Specifiek programma "Samenwerking"

Dit specifiek programma beoogt vooral de samenwerking te versterken tussen de verschillende actoren van de onderzoekswereld om voor de Europese maatschappij concrete toepassingen tot stand te brengen voor de technologieën en kennis. Het zal effectiever het hoofd kunnen bieden aan de huidige en komende sociale, economische, ecologische en industriële uitdagingen. In dit document worden de kenmerken en doelstellingen alsmede de grote lijnen van het programma uiteengezet. De specifieke doelstellingen, benaderingen en activiteiten worden vervolgens per thema in detail behandeld.

BESLUIT

Beslissing 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifiek programma "Samenwerking" tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

SAMENVATTING

Een van de hoofddoelstellingen van het zevende kaderprogramma is van Europa het eerste mondiale wetenschappelijke en technologische centrum te maken. In dat verband beoogt het specifiek programma “Samenwerking” het ondersteunen van de samenwerking tussen universiteiten, industrieën, onderzoekscentra en overheid zowel in de Europese Unie (EU) als met de rest van de wereld.

Dit specifiek programma omvat 9 thema’s die corresponderen met de grote veelbelovende kennis- en technologiegebieden waarop, om de sociale, economische, milieu- en industriële uitdagingen te kunnen aangaan, de transnationale samenwerking moet worden ondersteund:

Voor de uitvoering van het specifiek programma wordt een bedrag van 32 413 miljoen euro nodig geacht voor de periode van 1 januari 2007 tot 31 december 2013.

ALGEMENE KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN

Het specifiek programma “Samenwerking” beoogt de realisatie van verschillende doelstellingen op min of meer lange termijn, waardoor het concurrentievermogen van de EU op wetenschappelijk en technologisch gebied zal kunnen worden versterkt.

Het gaat om de volgende doelstellingen:

De essentiële inbreng van dit specifiek programma zal vooral bestaan uit het samenbrengen van middelen, disciplines en wetenschappelijke excellentie. Bovendien zullen verbeterde coördinatie van nationaal beleid, EU-wijde verspreiding van resultaten, het creëren van pan-Europese onderzoeksteams en -netwerken en het aanpakken van pan-Europese beleidsuitdagingen de integratie van onderzoek en ontwikkeling op Europees niveau versterken.

Om de follow-up van de uitvoering van het programma te optimaliseren, is de invoering gepland van prestatie-indicatoren op drie niveaus:

DE THEMA'S: GROTE LIJNEN

De uitvoering van de negen thema's (zie hierboven) waarop het optreden van de EU betrekking zal hebben, heeft verschillende implicaties:

Gezondheid

Inzake gezondheid is het doel van het programma tweeledig. Het bestaat enerzijds uit de verbetering van de gezondheid op Europees en mondiaal niveau en anderzijds uit opvoering van het concurrentievermogen van Europese industrieën en bedrijven in deze sector.

In termen van aanpak zal het accent liggen op:

Het thema omvat drie grote activiteitsgebieden:

Het budget voor dit thema bedraagt 6 100 miljoen euro.

Voeding, landbouw en biotechnologie

Het doel van dit thema is een Europese kennisgebaseerde bio-economie op te bouwen door wetenschap, industrie en andere stakeholders bijeen te brengen. Het gaat er vooral om het onderzoek aan te passen aan de ontwikkeling van de huidige sociale en economische uitdagingen (gezonde voeding, duurzame ontwikkeling, productie, klimaatverandering, enz.).

Wat de aanpak betreft zal het accent vooral worden gelegd op:

In termen van activiteiten zal zich dit vertalen in:

Het budget voor dit thema bedraagt 1 935 miljoen euro.

Informatie- en communicatietechnologieën

Het doel van dit thema is het verbeteren van het concurrentievermogen van de Europese industrie en de aanpasbaarheid van de informatie- en communicatietechnologieën (ICT) teneinde aan de ontwikkeling van de Europese maatschappelijke en economische behoeften het hoofd te bieden.

Bij de gekozen aanpak gaat de voorrang naar:

De verschillende geplande activiteiten zullen zich concentreren op:

Het budget voor dit thema bedraagt 9 050 miljoen euro.

Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën

Het doel van dit thema bestaat erin het concurrentievermogen van de Europese industrie te verbeteren en ervoor te zorgen dat deze van een grondstoffenintensieve in een kennisintensieve industrie verandert.

Om dit doel te realiseren zijn twee types benaderingen gepland:

In termen van activiteiten wordt prioriteit gegeven aan de interdisciplinaire uitwerking van nieuwe producten en materialen, maar ook nieuwe procedés en technieken.

Het budget voor dit thema bedraagt 3 475 miljoen euro.

Energie

Het hoofddoel van dit thema is de omzetting van het huidige op fossiele brandstoffen gebaseerde energiesysteem in een duurzaam, gediversifieerd en rendabel systeem waarmee het hoofd kan worden geboden aan de urgente uitdagingen (energieafhankelijkheid, klimaatverandering en concurrentievermogen).

Wat de aanpak betreft zal het onderzoek zich dus richten op de ontwikkeling van rendabele technologieën voor het verbeteren van de rendabiliteit en het concurrentievermogen van de energie-economie van Europa.

De toepassingen zijn:

Het budget voor dit thema bedraagt 2 350 miljoen euro.

Milieu

De belangrijkste uitdaging in dit verband is de bevordering van het duurzaam beheer van het natuurlijk en het leefmilieu en de rijkdommen daarvan door onze kennis over de interacties tussen biosfeer, ecosystemen en menselijke activiteiten te verbeteren en nieuwe technologieën, instrumenten en diensten te ontwikkelen teneinde mondiale milieuaspecten op geïntegreerde wijze te kunnen benaderen.

Hiertoe wordt het accent gelegd op:

Betreffende de te ondernemen activiteiten voorziet het specifiek programma in onderzoek op verschillende gebieden om adequaat het hoofd te kunnen bieden aan de komende uitdagingen:

Het budget voor dit thema bedraagt 1 890 miljoen euro.

Vervoer

Op het gebied van bestaat het doel er vooral in structuren op te zetten die concurrerender, zekerder maar ook groener zijn.

In termen van aanpak zal prioriteit worden gegeven aan de ontwikkeling en uitvoering van nieuw beleid waarbij de technologische vorderingen ten dienste van duurzaam Europees vervoer worden gesteld. In dat verband biedt het Europese mondiale satellietnavigatiesysteem dat Galileo en EGNOS omvat tal van mogelijkheden die moeten worden geëxploiteerd.

Zowel wat het luchtvervoer als wat het oppervlaktevervoer (spoor, weg en water) betreft zijn diverse activiteiten gepland.

Ten aanzien van het luchtvervoer:

Ten aanzien van het oppervlaktevervoer:

Het budget voor dit thema bedraagt 4 160 miljoen euro.

Sociaal-economische wetenschappen en geesteswetenschappen

Het doel is een dieper inzicht te verkrijgen in de verschillende sociaal-economische uitdagingen waarmee Europa wordt geconfronteerd, zoals groei, werkgelegenheid en concurrentievermogen, teneinde een verbeterde kennisbasis voor beleid op de betrokken gebieden te creëren.

Naast sociaal-economisch onderzoek en geesteswetenschappen-onderzoek zullen de activiteiten in dat verband ook op de relevante nationale programma's worden gebaseerd. De werkzaamheden zullen worden vergemakkelijkt door het opzetten van aangepaste onderzoeksstructuren. Er zullen op bepaalde groepen en het publiek in het algemeen gerichte specifieke verspreidingsactiviteiten worden uitgevoerd zoals workshops en conferenties voor onderzoekers waar discussies met beleidsmakers en andere stakeholders mogelijk zijn, en verspreiding van resultaten via uiteenlopende media.

De voornaamste activiteiten zullen vooral bestaan uit onderzoek naar:

Het budget voor dit thema bedraagt 623 miljoen euro.

Ruimtevaart en veiligheid

Op deze twee gebieden zijn er velerlei doelstellingen:

Met betrekking tot de veiligheid zal prioriteit worden gegeven aan de civiele dimensie. Het onderzoek zal een multidisciplinair karakter hebben. Het zal steunen op twee pijlers: de ontwikkeling van methoden en de integratie, demonstratie en validatie van technologieën. De activiteiten bestrijken vier veiligheidstaakgebieden met een Europese toegevoegde waarde (bescherming tegen terrorisme en criminaliteit, beveiliging van de infrastructuren en openbare nutsvoorzieningen, veiligheid van de grenzen, herstel van de veiligheid in crisissituaties) alsmede drie gebieden die voor alle sectoren van gemeenschappelijk belang zijn (integratie en interoperabiliteit van veiligheidssystemen, veiligheid en maatschappij en de coördinering en opbouw van veiligheidsonderzoek.).

Op ruimtevaartgebied dienen de satelliettechnologieën ten dienste te worden gesteld van de Europese maatschappij (veiligheid, milieu, communicatie), maar moeten ook activiteiten voor het verkennen van de ruimte worden ondersteund.

Het budget voor ruimtevaart bedraagt 1 430 miljoen, dat voor veiligheid 1400 miljoen euro.

Context

Sinds 1984 volgt de EU een beleid van onderzoek en technologische ontwikkeling dat is gebaseerd op meerjarige kaderprogramma’s. Het zevende kaderprogramma is het tweede sinds de lancering van de Lissabon-strategie in 2000 en moet in de komende jaren een cruciale rol spelen voor de groei en de werkgelegenheid in Europa. De Commissie wil de door het onderzoeks-, onderwijs- en innovatiebeleid gevormde "kennisdriehoek" ontwikkelen teneinde kennis in dienst te stellen van economische dynamiek en van vooruitgang op sociaal gebied en op het gebied van milieu.

Referenties

Besluit

Inwerkingtreding - Vervaldatum

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Beslissing 2006/971/EG

1.1.2007 - 31.1.2013

-

L 400 van 30.12.2006

GERELATEERDE BESLUITEN

Mededeling van de Commissie van 29 april 2009 aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s betreffende de voortgang bij de uitvoering van het Zevende Kaderprogramma voor Onderzoek van de EU [COM(2009) 209 definitief - Niet gepubliceerd in het Publicatieblad].

De instrumenten voor collaboratief onderzoek van het programma Samenwerking stellen de industrie en de academische wereld in staat samen te werken in een omgeving van “open innovatie” en bij te dragen tot het vrije verkeer van kennis en technologieën. De Europese toegevoegde waarde en structurerende effecten met betrekking tot de Europese Onderzoeksruimte (EOR) zijn, los van de omvang en de reikwijdte van het instrument, doorslaggevende criteria voor het kiezen van prioritaire thema’s.

See also

Laatste wijziging: 15.01.2010