Voorwaarden voor toetreding tot de eurozone (convergentiecriteria)

 

SAMENVATTING

WAT DOET HET PROTOCOL (NR. 13) BETREFFENDE DE CONVERGENTIECRITERIA?

Bij dit protocol worden de vier economische en financiële voorwaarden — bekend als de convergentiecriteria — vastgelegd waaraan EU-landen die niet de euro als munteenheid hebben, moeten voldoen om de eenheidsmunt te mogen aannemen. Het omvat tevens de procedure om hun lidmaatschap goed te keuren.

KERNPUNTEN

De vier voorwaarden waaraan een toekomstig euroland moet voldoen, zijn:

Prijsstabliteit: het land moet een inflatiepercentage hebben dat gedurende één jaar niet meer dan 1,5 % hoger ligt dan dat van de drie eurolanden die op het gebied van prijsstabiliteit het best presteren in de eurozone. Dit moet aantonen dat inflatie onder controle is.

Overheidsfinanciën: het land moet ervoor zorgen dat deze financiën gezond en houdbaar zijn door financiering en de staatsschuld te beperken en buitensporige tekorten te voorkomen. Het tekort zou niet meer dan 3 % en de schuld niet meer dan 60 % van het nationale bbp moeten zijn.

Wisselkoersstabiliteit: het land moet gedurende ten minste twee jaar buitensporige wisselkoersschommelingen voorkomen door deel te nemen aan het systeem (bekend als het Europees wisselkoersmechanisme) dat betrekking heeft op wisselkoersen tussen euro- en niet-euro-landen. Het land mag met name gedurende deze periode zijn valuta niet hebben gedevalueerd.

Convergentie van rentetarieven: het land moet een langetermijnrente hebben die niet meer dan twee procentpunten hoger ligt dan die van de drie eurolanden die op het gebied van prijsstabiliteit het best presteren.

Andere belangrijke punten

Om de twee jaar, of op verzoek van een niet-euro-land, beoordelen de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank de voortgang die is geboekt door kandidaatlanden om aan de convergentiecriteria te voldoen. De beoordelingen worden in convergentieverslagen gepubliceerd.

Op voorstel van de Commissie besluiten EU-overheden of een land klaar is om de euro als munteenheid in te voeren. Dit besluit wordt genomen na overleg met het Europees Parlement en op basis van een bij een gekwalificeerde meerderheid aangenomen aanbeveling van landen die de eenheidsmunt reeds in gebruik hebben.

ACHTERGROND

De juridische grondslag voor de convergentiecriteria is artikel 140 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (EU), en deze criteria zijn onderworpen aan Protocol nr. 13 dat is gehecht aan de oprichtingsverdragen van de EU.

Laatste bijwerking 02.12.2015