Verontreiniging vanaf schepen en strafrechtelijke sancties

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2005/35/EG inzake verontreiniging vanaf schepen en invoering van sancties voor inbreuken

SAMENVATTING

WAT DOET DEZE RICHTLIJN?

KERNPUNTEN

Uitzonderingen

Rechtspersonen

Richtlijn 2009/123/EG wijzigt Richtlijn 2005/35/EG met het oog op het verbeteren van de regels inzake verontreiniging vanaf schepen en om ervoor te zorgen dat de verantwoordelijken voor het lozen van vervuilende stoffen aan de gepaste sancties worden onderworpen. Ze eist dat EU-landen regels invoeren inzake de aansprakelijkheid van privaatrechtelijke rechtspersonen* zoals ondernemingen.

Het toepassen van sancties

Richtlijn 2009/123/EG eist ook dat de nationale autoriteiten van EU-landen ervoor zorgen dat effectieve, proportionele en ontradende sancties worden toegepast, ook voor minder ernstige gevallen. Ze moeten samenwerken wanneer een schip schuldig is bevonden aan illegale lozing in hun bevoegdheidsgebied, vooraleer het schip een haven van een ander EU-land aandoet.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is van toepassing sinds 1 oktober 2005. De EU-landen dienden de richtlijn voor 1 april 2007 om te zetten in nationale wetgeving.

ACHTERGROND

Het zinken van de Prestige in november 2002 en de Erika in december 1999 maakte de nood duidelijk om het net rond zeevervuilende schepen nauwer aan te halen. Maar ongevallen zijn niet de belangrijkste bron van vervuiling: de meeste vervuiling is het gevolg van opzettelijke lozingen (reiniging van tanks en lozing van afvalolie).

Door deze regels worden delen van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen uit 1973 en het bijhorende protocol uit 1978 (bekend als het Marpol-verdrag) omgezet in EU-recht. Daardoor kan de toepassing van de regels van dit Verdrag worden geharmoniseerd.

KERNBEGRIPPEN

* Roekeloze actie: actie waarvan men weet dat de kans groot is dat ze schadelijke gevolgen heeft.

* Exclusieve economische zone (EEZ): ontstaat naar men algemeen aanneemt wanneer een land de bevoegdheid aanneemt voor de exploratie en exploitatie van mariene hulpbronnen voor zijn kust. Er wordt normaal gezien aangenomen dat het betreffende gebied een strook is die zich tot 200 zeemijl voor de kust uitstrekt.

* Privaatrechtelijke rechtspersonen: alle juridische entiteiten zoals ondernemingen, met uitzondering van staten, overheidsinstanties en internationale openbare instellingen.

BESLUIT

Richtlijn nr. 2005/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 inzake verontreiniging vanaf schepen en invoering van sancties voor inbreuken (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 11-21)

De opeenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2005/35/EG zijn opgenomen in de basistekst. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE BESLUITEN

Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1–9). Zie geconsolideerde versie.

Richtlijn 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2000 betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen – Verklaring van de Commissie (PB L 332 van 28.12.2000, blz. 81–90). Zie geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 25.04.2016