Intensievere Europese samenwerking inzake beroepsonderwijs en -opleiding

 

SAMENVATTING VAN:

Declaration of the European Ministers of Vocational Education and Training, and the European Commission on enhanced European cooperation in vocational education and training (Verklaring van de Europese ministers voor beroepsonderwijs en -opleiding, en de Europese Commissie betreffende intensievere Europese samenwerking inzake beroepsonderwijs en -opleiding)

WAT IS HET DOEL VAN DEZE VERKLARING?

KERNPUNTEN

Het Proces van Kopenhagen maakt integraal onderdeel uit van de strategische set regels „Education and training” (Onderwijs en opleiding, ET 2020) en heeft als doel bij te dragen aan opleidingsgerelateerde doelstellingen van de strategie Europa 2020.

Het proces bestaat uit:

Prioriteiten

De prioriteiten die zijn vastgesteld in de Verklaring van Kopenhagen, vormen de basis voor vrijwillige samenwerking in het beroepsonderwijs. Binnen de doelstelling van 2010 richtten zij zich op:

Resultaten

In een reeks communiqués zijn het succes van de EU met betrekking tot het bereiken van deze doelen en de stappen om de samenwerking op het gebied van het beroepsonderwijs verder te bevorderen, nader toegelicht.

Het Communiqué van Maastricht van 2004 bevestigt het succes van het Proces van Kopenhagen op het gebied van het verhogen van de zichtbaarheid en het profiel van het beroepsonderwijs op Europees niveau. Hierin zijn tevens de prioriteiten verder uitgewerkt die zijn opgesteld door de Verklaring van Kopenhagen, en zijn specifieke prioriteiten voor de inspanningen op het gebied van het beroepsonderwijs op nationaal niveau uiteengezet, waaronder:

In het Communiqué van Helsinki van 2006 werd het Proces van Kopenhagen geëvalueerd en werden de prioriteiten en strategieën onder de loep genomen. Er werd een aantal resultaten geconstateerd, waaronder:

In het Communiqué van Bordeaux van 2008 werden de prioriteiten en strategieën van het Proces van Kopenhagen onder de loep genomen in het licht van een toekomstig onderwijs- en opleidingsprogramma na 2010. In het communiqué werd geconcludeerd dat het proces effectief is gebleken in het bevorderen van het imago van het beroepsonderwijs, terwijl tegelijkertijd de diversiteit van nationale systemen voor beroepsonderwijs bleven gehandhaafd. Er werd echter ook opgeroepen tot een nieuwe impuls, met name op het gebied van:

In het Communiqué van Brugge van 2010 werden strategische langetermijndoelstellingen vastgesteld voor Europese samenwerking in het beroepsonderwijs voor de periode 2011-2020, samen met een lijst van 22 verwachte resultaten op de korte termijn voor de periode 2011-2014, waarin concrete acties op nationaal niveau werden vastgelegd om deze doelstellingen te bereiken. In deze doelstellingen, die nog steeds waren gebaseerd op de beginselen van het Proces van Kopenhagen, werd geput uit eerdere resultaten. Ze waren echter nog altijd gericht op huidige en toekomstige uitdagingen.

Hierin werd geconcludeerd dat het Proces van Kopenhagen:

Er werd vastgesteld dat als het beroepsonderwijs op huidige en toekomstige uitdagingen moet kunnen reageren, het Europese onderwijs- en opleidingssysteem onder andere:

In de Conclusies van Riga werd een lijst uiteengezet van nieuwe doelstellingen voor de periode 2015-2020, gebaseerd op een beoordeling van de resultaten van de doelstellingen voor de periode 2011-2014.

De beoordeling wees uit dat deze doelstellingen zowel de landen van de Europese Unie als kandidaat-landen had geholpen zich te richten op hervormingen en deze te implementeren. Voor de periode 2015-2020 werden vijf prioriteiten opgesteld:

ACHTERGROND

* KERNBEGRIPPEN

Een leven lang leren: maakt het voor mensen mogelijk om, in elke fase van hun leven, deel te nemen aan stimulerende leerervaringen

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verklaring van de Europese ministers voor beroepsonderwijs en -opleiding en de Europese Commissie, opgesteld in Kopenhagen op 29 en 30 november 2002, betreffende intensievere samenwerking inzake beroepsonderwijs en -opleiding — „De Verklaring van Kopenhagen” (niet gepubliceerd in het Publicatieblad)

Laatste bijwerking 11.10.2016