De rol van het cohesiebeleid bij de tenuitvoerlegging van de Lissabonstrategie (2007-2013)

De Commissie geeft een overzicht van de strategieën en de nationale programma's van het cohesiebeleid voor de periode 2007-2013. Zij geeft aan dat het merendeel van de 347 miljard euro die voor dit beleid beschikbaar zijn, geïnvesteerd zullen worden in de prioriteiten van de Lissabonstrategie, namelijk in de kenniseconomie, onderzoek, ontwikkeling en innovatie, menselijk kapitaal en bedrijfsontwikkeling.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 11 december 2007: “Uitvoering van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid door de lidstaten en de regio's in het kader van het cohesiebeleid, 2007-2013” [COM(2007) 798 definitief – Niet in het Publicatieblad verschenen].

SAMENVATTING

De Commissie geeft een eerste overzicht van de resultaten van de besprekingen over de nieuwe programma’s en strategieën van het hervormde cohesiebeleid. Zij schenkt aandacht aan de rol die deze programma's en strategieën kunnen vervullen in het kader van de hernieuwde Lissabonstrategie.

Deze mededeling maakt deel uit van het pakket dat de acties van de Europese Unie (EU) omvat, die moeten bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van Lissabon voor 2008-2011, en zij beoordeelt de vooruitgang die in de periode 2005-2007 is geboekt bij de verwezenlijking van deze doelstellingen.

Cohesiebeleid in het middelpunt van het Lissabonproces

Sinds de hervorming van 2006 is het cohesiebeleid gericht op de verwezenlijking van de prioriteiten van de Lissabonstrategie voor de periode 2007-2013, namelijk: de EU aantrekkelijker maken om te werken en te investeren, innovatie, ondernemerschap en de groei van de kenniseconomie aanmoedigen, en meer en betere banen scheppen.

De hervorming van het cohesiebeleid heeft geleid tot decentralisatie van de verantwoordelijkheden ten gunste van plaatselijke en regionale partners, bundeling van plaatselijke en regionale kennis en middelen en ontwikkeling van op maat gesneden lokale en regionale strategieën.

De inspanningen om de Lissabondoelstellingen te verwezenlijken moeten worden voortgezet. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de specifieke context en de specifieke problemen van elk land. De lidstaten wordt verzocht hun steun te verlenen aan acties die bijdragen aan de verwezenlijking van deze doelstellingen en aan de in de nationale hervormingsprogramma's voorgenomen structurele hervormingen.

Voorrang aan de Lissabonprioriteiten

Tijdens de periode 2007-2013 is voor het Europese cohesiebeleid 347 miljard euro beschikbaar, plus 160 miljard uit nationale publieke en private middelen. Ongeveer 80 % van deze middelen zal worden toegekend aan de regio’s die onder de "convergentiedoelstelling" vallen, en 65 % hiervan zal worden geïnvesteerd in Lissabongerelateerde doelstellingen. De regio’s die onder de "doelstelling regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid" vallen, ontvangen 16 % van de steun voor het cohesiebeleid, waarvan 82 % is bestemd voor Lissabongerelateerde acties.

De inspanningen zullen zich toespitsen op de vier prioriteiten van de Lissabonstrategie, namelijk:

Meer investeren in kennis en innovatie

In de cohesieprogramma's wordt 85 miljard euro uitgetrokken voor investeringen in kennis en innovatie, met name om het innovatievermogen van het bedrijfsleven te verbeteren (49,5 miljard) en vaardigheden te ontwikkelen; om de verspreiding, het gebruik en de ontwikkeling van technologieën te bevorderen; om bedrijven op te richten en om te voorzien in een flexibelere beroepsbevolking.

Het komt erop aan het potentieel van de bestaande excellentiecentra te benutten, het nationale en regionale vermogen op dit gebied te verbeteren, particuliere investeerders aan te trekken en beter gebruik te maken van het bestaande potentieel. Deze doelstellingen vereisen een gezamenlijk optreden om een nieuwe generatie infrastructuur, laboratoria en onderzoeksinstrumenten van wereldklasse te lanceren.

Ontsluiting van het ondernemingspotentieel

Het cohesiebeleid helpt het midden- en kleinbedrijf (mkb) te investeren in menselijk kapitaal, efficiënte managementsystemen in het leven te roepen, beter op economische veranderingen te anticiperen en de bureaucratie te beperken.

Voor 2007-2013 wordt ongeveer 19 miljard euro uitgetrokken om het mkb in staat te stellen hun concurrentievermogen te verbeteren en toegang tot internationale markten te krijgen. Dankzij de JEREMIE- en JESSICA-initiatieven, die ten doel hebben het aanbod van innovatieve financiële-instrumenteringsproducten in de regio's te vergroten, zal het MKB ook toegang hebben tot andere financieringsbronnen.

Op het gebied van steun voor microkrediet werd het JASMINE-initiatief aangenomen, dat belangrijk is voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de verbetering van de sociale integratie. Voorts is een mededeling goedgekeurd die als richtsnoer moet dienen voor de synergieën tussen het cohesiebeleid, de kaderprogramma's voor onderzoek en het programma voor concurrentievermogen en innovatie.

Verbetering van de inzetbaarheid door flexizekerheid

Tijdens de periode 2007-2013 zal in het kader van het cohesiebeleid ongeveer 50 miljard euro worden uitgetrokken om diverse acties op het gebied van flexizekerheid te financieren. Doel van de nieuwe programma’s is om de inzetbaarheid door flexizekerheid te verbeteren, door ondernemingen te helpen toekomstgerichte humanresourcesstrategieën te ontwikkelen, productievere werkvormen in te voeren en het overgangsproces als gevolg van herstructureringen te vergemakkelijken.

De beleidsmaatregelen inzake arbeidsmarkt, onderwijs en opleiding stellen de beroepsbevolking in de gelegenheid de nodige competenties en kwalificaties te verwerven. Er zullen meer middelen worden toegekend voor de hervorming van de onderwijs- en opleidingsstelsels (25,3 miljard euro).

Beter beheer van energiebronnen

De nieuwe programma's leggen meer nadruk op de verbetering van het beheer van de energiebronnen en het streven naar een efficiënt en geïntegreerd energiebeleid. Ten opzichte van de periode 2000-2006 zullen de investeringen in hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie onder de "convergentiedoelstelling" en de "doelstelling regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid" respectievelijk vijf en zeven keer hoger liggen.

Inachtneming van de aanbevelingen en prioriteiten

De investeringen ten behoeve van de verwezenlijking van de Lissabondoelstellingen hebben betrekking op velerlei terreinen die vanwege hun complexiteit problemen kunnen inhouden voor de lidstaten. Om aan die moeilijkheden het hoofd te kunnen bieden zal 51 miljard euro worden uitgetrokken voor de programma’s die ten doel hebben de synergieën tussen milieubescherming, risicopreventie en groei te versterken.

Een adequaat vervoersnetwerk is een eerste vereiste voor economische ontwikkeling. Daarom wordt prioriteit verleend aan de uitbreiding van de trans-Europese vervoersnetwerken (TEN-T), waarvoor 38 miljard euro wordt uitgetrokken. Voorts wordt 34 miljard euro toegekend aan projecten die de toegankelijkheid van de TEN-T verbeteren en het gebruik van milieuvriendelijkere vervoerssystemen bevorderen.

Ongeveer 3,6 miljard euro zal worden gebruikt om de overheidsadministraties en -diensten te helpen moderniseren, zodat zij doeltreffende beleidsmaatregelen kunnen ontwikkelen en uitvoeren. Bovendien zal de faciliteit voor technische bijstand JASPERS de nieuwe lidstaten helpen bij de ontwikkeling van hoogwaardige projecten die voor steun van de EU in aanmerking komen.

Bevordering van partnerschappen

Over het geheel genomen vindt er een nauwe samenwerking plaats tussen de partijen die belast zijn met de coördinatie van de uitvoering van de nationale hervormingsprogramma's en die welke voor de ontwikkeling van de strategieën en de programma's van het cohesiebeleid verantwoordelijk zijn. Indien de samenwerking desondanks ontoereikend is, moeten de inspanningen worden versterkt.

Alle belanghebbenden moeten nauw samenwerken bij de ontwikkeling en de uitvoering van de programma’s van het cohesiebeleid. Daarbij zijn zowel "verticale" partners (Gemeenschap, nationale, regionale en lokale autoriteiten) als "horizontale" belanghebbenden (vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, vakbonden, ngo's, enz.) betrokken.

Beoordeling en follow-up van het cohesiebeleid in het kader van het Lissabonproces

Er wordt regelmatig verslag uitgebracht over de bijdrage van het cohesiebeleid aan de verbetering van de groei en de werkgelegenheid om kruiscontroles mogelijk te maken en garanties te bieden voor een coherent beheer van de nationale hervormingsprogramma’s en de programma's van het cohesiebeleid.

De lidstaten brengen jaarlijks verslag uit over de aan elk programma toegekende steun en bovendien moeten zij in 2009 en 2012 een verslag indienen over de rol van het cohesiebeleid bij de verwezenlijking van het Lissabonprogramma.

De Commissie zal (in 2010 en 2013) een verslag opstellen over de nationale bijdragen en de noodzaak om de programma’s aan te passen aan de nieuwe uitdagingen.

GERELATEERDE BESLUITEN

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de resultaten van de onderhandelingen betreffende de cohesiebeleidsstrategieën en -programma's voor de programmeringsperiode 2007-2013 [COM(2008) 301 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen]. Na de onderhandelingen (EN) met de lidstaten stelt de Commissie de prioriteiten voor van de programmering van het cohesiebeleid voor de periode 2007-2013. Overeenkomstig de doelstellingen van de Lissabonstrategie bieden de aan de doelstellingen inzake convergentie, concurrentievermogen en territoriale samenwerking toegewezen financiële middelen ondersteuning op het gebied van innovatie, onderzoek, vaardigheden en menselijk kapitaal.

De regionale en sectorale strategieën werden aangepast aan nieuwe uitdagingen. Zo moeten de investeringen bijdragen tot het wereldwijde concurrentievermogen van de Europese ondernemingen door hen gemakkelijker toegang te geven tot de markten en door hen hulp te bieden bij herstructureringen. Door de vergrijzing van de bevolking en de demografische evolutie van de Europese maatschappij moeten de arbeidsparticipatie en de vaardigheden van de werknemers worden verbeterd. Het cohesiebeleid heeft met name tot doel migranten in het arbeidsproces op te nemen en discriminatie, armoede en uitsluiting te bestrijden. De programma’s ondersteunen de ontwikkeling van nieuwe milieudiensten, nieuwe vaardigheden alsmede de financiering van infrastructuur, teneinde de Europese doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling, klimaatverandering en energiebeleid te realiseren.

Het gedecentraliseerde beheer van het fonds is cruciaal voor de doeltreffendheid van de programma’s. Met het partnerschap dat bij de uitwerking van de strategieën op meerdere niveaus werd aangegaan tussen de overheden en het maatschappelijk middenveld kunnen de investeringen ook beter worden afgestemd op de regionale en lokale omstandigheden. Bovendien draagt de uitwisseling van goede praktijken uit voorgaande programma’s bij tot de efficiëntie van de overheidsuitgaven. De verspreiding ervan gebeurt in het kader van communautaire initiatieven, met name het nieuwe initiatief “Regio’s voor economische verandering (EN) (FR)”, en de doelstelling inzake territoriale samenwerking.

Laatste wijziging: 03.03.2009