Toegestane zoetstoffen

In de wetgeving is vastgelegd welke zoetstoffen in levensmiddelen mogen worden gebruikt en wat de voorwaarden voor dat gebruik zijn. De lijst van toegestane zoetstoffen (in de bijlage bij de richtlijn) wordt regelmatig bijgewerkt op basis van de meest recente onderzoeksresultaten op het gebied.

BESLUIT

Richtlijn 94/35/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 30 juni 1994 inzake zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt [Zie wijzigingsbesluiten].

SAMENVATTING

Deze richtlijn is een bijzondere richtlijn die voortvloeit uit Kaderrichtlijn inzake levensmiddelenadditieven. Zij is van toepassing op levensmiddelenadditieven die worden gebruikt om een zoete smaak te geven aan levensmiddelen, onder andere levensmiddelen voor een speciale voeding, of als tafelzoetstoffen. Zij is niet van toepassing op levensmiddelen met zoetkracht, zoals honing.

Ter vervanging van suiker mogen zoetstoffen worden gebruikt voor de productie van levensmiddelen met een verminderde energiewaarde, voor levensmiddelen die geen tandbederf veroorzaken, voor levensmiddelen zonder toegevoegde suiker om de houdbaarheid in de winkel te verlengen alsook voor de productie van dieetproducten.

De verschillende zoetstoffen die in de handel mogen worden gebracht en de voorwaarden voor het gebruik ervan in levensmiddelen, zijn in de bijlage vermeld. De doses hebben alleen betrekking op gebruiksklare levensmiddelen.

De zoetstoffen mogen niet worden gebruikt in levensmiddelen die bestemd zijn voor zuigelingen, peuters en kleuters zoals vermeld in Richtlijn 89/398/EEG, met inbegrip van levensmiddelen voor zuigelingen, peuters en kleuters die niet in goede gezondheid verkeren, behoudens andersluidende bepalingen.

De lidstaten moeten een systeem invoeren voor geregeld toezicht op de consumptie van zoetstoffen. Aan de hand van deze informatie kunnen de bij deze richtlijn vastgestelde gebruiksvoorwaarden voor zoetstoffen indien nodig worden gewijzigd.

Op het etiket van tafelzoetstoffen met polyolen en/of aspartaam moeten de volgende waarschuwingen vermeld worden:

De krachtens de communautaire wetgeving toegestane zoetstoffen moeten voldoen aan de specifieke zuiverheidseisen die zijn vastgesteld in Richtlijn 2008/60/EG.

Referenties

Besluit

Inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Richtlijn 94/35/EG

31.12.1995

31.12.1995: toelating in handel en gebruik van producten die overeenkomen met de richtlijn.30.6.1996: geen toelating in handel en gebruik van producten die niet overeenkomen met de richtlijn.

L 237 van 10.9.1994

Wijzigingsbesluit(en)

Inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Richtlijn 96/83/EG

26.2.1997

19.12.1997: toelating in handel van producten die overeenkomen met de richtlijn.19.6.1998: geen toelating in handel van producten die niet overeenkomen met de richtlijn.

L 48 van 19.2.1997

Verordening (EG) nr. 1882/2003

20.11.2003

-

L 284 van 31.10.2003

Richtlijn 2003/115/EG

29.1.2004

29.7.200529.1.2006 (voor producten die voor de datum van inwerkingtreding van de richtlijn in de handel zijn gebracht)

L 24 van 29.1.2004

Richtlijn 2006/52/EG

15.8.2006

15.2.2008

L 204 van 26.7.2006

GERELATEERDE BESLUITEN

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad van 28 juli 2006 inzake levensmiddelenadditieven [COM(2006) 428 def - Niet in het Publicatieblad verschenen].

De toekomstige verordening zal één communautaire lijst opstellen van alle in levensmiddelen toegelaten levensmiddelenadditieven, met inbegrip van zoetstoffen en kleurstoffen. Hiermee worden alle eerdere bepalingen met betrekking tot additieven ingetrokken.

Medebeslissingsprocedure (COD/2006/0145).

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad van 28 juli 2006 tot vaststelling van een uniforme toelatingsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s [COM(2006) 423 – Niet in het Publicatieblad verschenen].

De toelatingsaanvragen voor additieven vallen onder één toelatingsprocedure voor additieven, enzymen en aroma’s. Om een nieuw additief toe te laten of een bestaande toelating te vernieuwen moet uit de beoordeling blijken dat het product veilig en technologisch noodzakelijk is, voordelen voor de consument heeft en de consument niet misleidt wat het gebruik daarvan betreft.

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voert voor nieuwe toelatingsaanvragen een risicobeoordeling uit. Voor toelatingen om nieuwe levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s in de handel te brengen, wordt de Commissie bijgestaan door het Permanent Comité voor de voedselketen.

Medebeslissingsprocedure (COD/2006/0143).

Specifieke zuiverheidseisen

Richtlijn 2008/60/EG [Publicatieblad L 158 van 18.6.2008] (specifieke zuiverheidseisen voor zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt).

Etikettering

Richtlijn 96/21/EG [Publicatieblad L 88 van 5.4.1996]. Richtlijn 96/21/EG van de Raad van 29 maart 1996 tot wijziging van Richtlijn 94/54/EG van de Commissie betreffende de vermelding op het etiket van bepaalde levensmiddelen van andere verplichte gegevens dan die waarin Richtlijn 79/112/EEG voorziet. Deze richtlijn bepaalt dat levensmiddelen die zoetstoffen bevatten dit op het etiket moeten vermelden. Zij bepaalt ook dat een waarschuwing moet worden aangebracht op het etiket van levensmiddelen die aspartaam of polyolen bevatten.

Richtlijn 2008/5/EG [Publicatieblad L 27 van 31.1.2008]. Er moeten op het etiket van bepaalde levensmiddelen ook andere dan de krachtens Richtlijn 2000/13/EG verplichte vermeldingen worden afgedrukt (bijvoorbeeld “verpakt onder beschermende atmosfeer”, “bevat een bron van fenylalanine”, “bevat zoethout”, enz.) om de consument beter te informeren.

Laatste wijziging: 17.09.2008