Gebieden waarop de EU beleidsvorming in EU-landen kan ondersteunen

 

SAMENVATTING

INLEIDING

Het verdrag van Lissabon heeft vier nieuwe beleidsgebieden opgesteld waarin de Europese Unie mag optreden:

Op deze gebieden heeft de EU ondersteunende bevoegdheden. De EU verwerft in feite geen aanvullende juridische bevoegdheden, want ze mag slechts handelen om de acties van de EU-landen te ondersteunen, zonder het nationaal recht te harmoniseren.

De EU treedt overigens al op in deze gebieden door middel van horizontaal beleid. Het verdrag van Lissabon verduidelijkt dus de doelstellingen en werking van de EU door het creëren van specifieke rechtsgronden voor deze vier gebieden.

CIVIELE BESCHERMING

Het verdrag van Lissabon wil ervoor zorgen dat de EU beter leert omgaan met natuurrampen of door de mens veroorzaakte calamiteiten. Artikel 196 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie biedt de EU zo de mogelijkheid maatregelen aan te nemen met betrekking tot:

Deze bepalingen met betrekking tot de civiele bescherming moeten tevens gekoppeld worden aan de soidariteitsclausule van artikel 222 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Deze clausule geeft de EU de mogelijkheid om hulp te bieden aan een EU-land dat getroffen is door een terroristische aanslag, een natuurramp of een door de mens veroorzaakte calamiteit.

ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

De administratieve samenwerking tussen EU-landen wordt een bevoegdheid van de EU (artikel 197 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie). Het doel is om te zorgen voor een effectieve uitvoering van het Europees recht, in het bijzonder door de doeltreffendheid van het administratieve vermogen van de EU-landen te verbeteren (bijvoorbeeld op het gebied van accijnzen). De EU kan zo nieuwe maatregelen aannemen die erop zijn gericht om het uitwisselen van goede praktijken tussen EU-landen alsook het opzetten van opleidingsprogramma’s te vergemakkelijken.

Het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie brengt echter twee beperkingen met zich mee voor de uitoefening van deze nieuwe bevoegdheid:

TOERISME

Het toerisme is al aanwezig in verscheidene beleidsgebieden van de EU, zoals het regionale beleid of het werkgelegenheidsbeleid. Het verdrag heeft nu een specifieke rechtsgrond gecreëerd met het doel de EU in staat te stellen op te treden op dit gebied (artikel 195 van het verdrag betreffende de werking van de EU).

De actie van de EU streeft twee doelstellingen na:

SPORT

Het verdrag van Lissabon legt de bevoegdheid van de EU vast op het gebied van sport. Er is echter geen specifiek artikel voor gecreëerd, maar er is in de verdragen een rechtsgrond met betrekking tot sport opgenomen in de sectie die is gewijd aan onderwijs, beroepsopleiding en jeugd.

Zo wordt in artikel 165 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vermeld dat de EU als doel heeft om de Europese inzet op sportgebied te bevorderen. Concreet gezien kan de EU bijvoorbeeld ondersteuning bieden bij acties van de EU-landen die de fysieke en morele integriteit van sporters beschermen of die doping bestrijden.

Daarnaast kan de EU ook samenwerking ontwikkelen met internationale organisaties op het gebied van sport.

Laatste bijwerking 15.02.2016