Biotechnologische uitvindingen: rechtsbescherming

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 98/44/EG — rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen

SAMENVATTING

WAT DOET DEZE RICHTLIJN?

De richtlijn harmoniseert nationale octrooiwetgevingen met betrekking tot biotechnologische uitvindingen.

De richtlijn specificeert welke uitvindingen octrooieerbaar zijn op ethische gronden en welke dat niet zijn.

KERNPUNTEN

In 2012 heeft de Europese Commissie een deskundigengroep ingesteld om de technische ontwikkeling en implicaties van octrooirecht op het gebied van biotechnologie en genetische manipulatie te onderzoeken. De groep helpt de Commissie bij haar rapportageverplichtingen onder Richtlijn 98/44/EG.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is van toepassing vanaf 30 juli 1998. De EU-landen moesten de richtlijn voor 30 juli 2000 in nationaal recht omzetten. Tegenwoordig zijn de regels opgenomen in de wetgeving van alle EU-landen.

ACHTERGROND

Bescherming van biotechnologische uitvindingen

KERNBEGRIPPEN

* Biologisch materiaal: materiaal dat genetische informatie bevat en zichzelf kan repliceren of in een biologisch systeem kan worden gerepliceerd.

* Werkwijzen van wezenlijk biologische aard: een werkwijze voor de productie van planten en dieren is wezenlijk biologisch van aard als deze volledig bestaat uit natuurverschijnselen zoals kruising of selectie.

BESLUIT

Richtlijn 98/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 1998 betreffende de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen (PB L 213 van 30.7.1998, blz. 13-21)

Laatste bijwerking 21.03.2016