Goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik

Deze verordening heeft tot doel producten voor tweeërlei gebruik (inclusief programmatuur en technologieën) te onderwerpen aan een doeltreffende controle van bij uitvoer uit de Gemeenschap met het oog op de naleving van de internationale verbintenissen van de Europese Unie (EU) en haar lidstaten inzake non-proliferatie. Dankzij deze doeltreffende controle bij uitvoer uit de Gemeenschap wordt gezorgd voor het vrij verkeer van producten voor tweeërlei gebruik binnen de Gemeenschap.

BESLUIT

Verordening (EG) nr. 1334/2000 van de Raad van 22 juni 2000 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik [Zie wijzigingsbesluiten].

SAMENVATTING

Deze verordening stelt een communautaire regeling in voor de controle op de uitvoer van goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik *.

Toepassingsgebied

Onder producten voor tweeërlei gebruik worden verstaan producten, programmatuur en technologieën die zowel een civiele als een militaire bestemming hebben.

De verordening is niet van toepassing op het verrichten van diensten of de overdracht van technologie indien daarmee een grensoverschrijding door een natuurlijk persoon gepaard gaat.

Uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik

Er is een vergunning vereist voor de uitvoer van de producten voor tweeërlei gebruik die voorkomen op de lijst van de bijlage van de verordening en die geldt voor de hele Europese Gemeenschap (EG). Deze lijst bevat tien goederencategorieën.

Er is een algemene uitvoervergunning vastgesteld voor bepaalde categorieën producten, genoemd in de bijlage bij de verordening, bestemd voor de volgende landen: Australië, Canada, de Verenigde Staten, Japan, Noorwegen, Nieuw-Zeeland en Zwitserland.

Voor alle andere vergunningplichtige producten wordt de vergunning afgeleverd door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de exporteur is gevestigd.

Bij hun besluit tot toekenning van een vergunning dienen de lidstaten rekening te houden met hun verplichtingen op grond van de internationale non-proliferatieregelingen, de standpunten van de Europese Unie, de OESO of de Verenigde Naties, de gedragscode van de Unie inzake wapenuitvoer en overwegingen betreffende het eindgebruik en het onttrekkingsgevaar.

Voor de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik die niet op de lijst van de bijlage voorkomen is een uitvoervergunning vereist wanneer de exporteur er door zijn autoriteiten van in kennis wordt gesteld dat de betrokken producten geheel of gedeeltelijk bestemd zijn of kunnen zijn om bij te dragen tot:

Essentiële veiligheidsbelangen

Indien een uitvoer de essentiële veiligheidsbelangen van een lidstaat zou kunnen schaden, kan die een andere lidstaat verzoeken geen uitvoervergunning te verlenen of de vergunning nietig te verklaren, te schorsen, te wijzigen of in te trekken. In dat geval starten beide lidstaten onverwijld met onderling overleg.

Een lidstaat kan de uitvoer uit zijn grondgebied voor een overgangsperiode schorsen, indien hij vermoedt dat belangrijke informatie bij de toekenning van de vergunning niet in aanmerking is genomen of dat de omstandigheden sterk zijn gewijzigd.

De exporteurs dienen registers van hun uitvoer bij te houden met de omschrijving en de hoeveelheid van de goederen en de naam en het adres van de exporteur en de ontvanger.

Context

Het toezicht op goederen en technologieën met tweeërlei gebruik op Europees niveau heeft tot doel de naleving te waarborgen van de internationale verbintenissen van de EU en haar lidstaten op het gebied van de non-proliferatie van massavernietigingswapens en de verspreiding van conventionele wapens. Het betreft verbintenissen in het kader van onder meer de Club van nucleaire leveranciers (NSG) tegen de verspreiding van nucleaire goedreen en technologieën en de Australië-groep tegen de verspreiding van chemische en biologische goederen en technologieën.

Belangrijkste begrippen

Referenties

Besluit

Inwerkingtreding

Uiterste termijn voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Verordening (EG) nr. 1334/2000

28.9.2000

-

L 159 van 30.6.2000

Wijzigingsbesluit(en)

Inwerkingtreding

Uiterste termijn voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Verordening (EG) nr. 2889/2000

4.1.2001

-

L 336 van 30.12.2000

Verordening (EG) nr. 458/2001

12.3.2001

-

L 65 van 7.3.2001

Verordening (EG) nr. 2432/2001

19.1.2002

-

L 338 van 20.12.2001

Verordening (EG) nr. 880/2002

3.6.2002

-

L 139 van 29.5.2002

Verordening (EG) nr. 149/2003

7.3.2003

-

L 30 van 5.2.2003

Verordening (EG) nr. 885/2004

-

-

L 168 van 1.5.2004

Verordening (EG) nr. 1504/2004

30.9.2004

-

L 281 van 31.8.2004

Verordening (EG) nr. 394/2006

11.4.2006

-

L 74 van 13.3.2006

Verordening (EG) nr. 1183/2007

21.11.2007

-

L 278 van 22.10.2007

GERELATEERDE BESLUITEN

Mededeling van de Commissie van 18 december 2006, over de herziening van de EG-regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik [COM(2006) 828 - Niet in het Publicatieblad verschenen].

Voorstel voor een verordening van de Raad van 18 december 2006, tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik [COM(2006) 829 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen]. Met betrekking tot de controle op de uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik stelt de Commissie een globaal pakket voor, namelijk een herschikking van Verordening (EG) nr. 1334/2000 samen met een geheel van maatregelen om de communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik te verbeteren. Omwille van zijn rol in de strijd tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (MVW), is de controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik, na de aanslagen van 11 september 2001, één van de belangrijkste gebieden gebleken waarop striktere maatregelen noodzakelijk zijn. In het actieplan van Thessaloniki dat in 2003 tot stand kwam en de door de EU opgezette strategie om de verspreiding van MVW tegen te gaan, werd dit denkspoor gevolgd en werden de lidstaten opgeroepen om concrete maatregelen te treffen en hun controleprocedures te herzien. Deze kwestie, die door de lidstaten werd besproken, zette de Commissie er ook toe aan overleg te plegen met het Europese bedrijfsleven teneinde de communautaire regeling te wijzigen en te verbeteren. De controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik moet immers zowel de veiligheid ten goede komen als de belangen van de Europese ondernemingen, die op dit gebied aan de top staan, dienen, teneinde het concurrentievermogen van die ondernemingen niet te schaden.

Rekening houdend met deze context hebben deze voorstellen ten doel meer veiligheid te bieden dankzij meer en efficiëntere controles; hierbij wordt echter niet uit het oog verloren dat de regeling doenbaar moet blijven en het concurrentievermogen van de ondernemingen moet bevorderen (duidelijke regeling, beperkte belasting, logische en homogene toepassing, vlottere uitwisseling van informatie).

De wijzigingen van de controleregeling zijn gedeeltelijk gebaseerd op de effectrapportage van de Commissie van 2005 en gedeeltelijk op initiatieven van de Commissie. De wijzigingen beogen met name de controles uit te breiden en te uniform te maken en de uitwisseling van informatie over de nationale controles en over weigeringen te verbeteren. Zo zullen er nieuwe controles komen (doorvoer, tussenhandel) en zullen andere controles worden verduidelijkt (immateriële overdracht van technologie, met inbegrip van de verlening van technische bijstand). Daartegenover staat dat de nationale controles - ook al is de verordening hierop niet van toepassing - transparanter zouden moeten worden. De voorgestelde wijzigingen behelzen ook de invoering van strafrechtelijke sancties bij inbreuken op de verordening en streven naar meer transparantie. De voorwaarden voor het gebruik van de algemene uitvoervergunningen moeten worden geharmoniseerd en voor de behandeling van de aanvragen om uitvoervergunningen (en van de verzoeken om inlichtingen) door de nationale autoriteiten moeten termijnen worden vastgesteld. De exporteurs en de leveranciers van de gevoeligste goederen worden verplicht zich bij de bevoegde nationale autoriteiten te registreren. Bovendien zou een "comitologieprocedure" worden ingevoerd om wijzigingen in de verordening aan te brengen of toepassingsbepalingen goed te keuren. Om de rechtszekerheid te vergroten voorziet de verordening in een omvattend rechtskader voor de uitvoer van goederen, technologie en diensten voor tweeërlei gebruik. In dit globale pakket formuleert de Commissie eveneens voorstellen om de verordening in haar geheel te ruggensteunen; zo stelt zij als referentie voor de controles van de uitvoer richtsnoeren en beste praktijken vast, wijst zij gebieden aan, zoals transparantie, waar administratieve maatregelen toereikend kunnen zijn en gebieden die aan bod zullen komen in aangekondigde voorstellen van de Commissie. Tot slot snijdt de Commissie kwesties aan die om een oplossing vragen maar verder reiken dan de controle op de uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik. Zo zijn er de internationale regelingen voor uitvoercontrole en hun beperkingen, het feit dat de nieuwe lidstaten tot deze regelingen moeten toetreden, de toetreding van de EU tot deze regelingen en de coördinatie van de standpunten van de EU in dit verband. Een andere kwestie is de behoefte aan meer technische bijstand voor derde landen en aan internationale samenwerking. Voor deze samenwerking zijn er reeds de non-proliferatieclausules in de overeenkomsten tussen de EU en derde landen en regio's , zoals in de Overeenkomst van Cotonou. Het stabilisatieinstrument voor de periode 2007 - 2013 biedt ook een geprivilegieerd kader voor de technische bijstand.

Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief [Publicatieblad L 256 van 7.9.1987]. De doelstelling van deze verordening is de invoering van een goederennomenclatuur, "gecombineerde nomenclatuur" genoemd, die zowel voldoet aan de vereisten van het gemeenschappelijk douanetarief als aan die van de statistieken van de buitenlandse handel van de Gemeenschap, Taric genoemd.

Verordening (EEG) nr. 2603/69 van de Raad van 20 december 1969 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer [Publicatieblad L 324 van 27.12.1969]. Bij deze verordening wordt een gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer van de EG tot stand gebracht, gebaseerd op het beginsel van de vrijheid van uitvoer, en worden de procedures vastgesteld waarmee de Gemeenschap toezichts- en vrijwaringsmaatregelen kan treffen wanneer dit nodig is.

Laatste wijziging: 29.10.2007