Diensten van algemeen belang

INLEIDING

Het Verdrag van Lissabon biedt een beter beschermend kader aan de diensten van algemeen belang in de Europese Unie (EU). Het brengt met name preciseringen aan inzake de aard van de diensten en de daaraan verbonden principes.

Bovendien schept het Verdrag van Lissabon een nieuwe juridische basis ten dienste van het algemeen economisch belang. Doelstelling is een juridisch kader schetsen van deze diensten op Europees niveau.

DEFINITIES

De diensten van algemeen belang omvatten markt- en niet-marktdiensten die onderworpen zijn aan bepaalde openbare dienstverplichtingen, met name aan het algemeen belang dat zij dienen.

De diensten van algemeen economisch belang (DAEB) vormen een subcategorie en omvatten voornamelijk marktdiensten. Deze diensten beantwoorden ook aan openbare dienstverplichtingen en kunnen in dat opzicht afwijken van bepaalde Europese regels, met name inzake mededinging. Het gaat hier bijvoorbeeld om diensten uit de domeinen energie, transport en telecommunicatie.

Derhalve stelt artikel 106 van het Verdrag betreffende de werking van de EU dat ondernemingen die belast zijn met het beheer van DAEB onderworpen zijn aan het Europees recht, maar dat ze mogen afwijken van deze regels als deze de vervulling van de hen toevertrouwde bijzondere taak verhindert.

ERKENNING VAN DE DIENSTEN VAN ALGEMEEN BELANG BINNEN DE EU

De erkenning van diensten van algemeen belang binnen de EU is complex gezien de beheerswijzen van deze diensten sterk variƫren naargelang de tradities van de individuele lidstaten. Zo beschouwde de EU de DAEB lange tijd louter vanuit het standpunt van het mededingingsrecht; door bijvoorbeeld te erkennen dat de inwerkingstelling van de DAEB kon afwijken van de regels van de vrije mededinging.

Het Verdrag van Lissabon treedt hier vernieuwend op door aan de oprichtingsverdragen een Protocol betreffende de diensten van algemeen belang toe te voegen. Dit protocol, met dezelfde juridische waarde als de verdragen, preciseert inzake de bescherming van de DAEB op Europees niveau. Het erkent tevens:

JURIDISCH KADER VAN DE DAEB OP EUROPEES NIVEAU

Het Verdrag van Lissabon brengt nog een andere nieuwigheid aan. Het schept namelijk een nieuwe juridische basis die het de Europese instellingen mogelijk maakt reglementeringen inzake het beheer van DAEB aan te nemen. Zo stelt artikel 14 van het Verdrag betreffende de werking van de EU dat de Raad en het Parlement bepaalde principes en voorwaarden kunnen uitvaardigen betreffende de uitvoering en de financiering van de DAEB.

Deze juridische basis zou de EU derhalve in staat moeten stellen het algemeen belang en de naleving van de mededingingsregels in het beheer van DAEB zo goed mogelijk te verzoenen. Het Verdrag betreffende de EU preciseert echter dat de tussenkomst van de EU geen inbreuk hoeft te betekenen op de bevoegdheid van de lidstaten. Deze laatsten blijven dus vrij om de DAEB te bepalen en te organiseren die ze hun burgers willen aanbieden.

Laatste wijziging: 08.06.2010