Hernieuwbare energiebronnen: groenboek
1) DOELSTELLING
Een debat lanceren over de verschillende urgente en belangrijke maatregelen inzake hernieuwbare energiebronnen door de doelstellingen vast te leggen, de hinderpalen te omschrijven en de middelen beschikbaar te stellen.
2) COMMUNAUTAIRE MAATREGEL
Groenboek van de Commissie van 20 november 1996 betreffende hernieuwbare energiebronnen.
3) INHOUD
Huidige situatie: de Europese Unie beschikt op het gebied van hernieuwbare energiebronnen over een aanmerkelijk potentieel dat zij op wisselende en ongelijke wijze benut. Deze sector, die zeer gevoelig is voor de politieke ontwikkelingen, is momenteel goed voor 6% van het bruto binnenlandse energieverbruik en dit aandeel kan tegen 2010 tot 7,4 of zelfs 9% oplopen.
Voordelen van toepassing van hernieuwbare energiebronnen zijn:
- is in overeenstemming met de algemene strategie van duurzame ontwikkeling;
- maakt het mogelijkheid de afhankelijkheid van de Europese Unie van ingevoerde energie te verminderen en op die manier de energievoorziening beter te waarborgen;
- draagt bij tot de verbetering van het wereldwijde concurrentievermogen van de Europese industrie;
- heeft een positief effect op de regionale ontwikkeling en de werkgelegenheid;
- wordt ondersteund door de publieke opinie.
Om hernieuwbare energiebronnen op grotere schaal te gebruiken, moeten de volgende hindernissen worden genomen:
- de investeringskosten zijn hoog en de terugverdientijd is zeer lang;
- de verschillende bij het nemen van beslissingen inzake hernieuwbare energiebronnen betrokken partijen zijn zich niet bewust van hun mogelijkheden;
- er heerst duidelijk een algemene houding van weerstand tegen verandering;
- de technische en economische moeilijkheden op het gebied van koppeling aan de gecentraliseerde elektriciteitsnetten zijn momenteel niet opgelost;
- er bestaan moeilijkheden ten gevolge van de seizoenschommelingen van bepaalde energiebronnen (wind- en zonne-energie);
- andere energiebronnen (biobrandstoffen) vereisen een aangepaste infrastructuur.
In het groenboek wordt een ambitieuze doelstelling naar voor gebracht: de verdubbeling op 15 jaar tijd van de bijdrage van hernieuwbare energiebronnen aan het bruto binnenlandse energieverbruik van de Unie (d.w.z. 12% in 2010), wat netto 500 000 nieuwe arbeidsplaatsen kan opleveren.
Om deze doelstelling te bereiken is de totale inzet van alle Lid-Staten vereist.
Deze doelstelling vereist een versterking van het communautair beleid op het gebied van:
- de interne markt voor energie (kredietsystemen, fiscale harmonisatie, staatssteun, standaardisatie);
- specifieke financiële steun (ALTENER-programma: 40 miljoen ecu voor de periode 1993-1997);
- verhoging van het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in de programma's voor onderzoek en ontwikkeling (JOULE- en THERMIE-programma's);
- regionaal beleid ten gunste van deze energiebronnen, met name in perifere en landelijke gebieden;
- aangepast landbouwbeleid ter ondersteuning van de productie en ontwikkeling van duurzame energie;
- toepassing van het potentieel voor economische ontwikkeling van de landen van Midden- en Oost-Europa, de Middellandse-Zeelanden en de ontwikkelingslanden.
4) einddatum voor de tenuitvoerlegging van de wetgeving in de lid-staten
Niet vereist.
5) datum van inwerkingtreding (indien verschillend van 4)
Niet vereist.
6) referenties
COM(96) 576 definitiefNiet in het Publikatieblad gepubliceerd
8) uitvoeringsmaatregelen van de commissie