzame ontwikkeling, met name door producenten van elektriciteit op basis van hernieuwbare energiebronnen een plaats te geven op de markt.

Gebrekkige werking van de interne markt

In de praktijk is de EU nog ver verwijderd van de doelstelling van een echte interne markt voor energie waarin elke consument wettelijk het recht heeft om zijn leverancier te kiezen en in de praktijk op een eenvoudige en doeltreffende wijze van dat recht gebruik kan maken. De huidige regels kunnen die gebrekkige werking van de markt niet voorkomen.

De juridische en functionele ontvlechting van de transmissiesysteembeheerders die verticaal geïntegreerd zijn met productie- en leveringsactiviteiten blijkt niet te volstaan om een gelijke toegang tot de netwerken te waarborgen. De gevestigde leveranciers blijven hun dominantie marktpositie behouden en nieuwe ondernemingen die de markt wensen te betreden, ondervinden grote moeilijkheden ten gevolge van discriminerende toegangsvoorwaarden, gebrek aan capaciteit van de bestaande netwerken, gebrek aan transparante informatie over de toestand van het netwerk en zwakheid van het investeringsniveau.

De nationale regelgevende instanties beschikken niet over de vereiste bevoegdheden en onafhankelijkheid om hun opdracht naar behoren te vervullen. Hun bevoegdheden verschillen aanzienlijk naar gelang van de lidstaat, wat grensoverschrijdende handel en toegang van consumenten uit andere lidstaten bemoeilijkt.

Nieuwe spelregels om te komen tot een voltooiing van de interne energiemarkt

De huidige juridische en functionele ontvlechting blijkt niet te volstaan om belangenconflicten ten gevolge van verticale integratie te voorkomen. Er moeten sterkere bepalingen betreffende de ontvlechting van transmissiesysteembeheerders en productie- en leveringsactiviteiten komen om te waarborgen dat de systeembeheerders hun netwerken onderhouden, exploiteren en uitbouwen in het algemeen belang van alle gebruikers.

Die ontvlechting kan gebeuren, hetzij op basis van een volledige scheiding van de eigendom, waarbij de transmissiesysteembeheerders zowel de exploitant als de eigenaar van het netwerk worden, hetzij via de aanwijzing van een onafhankelijke transmissiesysteembeheerder die instaat voor het onderhoud, de uitbouw en de exploitatie van het netwerk (waarvan de verticaal geïntegreerde onderneming de eigenaar blijft).

De totale ontvlechting van de eigendom lijkt in economische termen de meest efficiënte methode om de ontwikkeling van een echte interne markt voor energie te waarborgen. Niet alleen doet dit de afwijkende belangen van de netwerkbeheerders verdwijnen, maar ook wordt daardoor een al te zware en complexe regelgeving om de onafhankelijkheid van verticaal geïntegreerde transmissiesysteembeheerders te waarborgen, overbodig.

Het regelgevingskader en de daarin vervatte bevoegdheden van de regelgevers moeten worden versterkt om ervoor te zorgden dat wordt voldaan aan de voorwaarden voor de ontwikkeling van daadwerkelijke concurrentie en voor krachtige investeringen, namelijk transparantie, stabiliteit en non-discriminatie.

Een betere coördinatie van de nationale regelgevende instanties op Europees niveau is bovendien noodzakelijk om de versnippering van de markt ten gevolge van onderling afwijkende regelgevingen in de lidstaten te voorkomen. Er zijn in dat verband drie opties. Een eerste is de versterking van de huidige aanpak, met als nadeel dat er steeds op basis van vrijwilligheid overeenstemming moet worden bereikt tussen 27 nationale regelgevende instanties met vaak divergerende belangen. Een tweede optie is de formalisering van de rol van de Europese groep van regelgevingsinstanties voor elektriciteit en gas (ERGEG) om zo een Europees netwerk van onafhankelijke regelgevingsinstanties (ERGEG +) te vormen. Ten slotte kan worden gedacht aan de oprichting van een nieuwe organisatie op communautair niveau.

Opdat gas en elektriciteit vrij kunnen stromen binnen de EU moeten er compatibele technische regels en een geregelde uitwisseling van informatie komen, moet er meer in de netwerken en met name in grensoverschrijdende interconnectie­faciliteiten worden geïnvesteerd en moet de evolutie naar regionale systeem­beheerders worden ingezet.

Ten gevolge van vóór de liberalisering reeds bestaande nationale monopolies in handen van gevestigde exploitanten, het gebrek aan integratie van de markten en de natuurlijke kenmerken van energiemarkten, met name een gebrekkige elasticiteit van de vraag, zijn de gas- en elektriciteitsmarkten zeer gevoelig voor concentratie­bewegingen.

Door een grotere transparantie, de invoering van het beginsel dat verstrekte capaciteit verplicht moet worden gebruikt om haar niet te verliezen ("use-it-or-lose-it"), een effectieve toegang tot gasopslaginstallaties en de handhaving van stimulansen voor de bouw van nieuwe opslagfaciliteiten wordt de overgang naar een concurrerende gas- en elektriciteitsmarkt vergemakkelijkt.

De totstandbrenging van een stabiele omgeving voor investeringen is een prioriteit. Ook andere factoren kunnen het investeringsniveau beïnvloeden, zoals de toewijzing van emissiecertificaten of de invoering van specifieke stimulerings­maatregelen, bijvoorbeeld voor opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen.

De bescherming van de consument en openbaredienstverplichtingen moeten een integrerend onderdeel zijn van de opening van de gas- en elektriciteitsmarkten. Zo moet een handvest voor energieconsumenten de essentiële rechten van die consumenten beschermen: recht op nuttige informatie betreffende de verschillende leveranciers en leveringsopties, recht op een praktische procedure om van leverancier te veranderen, bescherming van de meest kwetsbare consumenten tegen brandstof­armoede, bescherming tegen oneerlijke handelspraktijken, enz.

Context

De interne energiemarkt is geleidelijk tot stand gebracht, oorspronkelijk bij Richtlijn 96/92/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en Richtlijn 98/30/EG betreffende dergelijke regels voor de interne gasmarkt, die later zijn vervangen door respectievelijk Richtlijn 2003/54/EG en Richtlijn 2003/55/EG.

De Commissie trekt haar conclusies uit de analyse van de toestand van de interne gas- en elektriciteitsmarkt die naar voren komt in haar sectoraal onderzoek, en kondigt aan dat een derde wetgevingspakket de huidige regels zal aanvullen.

GERELATEERDE BESLUITEN

Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement – Voortgang bij de totstandbrenging van de interne markt voor gas en elektriciteit [COM(2008) 192 definitief – Niet in het Publicatieblad verschenen].

Het verslag stelt de voortgang in de kijker van de totstandbrenging van de interne markt voor gas en elektriciteit sinds de openstelling van de nationale markten voor concurrentie op 1 juli 2007. Een van de belangrijkste vorderingen betreft de regionale initiatieven die grensoverschrijdende samenwerking bevorderen.

Drie jaar na de streefdatum voor de tenuitvoerlegging, die was vastgelegd op juli 2004, blijkt evenwel dat de bepalingen van de richtlijnen inzake gas en elektriciteit in bepaalde lidstaten niet correct worden toegepast. Het rapport geeft met name aan dat het toezicht door de regelgever, de ontvlechting, de leveringstarieven en de bekendmaking van de openbaredienstverplichtingen niet voldoen.

Om het falen van de interne markt te ondervangen kwam de Commissie op 19 september 2007 met een pakket maatregelen.

Mededeling van de Commissie aan de Europese Raad en het Europees Parlement van 10 januari 2007 - Een energiebeleid voor Europa [COM(2007) 1 definitief - Niet gepubliceerd in het publicatieblad].

Mededeling van de Commissie van 10 januari 2007 - Onderzoek op grond van artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1/2003 naar de Europese gas en elektriciteitssectoren (Eindverslag) [COM(2006) 851 definitief - Niet gepubliceerd in het publicatieblad]

Richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne mark voor aardgas en houdende intrekking van Richtlijn 98/30/EG [Publicatieblad L 176 van 15.7.2003].

Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne mark voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG [Publicatieblad L 176 van 15.7.2003].

Laatste wijziging: 06.09.2008