Bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen

Verordening (EG) nr. 2157/1999 van de Europese Centrale Bank met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen (ECB/1999/4)

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENINGEN?

KERNPUNTEN

Limieten voor boeten of dwangsommen die de ECB kan opleggen als gevolg van een niet-naleving*

Publicatie

Omstandigheden waarmee rekening wordt gehouden

Bij het overwegen van een sanctie laat de ECB zich leiden door het evenredigheidsbeginsel en houdt zij rekening met:

Niet-nalevingsprocedure

VANAF WANNEER ZIJN DE VERORDENINGEN VAN TOEPASSING?

ACHTERGROND

Op grond van artikel 34.3 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, binnen de grenzen en onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de Raad van de Europese Unie, is de ECB gerechtigd om ondernemingen boeten of dwangsommen op te leggen bij niet-naleving van de verplichtingen krachtens haar verordeningen en beschikkingen. De verordeningen moeten zorgen voor een uniforme aanpak bij het opleggen van sancties op de verschillende gebieden die onder de bevoegdheid van de ECB vallen en leggen de beginselen en procedures met betrekking tot het opleggen van dergelijke sancties vast.

Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

Sancties. Boeten of dwangsommen.
Boete. Een bedrag dat een onderneming eenmalig, als sanctie, moet betalen.
Dwangsommen. Geldbedragen die een onderneming moet betalen wanneer zij de verordeningen en beschikkingen van de ECB gedurende een zekere tijd niet naleeft. Een dwangsom kan worden opgelegd als sanctie of om de betrokken personen te dwingen deze verordeningen of beschikkingen wel na te leven.
Ondernemingen. Private of publieke natuurlijke of rechtspersonen (uitgezonderd publiekrechtelijke rechtspersonen tijdens de uitoefening van hun publieke functie) die onderworpen zijn aan de verplichtingen die voortvloeien uit de verordeningen en beschikkingen van de ECB.
Niet-naleving. Niet-naleving door een onderneming van een verplichting die voortvloeit uit verordeningen of beschikkingen van de ECB.
Systeemrelevante betalingssystemen. Grote betalingssystemen zoals TARGET2, een betalingssysteem dat de banken van de Europese Unie (EU) in staat stelt in real time geld naar elkaar over te maken (zie de samenvatting).

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de bevoegdheid van de ECB om sancties op te leggen (PB L 318 van 27.11.1998, blz. 4-7).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 2532/98 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Verordening (EG) nr. 2157/1999 van de Europese Centrale Bank van 23 september 1999 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen (ECB/1999/4) (PB L 264 van 12.10.1999, blz. 21-26).

Zie de geconsolideerde versie.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Besluit (EU) 2021/1815 van de Europese Centrale Bank van 7 oktober 2021 betreffende de methode die wordt toegepast voor het berekenen van sancties wegens niet-naleving van de verplichting tot het aanhouden van minimumreserves en de daarmee verband houdende minimumreserveverplichtingen (ECB/2021/45) (PB L 367 van 15.10.2021, blz. 4-8).

Besluit (EU) 2017/2097 van de Europese Centrale Bank van 3 november 2017 betreffende de methode voor de berekening van sancties wegens inbreuken op de oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen (ECB/2017/35) (PB L 299 van 16.11.2017, blz. 31-33).

Verordening van de Europese Centrale Bank (EU) nr. 795/2014 van 3 juli 2014 met betrekking tot oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen (ECB/2014/28) (PB L 217 van 23.7.2014, blz. 16-30).

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EU) nr. 468/2014 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2014 tot vaststelling van een kader voor samenwerking binnen het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme tussen de Europese Centrale Bank en nationale bevoegde autoriteiten en met nationale aangewezen autoriteiten (GTM-kaderverordening) (ECB/2014/17) (PB L 141 van 14.5.2014, blz. 1-50).

Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63-89).

Laatste bijwerking 06.10.2023