Samenwerkingsprogramma met de Verenigde Staten op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding
Hoofddoel van dit programma is de samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika op het gebied van het hoger onderwijs en de beroepsopleiding voort te zetten.
BESLUIT
Besluit 2006/910/EG van de Raad van 4 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding.
SAMENVATTING
De overeenkomst past in het kader van het beleid van de Europese Unie (EU) ter bevordering van het hoger onderwijs en de betrekkingen met de Verenigde Staten. De EU wil van het hoger onderwijs in Europa, dat doelgericht en van uitstekende kwaliteit is, een model voor de rest van de wereld maken en tegelijkertijd de bilaterale samenwerking met de Verenigde Staten op onderwijsgebied verruimen.
Het programma verleent steun aan ongeveer 274 projecten over een periode van acht jaar. Ongeveer 6000 Europeanen en Amerikanen zullen tijdens het programma aan mobiliteitsacties deelnemen.
DOELSTELLINGEN VAN HET PROGRAMMA
Het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding streeft verschillende doelstellingen na.
Als algemene doelstellingen wil het programma het onderlinge begrip tussen beide partners bevorderen - onder meer via een bredere kennis van hun talen, culturen en instellingen - en de kwaliteit van de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen verbeteren om de uitdagingen van de mondiale kenniseconomie aan te gaan.
Als specifieke doelstellingen wil het programma:
Als operationele doelstellingen wil het programma:
ACTIES
De overeenkomst voorziet in vijf acties om de doelstellingen van het programma te verwezenlijken.
Actie 1 "Projecten van consortia"
Deze actie richt zich tot instellingen voor hoger onderwijs en beroepsopleiding en tot hun personeel en studenten.
Projecten van gezamenlijke consortia moeten normaliter gepaard gaan met trans-Atlantische mobiliteit van studenten in het kader van gezamenlijke studieprogramma's, waarbij gestreefd wordt naar een evenwicht tussen de stromen over en weer, en moeten voorzien in een goede taalkundige en culturele voorbereiding.
Dit type projecten verleent steun aan dubbele of gezamenlijke diploma's die worden ontwikkeld en beheerd door Europese en Amerikaanse multilaterale consortia van instellingen voor hoger onderwijs, inclusief aan beurzen voor studenten, docenten en administratief personeel.
Actie 2 "Projecten voor mobiliteit van hoge kwaliteit"
De door het programma verleende steun voor studentenmobiliteit is vooral bestemd voor projecten van consortia van instellingen voor hoger onderwijs en beroepsopleiding die hebben bewezen dat zij topkwaliteit kunnen leveren, inclusief consortia die reeds uit hoofde van vroegere overeenkomsten financiële steun hebben ontvangen.
Actie 3 "Beleidsgerichte maatregelen"
Deze actie richt zich tot instellingen voor hoger onderwijs en beroepsopleiding. De activiteiten omvatten onderzoeken, conferenties, seminars, werkgroepen en vergelijkingen aan de hand van benchmarks.
Actie 4 "Individuele mobiliteitsbeurzen Schuman-Fulbright"
Deze actie is bestemd voor professionals (inclusief professionals in opleiding) die studies of een opleiding willen volgen op gebieden die van specifiek belang zijn voor de betrekkingen tussen de EU en de VS. Het gaat met name om beleidsmakers, vertegenwoordigers van de sociale partners en journalisten.
Actie 5 "Alumnivereniging"
Deze actie richt zich tot alumniverenigingen van studenten die hebben deelgenomen aan uitwisselingen waaraan steun is verleend door het samenwerkingsprogramma.
PROGRAMMABEHEER
Er wordt een gemengd comité ingesteld dat bestaat uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van elke partij. De besluiten van het comité komen bij consensus tot stand. Het gemengd comité heeft tot taak:
Elke partij draagt gelijkelijk in de financiering van de activiteiten van het programma bij. Het budget van het programma bedraagt maximaal 46 miljoen euro voor de periode 2006-2013, mits de Verenigde Staten een overeenkomstig bedrag ter beschikking stellen.
ACHTERGROND
Op 18 mei 2005 heeft de Commissie een mededeling goedgekeurd over een versterkt partnerschap tussen de EU en de VS. De mededeling beschouwt - overeenkomstig de strategie van Lissabon - de samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding als een belangrijk instrument om kennis en innovatie te bevorderen en pleit voor een verlenging en versterking van de overeenkomst over hoger onderwijs en beroepsopleiding.
De onderhavige overeenkomst vernieuwt het samenwerkingsprogramma voor de periode 2000-2005, dat oorspronkelijk was opgezet krachtens de overeenkomst van 1995 tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika.
Referenties
Besluit |
Inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht |
Publicatieblad |
Besluit 2006/910/EG |
Eerste dag van de maand volgende op de kennisgeving |
- |
L 346 van 9.12.2006 |
GERELATEERDE BESLUITEN
Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van een samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding [Publicatieblad L 346 van 9.12.2006].
Mededeling van de Commissie van 27 juni 2005 over de evaluatie van de samenwerkingsprogramma's tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika op het gebied van hoger onderwijs, beroepsonderwijs en beroepsopleiding en tussen de Europese Gemeenschap en Canada op het gebied van hoger onderwijs en beroepsopleiding [COM(2005) 274 - Niet in het Publicatieblad verschenen]. De Commissie brengt tussentijds verslag uit over de uitvoering van het samenwerkingsprogramma tussen de EU en de VS. Op basis van positieve externe evaluaties verduidelijkt de Commissie dat het programma er uitstekend in geslaagd is langdurige trans-Atlantische partnerschappen te ontwikkelen op het gebied van hoger onderwijs en beroepsopleiding. Bijna alle projecten hebben tot studentenuitwisselingen geleid op basis van gedeelde of gezamenlijk ontwikkelde studieprogramma's. Volgens het verslag zijn de programma's erin geslaagd de kwaliteit van de onderwijs- en opleidingsstelsels te verbeteren. De Commissie vermeldt de voorstellen van deskundigen om bepaalde aspecten van de programma's te verbeteren, maar beklemtoont dat de programma's geen belangrijke tekortkomingen vertoonden. Zij benadrukt ook dat er een onbenut potentieel bestaat als gevolg van een gebrek aan begrotingsmiddelen.
Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité van 18 mei 2005. Een sterker partnerschap tussen de EU en de VS en een meer open markt in de 21e eeuw [COM(2005) 196 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].
Laatste wijziging: 15.12.2006