Burgerschap van de Unie

 

SAMENVATTING VAN:

Artikel 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Artikel 9 van het Verdrag betreffende de Europese Unie

WAT IS HET DOEL VAN DE ARTIKELEN?

Het burgerschap van de Unie is een recht krachtens artikel 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en artikel 9 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). Iedereen die onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie is, is automatisch burger van de Unie. Dit recht is verankerd in de verdragen van de Europese Unie (EU) en vormt een belangrijke factor in het ontwikkelen van een Europese identiteit. Het burgerschap van de Unie komt niet in de plaats van het nationale burgerschap. Het is een aanvullend burgerschap dat mensen bepaalde rechten geeft. Die rechten worden nader gespecificeerd in de verdragen en in het Handvest van de grondrechten.

KERNPUNTEN

Met het Verdrag van Lissabon is een extra vorm van inspraak door het publiek geïntroduceerd: het burgerinitiatief. Via een burgerinitiatief kan een miljoen burgers uit ten minste zeven lidstaten de Commissie vragen een voorstel in te dienen op een gebied waarop zij de bevoegdheid heeft om een wetsvoorstel te doen.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Tweede deel — Non-discriminatie en burgerschap van de Unie — Artikel 20 (oud artikel 17 VEG) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 56-57)

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de Europese Unie — Titel II — Bepalingen inzake de democratische beginselen — Artikel 9 (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 20)

Laatste bijwerking 30.06.2021