ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 124

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

60e jaargang
17 mei 2017


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/829 van de Commissie van 3 mei 2017 tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Welsh Laverbread (BOB))

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/830 van de Commissie van 15 mei 2017 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 474/2006 met betrekking tot de lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod of exploitatiebeperkingen zijn opgelegd in de Unie ( 1 )

3

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/831 van de Commissie van 16 mei 2017 tot goedkeuring van de werkzame stof Beauveria bassiana stam 147 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie ( 1 )

27

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/832 van de Commissie van 16 mei 2017 tot verlening van de in artikel 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde bescherming aan de naam Bürgstadter Berg (BOB)

31

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/833 van de Commissie van 16 mei 2017 tot verlening van de in artikel 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde bescherming aan de naam Terrasses du Larzac (BOB)

32

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/834 van de Commissie van 16 mei 2017 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

33

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/835 van de Commissie van 12 mei 2017 tot rectificatie van de Sloveense en de Zweedse taalversie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 en Verordeningen (EG) nr. 1265/2007, (EG) nr. 1794/2006, (EG) nr. 730/2006, (EG) nr. 1033/2006 en (EU) nr. 255/2010 ( 1 )

35

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1047/2012 van de Commissie van 8 november 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1924/2006 wat betreft de lijst van voedingsclaims ( PB L 310 van 9.11.2012 )

37

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

17.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 124/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/829 VAN DE COMMISSIE

van 3 mei 2017

tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Welsh Laverbread (BOB))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de aanvraag van het Verenigd Koninkrijk tot registratie van de naam „Welsh Laverbread” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2).

(2)

Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de naam „Welsh Laverbread” worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De naam „Welsh Laverbread” (BOB) wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Met de in de eerste alinea vermelde naam wordt een product aangeduid van categorie 1.8. (Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten (specerijen enz.)) als opgenomen in bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (3).

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 mei 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Phil HOGAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  PB C 15 van 17.1.2017, blz. 6.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).


17.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 124/3


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/830 VAN DE COMMISSIE

van 15 mei 2017

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 474/2006 met betrekking tot de lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod of exploitatiebeperkingen zijn opgelegd in de Unie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 betreffende de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod binnen de Gemeenschap is opgelegd en het informeren van reizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij, en tot intrekking van artikel 9 van Richtlijn 2004/36/EG (1), en met name artikel 4, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 474/2006 (2) is de lijst van luchtvaartmaatschappijen vastgesteld waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie.

(2)

Overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2111/2005 hebben een aantal lidstaten en het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (het EASA) de Commissie in kennis gesteld van informatie die van belang is voor de actualisering van die lijst. Er is ook relevante informatie verstrekt door derde landen en internationale organisaties. Op basis van die informatie moet de lijst worden geactualiseerd.

(3)

De Commissie heeft alle betrokken luchtvaartmaatschappijen, hetzij rechtstreeks, hetzij via de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de naleving van de regelgeving door die maatschappijen, in kennis gesteld van de essentiële feiten en overwegingen die aan de basis liggen van haar beslissing om aan deze luchtvaartmaatschappijen een exploitatieverbod op te leggen in de Unie of om de voorwaarden te wijzigen van een exploitatieverbod voor een luchtvaartmaatschappij op de lijsten in bijlage A en B van Verordening (EG) nr. 474/2006.

(4)

De Commissie heeft de betrokken luchtvaartmaatschappijen de gelegenheid geboden om de door de lidstaten ingediende documenten te raadplegen, om schriftelijke opmerkingen in te dienen en om een mondelinge uiteenzetting te geven aan de Commissie en aan het bij Verordening (EEG) nr. 3922/1991 van de Raad (3) opgerichte Comité inzake veiligheid van de luchtvaart.

(5)

Het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart heeft van de Commissie nieuwe informatie ontvangen over het gezamenlijk overleg dat in het kader van Verordening (EG) nr. 2111/2005 en Verordening (EG) nr. 473/2006 (4) aan de gang is met de bevoegde autoriteiten en luchtvaartmaatschappijen van Benin, Bolivia, India, Indonesië, Libië, Mozambique, Nigeria, Pakistan, Saint Vincent en de Grenadines, Thailand, Oekraïne en Zimbabwe. De Commissie heeft ook informatie aan het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart verstrekt over de situatie in Afghanistan, Angola, Equatoriaal Guinea, Georgië, Kazachstan, Libanon en Nepal, en over het technisch overleg met de Russische Federatie.

(6)

Het EASA heeft aan de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart de resultaten voorgesteld van de analyse van de auditverslagen die de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (de ICAO) in het kader van haar Universal Safety Oversight Audit Programme heeft uitgevoerd. In deze context werden de lidstaten verzocht prioriteit te geven aan platforminspecties van luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn in landen waarvoor de ICAO Significant Safety Concerns heeft vastgesteld of waarvoor het EASA heeft geconcludeerd dat het systeem voor toezicht op de veiligheid belangrijke tekortkomingen vertoont. In aanvulling op het overleg van de Commissie in het kader van Verordening (EG) nr. 2111/2005 maakt dergelijke prioritering bij platforminspecties het mogelijk om nadere informatie te verkrijgen over de veiligheidsprestaties van de in die landen geregistreerde luchtvaartmaatschappijen.

(7)

Het EASA heeft de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart ook op de hoogte gebracht van de resultaten van de analyse van platforminspecties die zijn uitgevoerd in het kader van het SAFA-programma (Safety Assessment of Foreign Aircraft), overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie (5).

(8)

Het EASA heeft de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart voorts informatie verstrekt over de projecten voor technische bijstand die het heeft uitgevoerd in derde landen waartegen maatregelen zijn genomen of die onder toezicht staan op grond van Verordening (EG) nr. 2111/2005. Het EASA heeft informatie verstrekt over de plannen en verzoeken om verdere technische bijstand en samenwerking, teneinde de administratieve en technische capaciteiten van burgerluchtvaartautoriteiten te verbeteren, zodat hulp kan worden geboden bij het oplossen van gevallen van niet-naleving van toepasselijke internationale normen voor de burgerluchtvaart. De lidstaten werden verzocht om op bilaterale basis antwoord te geven op die verzoeken, in overleg met de Commissie en het EASA. Bij deze gelegenheid heeft de Commissie herhaald dat het nuttig is aan de internationale luchtvaartgemeenschap informatie te verstrekken, met name via de databank van het Safety Collaborative Assistance Network (SCAN) van de ICAO, over technische bijstand die de Unie en de lidstaten verlenen om de veiligheid van de luchtvaart in de wereld te verbeteren.

(9)

Eurocontrol heeft de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart geactualiseerde informatie verstrekt over de status van de SAFA-waarschuwingsfunctie en de actuele statistieken betreffende waarschuwingsberichten voor luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd.

Luchtvaartmaatschappijen uit de Unie

(10)

Verschillende lidstaten hebben de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart in kennis gesteld van de handhavingsmaatregelen die zij hebben genomen naar aanleiding van een door het EASA uitgevoerde analyse van de resultaten van platforminspecties van luchtvaartuigen van luchtvaartmaatschappijen uit de Unie, van door het EASA uitgevoerde normalisatie-inspecties, of van specifieke inspecties en audits door nationale luchtvaartautoriteiten. Het Verenigd Koninkrijk heeft de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart in kennis gesteld van de maatregelen die het heeft genomen ten aanzien van de luchtvaartmaatschappij Blu Halkin Ltd.

(11)

De lidstaten hebben herhaald dat zij desgevallend bereid zijn maatregelen te treffen als uit relevante veiligheidsinformatie blijkt dat er acute veiligheidsrisico's bestaan ten gevolge van de niet-naleving van de passende veiligheidsnormen door luchtvaartmaatschappijen uit de Unie.

Luchtvaartmaatschappijen uit Benin

(12)

Van 29 tot en met 31 maart 2017 heeft de Unie een beoordelingsbezoek gebracht aan Benin. Deskundigen van de Commissie, het EASA en één lidstaat hebben daaraan deelgenomen. Tijdens dat bezoek heeft de Agence Nationale de l'Aviation Civile van Benin (ANAC Benin) aangetoond dat het de voorbije jaren veel vooruitgang heeft geboekt bij de toepassing van de normen en aanbevolen praktijken van de ICAO (Standards And Recommended Practices).

(13)

De burgerluchtvaartautoriteit ANAC Benin is opgericht krachtens de in 2013 vastgestelde luchtvaartwet van Benin en is financieel en functioneel autonoom. Er zijn aanwijzingen dat ANAC Benin in staat is een robuust regelgevingssysteem in stand te houden en te handhaven, en de nationale regels lijken voortdurend te worden geactualiseerd telkens wanneer nieuwe wijzigingen van de normen en aanbevolen praktijken van de ICAO worden vastgesteld. Tijdens dat bezoek werd echter vastgesteld dat er op sommige domeinen ruimte voor verbetering was, met name wat betreft de tijd die nodig is voor het voltooien van het proces voor de wijziging van de nationale regels. ANAC Benin heeft aangetoond dat het over een robuust proces voor de indienstname en opleiding van personeel beschikt. Omdat ANAC Benin momenteel over meer gekwalificeerde inspecteurs beschikt dan nodig is in het licht van het huidige niveau van de luchtvaartactiviteiten in het land, heeft ANAC Benin programma's opgezet voor de uitwisseling van zijn inspecteurs met buurlanden.

(14)

Tijdens het bezoek heeft ANAC Benin bewijzen voorgelegd waaruit blijkt dat de certificering van luchtvaartmaatschappijen plaatsvindt overeenkomstig het ICAO-proces en dat alle activiteiten goed gedocumenteerd zijn. Hoewel alles er op wijst dat ANAC Benin in staat is toezicht te houden op de luchtvaartactiviteiten in Benin, kan de effectiviteit van de toezichtsactiviteiten nog worden verbeterd als ze sterker worden gebaseerd op een solide beoordeling van de veiligheidsrisico's.

(15)

Op 26 april 2017 heeft ANAC Benin de corrigerende maatregelen die het heeft genomen om de tijdens het beoordelingsbezoek van de Unie vastgestelde problemen op te lossen, voorgesteld aan de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart. ANAC Benin heeft ook informatie verstrekt over een aantal maatregelen die het heeft genomen om de veiligheid van de luchtvaart in Benin verder te verbeteren. Het gaat onder meer om maatregelen ter versterking van de tenuitvoerlegging van het veiligheidstoezicht op kritieke elementen en om een aantal werkafspraken met autoriteiten van andere landen voor de terbeschikkingstelling van extra inspecteurs als het niveau van de activiteiten dit zou vereisen.

(16)

Op basis van de informatie die op dit ogenblik beschikbaar is, met inbegrip van de resultaten van het bezoek van maart 2017, is de Commissie van oordeel dat ANAC Benin aanhoudende vooruitgang heeft geboekt over een continue periode. De Commissie erkent ook dat ANAC Benin zich steeds bereid heeft getoond om op permanente basis met de Commissie samen te werken. Uit de beschikbare informatie wordt geconcludeerd dat ANAC Benin in staat is zich te kwijten van zijn verantwoordelijkheden met betrekking tot het toezicht op in Benin gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen.

(17)

Overeenkomstig de gemeenschappelijke criteria die zijn vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2111/2005, is de Commissie dan ook van oordeel dat de lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie moet worden gewijzigd teneinde alle in Benin gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen te schrappen uit bijlage A bij Verordening (EG) nr. 474/2006.

(18)

De lidstaten moeten de effectieve naleving van de relevante veiligheidsnormen blijven controleren door bij platforminspecties prioriteit te geven aan luchtvaartuigen van in Benin gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012.

(19)

Als uit relevante veiligheidsinformatie zou blijken dat ten gevolge van het niet-naleven van internationale veiligheidsnormen acute veiligheidsrisico's ontstaan, kan de Commissie genoodzaakt zijn verdere actie te ondernemen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2111/2005.

Luchtvaartmaatschappijen uit Bolivia

(20)

In de voorbije jaren werden geen grote veiligheidsproblemen vastgesteld met luchtvaartmaatschappijen die in Bolivia zijn geregistreerd. Het dodelijk ongeval van luchtvaartmaatschappij LaMia op 29 november 2016 heeft echter vragen doen rijzen over de wijze waarop de Boliviaanse autoriteiten veiligheidstoezicht houden op de luchtvaartmaatschappijen die onder hun bevoegdheid staan.

(21)

Op 23 maart 2017 heeft technisch overleg plaatsgevonden tussen de vertegenwoordigers van de Commissie, het EASA, een lidstaat en hoge vertegenwoordigers van het directoraat-generaal voor de burgerluchtvaart van Bolivia (DGAC). Tijdens dat overleg heeft DGAC toelichting gegeven bij zijn reorganisatie en zijn plannen om een robuuste veiligheidscultuur in te stellen, een algemeen en domeinoverschrijdend veiligheidssysteem tot stand te brengen, een uitgebreide veiligheidsgegevensbank op te zetten om risico's gerichter aan te pakken, en de overzichtsprocedures en de opleiding van het personeel te verbeteren.

(22)

DGAC heeft uitgelegd dat de Boliviaanse regering al vóór het LaMia-ongeval besluiten had vastgesteld over de beheersstructuur van DGAC, teneinde het civiele karakter van DGAC te versterken, in vergelijking met de vroegere militaire aanpak. De regering investeert momenteel ook in mechanismen om het veiligheidstoezicht te verbeteren en het nationale wetgevingskader te wijzigen, zodat DGAC gemakkelijker effectieve handhavingsmaatregelen kan nemen wanneer dit nodig is. Uit die maatregelen blijkt dat de Boliviaanse autoriteiten bereid zijn om hun capaciteiten op het vlak van veiligheidstoezicht te versterken. De effectiviteit van die maatregelen hangt echter af van de toepassing ervan, en de Boliviaanse autoriteiten hebben nog een aanzienlijke marge om de capaciteit van DGAC op het vlak van veiligheidstoezicht te verbeteren.

(23)

Op verzoek van de Commissie heeft DGAC, na het technisch overleg, nuttige informatie verstrekt over de afgifte van bevoegdheidsbewijzen, certificering en toezichtsactiviteiten, kwalificatie en opleiding van het personeel dat bevoegd is voor het veiligheidstoezicht, en over de ongevallen en ernstige incidenten die hebben plaatsgevonden in 2016 en 2017.

(24)

Op basis van de informatie die momenteel beschikbaar is, met inbegrip van de informatie die is verstrekt tijdens en na het technisch overleg van 23 maart 2017, wordt geoordeeld dat DGAC op dit ogenblik voldoende in staat en bereid is om alle veiligheidstekortkomingen te verhelpen.

(25)

Overeenkomstig de gemeenschappelijke criteria die zijn vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2111/2005, is de Commissie dan ook van oordeel dat er in dit stadium geen redenen zijn om luchtvaartmaatschappijen uit Bolivia op te nemen in de lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie.

(26)

De lidstaten moeten de effectieve naleving van de relevante veiligheidsnormen blijven controleren door bij platforminspecties prioriteit te geven aan luchtvaartuigen van in Bolivia gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012.

(27)

Als uit relevante veiligheidsinformatie zou blijken dat ten gevolge van het niet-naleven van internationale veiligheidsnormen acute veiligheidsrisico's ontstaan, kan de Commissie genoodzaakt zijn verdere actie te ondernemen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2111/2005.

Luchtvaartmaatschappijen uit India

(28)

Op 28 maart 2017 heeft technisch overleg plaatsgevonden tussen de Commissie, het EASA, de lidstaten en vertegenwoordigers van het directoraat-generaal voor de burgerluchtvaart van India („DGCA India”). Dat overleg vond plaats in het kader van de eerdere overeenkomst met DGCA India, die overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 473/2006 is gesloten en waarin werd overeengekomen regelmatig technisch overleg te houden met de Commissie teneinde de verplichtingen van DGCA India met betrekking tot de certificering van luchtvaartmaatschappijen en het toezicht op gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen te bespreken.

(29)

Tijdens dat overleg heeft DGCA India informatie verstrekt over zijn analyse van de prestaties van in India gecertificeerde luchtvaartuigen in het kader van het SAFA-programma, met inbegrip van een vergelijking van de prestaties van 2016 en 2017, en specifieke informatie over zijn toezicht op de in India gecertificeerde luchtvaartmaatschappij Air India. DGCA India heeft ook informatie verstrekt over de ontwikkelingen op het vlak van zijn toezichtscapaciteit, met inbegrip van de ontwikkeling van een ’platforminspectiegegevensbank’.

(30)

Tijdens dat overleg heeft de Commissie een aantal elementen herhaald die betrekking hebben op de certificerings- en toezichtsverplichtingen van DGCA India. De Commissie is verheugd over de transparante wijze waarop DGCA India veiligheidsgerelateerde informatie heeft verstrekt, maar benadrukt het belang van een permanente ontwikkeling van de certificerings- en toezichtscapaciteit van DGCA India, met inbegrip van de indienstname en opleiding van technisch personeel en de noodzaak om instrumenten te ontwikkelen die systematische tracking en monitoring van het veiligheidstoezicht mogelijk maken.

(31)

Op basis van de informatie die momenteel beschikbaar is, met inbegrip van de informatie die door DGCA India is verstrekt tijdens het technisch overleg van 28 maart 2017, wordt geoordeeld dat DGCA India op dit ogenblik voldoende in staat en bereid is om veiligheidstekortkomingen te verhelpen.

(32)

Overeenkomstig de gemeenschappelijke criteria die zijn vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2111/2005, is de Commissie dan ook van oordeel dat er in dit stadium geen redenen zijn om luchtvaartmaatschappijen uit India op te nemen in de lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie.

(33)

De lidstaten moeten de effectieve naleving van de relevante veiligheidsnormen blijven controleren door bij platforminspecties prioriteit te geven aan luchtvaartuigen van in India gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012.

(34)

Als uit relevante veiligheidsinformatie zou blijken dat ten gevolge van het niet-naleven van internationale veiligheidsnormen acute veiligheidsrisico's ontstaan, kan de Commissie genoodzaakt zijn verdere actie te ondernemen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2111/2005.

Luchtvaartmaatschappijen uit Indonesië

(35)

Het overleg tussen de Commissie en het directoraat-generaal voor de burgerluchtvaart van Indonesië („DGCA Indonesië”) wordt voortgezet teneinde toezicht te houden op de voortgang die DGCA Indonesië boekt bij zijn inspanningen om het systeem voor toezicht op de veiligheid van de luchtvaart in Indonesië in overeenstemming te brengen met de internationale veiligheidsnormen. In die context heeft DGCA Indonesië bij schrijven van 16 maart 2017 aanvullende informatie aan de Commissie verstrekt en een stand van zaken gegeven van de Indonesische luchtvaart en de activiteiten op het gebied van veiligheidstoezicht.

(36)

DGCA Indonesië heeft voor de periode van november 2016 tot maart 2017 informatie verstrekt over de in Indonesië gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen, het veiligheidstoezicht op die luchtvaartmaatschappijen, de uitgevoerde handhavingsacties, de ontwikkeling van de Indonesische luchtvaartregelgeving, een lijst van ernstige incidenten die in die periode hebben plaatsgevonden en de technische bijstand die aan DGCA Indonesië is verstrekt.

(37)

In de periode van november 2016 tot maart 2017 heeft DGCA Indonesië geen nieuwe luchtvaartmaatschappijen gecertificeerd en geen AOC's ingetrokken. DGCA Indonesië heeft in zijn brief van 16 maart 2017 verklaard prioriteit te geven aan de voorbereiding van de ICAO Coordinated Validation Mission (ICVM) die in oktober 2017 zal plaatsvinden. Naar verwachting zal het resultaat van deze ICVM een goede indicatie geven van de ontwikkeling van het systeem voor veiligheidstoezicht in Indonesië. DGCA Indonesië heeft niet aangetoond dat het systeem voor veiligheidstoezicht op de luchtvaartmaatschappijen die momenteel zijn opgenomen in de lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod in de Unie is opgelegd, ten uitvoer wordt gelegd in overeenstemming met internationale veiligheidsnormen.

(38)

Overeenkomstig de gemeenschappelijke criteria die zijn vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2111/2005, is de Commissie dan ook van oordeel dat er in dit stadium geen redenen zijn om luchtvaartmaatschappijen uit Indonesië op te nemen in of te schrappen uit de lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie.

(39)

De lidstaten moeten de effectieve naleving van de relevante veiligheidsnormen blijven controleren door bij platforminspecties prioriteit te geven aan luchtvaartuigen van in Indonesië gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012.

Luchtvaartmaatschappijen uit Libië

(40)

Op 6 maart 2017 heeft technisch overleg plaatsgevonden tussen de Commissie, het EASA, een lidstaat en de burgerluchtvaartautoriteit van Libië („LYCAA”).

(41)

Tijdens dat overleg heeft LYCAA informatie verstrekt over zijn toezichtsactiviteiten, met inbegrip van zijn plannen met betrekking tot de indienstname en opleiding van technisch personeel en zijn strategische benadering van technische ontwikkeling in de context van de capaciteitsopbouw op het gebied van luchtvaartveiligheid. LYCAA heeft herhaald dat het, binnen de beperkingen van een uitdagende operationele omgeving, zich ertoe verbindt zijn internationale verplichtingen inzake luchtvaartveiligheid na te komen.

(42)

De Commissie is verheugd over de inspanningen die de leiding van LYCAA levert en het feit dat LYCAA voornemens is om met de Commissie samen te werken door updates te verstrekken over de status van zijn toezichtsverplichtingen.

(43)

De Commissie wijst echter op de uitdagende operationele omgeving in Libië en de gevolgen daarvan voor het vermogen van LYCAA om zich van zijn verplichtingen inzake veiligheidstoezicht te kwijten. Op basis van alle beschikbare informatie is de Commissie dan ook van oordeel dat Libië op dit ogenblik zijn internationale verplichtingen inzake veiligheid van de luchtvaart niet kan nakomen.

(44)

Daarom oordeelt de Commissie, overeenkomstig de gemeenschappelijke criteria die zijn vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2111/2005, dat er op dit ogenblik geen redenen zijn om de lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie te wijzigen voor wat luchtvaartmaatschappijen uit Libië betreft.

Luchtvaartmaatschappijen uit Mozambique

(45)

Van 6 tot en met 10 februari 2017 heeft de Unie een beoordelingsbezoek gebracht aan Mozambique. Deskundigen van de Commissie, het EASA en de lidstaten hebben daaraan deelgenomen. Tijdens die beoordeling heeft de burgerluchtvaartautoriteit van Mozambique („IACM”) aangetoond dat ze de voorbije jaren aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt. IACM besteedde vooral aandacht aan de tenuitvoerlegging van de ICAO Standards And Recommended Practices. IACM volgt een traditionele, op naleving gebaseerde benadering van luchtvaartveiligheid en evolueert naar de tenuitvoerlegging van moderne technieken voor het beheer van de luchtvaartveiligheid, waaronder een nationaal veiligheidsprogramma.

(46)

Sinds het vorige beoordelingsbezoek van de Unie ter plaatse, in april 2015, is aanzienlijke vooruitgang geboekt met de invoering van de nieuwe luchtvaartwet in Mozambique en het nieuwe statuut van IACM. Nu de nieuwe luchtvaartwet is goedgekeurd, worden ook veel aanvullende regels en eisen, alsook handboeken en procedures, geactualiseerd teneinde ze in overeenstemming te brengen met de nieuwe luchtvaartwet en de meest recente wijzigingen van de internationale veiligheidsnormen. De personeelsbezetting van IACM is verbeterd en er zijn meer volledig gekwalificeerde inspecteurs beschikbaar om toezicht te houden op de luchtvaartactiviteiten in Mozambique. Er worden meer inspecteurs opgeleid en het huidige personeelsplan volstaat voor het niveau van luchtvaartactiviteiten in Mozambique. Ook de faciliteiten van IACM zijn verbeterd. IACM is een burgerluchtvaartautoriteit met administratieve, financiële, patrimoniale en functionele autonomie.

(47)

Er zijn aanwijzingen dat IACM over de nodige capaciteiten beschikt om toezicht te houden op de luchtvaartactiviteiten in Mozambique en een robuust regelgevingssysteem in stand te houden, en dat IACM zorgt voor de tenuitvoerlegging en handhaving van de bestaande luchtvaartregelgeving teneinde eventuele veiligheidsproblemen te verhelpen. Het systeem voor toezicht op de veiligheid in Mozambique functioneert goed, en er worden nog steeds inspanningen geleverd om het systeem verder te verbeteren en te garanderen dat het in overeenstemming is met recente wijzigingen van de internationale veiligheidsnormen.

(48)

De Unie heeft een bezoek ter plaatse gebracht aan een relevante steekproef van drie in Mozambique gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen, namelijk de twee grootste luchtvaartmaatschappijen uit het land en een luchtvaartmaatschappij die helikopters exploiteert. Tijdens dat bezoek is vastgesteld dat de luchtvaartmaatschappijen in kwestie systemen voor kwaliteits- en veiligheidsbeheer hebben ontwikkeld, dat ze het onderhoud en de blijvende luchtwaardigheid onder controle hebben en dat ze hun activiteiten uitvoeren overeenkomstig de regels die in Mozambique gelden. De luchtvaartmaatschappijen passen de internationale veiligheidsnormen toe en zijn in staat en bereid om veiligheidstekortkomingen aan te pakken.

(49)

Op 17 maart 2017 heeft technisch overleg plaatsgevonden tussen de Commissie, het EASA en IACM. IACM heeft de Commissie geactualiseerde informatie verstrekt over de vooruitgang die geboekt is sinds het bezoek van de Unie ter plaatse; de Commissie en IACM zijn overeengekomen dat IACM nadere informatie zal verstrekken over de corrigerende maatregelen die zijn genomen om tegemoet te komen aan de opmerkingen die tijdens het bezoek zijn gemaakt. IACM heeft uitgelegd dat het die opmerkingen heeft voorgelegd aan de betrokken luchtvaartmaatschappijen en hen gevraagd heeft corrigerende maatregelen te nemen.

(50)

Op 21 april 2017 heeft IACM informatie verstrekt over zijn corrigerende actieplan en over dat van de drie luchtvaartmaatschappijen die werden bezocht tijdens het beoordelingsbezoek van de Unie ter plaatse, met inbegrip van informatie over het verhelpen van door IACM vastgestelde bevindingen. Het corrigerende actieplan komt tegemoet aan de opmerkingen die tijdens het bezoek zijn gemaakt en bevat realistische termijnen. De ingediende bewijsstukken zijn relevant voor het verhelpen van de bevindingen.

(51)

IACM en Linhas Aéreas de Moçambique, de grootste in Mozambique geregistreerde luchtvaartmaatschappij, kregen op 26 april 2017 de gelegenheid door de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart te worden gehoord, overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2111/2005.

(52)

Tijdens die zitting heeft de vertegenwoordiger van de regering van Mozambique meegedeeld dat zijn regering vast voornemens is de veiligheid van het vervoer in Mozambique in het algemeen te verbeteren, en met name te streven naar een aanhoudende verbetering van de tenuitvoerlegging van internationale normen op het gebied van de veiligheid van de luchtvaart.

(53)

Tijdens die zitting heeft IACM informatie verstrekt over de luchtvaartsector in Mozambique en de bevoegdheden van IACM als autonome burgerluchtvaartautoriteit. Het ging onder meer om informatie over de organisatie van IACM, de financieringsmechanismen, het aantal inspecteurs voor toezicht op de veiligheid, de ontwikkeling van wet- en regelgeving en de toekomstplannen van IACM.

(54)

Tijdens de zitting heeft Linhas Aéreas de Moçambique informatie verstrekt over zijn huidige vloot en zijn doelstellingen voor de komende jaren. De maatschappij heeft uitgelegd dat zij zich toelegt op de ontwikkeling van routes op de binnenlandse en regionale markt. Linhas Aéreas de Moçambique heeft ook informatie verstrekt over zijn systeem voor veiligheidsbeheer.

(55)

Op basis van alle beschikbare informatie, met inbegrip van de resultaten van het beoordelingsbezoek van de Unie en de informatie die tijdens de zitting van 26 april 2017 is verstrekt, wordt geoordeeld dat IACM aanhoudende vooruitgang heeft geboekt over een continue periode. Tevens wordt erkend dat IACM zich steeds bereid heeft getoond om op permanente basis met de Commissie samen te werken. De Commissie oordeelt dat IACM in staat is zich te kwijten van zijn verantwoordelijkheden met betrekking tot het toezicht op in Mozambique gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen. Tijdens de zitting heeft de regering van Mozambique zich ertoe verbonden voortdurend met de Commissie overleg te plegen over de veiligheid, eventueel via extra vergaderingen als en wanneer de Commissie dit nodig acht.

(56)

Overeenkomstig de gemeenschappelijke criteria die zijn vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2111/2005, is de Commissie dan ook van oordeel dat de lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie moet worden gewijzigd teneinde alle in Mozambique gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen te schrappen uit bijlage A bij Verordening (EG) nr. 474/2006.

(57)

De lidstaten moeten de effectieve naleving van de relevante veiligheidsnormen blijven controleren door bij platforminspecties prioriteit te geven aan luchtvaartuigen van in Mozambique gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012.

(58)

Als uit relevante veiligheidsinformatie zou blijken dat ten gevolge van het niet-naleven van internationale veiligheidsnormen acute veiligheidsrisico's ontstaan, kan de Commissie genoodzaakt zijn verdere actie te ondernemen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2111/2005.

Luchtvaartmaatschappijen uit Nigeria

(59)

Op 25 november 2015 heeft de in Nigeria gecertificeerde luchtvaartmaatschappij Med-View Airline een vergunning van exploitant uit een derde land („TCO-vergunning”) aangevraagd bij het EASA. Het EASA heeft die aanvraag getoetst aan de eisen die zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 452/2014 van de Commissie en heeft te kennen gegeven zeer bezorgd te zijn omdat Med-View Airline niet kan aantonen dat het voldoet aan de toepasselijke eisen van artikel 3 van Verordening (EU) nr. 452/2014. Het EASA kwam dan ook tot de conclusie dat een verdere evaluatie niet zou leiden tot de afgifte van een TCO-vergunning aan Med-View Airline omdat de luchtvaartmaatschappij niet aan de bovengenoemde eisen voldoet. Het EASA heeft daarom op 17 november 2016 de aanvraag om veiligheidsredenen afgewezen.

(60)

Op 24 februari 2017 heeft de Commissie informatie gevraagd aan de Nigeriaanse burgerluchtvaartautoriteit („NCAA”) over de maatregelen die zijn genomen nadat het EASA de aanvraag van een TCO-vergunning door Med-View Airline had afgewezen. In een brief van 22 maart 2017 aan de Commissie heeft NCAA niet de informatie verstrekt die nodig is om te garanderen dat de door NCAA genomen maatregelen geschikt zijn om de problemen op te lossen die het EASA tijdens de beoordeling van de TCO-aanvraag door Med-View Airline heeft vastgesteld.

(61)

Op 10 en 24 april 2017 heeft Med-View Airline de Commissie informatie verstrekt over de corrigerende maatregelen die zijn genomen om de door het EASA vastgestelde problemen op te lossen.

(62)

Zowel NCAA als Med-View Airline kregen de gelegenheid om tijdens de vergadering van het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart van 25 april 2017 toelichting te verstrekken aan de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart, overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2111/2005.

(63)

Tijdens die vergadering heeft NCAA slechts beperkte informatie verstrekt over elementen zoals zijn datum van oprichting, de resultaten van de ICAO-audits van 2006 en maart 2016, zijn status in het kader van het „International Aviation Safety Assessment”-programma van de FAA, het aantal inspecteurs voor vluchtuitvoering en luchtwaardigheid, en het aantal houders van een Air Operator Certificate in Nigeria. Uit de antwoorden van NCAA op vragen over zijn vermogen om veiligheidstekortkomingen te identificeren en te monitoren, bleek dat dat vermogen ontoereikend is. De Commissie is van mening dat NCAA maatregelen moet nemen om de kwaliteit te verbeteren van het veiligheidstoezicht op de luchtvaartmaatschappijen die onder zijn verantwoordelijkheid staan.

(64)

Tijdens de vergadering heeft Med-View Airline, bij wijze van aanvulling op informatie die het eerder had verstrekt, de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart informatie verstrekt over de corrigerende maatregelen die zijn genomen om de door het EASA in het kader van zijn TCO-veiligheidsbeoordeling vastgestelde ernstige veiligheidstekortkomingen te verhelpen, zoals vluchtuitvoeringen buiten het toepassingsgebied van het goedgekeurde Air Operator Certificate en de bijbehorende vluchtuitvoeringsspecificaties, controle van luchtwaardigheid en onderhoud, tenuitvoerlegging en monitoring van luchtwaardigheidsrichtsnoeren en de veiligheid en kwaliteit van het beheersysteem. Med-View Airline gaf echter blijk van onvoldoende bewustzijn en begrip van de ernst van de door het EASA vastgestelde veiligheidsproblemen. Uit de maatregelen die Med-View Airline heeft genomen, blijkt bovendien dat de diepere oorzaken onvoldoende zijn geanalyseerd en dat het corrigerend actieplan niet volstaat om te voorkomen dat dezelfde of soortgelijke gevallen van niet-naleving zich opnieuw voordoen.

(65)

Uit de informatie die momenteel beschikbaar is op basis van de TCO-veiligheidsbeoordeling van het EASA, samen met de informatie die door NCAA en Med-View Airline is verstrekt, blijkt dat Med-View Airline ernstige veiligheidstekortkomingen vertoont. Uit die informatie blijkt ook dat Med-View Airline niet in staat is die veiligheidstekortkomingen aan te pakken, zoals onder meer blijkt uit het niet-passende en ontoereikende actieplan dat de luchtvaartmaatschappij heeft ingediend in reactie op de tijdens de TCO-veiligheidsbeoordeling vastgestelde bevindingen.

(66)

Overeenkomstig de gemeenschappelijke criteria die zijn vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2111/2005, is de Commissie dan ook van oordeel dat de lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie moet worden gewijzigd teneinde de luchtvaartmaatschappij Med-View Airline op te nemen in bijlage A bij Verordening (EG) nr. 474/2006.

(67)

De lidstaten moeten de effectieve naleving van de relevante veiligheidsnormen blijven controleren door bij platforminspecties prioriteit te geven aan luchtvaartuigen van in Nigeria gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012.

(68)

Als uit relevante veiligheidsinformatie zou blijken dat ten gevolge van het niet-naleven van internationale veiligheidsnormen acute veiligheidsrisico's ontstaan, kan de Commissie genoodzaakt zijn verdere actie te ondernemen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2111/2005.

Luchtvaartmaatschappijen uit Pakistan

(69)

Bij brief van 23 januari 2017 heeft de Commissie de Pakistaanse burgerluchtvaartautoriteit („PCAA”) verzocht om informatie te verstrekken over de follow-up van het ongeval dat op 7 december 2016 plaatsvond met het ATR-luchtvaartuig van de in Pakistan gecertificeerde luchtvaartmaatschappij Pakistan International Airlines Corporation Ltd. In die brief heeft de Commissie er ook aan herinnerd dat het EASA op 13 januari 2016 om veiligheidsredenen de TCO-aanvraag van de eveneens in Pakistan gecertificeerde vrachtmaatschappij AHS International (Pvt) Ltd had geweigerd. Bovendien gaf de Commissie in die brief aan dat zij officieel overleg opstart met PCAA, overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 473/2006.

(70)

Op 18 april 2017 heeft technisch overleg plaatsgevonden tussen de Commissie, het EASA, een lidstaat en vertegenwoordigers van PCAA. Tijdens die vergadering heeft PCAA informatie verstrekt, waaronder een overzicht van zijn certificerings- en toezichtsverplichtingen, en een samenvatting van de inspectiegegevens voor de periode 2011-2016. Met name de verantwoordelijkheden van PCAA met betrekking tot het veiligheidstoezicht op Pakistan International Airlines Corporation Ltd werden tijdens die vergadering besproken.

(71)

Tijdens die vergadering heeft de Commissie een aantal elementen aan PCAA meegedeeld die betrekking hebben op de certificerings- en toezichtsverplichtingen van PCAA. Met name rekening houdende met de transparante wijze waarop PCAA veiligheidsinformatie aan de Commissie heeft verstrekt, heeft de Commissie benadrukt dat PCAA bijzondere aandacht moet besteden aan de verdere verbetering van zijn veiligheidssystemen. Bovendien heeft de Commissie aan PCAA meegedeeld dat zij verwacht dat PCAA volledig op de hoogte is van de eisen van Verordening (EU) nr. 452/2014 en de daarmee verband houdende implicaties voor in Pakistan gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen.

(72)

Op basis van de informatie die momenteel beschikbaar is, met inbegrip van de informatie die door PCAA is verstrekt tijdens het technisch overleg van 18 april 2017, wordt geoordeeld dat PCAA op dit ogenblik voldoende in staat en bereid is om veiligheidstekortkomingen te verhelpen.

(73)

Overeenkomstig de gemeenschappelijke criteria die zijn vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2111/2005, is de Commissie dan ook van oordeel dat er in dit stadium geen redenen zijn om luchtvaartmaatschappijen uit Pakistan op te nemen in de lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie.

(74)

De lidstaten moeten de effectieve naleving van de relevante veiligheidsnormen controleren door bij platforminspecties prioriteit te geven aan luchtvaartuigen van in Pakistan gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012.

(75)

Als uit relevante veiligheidsinformatie zou blijken dat ten gevolge van het niet-naleven van internationale veiligheidsnormen acute veiligheidsrisico's ontstaan, kan de Commissie genoodzaakt zijn verdere actie te ondernemen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2111/2005.

Luchtvaartmaatschappijen uit Rusland

(76)

De Commissie, het EASA en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten hebben de voorbije zes maanden nauwlettend toegezien op de veiligheidsprestaties van luchtvaartmaatschappijen die gecertificeerd zijn in Rusland en vluchten uitvoeren in de Unie, onder meer door bij het uitvoeren van platforminspecties overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012 prioriteit te geven aan bepaalde Russische luchtvaartmaatschappijen

(77)

Op 17 maart 2017 heeft een ontmoeting plaatsgehad tussen vertegenwoordigers van de Commissie, het EASA en een lidstaat, en vertegenwoordigers van het Russische federale agentschap voor luchtvervoer („FATA”). Het doel van deze ontmoeting was de veiligheidsprestaties van In Rusland gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen te bekijken aan de hand van verslagen van platforminspecties voor de periode tussen 11 maart 2016 en 10 maart 2017 en na te gaan in welke gevallen FATA strenger toezicht moet houden.

(78)

Tijdens de vergadering heeft de Commissie de resultaten van SAFA-platforminspecties van zes in Rusland gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen nauwkeuriger bekeken. Er werden geen veiligheidsproblemen vastgesteld, maar omdat bij sommige luchtvaartmaatschappijen slechts een beperkt aantal inspecties werd uitgevoerd, heeft FATA de Commissie meegedeeld dat in de loop van het volgende kwartaal extra inspecties zullen worden uitgevoerd bij twee van die luchtvaartmaatschappijen.

(79)

Op basis van de informatie die momenteel beschikbaar is, met inbegrip van de informatie die door FATA is verstrekt tijdens het technisch overleg van 17 maart 2017, wordt geoordeeld dat FATA op dit ogenblik voldoende in staat en bereid is om veiligheidstekortkomingen te verhelpen. Om die redenen heeft de Commissie geconcludeerd dat de Russische luchtvaartautoriteiten of in Rusland gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen niet voor de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart hoeven te verschijnen.

(80)

Overeenkomstig de gemeenschappelijke criteria die zijn vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2111/2005, is de Commissie dan ook van oordeel dat er in dit stadium geen redenen zijn om luchtvaartmaatschappijen uit Rusland op te nemen in de lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie.

(81)

De lidstaten moeten de effectieve naleving van de relevante veiligheidsnormen blijven controleren door bij platforminspecties prioriteit te geven aan luchtvaartuigen van in Rusland gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012.

(82)

Als uit deze controles blijkt dat er een dreigend veiligheidsrisico bestaat ten gevolge van de niet-naleving van de relevante veiligheidsnormen, kan de Commissie genoodzaakt zijn maatregelen te nemen tegen luchtvaartmaatschappijen uit Rusland overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2111/2005.

Luchtvaartmaatschappijen uit Saint Vincent en de Grenadines

(83)

Op 16 april 2015 heeft de luchtvaartmaatschappij Mustique Airways, geregistreerd in Saint Vincent en de Grenadines, een TCO-vergunning aangevraagd bij het EASA. Het EASA heeft die aanvraag getoetst aan de eisen die zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 452/2014 en heeft te kennen gegeven zeer bezorgd te zijn omdat Mustique Airways niet kan aantonen dat het voldoet aan de toepasselijke eisen van artikel 3 van Verordening (EU) nr. 452/2014. Het EASA kwam dan ook tot de conclusie dat een verdere evaluatie niet zou leiden tot de afgifte van een TCO-vergunning aan Mustique Airways omdat de luchtvaartmaatschappij niet aan de bovengenoemde eisen voldoet. Het EASA heeft daarom op dinsdag 4 oktober 2016 de aanvraag om veiligheidsredenen afgewezen.

(84)

Op 30 januari 2017 heeft de Commissie informatie gevraagd aan de bevoegde autoriteit van Saint Vincent en de Grenadines, de Oost-Caraïbische burgerluchtvaartautoriteit („ECCAA”), over de maatregelen die zijn genomen nadat het EASA de aanvraag van een TCO-vergunning door Mustique Airways had afgewezen. Op 24 februari 2017 heeft ECCAA de Commissie meegedeeld dat Mustique Airways op 2 februari 2017 een nieuwe aanvraag voor een TCO-vergunning had ingediend bij het EASA omdat, volgens Mustique Airways, de veiligheidsproblemen die aanleiding hadden gegeven tot de afwijzing op bevredigende wijze waren opgelost.

(85)

Aangezien noch Mustique Airways, noch ECCAA heeft aangetoond dat de tijdens de TCO-veiligheidsbeoordeling van de ICAO vastgestelde veiligheidsproblemen inderdaad waren opgelost, kreeg zowel Mustique Airways als ECCAA de gelegenheid om op 26 april 2017 te worden gehoord door de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart, overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2111/2005.

(86)

De autoriteit gaf geen antwoord op de uitnodiging en heeft niet deelgenomen aan de hoorzitting. ECCAA heeft ook geen informatie verstrekt over de maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van de TCO-bevindingen bij Mustique Airways, noch over zijn toezichtsactiviteiten.

(87)

Op 24 april 2017 heeft het EASA een technische vergadering gehad met Mustique Airways om de nieuwe aanvraag te bespreken. Gezien de korte tijd tussen deze vergadering en de nieuwe hoorzitting, kon het EASA geen volledige beoordeling van de nieuwe aanvraag uitvoeren. Het EASA kon echter aan de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart bevestigen dat de belangrijkste diepere oorzaak van de ernstige en herhaalde veiligheidstekortkomingen die het EASA tijdens de eerste TCO-beoordeling had vastgesteld, nog steeds aanwezig was.

(88)

Tijdens de hoorzitting van 26 april 2017 heeft Mustique Airways informatie verstrekt over het bedrijf en zijn faciliteiten, en slechts in beperkte mate over veiligheidsgerelateerde aspecten. Uit de door Mustique Airways verstrekte informatie over de vooruitgang die het heeft geboekt bij de ontwikkeling van zijn systemen voor veiligheids- en kwaliteitsbeheer blijkt dat deze systemen onvoldoende ontwikkeld zijn. De Commissie is tevreden over de bereidheid die Mustique Airways toont om een effectievere dialoog met het EASA aan te gaan over de nieuwe aanvraag van een TCO-vergunning, maar stelde vast dat de essentiële veiligheidsvoorwaarden, zoals een basissysteem voor veiligheidsbeheer, niet vervuld waren. Bovendien gaf Mustique Airways blijk van onvoldoende bewustzijn en begrip van de ernst van de door het EASA vastgestelde veiligheidsbevindingen. Ten slotte werd duidelijk dat de veiligheidscultuur binnen de luchtvaartmaatschappij een reactief in plaats van een proactief karakter heeft.

(89)

De informatie die tot dusver beschikbaar is, met inbegrip van de informatie die door het EASA is verstrekt in het kader van de afgewezen TCO-aanvraag van Mustique Airways en in het kader van de lopende nieuwe aanvraag, en alle informatie die door de luchtvaartmaatschappij Mustique Airways is verstrekt, bevat aanwijzingen van ernstige veiligheidstekortkomingen bij Mustique Airways. Mustique Airways is op dit ogenblik onvoldoende in staat zijn veiligheidstekortkomingen te verhelpen. De lopende veiligheidsmaatregelen bevinden zich grotendeels nog in de ontwikkelingsfase, en het corrigerende actieplan dat Mustique Airways heeft gepresenteerd in reactie op de bevindingen die tijdens de TCO-veiligheidsbeoordeling zijn vastgesteld, is niet robuust genoeg, met name wat de noodzakelijke analyse van diepere oorzaken betreft.

(90)

Overeenkomstig de gemeenschappelijke criteria die zijn vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2111/2005, is de Commissie dan ook van oordeel dat de lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie moet worden gewijzigd teneinde de luchtvaartmaatschappij Mustique Airways op te nemen in bijlage A bij Verordening (EG) nr. 474/2006.

(91)

De lidstaten moeten de effectieve naleving van de relevante veiligheidsnormen blijven controleren door bij platforminspecties prioriteit te geven aan luchtvaartuigen van in Saint Vincent en de Grenadines gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012.

(92)

Als uit relevante veiligheidsinformatie zou blijken dat ten gevolge van het niet-naleven van internationale veiligheidsnormen acute veiligheidsrisico's ontstaan, kan de Commissie genoodzaakt zijn verdere actie te ondernemen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2111/2005.

Luchtvaartmaatschappijen uit Thailand

(93)

Op 17 maart 2017 heeft technisch overleg plaatsgevonden tussen de Commissie, het EASA en de burgerluchtvaartautoriteit van Thailand („CAAT”). Tijdens dat overleg heeft CAAT de Commissie geactualiseerde informatie verstrekt over de vooruitgang die sinds september 2016 is geboekt, met name wat betreft het luchtvervoerssysteem in Thailand, het stappenplan van CAAT op weg naar volledige naleving en de huidige stand van de tenuitvoerlegging van het corrigerende actieplan van CAAT.

(94)

De belangrijkste punten van vooruitgang zijn de nieuwe burgerluchtvaartwet van Thailand, die naar verwachting in het laatste kwartaal van 2017 van kracht zal worden, de wijziging van de regels van CAAT, de actualisering van de organisatie van CAAT, duurzame financieringsmechanismen en een verbeterd programma voor de indienstname en opleiding van inspecteurs. Het inspectieproces, de handboeken en de instrumenten van CAAT, met inbegrip van het it-systeem, zijn verbeterd en het programma voor veiligheidstoezicht is geactualiseerd om volledig en permanent toezicht op de in Thailand gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen te garanderen. CAAT heeft ook een afdeling kwaliteitsborging opgericht, die als taak heeft na te gaan of CAAT de internationale en nationale normen inzake veiligheid van de luchtvaart naleeft.

(95)

Voorts heeft CAAT informatie verstrekt over de ontwikkeling van zijn nationaal veiligheidsprogramma, over de stand van zaken met betrekking tot de bevindingen die de ICAO tijdens de audit van januari 2015 had gedaan, met inbegrip van het op die bevindingen gebaseerde Significant Safety Concern over de certificering van luchtvaartmaatschappijen. CAAT heeft ook informatie verstrekt over de vooruitgang met betrekking tot zijn duurzaamheidsplan en over de internationale samenwerking die het is aangegaan.

(96)

Een belangrijk element van het corrigerend actieplan van CAAT is de hercertificering van de luchtvaartmaatschappijen in Thailand, waarbij de gestructureerde benadering van de ICAO voor de certificering van luchtvaartmaatschappijen in vijf fasen wordt gevolgd. In februari 2017 is de eerste internationaal actieve luchtvaartmaatschappij gehercertificeerd, en CAAT verwacht dat tegen eind juni 2017 twaalf andere luchtvaartmaatschappijen die internationaal luchtvervoer uitvoeren, zullen worden gehercertificeerd. Tijdens het hercertificeringsproces heeft CAAT handhavingsmaatregelen genomen tegen bepaalde kandidaten voor hercertificering.

(97)

De Thaise regering en CAAT geven blijk van een sterke wil om het systeem voor veiligheidstoezicht in Thailand te verbeteren. CAAT heeft bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat het de voorbije zes maanden vooruitgang heeft geboekt. Op basis van de veiligheidsinformatie die momenteel beschikbaar is met betrekking tot in Thailand gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen, kan geen besluit worden genomen om een verbod of exploitatiebeperkingen op te leggen. Om van nabij toezicht te houden op de situatie, zal het overleg met de autoriteiten van Thailand worden voortgezet overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 473/2006.

(98)

Daarom oordeelt de Commissie, overeenkomstig de gemeenschappelijke criteria die zijn vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2111/2005, dat er op dit ogenblik geen redenen zijn om de lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie te wijzigen voor wat luchtvaartmaatschappijen uit Thailand betreft.

(99)

De lidstaten moeten de effectieve naleving van de relevante veiligheidsnormen blijven controleren door bij platforminspecties prioriteit te geven aan luchtvaartuigen van in Thailand gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012.

(100)

Als uit relevante veiligheidsinformatie zou blijken dat ten gevolge van het niet-naleven van internationale veiligheidsnormen acute veiligheidsrisico's ontstaan, kan de Commissie genoodzaakt zijn verdere actie te ondernemen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2111/2005.

Luchtvaartmaatschappijen uit Oekraïne

(101)

Op 29 augustus 2014 heeft de in Oekraïne gecertificeerde luchtvaartmaatschappij International Joint-Stock Aviation Company „URGA” een TCO-vergunning aangevraagd bij het EASA. Het EASA heeft die aanvraag getoetst aan de eisen die zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 452/2014 en heeft te kennen gegeven zeer bezorgd te zijn omdat International Joint-Stock Aviation Company „URGA” niet kan aantonen dat het voldoet aan de toepasselijke eisen van artikel 3 van Verordening (EU) nr. 452/2014. Het EASA kwam dan ook tot de conclusie dat een verdere evaluatie niet zou leiden tot de afgifte van een TCO-vergunning aan International Joint-Stock Aviation Company „URGA” omdat de luchtvaartmaatschappij niet aan de bovengenoemde eisen voldoet. Het EASA heeft daarom op donderdag 15 september 2016 de aanvraag om veiligheidsredenen afgewezen.

(102)

Op 15 februari 2016 heeft de in Oekraïne geregistreerde luchtvaartmaatschappij Air Company „Black Sea Airlines” LLC een TCO-vergunning aangevraagd bij het EASA. Het EASA heeft die aanvraag getoetst aan de eisen die zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 452/2014 en heeft te kennen gegeven zeer bezorgd te zijn omdat Air Company „Black Sea Airlines” LLC niet kan aantonen dat het voldoet aan de toepasselijke eisen van artikel 3 van Verordening (EU) nr. 452/2014. Het EASA kwam dan ook tot de conclusie dat een verdere evaluatie niet zou leiden tot de afgifte van een TCO-vergunning aan Air Company „Black Sea Airlines” LLC omdat de luchtvaartmaatschappij niet aan de bovengenoemde eisen voldoet. Het EASA heeft daarom op donderdag 13 oktober 2016 de aanvraag om veiligheidsredenen afgewezen.

(103)

Op 6 maart 2017 heeft de Commissie informatie gevraagd aan de nationale luchtvaartautoriteit van Oekraïne („SAAU”) over de maatregelen die zij heeft genomen naar aanleiding van de afwijzing van de TCO-aanvragen van International Joint-Stock Aviation Company „URGA” en Air Company „Black Sea Airlines” LLC. Bij die brief werd officieel overleg met SAAU opgestart, overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 473/2006. Aangezien de tijdens de TCO-veiligheidsbeoordeling van het EASA vastgestelde veiligheidsproblemen niet waren opgelost, kregen SAAU, International Joint-Stock Aviation Company „URGA” en Air Company „Black Sea Airlines” LLC de gelegenheid om tijdens de vergadering van het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart van 25 april 2017 toelichting te verstrekken aan de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart, overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2111/2005.

(104)

Op 3 april 2017 heeft SAAU het Air Operator Certificate van Air Company „Black Sea Airlines” LLC ingetrokken. Die beslissing vormde het einde van het officiële overleg over die luchtvaartmaatschappij, dat op 6 maart 2017 was opgestart.

(105)

SAAU en International Joint-Stock Aviation Company „URGA” werden op 25 april 2017 gehoord door de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart. SAAU deelde onder meer mee dat de toezichtsactiviteiten op in Oekraïne gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen worden aangepast op basis van de SAFA-prestaties en alle andere informatie uit het TCO-vergunningsproces. SAAU verstrekte ook informatie over de vaststelling van mogelijke acties op korte termijn, zoals de opschorting, beperking of intrekking van het Air Operator Certificate van luchtvaartmaatschappijen naar aanleiding van de aanwijzing van een TCO-aanvraag door het EASA. Bovendien verstrekte SAAU informatie over langetermijnmaatregelen die tot doel hebben zijn interne processen met betrekking tot de certificering van en het toezicht op in Oekraïne gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen te verbeteren.

(106)

Tijdens die hoorzitting verstrekte International Joint-Stock Aviation Company „URGA”, bij wijze van aanvulling op informatie die zij eerder had verstrekt, informatie over de corrigerende maatregelen die zij had genomen om tegemoet te komen aan de ernstige tekortkomingen die het EASA in het kader van de TCO-veiligheidsbeoordeling had vastgesteld, bijvoorbeeld met betrekking tot het beheer van de blijvende luchtwaardigheid en de uitvoering van onderhoudsactiviteiten. De luchtvaartmaatschappij deelde ook mee dat in maart 2017 een aanvullende audit was uitgevoerd door een privé-entiteit om de actuele stand van zaken te bepalen met betrekking tot de naleving van de internationale veiligheidsnormen. Die audit bevestigde de systematische tekortkomingen die eerder door het EASA waren vastgesteld in het bestaande documentatiesysteem van de luchtvaartmaatschappij.

(107)

Tijdens de hoorzitting heeft International Joint-Stock Aviation Company „URGA” ook uitgelegd dat het op 19 april 2017 een nieuwe aanvraag voor een TCO-vergunning had ingediend. De Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart hebben hier nota van genomen; de luchtvaartmaatschappij en het EASA hebben bevestigd dat de behandeling van deze nieuwe TCO-aanvraag alle nodige aandacht zal krijgen in het kader van Verordening (EU) nr. 452/2014.

(108)

Uit de informatie die tot dusver beschikbaar is, gebaseerd op de door het EASA uitgevoerde TCO-veiligheidsbeoordeling van International Joint-Stock Aviation Company „URGA” en de informatie die door SAAU en International Joint-Stock Aviation Company „URGA” is verstrekt, blijkt dat de corrigerende maatregelen om de door het EASA vastgestelde veiligheidsproblemen op te lossen, nog niet voldoende zijn uitgevoerd. Uit de bovenvermelde informatie blijkt ook dat de luchtvaartmaatschappij niet in staat is zelf gevallen van niet-naleving vast te stellen in al zijn processen en activiteiten.

(109)

Overeenkomstig de gemeenschappelijke criteria die zijn vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2111/2005, is de Commissie dan ook van oordeel dat de lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie moet worden gewijzigd teneinde de luchtvaartmaatschappij International Joint-Stock Aviation Company „URGA” op te nemen in bijlage A bij Verordening (EG) nr. 474/2006.

(110)

De lidstaten moeten de effectieve naleving van de relevante veiligheidsnormen blijven controleren door bij platforminspecties prioriteit te geven aan luchtvaartuigen van in Oekraïne gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012.

(111)

Als uit relevante veiligheidsinformatie zou blijken dat ten gevolge van het niet-naleven van internationale veiligheidsnormen acute veiligheidsrisico's ontstaan, kan de Commissie genoodzaakt zijn verdere actie te ondernemen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2111/2005.

Luchtvaartmaatschappijen uit Zimbabwe

(112)

Op 12 april 2016 heeft de in Zimbabwe geregistreerde luchtvaartmaatschappij Air Zimbabwe (Pvt) Ltd een TCO-vergunning aangevraagd bij het EASA. Het EASA heeft die aanvraag getoetst aan de eisen die zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 452/2014 en heeft te kennen gegeven zeer bezorgd te zijn omdat Air Zimbabwe (Pvt) Ltd niet kan aantonen dat het voldoet aan de toepasselijke eisen van artikel 3 van Verordening (EU) nr. 452/2014. Het EASA kwam dan ook tot de conclusie dat een verdere evaluatie niet zou leiden tot de afgifte van een TCO-vergunning aan Air Zimbabwe (Pvt) Ltd omdat de luchtvaartmaatschappij niet aan de bovengenoemde eisen voldoet. Het EASA heeft daarom op maandag 7 november 2016 de aanvraag om veiligheidsredenen afgewezen.

(113)

Op 3 maart 2017 heeft de Commissie aan de burgerluchtvaartautoriteit van Zimbabwe („CAAZ”) informatie gevraagd over de maatregelen die zij had genomen nadat het EASA de TCO-aanvraag van Air Zimbabwe (Pvt) Ltd had afgewezen. Bij die brief werd officieel het overleg met CAAZ opgestart, overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 473/2006. Aangezien de veiligheidsproblemen die het EASA had vastgesteld tijdens zijn TCO-veiligheidsbeoordeling van Air Zimbabwe (Pvt) Ltd niet waren opgelost, kregen zowel CAAZ als Air Zimbabwe (Pvt) Ltd de gelegenheid om tijdens de vergadering van het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart van 26 april 2017 toelichting te verstrekken aan de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart, overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2111/2005.

(114)

Tijdens die vergadering heeft CAAZ onder meer informatie verstrekt over zijn toezichtsverantwoordelijkheden met betrekking tot Air Zimbabwe (Pvt) Ltd. CAAZ heeft een beknopt overzicht gegeven van de maatregelen die het heeft genomen nadat het EASA om veiligheidsredenen de aanvraag van een TCO-vergunning door Air Zimbabwe (Pvt) Ltd had afgewezen. Het EASA heeft informatie verstrekt over de serious safety concerns die aan de basis lagen van dat negatieve TCO-besluit.

(115)

Tijdens de vergadering heeft Air Zimbabwe (Pvt) Ltd informatie verstrekt over de corrigerende acties die zijn opgestart nadat het EASA de TCO-aanvraag van die luchtvaartmaatschappij had afgewezen. De informatie die door Air Zimbabwe (Pvt) Ltd werd verstrekt, waaronder elementen die wezen op de beperkte vooruitgang die is geboekt bij de ontwikkeling van de veiligheids- en beheersystemen van de maatschappij, volstond echter niet om tegemoet te komen aan de opgeworpen bezwaren.

(116)

Uit de informatie die momenteel beschikbaar is, met inbegrip van de informatie met betrekking tot de door het EASA uitgevoerde TCO-veiligheidsbeoordeling van Air Zimbabwe (Pvt) Ltd, samen met de informatie die door CAAZ en Air Zimbabwe (Pvt) Ltd is verstrekt, blijkt duidelijk dat Air Zimbabwe (Pvt) Ltd te kampen heeft met ernstige veiligheidstekortkomingen. De Commissie is van oordeel dat Air Zimbabwe (Pvt) Ltd deze veiligheidstekortkomingen op dit ogenblik niet kan verhelpen. De lopende veiligheidsmaatregelen van Air Zimbabwe (Pvt) Ltd bevinden zich grotendeels nog in de ontwikkelingsfase, en het corrigerende actieplan dat Air Zimbabwe (Pvt) Ltd heeft gepresenteerd in reactie op de bevindingen die tijdens de TCO-veiligheidsbeoordeling zijn vastgesteld, is niet robuust genoeg, met name wat de noodzakelijke analyse van diepere oorzaken betreft.

(117)

Overeenkomstig de gemeenschappelijke criteria die zijn vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2111/2005, is de Commissie dan ook van oordeel dat de lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie moet worden gewijzigd teneinde de luchtvaartmaatschappij Air Zimbabwe (Pvt) Ltd op te nemen in bijlage A bij Verordening (EG) nr. 474/2006.

(118)

De lidstaten moeten de effectieve naleving van de relevante veiligheidsnormen blijven controleren door bij platforminspecties prioriteit te geven aan luchtvaartuigen van in Zimbabwe gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012.

(119)

Als uit relevante veiligheidsinformatie zou blijken dat ten gevolge van het niet-naleven van internationale veiligheidsnormen acute veiligheidsrisico's ontstaan, kan de Commissie genoodzaakt zijn verdere actie te ondernemen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2111/2005.

(120)

Verordening (EG) nr. 474/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(121)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 474/2006 wordt als volgt gewijzigd:

(1)

Bijlage A wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij deze verordening;

(2)

Bijlage B wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 mei 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Violeta BULC

Lid van de Commissie


(1)  PB L 344 van 27.12.2005, blz. 15.

(2)  Verordening (EG) nr. 474/2006 van de Commissie van 22 maart 2006 tot opstelling van de in hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Gemeenschap (PB L 84 van 23.3.2006, blz. 14).

(3)  Verordening (EEG) nr. 3922/1991 van de Raad van 16 december 1991 inzake de harmonisatie van technische voorschriften en administratieve procedures op het gebied van de burgerluchtvaart (PB L 373 van 31.12.1991, blz. 4).

(4)  Verordening (EG) nr. 473/2006 van de Commissie van 22 maart 2006 tot vaststelling van uitvoeringsregels voor de in hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Gemeenschap (PB L 84 van 23.3.2006, blz. 8).

(5)  Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie van 5 oktober 2012 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 296 van 25.10.2012, blz. 1).


BIJLAGE A

LIJST VAN LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJEN WAARAAN EEN VERBOD IS OPGELEGD OM VLUCHTEN UIT TE VOEREN IN DE UNIE, MET UITZONDERINGEN  (1)

Naam van de juridische entiteit van de luchtvaartmaatschappij, zoals vermeld op het AOC (en handelsnaam, indien verschillend)

Nummer van het Air Operator Certificate (AOC) of van de exploitatievergunning

ICAO-nummer van de luchtvaartmaatschappij

Land van de exploitant

BLUE WING AIRLINES

SRBWA-01/2002

BWI

Suriname

IRAN ASEMAN AIRLINES

FS-102

IRC

Islamitische Republiek Iran

IRAQI AIRWAYS

001

IAW

Irak

MED-VIEW AIRLINE

MVA/AOC/10-12/05

MEV

Nigeria

MUSTIQUE AIRWAYS

2A/12/003K

MAW

Saint Vincent en de Grenadines

INTERNATIONAL JOINT-STOCK AVIATION COMPANY „URGA”

UK 012

URG

Oekraïne

AIR ZIMBABWE (PVT) LTD

177/04

AZW

Zimbabwe

Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Afghanistan welke verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, inclusief

 

 

Islamitische Republiek Afghanistan

AFGHAN JET INTERNATIONAL AIRLINES

AOC 008

AJA

Islamitische Republiek Afghanistan

ARIANA AFGHAN AIRLINES

AOC 009

AFG

Islamitische Republiek Afghanistan

EAST HORIZON AIRLINES

AOC 1013

EHN

Islamitische Republiek Afghanistan

KAM AIR

AOC 001

KMF

Islamitische Republiek Afghanistan

SAFI AIRWAYS

AOC 181

SFW

Islamitische Republiek Afghanistan

Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Angola welke verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, met uitzondering van TAAG Angola Airlines, dat in bijlage B wordt geplaatst, maar waaronder

 

 

Republiek Angola

AEROJET

AO 008-01/11

TEJ

Republiek Angola

AIR GICANGO

009

Onbekend

Republiek Angola

AIR JET

AO 006-01/11-MBC

MBC

Republiek Angola

AIR NAVE

017

Onbekend

Republiek Angola

AIR26

AO 003-01/11-DCD

DCD

Republiek Angola

ANGOLA AIR SERVICES

006

Onbekend

Republiek Angola

DIEXIM

007

Onbekend

Republiek Angola

FLY540

AO 004-01 FLYA

Onbekend

Republiek Angola

GIRA GLOBO

008

GGL

Republiek Angola

HELIANG

010

Onbekend

Republiek Angola

HELIMALONGO

AO 005-01/11

Onbekend

Republiek Angola

MAVEWA

016

Onbekend

Republiek Angola

SONAIR

AO 002-01/10-SOR

SOR

Republiek Angola

Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van de Republiek Congo welke verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, waaronder

 

 

Republiek Congo

AERO SERVICE

RAC06-002

RSR

Republiek Congo

CANADIAN AIRWAYS CONGO

RAC06-012

Onbekend

Republiek Congo

EMERAUDE

RAC06-008

Onbekend

Republiek Congo

EQUAFLIGHT SERVICES

RAC 06-003

EKA

Republiek Congo

EQUAJET

RAC06-007

EKJ

Republiek Congo

EQUATORIAL CONGO AIRLINES S.A.

RAC 06-014

Onbekend

Republiek Congo

MISTRAL AVIATION

RAC06-011

Onbekend

Republiek Congo

TRANS AIR CONGO

RAC 06-001

TSG

Republiek Congo

Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van de Democratische Republiek Congo (RDC) welke verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, waaronder

 

 

Democratische Republiek Congo (RDC)

AIR FAST CONGO

409/CAB/MIN/TVC/0112/2011

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

AIR KASAI

409/CAB/MIN/TVC/0053/2012

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

AIR KATANGA

409/CAB/MIN/TVC/0056/2012

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

AIR TROPIQUES

409/CAB/MIN/TVC/00625/2011

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

BLUE AIRLINES

106/CAB/MIN/TVC/2012

BUL

Democratische Republiek Congo (RDC)

BLUE SKY

409/CAB/MIN/TVC/0028/2012

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

BUSY BEE CONGO

409/CAB/MIN/TVC/0064/2010

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

COMPAGNIE AFRICAINE D'AVIATION (CAA)

409/CAB/MIN/TVC/0050/2012

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

CONGO AIRWAYS

019/CAB/MIN/TVC/2015

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

DAKOTA SPRL

409/CAB/MIN/TVC/071/2011

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

DOREN AIR CONGO

102/CAB/MIN/TVC/2012

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

GOMAIR

409/CAB/MIN/TVC/011/2010

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

KIN AVIA

409/CAB/MIN/TVC/0059/2010

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

KORONGO AIRLINES

409/CAB/MIN/TVC/001/2011

KGO

Democratische Republiek Congo (RDC)

MALU AVIATION

098/CAB/MIN/TVC/2012

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

MANGO AIRLINES

409/CAB/MIN/TVC/009/2011

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

SERVE AIR

004/CAB/MIN/TVC/2015

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

SERVICES AIR

103/CAB/MIN/TVC/2012

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

SWALA AVIATION

409/CAB/MIN/TVC/0084/2010

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

TRANSAIR CARGO SERVICES

409/CAB/MIN/TVC/073/2011

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

WILL AIRLIFT

409/CAB/MIN/TVC/0247/2011

Onbekend

Democratische Republiek Congo (RDC)

Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Djibouti welke verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, waaronder

 

 

Djibouti

DAALLO AIRLINES

Onbekend

DAO

Djibouti

Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Equatoriaal Guinea welke verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, waaronder

 

 

Equatoriaal Guinea

CEIBA INTERCONTINENTAL

2011/0001/MTTCT/DGAC/SOPS

CEL

Equatoriaal Guinea

CRONOS AIRLINES

2011/0004/MTTCT/DGAC/SOPS

Onbekend

Equatoriaal Guinea

PUNTO AZUL

2012/0006/MTTCT/DGAC/SOPS

Onbekend

Equatoriaal Guinea

TANGO AIRWAYS

Onbekend

Onbekend

Equatoriaal Guinea

Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Eritrea welke verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, waaronder

 

 

Eritrea

ERITREAN AIRLINES

AOC Nr. 004

ERT

Eritrea

NASAIR ERITREA

AOC Nr. 005

NAS

Eritrea

Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van de Republiek Gabon welke verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, met uitzondering van Afrijet en SN2AG, die in bijlage B worden geplaatst, maar waaronder

 

 

Republiek Gabon

AFRIC AVIATION

010/MTAC/ANAC-G/DSA

EKG

Republiek Gabon

ALLEGIANCE AIR TOURIST

007/MTAC/ANAC-G/DSA

LGE

Republiek Gabon

NATIONALE REGIONALE TRANSPORT (N.R.T)

008/MTAC/ANAC-G/DSA

NRG

Republiek Gabon

SKY GABON

009/MTAC/ANAC-G/DSA

SKG

Republiek Gabon

SOLENTA AVIATION GABON

006/MTAC/ANAC-G/DSA

SVG

Republiek Gabon

TROPICAL AIR-GABON

011/MTAC/ANAC-G/DSA

Onbekend

Republiek Gabon

Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Indonesië welke verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, met uitzondering van Garuda Indonesia, Airfast Indonesia, Ekspres Transportasi Antarbenua, Indonesia Air Asia, Citilink, Lion Air en Batik Air, maar waaronder

 

 

Republiek Indonesië

AIR BORN INDONESIA

135-055

Onbekend

Republiek Indonesië

AIR PACIFIC UTAMA

135-020

Onbekend

Republiek Indonesië

ALDA TRANS PAPUA

135-056

Onbekend

Republiek Indonesië

ALFA TRANS DIRGANTARA

135-012

Onbekend

Republiek Indonesië

AMA

135-054

Onbekend

Republiek Indonesië

ANGKASA SUPER SERVICE

135-050

LBZ

Republiek Indonesië

ASI PUDJIASTUTI

135-028

SQS

Republiek Indonesië

AVIASTAR MANDIRI

135-029

VIT

Republiek Indonesië

DABI AIR NUSANTARA

135-030

Onbekend

Republiek Indonesië

DERAYA AIR TAXI

135-013

DRY

Republiek Indonesië

DERAZONA AIR SERVICE

135-010

DRZ

Republiek Indonesië

EASTINDO

135-038

ESD

Republiek Indonesië

ELANG LINTAS INDONESIA

135-052

Onbekend

Republiek Indonesië

ELANG NUSANTARA AIR

135-053

Onbekend

Republiek Indonesië

ENGGANG AIR SERVICE

135-045

Onbekend

Republiek Indonesië

ERSA EASTERN AVIATION

135-047

Onbekend

Republiek Indonesië

GATARI AIR SERVICE

135-018

GHS

Republiek Indonesië

HEVILIFT AVIATION

135-042

Onbekend

Republiek Indonesië

INDONESIA AIR ASIA EXTRA

121-054

Onbekend

Republiek Indonesië

INDONESIA AIR TRANSPORT

121-034

IDA

Republiek Indonesië

INDO STAR AVIATION

135-057

Onbekend

Republiek Indonesië

INTAN ANGKASA AIR SERVICE

135-019

Onbekend

Republiek Indonesië

JAYAWIJAYA DIRGANTARA

121-044

JWD

Republiek Indonesië

JOHNLIN AIR TRANSPORT

135-043

JLB

Republiek Indonesië

KAL STAR AVIATION

121-037

KLS

Republiek Indonesië

KARTIKA AIRLINES

121-003

KAE

Republiek Indonesië

KOMALA INDONESIA

135-051

Onbekend

Republiek Indonesië

KURA-KURA AVIATION

135-016

KUR

Republiek Indonesië

MARTA BUANA ABADI

135-049

Onbekend

Republiek Indonesië

MATTHEW AIR NUSANTARA

135-048

Onbekend

Republiek Indonesië

MIMIKA AIR

135-007

Onbekend

Republiek Indonesië

MY INDO AIRLINES

121-042

Onbekend

Republiek Indonesië

NAM AIR

121-058

Onbekend

Republiek Indonesië

NATIONAL UTILITY HELICOPTER

135-011

Onbekend

Republiek Indonesië

NUSANTARA AIR CHARTER

121-022

SJK

Republiek Indonesië

PEGASUS AIR SERVICES

135-036

Onbekend

Republiek Indonesië

PELITA AIR SERVICE

121-008

PAS

Republiek Indonesië

PENERBANGAN ANGKASA SEMESTA

135-026

Onbekend

Republiek Indonesië

PURA WISATA BARUNA

135-025

Onbekend

Republiek Indonesië

RIAU AIRLINES

121-016

RIU

Republiek Indonesië

SAYAP GARUDA INDAH

135-004

Onbekend

Republiek Indonesië

SMAC

135-015

SMC

Republiek Indonesië

SPIRIT AVIATION SENTOSA

135-058

Onbekend

Republiek Indonesië

SRIWIJAYA AIR

121-035

SJY

Republiek Indonesië

SURYA AIR

135-046

Onbekend

Republiek Indonesië

TRANSNUSA AVIATION MANDIRI

121-048

TNU

Republiek Indonesië

TRANSWISATA PRIMA AVIATION

135-021

TWT

Republiek Indonesië

TRAVEL EXPRESS AVIATION SERVICE

121-038

XAR

Republiek Indonesië

TRAVIRA UTAMA

135-009

TVV

Republiek Indonesië

TRI MG-INTRA ASIA AIRLINES

121-018

TMG

Republiek Indonesië

TRI MG-INTRA ASIA AIRLINES

135-037

Onbekend

Republiek Indonesië

TRIGANA AIR SERVICE

121-006

TGN

Republiek Indonesië

UNINDO

135-040

Onbekend

Republiek Indonesië

WESTSTAR AVIATION INDONESIA

135-059

Onbekend

Republiek Indonesië

WING ABADI AIRLINES

121-012

WON

Republiek Indonesië

Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Kirgizië welke verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, waaronder

 

 

Kirgizië

AIR BISHKEK (formerly EASTOK AVIA)

15

EAA

Kirgizië

AIR MANAS

17

MBB

Kirgizië

AVIA TRAFFIC COMPANY

23

AVJ

Kirgizië

CENTRAL ASIAN AVIATION SERVICES (CAAS)

13

CBK

Kirgizië

HELI SKY

47

HAC

Kirgizië

AIR KYRGYZSTAN

03

LYN

Kirgizië

MANAS AIRWAYS

42

BAM

Kirgizië

S GROUP INTERNATIONAL

(voorheen S GROUP AVIATION)

45

IND

Kirgizië

SKY BISHKEK

43

BIS

Kirgizië

SKY KG AIRLINES

41

KGK

Kirgizië

SKY WAY AIR

39

SAB

Kirgizië

TEZ JET

46

TEZ

Kirgizië

VALOR AIR

07

VAC

Kirgizië

Alle luchtvaartmaatschappijen die zijn gecertificeerd door de autoriteiten van Liberia die verantwoordelijk zijn voor de controle op de naleving van de regelgeving

 

 

Liberia

Alle luchtvaartmaatschappijen die zijn gecertificeerd door de autoriteiten van Libië die verantwoordelijk zijn voor de controle op de naleving van de regelgeving, waaronder

 

 

Libië

AFRIQIYAH AIRWAYS

007/01

AAW

Libië

AIR LIBYA

004/01

TLR

Libië

BURAQ AIR

002/01

BRQ

Libië

GHADAMES AIR TRANSPORT

012/05

GHT

Libië

GLOBAL AVIATION AND SERVICES

008/05

GAK

Libië

LIBYAN AIRLINES

001/01

LAA

Libië

PETRO AIR

025/08

PEO

Libië

Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Nepal welke verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, waaronder

 

 

Republiek Nepal

AIR DYNASTY HELI. S.

035/2001

Onbekend

Republiek Nepal

AIR KASTHAMANDAP

051/2009

Onbekend

Republiek Nepal

BUDDHA AIR

014/1996

BHA

Republiek Nepal

FISHTAIL AIR

017/2001

Onbekend

Republiek Nepal

GOMA AIR

064/2010

Onbekend

Republiek Nepal

HIMALAYA AIRLINES

084/2015

Onbekend

Republiek Nepal

MAKALU AIR

057A/2009

Onbekend

Republiek Nepal

MANANG AIR PVT LTD

082/2014

Onbekend

Republiek Nepal

MOUNTAIN HELICOPTERS

055/2009

Onbekend

Republiek Nepal

MUKTINATH AIRLINES

081/2013

Onbekend

Republiek Nepal

NEPAL AIRLINES CORPORATION

003/2000

RNA

Republiek Nepal

SAURYA AIRLINES

083/2014

Onbekend

Republiek Nepal

SHREE AIRLINES

030/2002

SHA

Republiek Nepal

SIMRIK AIR

034/2000

Onbekend

Republiek Nepal

SIMRIK AIRLINES

052/2009

RMK

Republiek Nepal

SITA AIR

033/2000

Onbekend

Republiek Nepal

TARA AIR

053/2009

Onbekend

Republiek Nepal

YETI AIRLINES DOMESTIC

037/2004

NYT

Republiek Nepal

Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Sao Tomé en Principe welke verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, waaronder

 

 

Sao Tomé en Principe

AFRICA'S CONNECTION

10/AOC/2008

ACH

Sao Tomé en Principe

STP AIRWAYS

03/AOC/2006

STP

Sao Tomé en Principe

Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Sierra Leone welke verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, waaronder

 

 

Sierra Leone

AIR RUM, LTD

ONBEKEND

RUM

Sierra Leone

DESTINY AIR SERVICES, LTD

ONBEKEND

DTY

Sierra Leone

HEAVYLIFT CARGO

ONBEKEND

Onbekend

Sierra Leone

ORANGE AIR SIERRA LEONE LTD

ONBEKEND

ORJ

Sierra Leone

PARAMOUNT AIRLINES, LTD

ONBEKEND

PRR

Sierra Leone

SEVEN FOUR EIGHT AIR SERVICES LTD

ONBEKEND

SVT

Sierra Leone

TEEBAH AIRWAYS

ONBEKEND

Onbekend

Sierra Leone

Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Sudan welke verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, waaronder

 

 

Republiek Sudan

ALFA AIRLINES SD

54

AAJ

Republiek Sudan

BADR AIRLINES

35

BDR

Republiek Sudan

BLUE BIRD AVIATION

11

BLB

Republiek Sudan

ELDINDER AVIATION

8

DND

Republiek Sudan

GREEN FLAG AVIATION

17

Onbekend

Republiek Sudan

HELEJETIC AIR

57

HJT

Republiek Sudan

KATA AIR TRANSPORT

9

KTV

Republiek Sudan

KUSH AVIATION CO.

60

KUH

Republiek Sudan

NOVA AIRWAYS

46

NOV

Republiek Sudan

SUDAN AIRWAYS CO.

1

SUD

Republiek Sudan

SUN AIR

51

SNR

Republiek Sudan

TARCO AIR

56

TRQ

Republiek Sudan


(1)  De in bijlage A vermelde luchtvaartmaatschappijen kunnen toestemming krijgen om verkeersrechten uit te oefenen door luchtvaartuigen met bemanning te huren („wet lease”) van luchtvaartmaatschappijen waaraan geen exploitatieverbod is opgelegd, voor zover de geldende veiligheidsvoorschriften worden nageleefd.


BIJLAGE B

LIJST VAN LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJEN WAARAAN EXPLOITATIEBEPERKINGEN ZIJN OPGELEGD IN DE UNIE  (1)

Naam van de juridische entiteit van de luchtvaartmaatschappij, zoals vermeld op het AOC (en handelsnaam, indien verschillend)

Nummer van het Air Operator Certificate (AOC)

ICAO-nummer van de luchtvaartmaatschappij

Land van de exploitant

Type luchtvaartuig waaraan beperkingen worden opgelegd

Registratiemerkteken(s) en, voor zover beschikbaar, constructieserienummers van luchtvaartuigen waaraan beperkingen worden opgelegd

Land van registratie

TAAG ANGOLA AIRLINES

001

DTA

Republiek Angola

De volledige vloot, met uitzondering van: luchtvaartuigen van het type Boeing B737-700, Boeing B777-200, Boeing B777-300 en Boeing B777-300ER.

De volledige vloot, met uitzondering van: luchtvaartuigen van het type B737-700, als vermeld op het AOC; luchtvaartuigen van het type B777-200, als vermeld op het AOC; luchtvaartuigen van het type Boeing B777-300, als vermeld op het AOC, en luchtvaartuigen van het type Boeing B777-300ER, zoals vermeld op het AOC.

Republiek Angola

AIR SERVICE COMORES

06-819/TA-15/DGACM

KMD

Comoren

De volledige vloot, met uitzondering van: LET 410 UVP.

De volledige vloot, met uitzondering van: D6-CAM (851336).

Comoren

AFRIJET BUSINESS SERVICE  (2)

002/MTAC/ANAC-G/DSA

ABS

Republiek Gabon

De volledige vloot, met uitzondering van: 2 luchtvaartuigen van het type Falcon 50 en 2 van het type Falcon 900.

De volledige vloot, met uitzondering van: TR-LGV; TR-LGY; TR-AFJ; TR-AFR.

Republiek Gabon

NOUVELLE AIR AFFAIRES GABON (SN2AG)

003/MTAC/ANAC-G/DSA

NVS

Republiek Gabon

De volledige vloot, met uitzondering van: 1 luchtvaartuig van het type Challenger CL-601, 1 luchtvaartuig van het type HS-125-800.

De volledige vloot, met uitzondering van: TR-AAG, ZS-AFG.

Republiek Gabon; Republiek Zuid-Afrika

IRAN AIR

FS100

IRA

Islamitische Republiek Iran

Alle lucht-vaartuigen van het type Fokker F100 en het type Boeing B747.

Toestellen van het type Fokker F100, als vermeld op het AOC; toestellen van het type Boeing B747, als vermeld op het AOC.

Islamitische Republiek Iran

AIR KORYO

GAC-AOC/KOR-01

KOR

Democratische Volksrepubliek Korea

De volledige vloot, met uitzondering van: 2 luchtvaartuigen van het type TU- 204.

De volledige vloot, met uitzondering van: P-632, P-633.

Democratische Volksrepubliek Korea


(1)  De in bijlage B vermelde luchtvaartmaatschappijen kunnen toestemming krijgen om verkeersrechten uit te oefenen door luchtvaartuigen met bemanning te huren („wet lease”) van luchtvaartmaatschappijen waaraan geen exploitatieverbod is opgelegd, voor zover de geldende veiligheidsvoorschriften worden nageleefd.

(2)  Afrijet mag voor zijn huidige activiteiten in de Europese Unie alleen gebruikmaken van de vermelde luchtvaartuigen.


17.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 124/27


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/831 VAN DE COMMISSIE

van 16 mei 2017

tot goedkeuring van de werkzame stof Beauveria bassiana stam 147 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 13, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 6 november 2012 heeft Frankrijk overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van Arysta Lifescience SAS een aanvraag voor de goedkeuring van de werkzame stof Beauveria bassiana stam 147 ontvangen. Overeenkomstig artikel 9, lid 3, van die verordening heeft Frankrijk, als lidstaat-rapporteur, de aanvrager, de andere lidstaten, de Commissie en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) op 5 februari 2013 in kennis gesteld van de ontvankelijkheid van de aanvraag.

(2)

Op 2 oktober 2014 heeft de lidstaat-rapporteur een ontwerpbeoordelingsverslag ingediend bij de Commissie, met kopie aan de EFSA, waarin wordt beoordeeld of de werkzame stof naar verwachting aan de goedkeuringscriteria zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 zal voldoen.

(3)

De EFSA heeft zich aan artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 gehouden. Overeenkomstig artikel 12, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 heeft zij de aanvrager verzocht de lidstaten, de Commissie en de EFSA aanvullende informatie te verstrekken. De beoordeling van de aanvullende informatie door de lidstaat-rapporteur werd op 3 juli 2015 bij de EFSA ingediend in de vorm van een bijgewerkt ontwerpbeoordelingsverslag.

(4)

Op 6 oktober 2015 heeft de EFSA aan de aanvrager, de lidstaten en de Commissie haar conclusie (2) meegedeeld met betrekking tot de vraag of de werkzame stof Beauveria bassiana stam 147 naar verwachting voldoet aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. De EFSA heeft haar conclusie toegankelijk gemaakt voor het publiek.

(5)

Op 8 maart 2016 heeft de Commissie het evaluatieverslag voor Beauveria bassiana stam 147 en een ontwerpverordening tot goedkeuring van Beauveria bassiana stam 147 aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders voorgelegd.

(6)

De aanvrager heeft de mogelijkheid gekregen om opmerkingen over het evaluatieverslag in te dienen.

(7)

Voor een of meer representatieve gebruiksdoeleinden van minstens één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof bevat, en met name voor de gebruiksdoeleinden die zijn onderzocht en zijn opgenomen in het evaluatieverslag, is vastgesteld dat aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is voldaan. Het is derhalve passend Beauveria bassiana stam 147 goed te keuren.

(8)

Overeenkomstig artikel 13, lid 2, in samenhang met artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1107/2009, en in het licht van de stand van de wetenschappelijke en technische kennis is het echter noodzakelijk bepaalde voorwaarden en beperkingen op te nemen.

(9)

Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (3) dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Goedkeuring van de werkzame stof

De in bijlage I gespecificeerde werkzame stof Beauveria bassiana stam 147 wordt goedgekeurd onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden.

Artikel 2

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 mei 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  EFSA Journal 2015;13(10):4261, 35 blz., doi:10.2903/j.efsa.2015.4261.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).


BIJLAGE I

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

Beauveria bassiana stam 147

Volgnummer in de CNCM (Collection nationale de cultures de micro-organismes) van het Institut Pasteur, Parijs, Frankrijk: I-2960

Niet van toepassing

Max. beauvericinegehalte: 24 μg/l

6 juni 2017

6 juni 2027

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Beauveria bassiana stam 147, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

de bescherming van gebruikers en werknemers, waarbij zij er rekening mee moeten houden dat Beauveria bassiana stam 147 net als alle andere micro-organismen als een mogelijke sensibilisator moet worden beschouwd, en met bijzondere aandacht voor blootstelling via inademing;

het maximumniveau van de metaboliet beauvericine in het geformuleerde product.

De producent moet een strikte handhaving van de omgevingsomstandigheden en een analyse van de kwaliteitscontrole tijdens het productieproces waarborgen.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


BIJLAGE II

In deel B van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt de volgende vermelding toegevoegd:

 

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

„110

Beauveria bassiana stam 147

Volgnummer in de CNCM (Collection nationale de cultures de micro-organismes) van het Institut Pasteur, Parijs, Frankrijk: I-2960

Niet van toepassing

Max. beauvericinegehalte: 24 μg/l

6 juni 2017

6 juni 2027

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Beauveria bassiana stam 147, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

de bescherming van gebruikers en werknemers, waarbij zij er rekening mee moeten houden dat Beauveria bassiana stam 147 net als alle andere micro-organismen als een mogelijke sensibilisator moet worden beschouwd, en met bijzondere aandacht voor blootstelling via inademing;

het maximumniveau van de metaboliet beauvericine in het geformuleerde product.

De producent moet een strikte handhaving van de omgevingsomstandigheden en een analyse van de kwaliteitscontrole tijdens het productieproces waarborgen.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.”.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


17.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 124/31


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/832 VAN DE COMMISSIE

van 16 mei 2017

tot verlening van de in artikel 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde bescherming aan de naam Bürgstadter Berg (BOB)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 99,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 97, leden 2 en 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is de door Duitsland ingediende aanvraag tot registratie van de naam „Bürgstadter Berg” onderzocht door de Commissie en vervolgens in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt (2).

(2)

Bij de Commissie zijn geen bezwaren ingediend overeenkomstig artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

(3)

De naam „Bürgstadter Berg” moet overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 worden beschermd en moet worden ingeschreven in het in artikel 104 van die verordening bedoelde register.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De naam „Bürgstadter Berg” (BOB) wordt beschermd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 mei 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB C 384 van 18.10.2016, blz. 4.


17.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 124/32


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/833 VAN DE COMMISSIE

van 16 mei 2017

tot verlening van de in artikel 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde bescherming aan de naam Terrasses du Larzac (BOB)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 99,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 97, leden 2 en 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is de door Frankrijk ingediende aanvraag tot registratie van de naam „Terrasses du Larzac” onderzocht door de Commissie en vervolgens in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt (2).

(2)

Bij de Commissie zijn geen bezwaren ingediend overeenkomstig artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

(3)

De naam „Terrasses du Larzac” moet overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 worden beschermd en moet worden ingeschreven in het in artikel 104 van die verordening bedoelde register.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De naam „Terrasses du Larzac” (BOB) wordt beschermd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 mei 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB C 386 van 20.10.2016, blz. 9.


17.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 124/33


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/834 VAN DE COMMISSIE

van 16 mei 2017

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 mei 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

114,5

TN

158,2

TR

94,0

ZZ

122,2

0707 00 05

TR

126,8

ZZ

126,8

0709 93 10

TR

138,7

ZZ

138,7

0805 10 22 , 0805 10 24 , 0805 10 28

EG

51,5

MA

57,2

TR

55,5

ZZ

54,7

0805 50 10

AR

123,2

TR

65,0

ZA

144,7

ZZ

111,0

0808 10 80

AR

106,6

BR

110,9

CL

120,0

NZ

150,3

ZA

99,1

ZZ

117,4


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


17.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 124/35


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/835 VAN DE COMMISSIE

van 12 mei 2017

tot rectificatie van de Sloveense en de Zweedse taalversie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 en Verordeningen (EG) nr. 1265/2007, (EG) nr. 1794/2006, (EG) nr. 730/2006, (EG) nr. 1033/2006 en (EU) nr. 255/2010

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 551/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de luchtruimverordening”) (1), en met name artikel 4, onder a) en b),

Gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (2) (hierna de EASA-basisverordening genoemd), en met name de artikelen 8 en 8 ter en bijlage Vb,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Sloveense en de Zweedse taalversie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie (3) bevatten fouten. In de andere taalversies zijn er geen problemen.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 moet derhalve dienovereenkomstig worden gerectificeerd.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het gemeenschappelijk luchtruim,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Betreft alleen de Sloveense taalversie.

Artikel 2

Betreft alleen de Zweedse taalversie.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 mei 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 96 van 31.3.2004, blz. 20.

(2)  PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie van 26 september 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 en Verordeningen (EG) nr. 1265/2007, (EG) nr. 1794/2006, (EG) nr. 730/2006, (EG) nr. 1033/2006 en (EU) nr. 255/2010 (PB L 281 van 13.10.2012, blz. 1).


Rectificaties

17.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 124/37


Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1047/2012 van de Commissie van 8 november 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1924/2006 wat betreft de lijst van voedingsclaims

( Publicatieblad van de Europese Unie L 310 van 9 november 2012 )

Bladzijde 37, bijlage tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1924/2006, onder 1):

in plaats van:

„1)

Na de tekst betreffende de claim „NATRIUMVRIJ of ZOUTLOOS” worden de volgende gegevens ingevoegd:

„GEEN NATRIUM/ZOUT TOEGEVOEGD

De claim dat natrium/zout niet aan een levensmiddel is toegevoegd en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, is alleen toegestaan als het product geen toegevoegd natrium/zout of enig ander toegevoegd natrium/zout bevattend ingrediënt bevat en het product niet meer dan 0,12 g natrium of de gelijkwaardige waarde voor zout, per 100 mg of 100 ml bevat.”.”,

lezen:

„1)

Na de tekst betreffende de claim „NATRIUMVRIJ of ZOUTLOOS” worden de volgende gegevens ingevoegd:

„GEEN NATRIUM/ZOUT TOEGEVOEGD

De claim dat natrium/zout niet aan een levensmiddel is toegevoegd en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, is alleen toegestaan als het product geen toegevoegd natrium/zout of enig ander toegevoegd natrium/zout bevattend ingrediënt bevat en het product niet meer dan 0,12 g natrium of de gelijkwaardige waarde voor zout, per 100 g of 100 ml bevat.”.”.