Een begroting voor Europa (2014-2020)

De Europese Commissie stelt een begroting voor 2014-2020 met als doel bij te dragen aan een slimme, duurzame en omvattende groei. De voorgestelde maatregelen moeten het mogelijk maken de doelstellingen van de Europese groeistrategie „Europa 2020” te financieren en op termijn een echte EU-begroting op te zetten.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 29 juni 2011 getiteld “Een begroting voor Europa 2020” [COM(2011) 500 definitief – Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

Deze mededeling beschrijft de toekomstige begroting van de Europese Unie (EU) voor 2014-2020 en is onderdeel van de Europese groeistrategie Europa 2020. De voorgestelde begroting voorziet in:

Een begroting in dienst van onderzoek, innovatie en technologische ontwikkeling

De EU moet op innovatievlak concurrerend zijn als ze een leidende rol wil spelen op het wereldtoneel. Ze vertoont echter een vertraging op vlak van innovatie en onderzoek. Om deze vertraging goed te maken, wil de Commissie het aantal Europese investeringen in onderzoek en ontwikkeling verhogen tot 3 % van het BBP.

Om dit te bereiken, wil de Commissie in 2014-2020 tot 80 miljard EUR vrijmaken voor een gemeenschappelijk strategisch kader voor onderzoek en innovatie, aangevuld met de structuurfondsen.

Een begroting in dienst van solidariteit voor groei en duurzame werkgelegenheid

De EU stelt haar cohesiebeleid ten dienste van de solidariteit met de armste regio's. Het cohesiebeleid speelt ook een leidende rol bij de omzetting van de doelstellingen van de groeistrategie Europa 2020 in de hele EU. De Commissie wil een nieuwe categorie van regio's in het leven roepen, te weten “overgangsregio's”, die alle regio's omvat waarvan het bbp per hoofd van de bevolking tussen 75 % en 90 % ligt van het gemiddelde van de 27 EU-lidstaten.

Bovendien vereisen werkloosheid en armoede een onderlinge afstemming van inspanningen op nationaal en Europees niveau. Daarom heeft het Europees Sociaal Fonds (ESF) een belangrijke rol te vervullen. Zijn werking kan worden aangevuld met het prograss-programma en het netwerk EURES.

De Commissie is van plan tot 376 miljard EUR ter beschikking te stellen van de instrumenten van het cohesiebeleid en dit bedrag te verdelen onder de verschillende doelen:

Een begroting om Europa onderling te verbinden

Om volledig operationeel zijn, vereist de eengemaakte markt een moderne infrastructuur. Daarom stelt de Commissie voor een mechanisme voor Europese interconnectie op te richten om zo de toegang tot de Europese markt te bevorderen voor iedereen.

De Commissie zal 40 miljard EUR uitbesteden aan de oprichting van dit mechanisme voor Europese interconnectie, alsook 10 miljard EUR aan investeringen in transport binnen het Cohesiefonds. Dit bedrag wordt verdeeld over drie verschillende sectoren:

Een begroting voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Het GLB moet concurrerend zijn, een veilige en adequate voedselvoorziening garanderen en het milieu en landschap beschermen, en dit terwijl het een eerlijke levensstandaard verzekert voor de landbouwbevolking. Om deze doelstellingen te bereiken, wil de Commissie een aantal wijzigingen aanbrengen om het GLB in de groeistrategie Europa 2020 op te nemen. In de toekomst moet de begroting voor de landbouw ook het duurzaam beheer van natuurlijke bronnen en de strijd tegen de klimaatverandering ondersteunen en bijdragen aan een evenwichtige territoriale ontwikkeling in heel Europa.

De Commissie is van plan om de tweepijlerstructuur van het GLB te behouden, met een eerste, meer ecologische en meer gelijkmatig verdeelde pijler en een tweede pijler die zich voornamelijk richt op het concurrentievermogen en de innovatie, op de strijd tegen de klimaatverandering en op het milieu. Zij is van plan de volgende wijzigingen in te voeren:

De Commissie stelt voor om de volgende bedragen toe te wijzen:

Daarnaast zullen 15,2 miljard EUR worden verdeeld over de volgende sectoren:

Een begroting om te investeren in menselijke bronnen

De Groeistrategie Europa 2020 benadrukt de noodzaak om het aantal hoger opgeleiden in Europa te vergroten en het vroegtijdig schoolverlaten te bestrijden, en tegelijkertijd de culturele culturele en media-gerelateerde activiteiten te bevorderen.

De huidige programmastructuur om deze doelen te bereiken is nog te versnipperd. Daarom stelt de Commissie voor een enkel programma voor onderwijs, opleiding en de jeugd op te stellen.

In dit verband wil de Commissie 15,2 miljard EUR vrijmaken voor onderwijs en opleiding, alsook 1,6 miljard EUR voor cultuur. Deze financiering moet worden aangevuld door de structuurfondsen.

Een begroting om de migratieuitdagingen aan te gaan

Het beleid inzake veiligheid en migratie vormen de kern van de Europese bezorgdheid. Met het Verdrag van Lissabon, werden belangrijke wijzigingen doorgevoerd om dit beleid uit te voeren. Daarom wil de Commissie voortaan de structuur van de uitgaveninstrumenten vereenvoudigen door het aantal programma's terug te brengen tot twee fondsen:

Bovendien wil de Commissie 8,2 miljard EUR besteden aan de interne EU-zaken en 455 miljoen EUR voor de civiele bescherming en het responsvermogen bij noodsituaties.

Een begroting om van de EU een speler op wereldformaat te maken

Het is belangrijk dat de EU een leidende rol speelt op het wereldtoneel en voor stabiliteit, welvaart en democratie zorgt in de omringende landen. De Commissie wil haar externe strategie ontwikkelen door met name een pan-Afrikaans instrument op te richten in het kader van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (IOS). De EU wil ook betrokken worden bij het democratiseringsproces in de Arabische wereld.

De Commissie is van oordeel dat het niet nodig is om de wetgeving op het beheer van haar externe betrekkingen opnieuw te herorganiseren. Zij stelt voor 70 miljard EUR toe te wijzen aan de instrumenten voor buitenlandse hulp voor de periode 2014-2020.

Bovendien vallen de volgende dotaties buiten de PSC:

Projecten die financiering buiten de EU-begroting nodig hebben

Het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) (EN) (FR) wordt gefinancierd buiten de EU-begroting aangezien de aard ervan, evenals het ITER-project of het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES), waarvan de kosten te hoog zijn om te worden opgenomen in de EU-begroting.

Een vereenvoudigde begroting

Het nieuwe begrotingskader van de EU moet voldoen aan de eisen van de eenvoud. Daarom heeft de Commissie besloten het aantal programma's en afzonderlijke instrumenten terug te schroeven. Complexe programma's die niet afdoende bleken, zullen ofwel worden gereorganiseerd in een vereenvoudigde, effectievere vorm, ofwel opgegeven.

Een andere manier om het programmabeheer te vereenvoudigen, is om ze in te schrijven in een enkel kader met gemeenschappelijke regels, terwijl het aantal uitzonderingen of speciale gevallen zoveel mogelijk wordt beperkt: zo zullen de drie belangrijkste financieringsbronnen voor onderzoek en innovatie worden samengevoegd tot een gemeenschappelijk strategisch kader voor onderzoek en innovatie. Wat middelen onder gedeeld beheer betreft, vervangt een gemeenschappelijk strategisch kader de huidige aanpak die voor elk instrument verschillende bundels strategische richtlijnen opstelt.

De uitvoerende agentschappen worden geacht een belangrijkere rol te spelen om een ​​betere dienstverlening te bieden.

Rekening houdend met de budgettaire beperkingen waaraan de lidstaten onderhevig zijn en de bezuinigingen op het binnenlandse openbaar bestuur, stelt de Commissie voor om de bezetting van elke instelling, dienst, agentschap of andere organisatie te verminderen met 5 %.

De Commissie stelt ook voor de vijf instrumenten die buiten het financiële kader vallen te wijzigen, zoals:

Conclusie

Onder de wetteksten bij deze mededeling stelt de Commissie een reglement voor dat een nieuw meerjarig financieel kader vastlegt, een interinstitutioneel akkoord over begrotingszaken en een goed financieel beheer en een besluit inzake de eigen middelen (inclusief de overeenstemmende toepassingsdetails).

Tegen het einde van 2011 zal de in deze mededeling toegelichte strategie verder worden uitgewerkt in de wetsvoorstellen die betrekking hebben tot de programma's en uitgaveninstrumenten die voor elk gebied zijn voorzien.

GERELATEERDE BESLUITEN

Voorstel voor een verordening van de Raad van 29 juni 2011 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 [COM(2011) 398 definitief – Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

Voorstel voor een besluit van de Raad van 29 juni 2011 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie [COM (2011) 510 definitief – Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

Laatste wijziging: 03.10.2011