Letland

1) REFERENTIES

Advies van de Commissie [COM(97) 2005 def. - Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad]Verslag van de Commissie [COM(98) 704 def. - Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad]Verslag van de Commissie [COM(1999) 506 def. - Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad]Verslag van de Commissie [COM(2000) 706 def. - Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad]Verslag van de Commissie [COM(2001) 700 def. - SEC(2001) 1749 - Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad]Verslag van de Commissie [COM(2002) 700 def. - SEC(2002) 1405 - Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad]Verslag van de Commissie [COM(2003) 675 def. - SEC(2003) 1203 - Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad] Verdrag betreffende de toetreding tot de Europese Unie [Publicatieblad L 236 van 23.9.2003]

2) SAMENVATTING

In haar advies van juli 1997 verklaarde de Europese Commissie dat vooruitgang was geboekt met de aanpassing van de wetgeving inzake kartelbestrijding en overheidssteun en dat de goedkeuring van de nieuwe mededingingswet en de twee wetsontwerpen inzake overheidssteun een belangrijke stap betekenden. Wat staatssteun betreft was de Commissie echter van mening dat de nodige transparantie nog niet was gegarandeerd en dat aanzienlijke inspanningen zouden moeten worden geleverd om op middellange termijn aan de communautaire criteria op dit gebied te kunnen voldoen, en dat daartoe nauw met de Europese Gemeenschap zou moeten worden samengewerkt.

In het verslag van november 1998 werd geconstateerd dat enige voortgang was geboekt op het gebied van de antitrust- en staatssteunwetgeving, met name dat de nieuwe mededingingswet in werking was getreden. Extra inspanningen moesten echter worden geleverd in de sector staatssteun, om een volledige en actuele inventarisatie van de staatssteunmaatregelen te maken, waardoor de transparantie van de procedures voor de toekenning van deze steun wordt gegarandeerd.

In haar verslag van oktober 1999 legde de Commissie de nadruk op de vooruitgang die was geboekt op het gebied van de antitrustwetgeving, waarin voorschriften waren vastgesteld inzake groepsvrijstellingen voor overeenkomsten, en richtsnoeren waren goedgekeurd waarin wordt beschreven op welke wijze de aanmelding van overeenkomsten en fusies moet geschieden. Op het gebied van staatssteun werd het jaarlijks verslag verbeterd. Bovendien functioneerden de hiervoor verantwoordelijke autoriteiten beter, wat verklaarde dat in het licht van het communautaire acquis een stijgend aantal antitrustzaken en staatssteunzaken werd behandeld. Gezien deze vooruitgang concludeerde de Commissie dat de prioriteiten op korte en middellange termijn van het Partnerschap voor toetreding op het gebied van mededinging en staatssteun grotendeels waren uitgevoerd.

Volgens het verslag van november 2000 ging Letland toen verder met de aanpassing van zijn wetgeving aan het acquis op het gebied van afspraken tussen ondernemingen en overheidssteun. De Raad voor de mededinging en de Commissie voor toezicht op overheidssteun waken over de toepassing van de wetgeving.

In het verslag van oktober 2001 werd aangestipt dat er een nieuwe wet op de mededinging was aangenomen en dat de wet inzake de staatssteun voor speciale economische zones en vrijhavens was gewijzigd. Deze twee elementen maken dat de Letse wetgeving nu veel meer in overeenstemming is met het acquis communautaire.

In het verslag van oktober 2002 stond dat Letland op dit gebied nog meer vorderingen had gemaakt. Letland moest echter nog belangrijke inspanningen leveren om haar capaciteit op justitieel en administratief gebied te versterken, zodat dat land op het gebied van antitrustwetgeving verzekerd is van een doeltreffende uitvoering.

Volgens het verslag van november 2003 komt Letland de meeste van zijn toezeggingen op het gebied van kartels en staatssteun na, maar moeten op administratief gebied nog aanvullende inspanningen worden geleverd.

Het toetredingsverdrag is ondertekend op 16 april 2003 en de toetreding vond plaats op 1 mei 2004.

ACQUIS COMMUNAUTAIRE

Het mededingingsbeleid van de Europese Gemeenschap is gebaseerd op artikel 3, onder g), van het EG-Verdrag, waarin is bepaald dat de Gemeenschap moet beschikken over "een regime waardoor wordt verzekerd dat de mededinging binnen de interne markt niet wordt vervalst". De voornaamste toepassingsgebieden zijn afspraken tussen ondernemingen en overheidssteun.

De op 12 juni 1995 ondertekende Europa-Overeenkomst met Letland wordt van kracht na ratificatie door alle lidstaten van de Europese Gemeenschap. De Europa-Overeenkomst behelst mededingingsregels die van toepassing zijn op de handelsbetrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en Letland, gebaseerd op de artikelen 81, 82, en 87 van het Verdrag (voormalige artikelen 85, 86 en 92) (afspraken tussen ondernemingen, misbruik van machtspositie en overheidssteun) en bepaalt dat binnen drie jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst toepassingsregelingen zullen worden vastgesteld.

Bovendien bepaalt de Europa-Overeenkomst dat Letland zijn mededingingswetgeving aan die van de Gemeenschap aanpast.

Het witboek maakt melding van de geleidelijke toepassing van bovengenoemde bepalingen en van de bepalingen krachtens de concentratieverordening (4064/89) en de artikelen 31 (oud artikel 37) en 86 (oud artikel 90) (monopolies en bijzondere rechten) van het EG-Verdrag.

EVALUATIE

Wat de antitrustwetgeving betreft heeft Letland haar wetgeving aan het acquis communautaire aangepast. De eerste "Wet mededinging en beperking monopolies" werd in 1991 goedgekeurd. In 1997 werd deze vervangen door een tweede wet, die weer in 2001 is gewijzigd. Door deze wijziging, die in januari 2002 in werking is getreden, zijn de belangrijkste communautaire antitrustregels, wat afspraken tussen ondernemingen, misbruik van machtspositie en concentraties betreft, nu in de Letse wetgeving omgezet. Er moeten nog toepassingsbepalingen worden goedgekeurd wat de verticale overeenkomsten en de horizontale samenwerking betreft.

De Raad voor de mededinging en het mededingingsbureau (het uitvoerend orgaan van de Raad) zijn goed gevorderd bij de tenuitvoerlegging van de nieuwe wetgeving. Er moet nog een afschrikkend sanctiebeleid worden ingevoerd tegen afspraken die ernstige concurrentievervalsing tot gevolg hebben. In dat verband lijkt het noodzakelijk dat de Raad voor de mededinging meer middelen en meer personeel krijgt.

Wat staatssteun betreft, werd in 1998 een wet goedgekeurd waarin de basisbeginselen van het EU-beleid zijn opgenomen en waardoor een eigen systeem voor toezicht op de staatssteun kon worden opgezet. Voorts is de in 2001 ingevoerde wijziging van de Letse wetgeving betreffende de speciale economische zones en vrijhavens een extra stap naar de volledige aanpassing aan het acquis.

De commissie voor toezicht op staatssteun, die op gezette tijden controles ex ante op de verenigbaarheid van de overheidssteun met het acquis uitvoert, heeft er in 2002 een afdeling staatssteuncontrole bijgekregen, waarmee de administratieve capaciteit is vergroot.

De onderhandelingen over dit hoofdstuk zijn voorlopig afgesloten (zie Verslag 2002). Letland heeft op dit gebied niet om overgangsmaatregelen verzocht. Letland zou echter nog belangrijke inspanningen moeten leveren om haar capaciteit op justitieel en administratief gebied te versterken, zodat dat land op het gebied van antitrustwetgeving verzekerd is van een doeltreffende uitvoering.

Laatste wijziging: 04.03.2004