De ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

 

SAMENVATTING VAN:

Artikel  3, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie — Rechtsgrond

Artikel 67 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Doelstellingen

WAT IS HET DOEL VAN DE ARTIKELEN?

KERNPUNTEN

Titel V van het VWEU — artikelen 67 tot en met 89 — is gericht op de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. Naast de algemene bepalingen bevat deze titel specifieke hoofdstukken over:

Artikel 47 van het VEU erkent expliciet de rechtspersoonlijkheid van de EU, waardoor het een onafhankelijke entiteit in zijn eigen recht werd. Voordat het VEU in werking trad, vielen zaken met betrekking tot justitiële samenwerking in strafzaken en politiële samenwerking echter onder wat vroeger de derde pijler van de EU werd genoemd, en werden deze geregeld via intergouvernementele samenwerking. Onder de derde pijler hadden de EU-instellingen geen bevoegdheden en konden daarom geen verordeningen of richtlijnen aannemen. Het Verdrag van Lissabon maakte hier een einde aan en gaf de EU de mogelijkheid om in te grijpen in alle zaken die betrekking hebben op de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.

Grenscontrole, asiel en immigratie

Het Verdrag van Lissabon heeft de EU-instellingen nieuwe bevoegdheden toegekend, waardoor ze maatregelen kunnen nemen met als doel:

Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken

Het Verdrag van Lissabon machtigt de EU-instellingen, met name het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, om maatregelen te nemen op het gebied van:

Justitiële samenwerking in strafzaken

Met de afschaffing van de derde pijler werd justitiële samenwerking in strafzaken een terrein waarop de EU-instellingen wetgeving kunnen maken. Krachtens artikel 83 van het VWEU kunnen zij minimumregels opstellen die de ernstigste strafbare feiten definiëren en bestraffen.

De EU kan ook gemeenschappelijke regels vaststellen voor de werking van de strafprocedure, bijvoorbeeld met betrekking tot de ontvankelijkheid van bewijs of de rechten van personen.

Het Verdrag van Lissabon versterkte de rol van het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), dat tot taak heeft te helpen bij de coördinatie van onderzoeken en vervolgingen tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten.

Politiesamenwerking

Effectieve politiesamenwerking is een sleutelelement om van de EU een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht te maken, gebaseerd op respect voor de grondrechten. Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon is de gewone wetgevingsprocedure uitgebreid tot alle niet-operationele aspecten van politiesamenwerking. Ondertussen is operationele samenwerking onderworpen aan een speciale wetgevingsprocedure waarvoor unanimiteit in de Raad vereist is. Het Verdrag van Lissabon creëerde ook de mogelijkheid om uitgebreide samenwerking tot stand te brengen als er in de Raad geen unanimiteit wordt bereikt.

Het Verdrag van Lissabon voorziet ook in de geleidelijke versterking van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van wetshandhaving (Europol). Net als bij Eurojust staat het verdrag het Parlement en de Raad toe om de missies en bevoegdheden van Europol verder te ontwikkelen. Er wordt gespecificeerd dat de nieuwe taken ook de coördinatie, organisatie en uitvoering van operationele acties omvatten, en deze zijn opgenomen in de herziene Europol-verordening (Verordening (EU) 2016/794 — zie de samenvatting).

Uitzonderingen

Denemarken en Ierland profiteren van speciale regelingen. Denemarken neemt niet deel aan de vaststelling door de Raad van de maatregelen overeenkomstig Titel V van het VWEU (Protocol nr. 22 — “opt-out” — stelt Denemarken vrij van deelname aan het beleid). Ierland neemt alleen deel aan de aanneming en toepassing van specifieke maatregelen na een besluit tot “opt-in” (Protocol nr. 21).

Er zijn twee soorten afwijkingsclausules die van toepassing zijn op Denemarken en Ierland:

ACHTERGROND

Volgens artikel 3 van het VEU, waarin de doelstellingen van de EU zijn vastgelegd, biedt de EU haar burgers een gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en recht zonder binnengrenzen. Dit is een gebied waarin het vrije verkeer van personen wordt gewaarborgd en passende maatregelen worden genomen met betrekking tot controles aan de buitengrenzen, asiel, immigratie en het voorkomen en bestrijden van criminaliteit.

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de Europese Unie — Titel I — Gemeenschappelijke bepalingen — Artikel 3 (oud artikel 2 VEU) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 17).

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Derde deel — Het beleid en intern optreden van de Unie — Titel V — De ruimte van vrijheid, veiligheid en recht — Hoofdstuk 1 — Algemene bepalingen — Artikel 67 (oud artikel 61 VEG en oud artikel 29 VEU) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 73).

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Protocol (nr. 21) betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 295-297).

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Protocol (nr. 22) betreffende de positie van Denemarken (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 298-302).

Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2019 betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1052/2013 en Verordening (EU) 2016/1624 (PB L 295 van 14.11.2019, blz. 1-131).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2019/1896 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), en tot vervanging en intrekking van Besluit 2002/187/JBZ van de Raad (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 138-183).

Zie de geconsolideerde versie.

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de Europese Unie — Titel VI — Slotbepalingen — Artikel 47 (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 41).

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Derde deel — Het beleid en intern optreden van de Unie — Titel V — De ruimte van vrijheid, veiligheid en recht — Hoofdstuk 4 — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Artikel 83 (oud artikel 31 VEU) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 80-81).

Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53-114).

Zie de geconsolideerde versie.

Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (herschikking) (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 60-95).

Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) (PB L 351 van 20.12.2012, blz. 1-32).

Zie de geconsolideerde versie.

Richtlijn 2011/98/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om te verblijven en te werken op het grondgebied van een lidstaat, alsmede inzake een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven (PB L 343 van 23.12.2011, blz. 1-9).

Laatste bijwerking 15.01.2024