De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
SAMENVATTING VAN:
Artikel 18 van het Verdrag betreffende de Europese Unie
Artikel 36 van het Verdrag betreffende de Europese Unie
WAT DOET DE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID?
De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (hoge vertegenwoordiger) is verantwoordelijk voor de coördinatie en uitvoering van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) van de EU en van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB). De hoge vertegenwoordiger is ook een van de vicevoorzitters van de Europese Commissie en verzekert in die hoedanigheid de consistentie van het algemene externe optreden van de EU.
KERNPUNTEN
Benoeming
Verantwoordelijkheden
De Europese Dienst voor extern optreden
ACHTERGROND
De positie van de hoge vertegenwoordiger is gebaseerd op artikel 18 en artikel 27 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. De positie werd ingesteld met het Verdrag van Amsterdam van 1999, maar verantwoordelijkheden op het gebied van het externe optreden werden gedeeld met de Europese commissaris voor Externe Betrekkingen. Met het Verdrag van Lissabon van 2009 werden de verantwoordelijkheden van de hoge vertegenwoordiger uitgebreid en werd de ambtsdrager een vicevoorzitter van de Commissie, zodat de hoge vertegenwoordiger de EU beter kan vertegenwoordigen in het buitenlands beleid van de EU.
BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN
Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de Europese Unie — Titel III — Bepalingen ten aanzien van de instellingen — Artikel 18 (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 26-27)
Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de Europese Unie — Titel V — Algemene bepalingen betreffende het extern optreden van de Unie en specifieke bepalingen betreffende het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Hoofdstuk 2 — Specifieke bepalingen betreffende het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Afdeling 1 — Gemeenschappelijke bepalingen — Artikel 36 (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 35-36)
Laatste bijwerking 09.01.2020