Sociaal beleid

INLEIDING

Het Verdrag van Lissabon versterkt de sociale dimensie van de Europese Unie (EU). Het neemt de sociale waarden van de Unie in de oprichtingsverdragen op en introduceert nieuwe sociale doelstellingen.

Wat de bevoegdheden van de EU ter zake betreft, verandert echter maar weinig. Het Verdrag van Lissabon houdt enkele vernieuwingen in, maar de ontwikkeling en de tenuitvoerlegging van het sociale beleid blijven hoofdzakelijk een bevoegdheid van de lidstaten.

ERKENNING VAN DE BEGINSELEN EN SOCIALE RECHTEN

De volwaardige erkenning van de sociale doelstellingen in de oprichtingsverdragen heeft niet alleen een symbolische waarde. Zij zorgt er tevens voor dat bij de ontwikkeling en de tenuitvoerlegging van het Europese beleid in het algemeen meer rekening wordt gehouden met de sociale doelstellingen.

Bovendien wijzigt het Verdrag van Lissabon drie artikelen van de oprichtingsverdragen om de sociale doelstellingen van de EU te verduidelijken en te versterken:

Het Verdrag van Lissabon erkent ook de rechtswaarde van het Handvest van de grondrechten van de EU. Dit handvest is voortaan bindend en in rechte inroepbaar. Deze erkenning is een stap voorwaarts op sociaal gebied aangezien het handvest de sociale rechten garandeert van alle personen die op het grondgebied van de EU verblijven:

TENUITVOERLEGGING VAN HET SOCIALE BELEID OP EUROPEES NIVEAU

Het sociale beleid behoort tot de gedeelde bevoegdheden van de EU en de lidstaten. Het sociale beleid wordt echter doeltreffender ten uitvoer gelegd op het niveau van de lidstaten dan op Europees niveau. Daarom, en op grond van het subsidiariteitsbeginsel, is de rol van de EU op dit gebied beperkt tot het ondersteunen en aanvullen van de initiatieven van de lidstaten.

Het Verdrag van Lissabon raakt niet aan deze bevoegdheidsverdeling. Bovendien moeten de meeste besluiten op het gebied van sociaal beleid nog altijd volgens de gewone wetgevingsprocedure worden aangenomen.

Voor bepaalde maatregelen is evenwel nog steeds eenparigheid van stemmen in de Raad vereist en moet het Europees Parlement geraadpleegd worden. Het Verdrag van Lissabon bevat de specifieke overbruggingsclausule die in het Verdrag van Nice was voorzien (artikel 153 van het Verdrag betreffende de werking van de EU). Op grond van deze overbruggingsclausule kan de Raad met eenparigheid van stemmen beslissen om de gewone wetgevingsprocedure toe te passen op de volgende gebieden:

Ten slotte omvat het Verdrag van Lissabon twee vernieuwingen:

Laatste wijziging: 14.04.2010