Stemming met gekwalificeerde meerderheid en de gewone wetgevingsprocedure

 

SAMENVATTING

Het Verdrag van Lissabon moet zorgen voor modernisering en verbetering van het besluitvormingsproces van de Europese Unie (EU) in een EU die is uitgebreid tot 28 landen. Het Verdrag breidt stemming met gekwalificeerde meerderheid in de Raad van de Europese Unie uit, net als het gebied waarop het Europees Parlement op gelijke voet handelt met de Raad met betrekking tot het aannemen van wetgevingsbesluiten (verordeningen, richtlijnen en besluiten) op een voorstel van de Commissie (gewone wetgevingsprocedure).

NIEUWE BELEIDSTERREINEN ONDERWORPEN AAN STEMMING MET GEKWALIFICEERDE MEERDERHEID

Stemming met gekwalificeerde meerderheid is momenteel de gebruikelijkste vorm van stemmen in de Raad van de Europese Unie en wordt gebruikt voor de meeste beslissingen. Door het Verdrag van Lissabon wordt stemming met unanimiteit vervangen door stemming met gekwalificeerde meerderheid op een aantal nieuwe domeinen:

maatregelen met betrekking tot controles aan de buitengrenzen, asiel en immigratie;

justitiële samenwerking in burgerlijke zaken en harmonisatie van het strafrecht bij het definiëren van bijvoorbeeld strafbare feiten en sancties voor bijzonder ernstige vormen van criminaliteit (bijv. terrorisme, mensenhandel, seksuele uitbuiting van vrouwen en kinderen, drugshandel en het witwassen van geld);

het invoeren van Europese intellectuele-eigendomsrechten om te zorgen voor eenvormige bescherming van intellectuele-eigendomsrechten in de hele EU;

maatregelen om sport en cultuur te bevorderen;

bepaalde aspecten van het EU-handelsbeleid (met name op het gebied van culturele en audiovisuele, sociale, onderwijs- en gezondheidsdiensten, en voor het aannemen van interne regels).

Unanimiteit blijft evenwel de algemene regel voor gevoelige domeinen zoals:

het aannemen van het meerjarig financieel kader van de EU;

belastingharmonisatie (directe belastingen);

sociale zekerheid en sociale bescherming;

grensoverschrijdende aspecten van familierecht;

Daarnaast moeten toetreding van nieuwe landen tot de EU en herzieningen van de verdragen worden goedgekeurd door alle EU-landen.

BREDER GEBRUIK VAN DE GEWONE WETGEVINGSPROCEDURE

Door het Verdrag van Lissabon worden veertig nieuwe rechtsgrondslagen (beleidsterreinen die een grond hebben in verdragsbepalingen), in het bijzonder op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid, en landbouw, toegevoegd aan het toepassingsgebied van de gewone wetgevingsprocedure, vroeger bekend als de medebeslissingsprocedure. Die procedure is nu van toepassing op de meeste onderwerpen waarover de Raad van de Europese Unie beslist met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

Wijzigingen

De uitbreiding van het toepassingsgebied van stemming met gekwalificeerde meerderheid heeft een aantal wijzigingen ondergaan, in het bijzonder op het gebied van justitiële samenwerking in strafzaken (artikel 82 en 83 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — VWEU) en sociale bescherming van migrerende werknemers (artikel 48 VWEU).

Op die gebieden heeft het Verdrag van Lissabon „remclausules” geïntroduceerd waarmee kan worden afgeweken van de gewone wetgevingsprocedure, als een land oordeelt dat de fundamentele beginselen van zijn socialezekerheidsstelsel of strafrechtsysteem worden bedreigd door wetgeving die in behandeling is.

Het Verdrag van Lissabon heeft ook „overbruggingsclausules” geïntroduceerd om over te gaan van een stemming met unanimiteit naar een stemming met gekwalificeerde meerderheid voor het aannemen van een wet op een bepaald gebied.

Voor meer informatie, zie:

Laatste bijwerking 24.11.2015