Bepalingen ter uitvoering van het communautair douanewetboek

Door de vaststelling van het communautair douanewetboek werd de douanewetgeving gewijzigd, geconsolideerd, vereenvoudigd en in een enkel document samengebracht. Daarna moesten ook de uitvoeringsbepalingen van het douanewetboek, die tot de inwerkingtreding van de onderhavige verordening over tal van besluiten waren verspreid, in een enkele verordening worden samengebracht. De uitvoeringsbepalingen werden niet alleen vereenvoudigd, maar ook nauwkeuriger geformuleerd en aangepast aan de gewijzigde douanewetgeving en de werkingssfeer werd verruimd.

BESLUIT

Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek.

SAMENVATTING

Deze verordening bevat de bepalingen ter uitvoering van het communautair douanewetboek. Dit betekent dat de uitvoeringsbepalingen van het Europese douanerecht in een enkel document zijn samengebracht. Het bevat:

ALGEMENE UITVOERINGSBEPALINGEN

De algemene uitvoeringsbepalingen hebben met name betrekking op bindende inlichtingen, de oorsprong en waarde van goederen en de douaneaangifte.

Bindende inlichtingen

Een bindende inlichting is een bindende tariefinlichting (BTI) of een bindende oorsprongsinlichting (BOI):

Een aanvraag voor een BOI wordt gericht aan de douane van de EU-lidstaat waarin de inlichting moet worden gebruikt of aan de douane van de EU-lidstaat waar de aanvrager is gevestigd. De BOI moet binnen een bepaalde termijn aan de aanvrager worden toegezonden.

Een BTI wordt met behulp van een bij de verordening voorgeschreven formulier aangevraagd.

Oorsprong van goederen

De verordening bevat de regels aan de hand waarvan de oorsprong van goederen kan worden vastgesteld, dat wil zeggen het land waar zij zijn vervaardigd. Er zijn twee soorten oorsprong:

Wat de niet-preferentiële oorsprong van goederen betreft, is nader bepaald welke bewerkingen of verwerkingen goederen moeten ondergaan om aan de criteria te voldoen. Indien deze bewerkingen of verwerkingen in een bepaald land zijn verricht, hebben de goederen de oorsprong van dat land. Indien twee of meer landen bij de vervaardiging van een product zijn betrokken, heeft het product de oorsprong van het land waar de laatste ingrijpende be- of verwerkingen zijn verricht.

Wat de preferentiële oorsprong betreft, is nader bepaald op welke voorwaarden goederen een oorsprong kunnen verwerven op grond waarvan zij voor een preferentiële tariefbehandeling in aanmerking komen. Preferentiële tariefmaatregelen zijn door de EU eenzijdig vastgesteld ten gunste van bepaalde landen of groepen landen (ontwikkelingslanden - via het systeem van algemene preferenties (SAP) - en landen en gebieden in de westelijke Balkan). Om de preferentiële oorsprong te verwerven moet een product geheel en al in de bedoelde landen zijn vervaardigd, of het resultaat zijn van een voldoende be- of verwerking van ingevoerde goederen in die landen. De verordening bevat ook een lijst van verschillende categorieën producten, waarin is aangegeven wat onder een voldoende be- of verwerking van die producten wordt verstaan en beschrijft de procedures die in acht moeten worden genomen.

Douanewaarde

De rechtsgrond van de regelgeving betreffende de douanewaarde is de Overeenkomst inzake de douanewaarde van de Wereldhandelsorganisatie of WTO (World Trade Organisation). De regels van deze overeenkomst zijn opgenomen in het communautair douanewetboek en de uitvoeringsbepalingen van dit wetboek. De douanewaarde van goederen moet worden vastgesteld om de douanerechten te kunnen toepassen, en is ook van invloed op de belasting over de toegevoegde waarde (BTW), de statistieken en het handelsbeleid. De douanewaarde van goederen is hun transactiewaarde, dat wil zeggen de prijs die voor de goederen in het douanegebied van de EU daadwerkelijk is of moet worden betaald. Indien deze waarde zo niet kan worden vastgesteld, wordt de douanewaarde op andere wijze bepaald.

Goederen die het douanegebied binnenkomen

Na hun binnenkomst in het douanegebied van de Gemeenschap kunnen de goederen worden onderzocht of kunnen daarvan monsters worden genomen. Het onderzoek van de goederen wordt toegestaan op mondeling verzoek van de persoon die gemachtigd is de goederen een douanebestemming te geven. Monsters kunnen slechts worden genomen op schriftelijk verzoek van de betrokkene.

Douaneaangifte

De douaneaangifte kan worden gedaan:

Vereenvoudigde procedures

Er zijn vereenvoudigde procedures om goederen in het vrije verkeer te brengen, om ze onder een economische douaneregeling te plaatsen (zoals opslag in een douane-entrepot, veredeling, behandeling onder douanetoezicht of tijdelijke invoer) of om ze uit te voeren.

DOUANEBESTEMMINGEN

De bepalingen inzake de douanebestemmingen hebben met name betrekking op:

Douanestatus van goederen

Alle goederen die zich in het douanegebied van de Gemeenschap bevinden worden geacht communautaire goederen te zijn.

Worden echter geacht geen communautaire goederen te zijn:

Indien goederen geacht worden geen communautaire goederen te zijn, kan hun communautaire status slechts worden vastgesteld wanneer zij:

Douanevervoer

Onder de regeling extern communautaire douanevervoer kunnen goederen binnen het douanegebied van de Gemeenschap worden vervoerd. Deze regeling is van toepassing:

Communautaire goederen kunnen met behoud van hun communautaire status onder de regeling intern douanevervoer via een derde land van de ene naar de andere plaats in de EU worden vervoerd.

Bij douanevervoer moeten bepaalde procedures in acht worden genomen, waarvan de regeling communautair douanevervoer en de TIR-regeling de belangrijkste zijn.

Economische douaneregelingen

Met onder een economische douaneregeling geplaatste goederen kunnen bepaalde economische activiteiten worden uitgevoerd, zonder dat douanerechten behoeven te worden betaald. Economische douaneregeling hebben ten doel bepaalde economische activiteiten in de EU te beschermen. Zo kunnen niet-communautaire goederen in het douanegebied van de Gemeenschap worden opgeslagen of kunnen grondstoffen worden ingevoerd om in de EU te worden bewerkt en daarna weer te worden uitgevoerd. Deze regelingen zijn:

Uitvoer

Communautaire goederen moeten onder de regeling uitvoer worden geplaatst om het douanegebied van de EU verlaten. Hiervan uitgezonderd zijn goederen die onder de regeling passieve veredeling of een douanevervoerregeling zijn geplaatst.

De exporteur is de persoon voor wiens rekening de aangifte ten uitvoer wordt gedaan en die, ten tijde van de aanvaarding van de aangifte, eigenaar is van de goederen waarop de aangifte betrekking heeft of die een soortgelijk recht heeft om over de goederen te beschikken. Wanneer een buiten de EU gevestigde persoon eigenaar is van de goederen of een soortgelijk recht heeft om over de goederen te beschikken, wordt de in de EU gevestigde contractpartij als exporteur beschouwd.

Goederen die het douanegebied verlaten

Bij de verordening zijn de voorwaarden vastgesteld die van toepassing zijn op goederen die tijdens het vervoer van de ene naar de andere plaats in het douanegebied van de EU, dit douanegebied tijdelijk verlaten (om dan al dan niet via een derde land te worden vervoerd) en waarvan de uitvoer of het vertrek uit het douanegebied van de EU verboden is of aan beperkingen onderworpen.

SPECIALE BEHANDELING

Er zijn ook bepalingen voor communautaire goederen die, nadat zij zijn uitgevoerd, het douanegebied van de EU weer binnenkomen (terugkerende goederen). Hiermee moet worden voorkomen dat bij terugkeer in de EU weer invoerrechten moeten worden betaald op uitgevoerde communautaire goederen, die bijvoorbeeld niet verkocht konden worden of die teruggezonden werden omdat zij gebreken vertoonden. Ook worden de gevallen behandeld waarin de EU een restitutie betaalt of een ander voordeel bij uitvoer toekent, met name in het kader het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

DOUANESCHULD

In de verordening is bepaald in welke gevallen het niet nakomen van de voorschriften beschouwd kan worden als zonder werkelijke gevolgen voor de werking van de tijdelijke opslag of een douaneregeling. Dezelfde bepalingen gelden voor natuurlijke verliezen en goederen die zich in een bijzondere situatie bevinden, bijvoorbeeld goederen waarvan afstand is gedaan. Ook zijn er bepalingen over de voorwaarden waarop de douaneschuld niet wordt nagevorderd en de in verband daarmee te volgen procedures.

Terugbetaling of kwijtschelding van in- of uitvoerrechten

Beschreven is hoe een aanvraag om terugbetaling of kwijtschelding moet worden ingediend en welke procedure moet worden gevolgd. Met name is bepaald welke besluiten door de douaneautoriteiten van de EU-lidstaten en welke door de Commissie worden genomen en er is voorzien in bijstand tussen de douaneautoriteiten van de EU-lidstaten.

CONTROLE OP GEBRUIK EN BESTEMMING

De toepassing van bepaalde regels is soms afhankelijk van het bewijs dat de goederen op de voorgeschreven wijze zijn gebruikt of de voorgeschreven bestemming hebben gekregen. Dit bewijs wordt geleverd door een volgens de regels opgesteld en gebruikt "controle-exemplaar T5".

Referenties

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Verordening (EG) nr. 2454/93

14.10.1993

-

L 253 van 11.10.1993

Verordening (EG) nr. 2454/93 wordt regelmatig gewijzigd. De opeenvolgende wijzigingen en rectificaties zijn in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.

See also

Laatste wijziging: 30.07.2010