Gemeenschappelijk Europees luchtruim — EU-regels voor luchtvaartnavigatiediensten

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EG) nr. 550/2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

In de verordening worden eisen vastgesteld inzake de veilige en efficiënte verlening van luchtvaartnavigatiediensten voor algemeen luchtverkeer in de Europese Unie (EU) als onderdeel van het initiatief „gemeenschappelijk Europees luchtruim*. Het betreft een bindende verordening die van toepassing is op alle EU-landen.

KERNPUNTEN

De verordening beschrijft de certificeringsprocedures voor verleners van luchtvaartnavigatiediensten die de toezichthoudende instanties van EU-landen moeten aannemen. In de certificaten, die geldig zijn in alle EU-landen, worden de rechten en plichten van de verleners van luchtvaartnavigatiediensten aangegeven. Dit omvat onder andere de niet-discriminerende toegang tot diensten voor luchtruimgebruikers*, met speciale aandacht voor veiligheid, en de mogelijkheid om diensten aan te bieden aan andere verleners van luchtvaartnavigatiediensten, luchtruimgebruikers en luchthavens binnen de EU.

Vereisten voor certificering

Deze omvatten:

Nationale toezichthoudende instanties

Nationale toezichthoudende instanties in EU-landen zijn verantwoordelijk voor de aanwijzing van een certificaathouder die op exclusieve basis luchtverkeersdiensten verleent. Deze instanties zien er tevens op toe dat de luchtruimblokken die onder hun verantwoordelijkheid vallen, worden gerespecteerd. De aanwijzing vindt plaats in gezamenlijk overleg (of middels een overeenkomst) indien een luchtruimblok zich uitstrekt over het luchtruim dat onder de verantwoordelijkheid van meer dan één land valt, of indien een certificaathouder diensten verleent in meer dan één land.

Indien een certificaathouder niet aan de eisen voldoet, kunnen de instanties maatregelen treffen. Deze maatregelen kunnen de intrekking van het certificaat omvatten. De instanties worden dan verantwoordelijk voor waarborging van de continuïteit van de diensten.

Functionele luchtruimblokken

EU- en niet-EU-landen, indien van toepassing, moeten er in onderling overleg voor zorgen dat functionele luchtruimblokken worden geïmplementeerd. Deze luchtruimblokken moeten de nodige capaciteit en efficiëntie hebben om een hoog niveau van veiligheid en een beperkt effect op het milieu te handhaven. De Europese Commissie kan een coördinator van het systeem van luchtruimblokken aanstellen om dit proces te ondersteunen.

Nationale instanties kunnen ook een exclusieve verlener van meteorologische diensten aanwijzen.

Voor wat het algemene luchtverkeer* betreft, worden operationele gegevens in real time uitgewisseld tussen verleners van luchtvaartnavigatiediensten onderling, luchtruimgebruikers en luchthavens, uitsluitend teneinde aan hun operationele behoeften tegemoet te komen. In goedgekeurde schriftelijke overeenkomsten worden werkafspraken tussen dienstverleners en met militaire autoriteiten formeel vastgelegd.

De verordening vereist open boekhoudkundige procedures en zet gedetailleerde richtlijnen uiteen voor billijke en transparante prijzen van navigatiediensten voor luchtruimgebruikers.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is sinds 20 april 2004 van toepassing.

ACHTERGROND

Voor meer informatie zie:

KERNBEGRIPPEN

Gemeenschappelijk Europees luchtruim: een initiatief waarmee het ontwerp, het beheer en de regulering van het luchtruim binnen de hele EU wordt gecoördineerd.
Luchtruimgebruikers: exploitanten van voor algemeen luchtverkeer gebruikte luchtvaartuigen.
Algemeen luchtverkeer: vluchten uitgevoerd in overeenstemming met de regels en procedures van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie. Hiertoe behoren tevens bepaalde militaire vluchten.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de luchtvaartnavigatiedienstenverordening”) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 10-19)

Achtereenvolgende wijzigingen in Verordening (EG) nr. 550/2004 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1-122)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 390/2013 van de Commissie van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een prestatieregeling voor luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties (PB L 128 van 9.5.2013, blz. 1-30)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 391/2013 van de Commissie van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten (PB L 128 van 9.5.2013, blz. 31-58)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 409/2013 van de Commissie van 3 mei 2013 inzake de definitie van gemeenschappelijke projecten, de vaststelling van governance en de identificatie van stimulansen ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het Europees masterplan inzake luchtverkeersbeheer (PB L 123 van 4.5.2013, blz. 1-7)

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — De schepping van een gemeenschappelijk Europees luchtruim (COM(1999) 614 def. van 1 december 1999)

Verordening (EU) nr. 176/2011 van de Commissie van 24 februari 2011 inzake de informatie die moet worden verstrekt vóór de vaststelling en wijziging van een functioneel luchtruimblok (PB L 51 van 25.2.2011, blz. 2-7)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1034/2011 van de Commissie van 17 oktober 2011 betreffende het veiligheidstoezicht op het gebied van luchtverkeersbeheer en luchtvaartnavigatiediensten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 691/2010 (PB L 271 van 18.10.2011, blz. 15-22)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 van de Commissie van 17 oktober 2011 tot vaststelling van de gemeenschappelijke eisen voor de verlening van luchtvaartnavigatiediensten en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 482/2008 en (EU) nr. 691/2010 (PB L 271 van 18.10.2011, blz. 23-41)

Zie geconsolideerde versie.

Verordening (EG) nr. 482/2008 van de Commissie van 30 mei 2008 betreffende de invoering van een systeem ter verzekering van de softwareveiligheid door verleners van luchtvaartnavigatiediensten en tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2096/2005 (PB L 141 van 31.5.2008, blz. 5-10)

Zie geconsolideerde versie.

Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim („de kaderverordening”) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1-9)

Zie geconsolideerde versie.

Verordening (EG) nr. 551/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 20-25)

Zie geconsolideerde versie.

Verordening (EG) nr. 552/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging („de interoperabiliteitsverordening”) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 26-42)

Zie geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 20.05.2019