Koppeling van het multilaterale handelsstelsel aan arbeidsnormen

De Europese Unie verkent de mogelijkheden voor een discussie in het kader van de Wereldhandelsorganisatie over een koppeling van het multilaterale handelsstelsel aan de internationaal erkende arbeidsnormen, met inachtneming van het essentiële beginsel dat de comparatieve voordelen van de ontwikkelingslanden onveranderd blijven.

MAATREGEL

Mededeling van de Commissie van 24 juli 1996 aan de Raad betreffende het verband tussen het handelsstelsel en de internationaal erkende arbeidsnormen [COM(1996) 402 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].

SAMENVATTING

De Europese burgers en de politieke autoriteiten mogen niet onverschillig blijven staan tegenover schending van de mensenrechten in arbeidsverhoudingen. Schending kan de vorm aannemen van beroving van fundamentele vrijheden (slavernij, dwangarbeid, kinderarbeid, verbod op vereniging of collectief overleg).

De Europese Unie moet zich beijveren voor waarborging van de eerbiediging van de fundamentele vrijheden die tot meer met de economische ontwikkeling en de sociale structuren van de verschillende landen overeenstemmende arbeids- en levensomstandigheden kunnen leiden.

De Commissie geeft de voorkeur aan een progressieve aanpak op basis van de grondrechten van de mens waarbij niet getornd wordt aan het recht van de ontwikkelingslanden om van het voordeel van een overvloed aan goedkope arbeidskrachten te profiteren. De Commissie is van mening dat deze vraagstukken in de WTO hadden moeten worden besproken.

Het in 1994 door de OECD ingestelde onderzoek naar handel, werkgelegenheid en internationaal erkende arbeidsnormen heeft voornamelijk betrekking op een aantal algemeen erkende fundamentele arbeidsnormen: vrijheid van vereniging en collectief overleg, afschaffing van kinderarbeid, verbod van dwangarbeid en geen discriminatie op werkgelegenheidsgebied. Uit dit onderzoek komt naar voren dat de economische effecten van deze normen waarschijnlijk gering zijn en dat zij geen negatieve uitwerking op de economische prestatie en de concurrentiepositie van de ontwikkelingslanden hebben.

De IAO heeft een werkgroep ingesteld om de sociale aspecten van de liberalisering van de internationale handel te bestuderen. Gezien de moeilijkheden waarop zij gestuit zijn, heeft de groep tot opschorting van nadere discussie over de door een sociale clausule en een sanctiemechanisme tot stand te brengen koppeling van internationale handel en arbeidsnormen besloten.

Op de sociale top in Kopenhagen hebben staatshoofden en regeringsleiders uit de hele wereld vastgesteld dat de fundamentele arbeidsnormen het best geformuleerd zijn in de conventies van de IAO op dit gebied.

In het kader van haar nieuwe APS-stelsel (Algemeen Preferentiestelsel) heeft de Unie twee soorten maatregelen ingevoerd:

Op bilateraal niveau voorzien de samenwerkingsovereenkomsten van de Unie met derde landen in economische en sociale samenwerking: programma's voor financiële en technische hulpverlening op onderwijsgebied en ter bevordering van de arbeidsparticipatie van vrouwen.

Bovendien moet er sedert 1992 in alle overeenkomsten met derde landen een mensenrechtenbeding worden opgenomen. Dit beding heeft betrekking op alle rechten, niet alleen op de politieke en burgerrechten maar ook op het recht op ontwikkeling en op de economische, culturele en sociale rechten.

Op multilateraal niveau wijst de Commissie op:

De IAO beschikt over mechanismen om op de toepassing van de internationale arbeidsconventies toe te zien. Er kunnen echter geen sancties worden genomen. De toegepaste mechanismen hebben een moreel effect (vooral op de publieke opinie) maar zijn niet bindend. Het streven naar bevordering van arbeidsnormen vereist versterking van de controlesystemen en de slagkracht van de IAO.

Bij eventuele debatten in de WTO zou van drie belangrijke aspecten moeten worden uitgegaan:

De Commissie stelt de Raad voor om tijdens de ministerconferentie van de WTO in Singapore (9-13 december 1996) naar oprichting van een werkgroep ter bestudering van een koppeling tussen het multilaterale handelsstelsel en fundamentele arbeidsnormen te streven.

VERBONDEN MAATREGELEN

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 18 september 2002 met als titel: "Handel en ontwikkeling: hulp aan ontwikkelingslanden om de voordelen van handel te benutten " [COM(2002) 513 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen]

Studie van de OESO over de internationale handel en de fundamentele arbeidsnormen (1996, bijgewerkt in 2000)

In de studie wordt aandacht besteed aan de wisselwerking tussen de liberalisering van de handel en de toepassing van de fundamentele arbeidsnormen. Zo blijkt dat de landen die de fundamentele arbeidsnormen niet in acht nemen, geen concurrentievoordeel hebben in het internationale handelsverkeer, geen directe buitenlandse investeringen aantrekken, en ook geen betere exportprestaties leveren. Omgekeerd wordt geconstateerd dat aangescherpte fundamentele arbeidsnormen de economische groei en efficiëntie kunnen stimuleren.

Conclusies van de Raad van oktober 1999 over handel en arbeid

De Raad heeft herinnerd aan het belang van de verklaring van Singapore en heeft het standpunt van de Unie over handel en sociale ontwikkeling vastgesteld met het oog op de ministeriële conferentie van de WTO in Seattle in november 1999.

De Unie moet krachtige steun verlenen voor de bescherming van de fundamentele arbeidsnormen en bijgevolg de werkzaamheden van de IAO steunen en met de WTO samenwerken. Overigens is de Unie sterk gekant tegen elke op sancties gebaseerde benadering en zij zal zich verzetten tegen elk initiatief dat erop gericht is de rechten van de werknemers voor protectionistische doeleinden te gebruiken.

Ministeriële verklaring van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) van 1996 in Singapore

De WTO steunt de bevordering van de internationaal erkende fundamentele arbeidsnormen en is van oordeel dat de economische groei en de ontwikkeling, die in de hand worden gewerkt door een toename van het handelsverkeer en een verdergaande liberalisering van de handel, bijdragen tot de bevordering van deze normen.

De relaties tussen internationale handel en arbeidsomstandigheden, met name wat het vraagstuk van de sancties betreft, zijn een gevoelig punt. Er werd dus op gewezen dat het gebruik van de arbeidsnormen voor protectionistische doeleinden werd verworpen. Het comparatieve voordeel van de landen, in het bijzonder van de ontwikkelingslanden met lage lonen, mag in geen geval opnieuw ter discussie worden gesteld.

Voor nadere informatie raadpleeg de website van de Wereldhandelsorganisatie (EN)(ES)(FR).

Laatste wijziging: 15.03.2004