Regelgevingskader voor elektronische communicatie

Naast de openstelling van de telecommunicatiemarkt voor concurrentie heeft de Europese Unie (EU) een regelgevingskader betreffende elektronische communicatie aangenomen dat is afgestemd op de technologische vooruitgang en de vraag van de markt.

SAMENVATTING

Deze „kaderrichtlijn” is vooral gericht op:

het versterken van het concurrentievermogen in de sector elektronische communicatie;

het stimuleringen van investering;

het bevorderen van de keuzevrijheid van consumenten en ervoor zorgen dat ze kunnen genieten van innovatieve diensten, kwaliteit en lagere tarieven.

Deze stelt met name de taken van de nationale regelgevingsinstanties (NRI’s) vast en de beginselen die ten grondslag liggen aan hun activiteiten.

Deze richtlijn maakt deel uit van het zogenoemde „telecompakket”, dat in 2002 werd aangenomen en in 2009 werd aangepast, rekening houdend met de snelle ontwikkeling van de sector. Dit pakket bestaat uit vier „specifieke” richtlijnen die specifieke aspecten van elektronische communicatie regelen, en twee verordeningen:

Richtijn 2002/20/CE of „machtigingsrichtlijn”;

Richtlijn 2002/19/CE of „toegangsrichtlijn”;

Verordening (EU) nr. 531/2012 betreffende roaming op openbare mobieletelefoonnetwerken.

Toepassingsgebied

De richtlijn stelt een geharmoniseerd kader vast voor de regulering van de elektronischecommunicatienetwerken, d.w.z. transmissiesystemen die het mogelijk maken signalen over te brengen via draad, radiogolven, optische of andere elektromagnetische middelen, bijvoorbeeld satellietnetwerken, vaste en mobiele terrestrische netwerken, elektriciteitsnetten, netten voor radio- en televisieomroep en kabeltelevisienetten, ongeacht de aard van de overgebrachte informatie.

Ze heeft ook betrekking op elektronischecommunicatiediensten, die bestaan uit de transmissie van signalen via deze netwerken, en bijbehorende faciliteiten en diensten van de netwerken of van de elektronischecommunicatiediensten, die het aanbieden van diensten via dat netwerk of die dienst mogelijk maken of ondersteunen.

Anderzijds valt de inhoud van de diensten die via elektronischecommunicatienetwerken worden geleverd, zoals de inhoud van omroepprogramma’s, buiten het toepassingsgebied van de richtlijn. Hetzelfde geldt voor telecommunicatie-eindapparatuur, met uitzondering van de aspecten die gemakkelijker toegang verschaffen aan gebruikers met een handicap.

Nationale regelgevende instanties (NRI’s)

De beginselen die ten grondslag liggen aan de activiteiten van de NRI’s, zijn:

onafhankelijkheid: de NRI’s moeten juridisch gezien gescheiden en onafhankelijk zijn van alle organisaties die elektronischecommunicatienetwerken, -apparatuur of -diensten aanbieden;

recht van beroep: doeltreffende nationale beroepsmogelijkheden moeten iedere gebruiker of onderneming die elektronischecommunicatienetwerken of -diensten aanbiedt en negatief wordt beïnvloed door de beslissing van een NRI, in staat stellen om bij een onafhankelijke instantie beroep aan te tekenen;

onpartijdigheid en transparantie: de NRI’s moeten hun bevoegdheden onpartijdig en op transparante wijze uitoefenen, en moeten mechanismen opzetten ter raadpleging van de betrokken partijen bij de voorbereiding van maatregelen die grote gevolgen kunnen hebben voor de markt.

De belangrijkste taken van de NRI’s zijn:

het bevorderen van concurrentie bij de levering van elektronischecommunicatienetwerken en diensten. Ze zien er bovendien op toe dat aan de gebruikers de beste keuze, prijs en kwaliteit wordt geboden;

het bijdragen aan de ontwikkeling van de interne markt voor elektronische communicatie, in samenwerking met de Europese Commissie en Berec;

het verdedigen van de belangen van de Europese burgers door i) ervoor te zorgen dat alle burgers toegang hebben tot een universele dienst; ii) een hoog niveau van bescherming van de consument te waarborgen bij zijn transacties met leveranciers, met name door ervoor te zorgen dat er eenvoudige en goedkope geschillenprocedures beschikbaar zijn; iii) een hoog niveau van bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer te helpen waarborgen; iv) het leveren van duidelijke informatie aan te moedigen, met name door transparantie ten aanzien van tarieven en de voorwaarden voor het gebruik van algemeen beschikbare elektronischecommunicatiediensten verplicht te stellen; v) de behoeften van specifieke maatschappelijke groepen aan te pakken, in het bijzonder gebruikers met een handicap, en vi) de veiligheid van openbare communicatienetwerken te waarborgen.

Overige bepalingen

De richtlijn behandelt ook andere aspecten betreffende de inhoud van de regelgeving voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten en de procedures die vereist zijn voor de implementatie.

De volgende bepalingen behoren tot de eerste categorie:

de toewijzing van radiofrequenties en nummervoorraden;

de strategische planning, coördinatie en harmonisatie van het gebruik van radiospectrum in de Europese Unie;

doorgangsrechten voor de aanleg van netwerken en bijbehorende faciliteiten;

het gezamenlijk gebruik van netwerkelementen en bijbehorende faciliteiten;

de veiligheid en integriteit van netwerken en diensten;

normalisatie ter bevordering van het geharmoniseerd aanbieden van elektronischecommunicatienetwerken, elektronischecommunicatiediensten en bijbehorende faciliteiten en diensten;

de interoperabiliteit van digitale televisiediensten.

De tweede categorie, aan de andere kant, heeft betrekking op:

zeggenschap over machtige bedrijven op de markt en de procedure voor de consequente toepassing van oplossingen;

procedures voor het bepalen en analyseren van relevante markten, waarin rekening wordt gehouden met de aanbevelingen en richtsnoeren van de Commissie op dit gebied;

de aanbevelingen van de Commissie aan de EU-landen om de implementatie van de bepalingen van deze richtlijn en van de specifieke richtlijnen te harmoniseren;

de beslechting van geschillen tussen ondernemingen die elektronischecommunicatienetwerken en -diensten aanbieden, waaronder de richtlijn betreffende grensoverschrijdende geschillen.

Tot slot stellen de EU-landen de regels vast voor de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze richtlijn.

BESLUIT

Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten („kaderrichtlijn”).

REFERENTIES

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad van de Europese Unie

Richtlijn 2002/21/EG

24.4.2002

24.7.2003

PB L 108, 24.4.2002, blz. 33-50

Wijzigingsbesluit(en)

Datum van inwerkingtreding

Deadline voor omzetting in de nationale wetgeving

Publicatieblad van de Europese Unie

Verordening (EG) nr. 717/2007

30.6.2007

30.8.2007

PB L 171, 29.6.2007, blz. 32-50

Verordening (EG) nr. 544/2009

2.7.2009

-

PB L 167, 29.6.2009, blz. 12-23

Richtlijn 2009/140/EG

19.12.2009

25.5.2011

PB L 337, 18.12.2009, blz. 37-59

Rectificatie van Richtlijn 2009/140/EG

-

-

PB L 241, 10.9.2013, blz. 8-9

De achtereenvolgende wijzigingen en correcties aan Richtlijn 2002/21/EG werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie heeft alleen documentaire waarde.

GERELATEERDE BESLUITEN

Richtlijn 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (toegangsrichtlijn) (PB L 108, 24.4.2002, blz. 7-20) .

Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (machtigingsrichtlijn) (PB L 108, 24.4.2002, blz. 21-32).

Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (universeledienstrichtlijn) (PB L 108, 24.4.2002, blz. 51-77).

Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 inzake de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201, 31.7.2002, blz. 37-47)

Aanbeveling 2007/879/EG van de Commissie van 17 december 2007 betreffende relevante producten- en dienstenmarkten in de elektronischecommunicatiesector die overeenkomstig Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten aan regelgeving ex ante kunnen worden onderworpen (PB L 344, 28.12.2007, blz. 65-69).

Met deze aanbeveling stelt de Commissie een lijst van zeven markten op die door nationale regelgevende instanties moeten worden geanalyseerd. Verschillende markten werden in het kader van de aanbeveling van 2003 van deze lijst verwijderd wegens effectieve wholesaleregelgeving en de ontwikkeling van daadwerkelijke concurrentie op de retailmarkten.

Aanbeveling 2008/850/EG van de Commissie van 15 oktober 2008 betreffende kennisgevingen, termijnen en raadplegingen als bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (PB L 301, 12.11.2008, blz. 23-32) .

Aanbeveling 2009/396/EG van de Commissie van 7 mei 2009 inzake de regelgeving voor afgiftetarieven van vaste en mobiele telefonie in de EU (PB L 124, 20.5.2009, blz. 67-74)

Met deze aanbeveling adviseert de Commissie de NRI’s hoe ze symmetrische afgiftetarieven kunnen vastleggen op basis van de kosten van operatoren.

Verordening (EG) nr. 1211/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot oprichting van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) en het Bureau (PB L 337, 18.12.2009, blz. 1-10).

Richtlijn 2009/136/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronischecommunicatienetwerken en -diensten, Richtlijn 2002/58/EG inzake de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie en Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (PB L 337, 18.12.2009, blz. 11-36).

Aanbeveling 2010/572/EU van de Commissie van 20 september 2010 over gereglementeerde toegang tot toegangsnetwerken van de nieuwe generatie (NGA)-netwerken (PB L 251, 25.9.2010, blz. 35-48).

Verordening (EG) nr. 531/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2012 betreffende roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken binnen de Unie (PB L 172, 30.6.2012, blz. 10-35).

Aanbeveling 2013/466/EU van de Commissie van 11 september 2013 over consistente verplichtingen tot non-discriminatie en kostenmethodologieën om de concurrentie te bevorderen en investeringen in breedband aantrekkelijker te maken (PB L 251, 21.9.2013, blz. 13-32).

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van maatregelen inzake de Europese interne markt voor elektronische communicatie en om een connectief continent tot stand te brengen alsmede tot wijziging van Richtlijnen 2002/20/EG, 2002/21/EG en 2002/22/EG en Verordeningen (EG) nr. 1211/2009 en (EU) nr. 531/2012 ( COM(2013) 627 final van 11.9.2013 - Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

Het algemene doel van dit voorstel is te evolueren naar een eengemaakte markt voor elektronische communicatie, waarin:

leveranciers van elektronischecommunicatienetwerken en -diensten hun netwerken kunnen oprichten, uitbreiden en exploiteren en diensten kunnen verlenen, ongeacht hun vestigingsplaats en deze van hun klanten in de Unie, en daartoe worden aangemoedigd;

particulieren en ondernemingen daadwerkelijk toegang kunnen hebben tot concurrerende, veilige en betrouwbare elektronischecommunicatiediensten, ongeacht hun plaats van levering in de Unie, zonder dat deze levering wordt gehinderd door grensoverschrijdende beperkingen of ongerechtvaardigde extra kosten.

Richtlijn 2014/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronischecommunicatienetwerken met hoge snelheid (PB L 155, 23.5.2014, blz. 1-14).

De richtlijn is erop gericht de implementatie van snelle elektronischecommunicatienetwerken te vergemakkelijken en te stimuleren door het gezamenlijke gebruik van een bestaande fysieke infrastructuur aan te moedigen en door een efficiëntere uitrol van een nieuwe fysieke infrastructuur mogelijk te maken om de kosten verbonden aan deze netwerken te beperken.

Laatste bijwerking 30.09.2015