Ontwikkeling van het communautair beleid op het gebied van de volksgezondheid

1) DOELSTELLING

Het op gang brengen van een brede discussie over de koers van het toekomstige beleid van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid teneinde zo spoedig mogelijk na de ratificatie van het Verdrag van Amsterdam concrete voorstellen te kunnen doen.

2) COMMUNAUTAIRE MAATREGEL

Mededeling van de Commissie van 15 april 1998 betreffende de ontwikkeling van beleid op volksgezondheidsgebied in de Europese Gemeenschap.

3) INHOUD

De communautaire strategie op het gebied van de volksgezondheid is aan een grondige herziening toe om in staat te zijn een aantal belangrijke ontwikkelingen het hoofd te bieden, zoals de nieuwe gezondheidsrisico's, de toenemende druk op de gezondheidszorg, de uitbreiding en de nieuwe bepalingen van het Verdrag van Amsterdam.

Er moet dus een discussie op gang worden gebracht over de nieuwe koers van het communautaire beleid op het gebied van de volksgezondheid.

De laatste decennia is de gezondheidstoestand van de bevolking van de Gemeenschap sterk verbeterd. Zo is de levensverwachting bij de geboorte sinds 1970 met vijf jaar toegenomen. Hoewel er alle reden is om zich over dit resultaat te verheugen, mag dit niet verhelen dat er in de Gemeenschap nog steeds sprake is van ernstige gezondheidsproblemen:

De stelsels voor de gezondheidszorg in de lidstaten staan van verschillende kanten onder druk.

Enerzijds is het percentage van het BBP dat aan gezondheidszorg wordt besteed, in dertig jaar verdubbeld en dit neemt nog steeds toe: dit verschijnsel is voornamelijk toe te schrijven aan demografische factoren, de kosten van nieuwe medische technologieën en de grotere verwachtingen van het publiek.

Anderzijds nopen de algemene bezuinigingen op de overheidsfinanciën tot hervormingen in de gezondheidszorg teneinde de uitgaven te beheersen en tegelijk de rentabiliteit van de sector bij een toegenomen concurrentie te optimaliseren.

Voor dit dilemma moeten de lidstaten een oplossing vinden zonder dat zij het belang van gezondheid voor het welzijn van de bevolking en de economische betekenis van de gezondheidszorg uit het oog verliezen.

Het communautair beleid op het gebied van de volksgezondheid moet zowel in het licht van de uitbreiding als in wereldverband gezien worden.

De gezondheidszorg in de landen van Midden- en Oost-Europa is duidelijk slechter dan die in de huidige lidstaten, voornamelijk vanwege ontoereikende middelen. Daarom zijn de problemen waarvoor zij zich gesteld zien, anders. Deze landen moeten geholpen worden de doeltreffendheid van hun gezondheidszorg te verbeteren, terwijl ook de mogelijke consequenties van de uitbreiding voor de gezondheid in de huidige lidstaten moeten worden bestudeerd.

Verder moet ook worden samengewerkt met internationale organisaties zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), teneinde de gezondheidsrisico's op wereldniveau aan te pakken.

Hoewel de Gemeenschap zich al van het begin af aan met gezondheidskwesties bezighoudt, kon zij pas na de ratificatie van het Verdrag van Maastricht een echte strategie op het gebied van de volksgezondheid ontwikkelen: er zijn vijf specifieke actieprogramma's (kanker, aids, drugsverslaving, gezondheidsbevordering en gezondheidsmonitoring) goedgekeurd en voor drie andere zijn voorstellen ingediend (zeldzame ziekten, verwondingen, met de milieuverontreiniging samenhangende ziekten), tegelijk met andere initiatieven (verslagen over de gezondheidstoestand in de Europese Gemeenschap, aanbevelingen over de veiligheid van bloedproducten...). Voorts zijn nog een aantal andere beleidsonderdelen van invloed op de gezondheid.

Uit de bij de uitvoering van het actiekader van 1993 opgedane ervaring heeft de Commissie de volgende lessen getrokken:

De laatste twee jaar hebben verscheidene ontwikkelingen, zoals de BSE-crisis, bijgedragen tot een nieuw bewustzijn van het belang van een volksgezondheidsbeleid op communautair niveau. De door het Verdrag van Amsterdam bewerkstelligde uitbreiding van de rechtsgrond voor de activiteiten van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid weerspiegelt deze groeiende interesse.

Om aan deze vraag te beantwoorden vindt de Commissie dat het toekomstige beleid van de Gemeenschap drie hoofdelementen moet omvatten:

Op deze manier zou de naleving van de verdragsbepalingen betreffende de integratie van de gezondheidsvereisten in alle communautaire beleidsonderdelen worden vergemakkelijkt.

Er moet een discussie met alle belangstellende instellingen en partijen komen over zowel bovengenoemde beleidslijnen als over de wijze van uitvoering ervan. In het licht van deze discussie zullen zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van het Verdrag formele voorstellen worden opgesteld.

4) einddatum voor de tenuitvoerlegging van de wetgeving in de lidstaten

Niet van toepassing.

5) datum van inwerkingtreding (indien verschillend van 4)6) referenties

Mededeling van de Commissie COM(98) 230 definitiefNiet in het Publicatieblad gepubliceerd

7) verdere werkzaamheden

Conclusies van de Raad van 26 november 1998 betreffende een toekomstig actiekader van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid [Publicatieblad C 390, 15.12.1998].

In dit document complimenteert de Raad de Commissie met het door haar verrichte werk en formuleert hij de volgende overwegingen, waarmee de Commissie in toekomstige voorstellen voor specifieke maatregelen rekening zou moeten houden:

Resolutie van de Raad van 8 juni 1999 over de toekomstige actie van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid [Publicatieblad C 200, 15.07.1999]. De Raad bevestigt zijn standpunt ten aanzien van de toekomstige maatregelen op gezondheidsgebied en wijst op de behoefte aan transparantie, teneinde de bekendheid ervan te vergroten en zo een grotere betrokkenheid van de burgers mogelijk te maken.

De Commissie werkt aan een reeks documenten betreffende de volksgezondheid:

8) uitvoeringsmaatregelen van de commissie