Arbeidstijd aan boord van schepen die EU-havens aandoen
SAMENVATTING VAN:
Richtlijn 1999/95/EG — Handhaving van de regels inzake de arbeidstijd van zeevarenden aan boord van schepen die EU-havens aandoen
WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?
- Deze richtlijn heeft als doel de gezondheid en veiligheid te beschermen van zeevarenden aan boord van schepen die havens in de Europese Unie (EU) gebruiken, en concurrentievervalsing van reders uit niet-EU-landen tegen te gaan.
- De richtlijn moet voorzien in procedures voor controle en handhaving van de naleving, door schepen die havens van EU-lidstaten aandoen, van Richtlijn 1999/63/EG (zie samenvatting). In deze richtlijn zijn arbeidstijden voor zeevarenden vastgelegd, met inbegrip van arbeids- en rusttijden, betaald verlof en arbeidsgeschiktheid.
KERNPUNTEN
- Via aangewezen inspecteurs van havenstaten voeren lidstaten inspecties uit aan boord van zeeschepen die hun havens aandoen, ongeacht het land waarin deze schepen geregistreerd zijn. Vissersvaartuigen vallen niet onder deze richtlijn.
- Inspecties worden met name uitgevoerd nadat een klacht is ontvangen van de kapitein, een bemanningslid of een persoon of organisatie met een legitiem belang bij de veilige exploitatie van het schip, de leef- en werkomstandigheden aan boord van het schip of de voorkoming van verontreiniging.
- De inspecties stellen vast of:
- aan boord een organisatieschema van de werkzaamheden voorhanden is dat op een gemakkelijk toegankelijke plaats is opgehangen;
- de gegevens over arbeids- en rusttijden aan boord worden bewaard en of deze zijn goedgekeurd door de bevoegde autoriteit van de staat waar het schip is geregistreerd.
- Indien blijkt dat zeevarenden oververmoeid zijn, wordt een meer gedetailleerde inspectie uitgevoerd om vast te stellen of de geregistreerde arbeidstijden in overeenstemming zijn met de regelgeving.
- Wanneer de omstandigheden aan boord van een schip duidelijk gevaarlijk zijn voor de gezondheid of veiligheid, kan de lidstaat het schip verbieden om de haven te verlaten tot de tekortkomingen verholpen zijn of de bemanning uitgerust is.
- Indien een schip verboden wordt de haven te verlaten, zal de kapitein, de eigenaar of een beambte van de vlaggenstaat, het land van registratie of de diplomatieke vertegenwoordiger op de hoogte worden gesteld van het besluit en van eventuele vereiste corrigerende maatregelen.
- Indien een schip buitensporige vertraging oploopt, heeft de eigenaar recht op een vergoeding voor enig verlies of enige schade, waarbij de bewijslast bij de eigenaar van het schip ligt, die ook het recht heeft om tegen de aanhouding beroep aan te tekenen.
VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?
De richtlijn is sinds 20 januari 2000 van toepassing en moest vóór 30 juni 2002 in de lidstaten in nationale wetgeving worden omgezet.
ACHTERGROND
Zie voor meer informatie:
BELANGRIJKSTE DOCUMENT
Richtlijn 1999/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende de handhaving van de bepalingen inzake de arbeidstijd van zeevarenden aan boord van schepen die havens in de Gemeenschap aandoen (PB L 14 van 20.1.2000, blz. 29-35)
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Richtlijn 2009/13/EG van de Raad van 16 februari 2009 tot tenuitvoerlegging van de overeenkomst tussen de Associatie van reders van de Europese Gemeenschap (ECSA) en de Europese Federatie van vervoerswerknemers (ETF) inzake het verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006 en tot wijziging van Richtlijn 1999/63/EG (PB L 124 van 20.5.2009, blz. 30-50)
Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2009/13/EG werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
Laatste bijwerking 26.08.2021