Internationale overeenkomsten: EU-goedkeuringsprocedures

SAMENVATTING VAN:

Artikel 218 VWEU — EU-goedkeuringsprocedures voor internationale overeenkomsten

SAMENVATTING

WAT DOET DIT ARTIKEL?

KERNPUNTEN

Het artikel beschrijft de respectieve bevoegdheden van de Raad, de Europese Commissie of de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, het Europees Parlement en het Hof van Justitievan de Europese Unie in het proces.

Over het algemeen heeft de Raad de bevoegdheid om onderhandelingen te openen, de onderhandelingsrichtsnoeren vast te stellen en overeenkomsten te ondertekenen en te sluiten.

De Commissie (of de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid voor zaken die betrekking hebben op het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid) doet aanbevelingen aan de Raad om onderhandelingen voor een overeenkomst te openen.

De goedkeuring van het Europees Parlement is vereist voordat de Raad bepaalde soorten overeenkomsten kan sluiten, waaronder:

Bij alle overige soorten overeenkomsten moet het Europees Parlement worden geraadpleegd.

Op verzoek van een EU-land, de Raad, de Commissie of het Parlement kan het Hof van Justitie advies uitbrengen over de verenigbaarheid van een voorgenomen overeenkomst met de EU-Verdragen.

De Raad kan handelen op basis van een gekwalificeerde meerderheid van de leden van de Raad, met uitzondering van gebieden waarop unanimiteit normaal gesproken is vereist, zoals bij overeenkomsten die betrekking hebben op de toetreding van de EU tot het EVRM.

VANAF WANNEER IS DIT ARTIKEL VAN TOEPASSING?

Het artikel is van toepassing sinds 1 januari 1958.

BESLUIT

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Vijfde deel — Extern optreden van de Unie — Titel V — Internationale overeenkomsten, artikel 218 (oud artikel 300 VEG)

Laatste bijwerking 21.03.2016