ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 105

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

60e jaargang
21 april 2017


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) 2017/712 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van het referentiejaar en van het programma van de statistische gegevens en metagegevens voor volks- en woningtellingen zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 763/2008 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 )

1

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/713 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

12

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/714 van de Commissie van 20 april 2017 betreffende de minimumverkoopprijs voor mageremelkpoeder voor de achtste deelinschrijving in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2080 geopende openbare inschrijving

14

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2017/715 van de Raad van 27 maart 2017 betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt betreffende een wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) en bijlage XVII (Intellectuele eigendom) bij de EER-overeenkomst (Verordening betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik)

15

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/302 van de Commissie van 15 februari 2017 tot vaststelling van BBT-conclusies (beste beschikbare technieken) op grond van Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad, voor intensieve pluimvee- of varkenshouderij ( PB L 43 van 21.2.2017 )

21

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

21.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 105/1


VERORDENING (EU) 2017/712 VAN DE COMMISSIE

van 20 april 2017

tot vaststelling van het referentiejaar en van het programma van de statistische gegevens en metagegevens voor volks- en woningtellingen zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 763/2008 van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 763/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende volks- en woningtellingen (1), en met name artikel 5, leden 1 en 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 763/2008 moet de Commissie een referentiejaar vaststellen. De referentiedatum die elke lidstaat bepaalt voor de toezending aan de Commissie van de gegevens van de volks- en woningtellingen moet in dat jaar vallen.

(2)

Op grond van artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 763/2008 moet de Commissie een programma vaststellen van de statistische gegevens en metagegevens die aan de Commissie moeten worden toegezonden.

(3)

Om ervoor te zorgen dat de gegevens uit de in de lidstaat gehouden volks- en woningtellingen vergelijkbaar zijn en om de opstelling van betrouwbare overzichten voor de hele Unie mogelijk te maken, moet dit programma in alle lidstaten hetzelfde zijn.

(4)

Met name is het noodzakelijk de inhoud, het formaat en de structuur van hyperkubussen te definiëren die in alle lidstaten gelijk moeten zijn, de speciale veldwaarden en vlaggen die de lidstaten in deze hyperkubussen kunnen gebruiken, alsmede de metagegevens over de thema's.

(5)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/543 van de Commissie (2) worden de technische specificaties voor de thema's van de telling en voor de uitsplitsingen daarvan vastgesteld voor de gegevens die voor het referentiejaar 2021 aan de Commissie moeten worden toegezonden.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het Europees statistisch systeem,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

In deze verordening wordt het programma vastgesteld van de statistische gegevens en metagegevens voor volks- en woningtellingen die voor het referentiejaar 2021 aan de Commissie (Eurostat) moeten worden toegezonden.

Artikel 2

Definities

De definities in Verordening (EG) nr. 763/2008 en de specificaties in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/543 van de Commissie zijn van toepassing. Voor de toepassing van deze verordening gelden voorts de volgende definities:

1.   „totale populatie” van een welomschreven geografisch gebied: alle personen van wie de gewone verblijfplaats, zoals gedefinieerd in artikel 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 763/2008, zich in dat geografische gebied bevindt;

2.   „hyperkubus”: een multidimensionale kruistabel van uitsplitsingen die een veldwaarde bevat voor de meting van elke categorie van elke uitsplitsing, gekruist met elke categorie van elke andere uitsplitsing in die hyperkubus;

3.   „veldwaarde”: de informatie die in een veld van een hyperkubus wordt verstrekt. Een veldwaarde is hetzij een „numerieke veldwaarde”, hetzij een „bijzondere veldwaarde”;

4.   „numerieke veldwaarde”: een numerieke waarde die in een veld wordt verstrekt om de statistische informatie over de waarneming voor dat veld te verstrekken;

5.   „vertrouwelijke veldwaarde”: een numerieke veldwaarde die niet mag worden openbaar gemaakt om de statistische vertrouwelijkheid te beschermen overeenkomstig de beschermingsmaatregelen van de lidstaten tegen de openbaarmaking van statistische gegevens;

6.   „niet-vertrouwelijke veldwaarde”: een numerieke veldwaarde die geen vertrouwelijke veldwaarde is;

7.   „onbetrouwbare veldwaarde”: een numerieke veldwaarde die volgens de kwaliteitscontrole van de lidstaten onbetrouwbaar is;

8.   „bijzondere veldwaarde”: een symbool dat in een veld van een hyperkubus is verstrekt in plaats van een numerieke veldwaarde;

9.   „vlag”: een code die aan een bepaalde veldwaarde kan worden toegevoegd om een specifiek kenmerk van die veldwaarde te beschrijven.

Artikel 3

Referentiedatum

Elke lidstaat bepaalt een referentiedatum in 2021 voor de toezending aan de Commissie (Eurostat) van de gegevens van de volks- en woningtelling. De lidstaten stellen de Commissie vóór 31 december 2019 in kennis van de gekozen referentiedatum.

Artikel 4

Programma van de statistische gegevens

1.   Het programma van de statistische gegevens die aan de Commissie (Eurostat) moeten worden verstrekt voor het referentiejaar 2021 bestaat uit de in bijlage I opgenomen hyperkubussen.

2.   De lidstaten verstrekken de bijzondere veldwaarde „niet van toepassing” alleen in de volgende gevallen:

a)

wanneer een veld de categorie „niet van toepassing” van ten minste één uitsplitsing betreft, of

b)

wanneer een veld een waarneming beschrijft die in de lidstaat niet bestaat.

3.   De lidstaten vervangen elke vertrouwelijke veldwaarde door de bijzondere veldwaarde „niet beschikbaar”.

4.   Op verzoek van een lidstaat maakt de Commissie (Eurostat) door die lidstaat verstrekte onbetrouwbare veldwaarden niet openbaar.

Artikel 5

Metagegevens over de veldwaarden

1.   Voor zover van toepassing voegen de lidstaten de volgende vlaggen aan een veld van een hyperkubus toe:

a)

„vertrouwelijk”;

b)

„onbetrouwbaar”;

c)

„herzien na eerste gegevensverstrekking”;

d)

„zie bijgevoegde informatie”.

2.   Elk veld waarvan de vertrouwelijke veldwaarde is vervangen door de bijzondere waarde „niet beschikbaar” wordt gemarkeerd met de vlag „vertrouwelijk”.

3.   Elk veld waarvan de numerieke veldwaarde onbetrouwbaar is, wordt gemarkeerd met de vlag „onbetrouwbaar”.

4.   Bij elk veld met ten minste een van de vlaggen „onbetrouwbaar”, „herzien na eerste gegevensverstrekking” of „zie bijgevoegde informatie” moet een verklarende tekst worden gegeven.

Artikel 6

Metagegevens over de thema's

De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) de metagegevens over de thema's als omschreven in bijlage II.

Artikel 7

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 april 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 218 van 13.8.2008, blz. 14.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/543 van de Commissie van 22 maart 2017 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 763/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende volks- en woningtellingen wat de technische specificaties voor de thema's van de telling en voor de uitsplitsingen daarvan betreft (PB L 78 van 23.3.2017, blz. 13).


BIJLAGE I

Programma van de statistische gegevens (hyperkubussen) voor het referentiejaar 2021

Nr.

Totaal

Uitsplitsingen

 

Groep 1

Totale bevolking

GEO.N.

SEX.

AGE.H.

LMS.H.

HST.H.

FST.H.

 

 

 

1.1

 

GEO.N.

SEX.

AGE.H.

LMS.H.

 

 

 

 

 

1.2

 

GEO.N.

SEX.

AGE.H.

 

HST.H.

 

 

 

 

1.3

 

GEO.N.

SEX.

AGE.H.

 

 

FST.H.

 

 

 

1.4

 

GEO.N.

SEX.

 

LMS.H.

HST.H.

 

 

 

 

 

Groep 2

Totale bevolking

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

LMS.L.

HST.H.

FST.H.

HAR.

LOC.

 

2.1

 

GEO.M.

SEX.

AGE.L.

LMS.L.

 

FST.H.

 

 

 

2.2

 

GEO.M.

SEX.

AGE.L.

 

HST.H.

 

HAR.

 

 

2.3

 

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

 

 

 

HAR.

LOC.

 

 

Groep 3

Totale bevolking

GEO.H.

SEX.

AGE.M.

HST.M.

LMS.L.

 

 

 

 

3.1

 

GEO.H.

SEX.

AGE.M.

 

 

 

 

 

 

3.2

 

GEO.H.

SEX.

 

HST.M.

 

 

 

 

 

3.3

 

GEO.H.

SEX.

 

 

LMS.L.

 

 

 

 

 

Groep 4

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

AGE.H.

CAS.H.

OCC.

EDU.

 

 

 

4.1

 

GEO.L.

SEX.

AGE.H.

CAS.H.

 

 

 

 

 

4.2

 

GEO.L.

SEX.

AGE.H.

 

OCC.

 

 

 

 

4.3

 

GEO.L.

SEX.

AGE.H.

 

 

EDU.

 

 

 

 

Groep 5

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

OCC.

IND.L.

SIE.

EDU.

 

 

5.1

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

OCC.

IND.L.

 

 

 

 

5.2

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

OCC.

 

SIE.

 

 

 

5.3

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

OCC.

 

 

EDU.

 

 

5.4

 

GEO.L.

SEX.

AGE.L.

 

 

SIE.

EDU.

 

 

5.5

 

GEO.N.

SEX.

 

OCC.

IND.L.

 

EDU.

 

 

5.6

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

 

IND.L.

SIE.

 

 

 

5.7

 

GEO.L.

SEX.

AGE.L.

 

IND.L.

 

EDU.

 

 

 

Groep 6

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

LPW.N.

OCC.

IND.L.

SIE.

EDU.

 

6.1

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

LPW.N.

OCC.

 

 

 

 

6.2

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

LPW.N.

 

 

 

EDU.

 

6.3

 

GEO.L.

SEX.

 

LPW.N.

 

IND.L.

SIE.

 

 

 

Groep 7

Totale bevolking

GEO.N.

SEX.

AGE.M.

LPW.L.

IND.L.

SIE.

 

 

 

7.1

 

GEO.N.

SEX.

AGE.M.

LPW.L.

IND.L.

 

 

 

 

7.2

 

GEO.N.

SEX.

AGE.M.

LPW.L.

 

SIE.

 

 

 

 

Groep 8

Totale bevolking

GEO.H.

SEX.

COC.L.

POB.L.

 

 

 

 

 

8.1

 

GEO.H.

SEX.

COC.L.

 

 

 

 

 

 

8.2

 

GEO.H.

SEX.

 

POB.L.

 

 

 

 

 

 

Groep 9

Totale bevolking

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

COC.L.

POB.H.

YAE.H.

 

 

 

9.1

 

GEO.N.

SEX.

AGE.M.

COC.L.

POB.H.

 

 

 

 

9.2

 

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

 

 

YAE.H.

 

 

 

9.3

 

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

 

POB.H.

 

 

 

 

9.4

 

GEO.M.

SEX.

 

 

POB.H.

YAE.H.

 

 

 

 

Groep 10

Totale bevolking

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

CAS.L.

COC.L.

POB.L.

YAT.

 

 

10.1

 

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

 

COC.L.

 

YAT.

 

 

10.2

 

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

 

 

POB.L.

YAT.

 

 

10.3

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

CAS.L.

COC.L.

 

YAT.

 

 

 

Groep 11

Totale bevolking

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

COC.H.

YAE.L.

 

 

 

 

11.1

 

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

COC.H.

 

 

 

 

 

11.2

 

GEO.M.

SEX.

 

COC.H.

YAE.L.

 

 

 

 

 

Groep 12

Totale bevolking

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

COC.M.

POB.M.

YAE.L.

SIE.

ROY.

 

12.1

 

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

 

 

YAE.L.

 

ROY.

 

12.2

 

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

 

POB.M.

 

 

ROY.

 

12.3

 

GEO.L.

SEX.

 

COC.M.

POB.M.

 

 

ROY.

 

12.4

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

 

 

 

SIE.

ROY.

 

 

Groep 13

Totale bevolking

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

COC.M.

POB.M.

YAE.H.

ROY.

HAR.

 

13.1

 

GEO.L.

SEX.

 

 

POB.M.

YAE.H.

 

HAR.

 

13.2

 

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

 

 

 

ROY.

HAR.

 

13.3

 

GEO.M.

 

AGE.M.

 

POB.M.

 

 

HAR.

 

13.4

 

GEO.M.

 

AGE.M.

COC.M.

 

 

 

HAR.

 

13.5

 

GEO.L.

 

 

COC.M.

POB.M.

YAE.H.

 

 

 

 

Groep 14

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

CAS.H.

COC.L.

POB.L.

YAE.L.

ROY.

HAR.

14.1

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

CAS.H.

COC.L.

 

 

 

 

14.2

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

CAS.H.

 

POB.L.

 

 

 

14.3

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

CAS.H.

 

 

YAE.L.

 

 

14.4

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

CAS.H.

 

 

 

ROY.

 

14.5

 

GEO.L.

SEX.

AGE.L.

CAS.L.

 

 

 

ROY.

HAR.

 

Groep 15

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

CAS.L.

EDU.

COC.L.

POB.L.

YAE.H.

 

15.1

 

GEO.L.

SEX.

AGE.L.

CAS.L.

EDU.

 

POB.L.

 

 

15.2

 

GEO.L.

SEX.

 

CAS.L.

EDU.

 

 

YAE.H.

 

15.3

 

GEO.L.

SEX.

 

CAS.L.

 

COC.L.

 

YAE.H.

 

15.4

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

CAS.L.

 

COC.L.

POB.L.

 

 

 

Groep 16

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

OCC.

COC.L.

POB.L.

YAE.L.

ROY.

 

16.1

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

OCC.

COC.L.

 

 

 

 

16.2

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

OCC.

 

POB.L.

 

 

 

16.3

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

OCC.

 

 

YAE.L.

 

 

16.4

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

OCC.

 

 

 

ROY.

 

16.5

 

GEO.L.

SEX.

 

OCC.

 

POB.L.

YAE.L.

 

 

 

Groep 17

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

IND.H.

COC.L.

YAE.L.

ROY.

 

 

17.1

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

IND.H.

COC.L.

 

 

 

 

17.2

 

GEO.N.

SEX.

AGE.M.

IND.H.

 

YAE.L.

 

 

 

17.3

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

IND.H.

 

 

ROY.

 

 

 

Groep 18

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

IND.H.

SIE.

EDU.

COC.L.

POB.L.

 

 

18.1

 

GEO.L.

SEX.

IND.H.

SIE.

 

 

POB.L.

 

 

18.2

 

GEO.L.

SEX.

IND.H.

 

EDU.

 

POB.L.

 

 

18.3

 

GEO.L.

SEX.

IND.L.

 

 

COC.L.

POB.L.

 

 

 

Groep 19

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

EDU.

POB.L.

YAE.H.

 

 

 

19.1

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

EDU.

POB.L.

 

 

 

 

19.2

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

EDU.

 

YAE.L.

 

 

 

19.3

 

GEO.L.

SEX.

 

EDU.

POB.L.

YAE.H.

 

 

 

 

Groep 20

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

LPW.N.

COC.L.

POB.L.

 

 

 

20.1

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

LPW.N.

COC.L.

 

 

 

 

20.2

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

LPW.N.

 

POB.L.

 

 

 

 

Groep 21

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

LMS.L.

FST.M.

HST.H.

CAS.H.

EDU.

 

21.1

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

LMS.L.

 

 

CAS.H.

 

 

21.2

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

LMS.L.

 

 

 

EDU.

 

21.3

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

 

FST.M.

 

CAS.H.

 

 

21.4

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

 

FST.M.

 

 

EDU.

 

21.5

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

 

 

HST.H.

CAS.H.

 

 

 

Groep 22

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

HST.H.

EDU.

SIE.

 

 

 

22.1

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

HST.H.

EDU.

 

 

 

 

22.2

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

HST.H.

 

SIE.

 

 

 

 

Groep 23

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

FST.L.

HST.L.

CAS.L.

EDU.

 

 

23.1

 

GEO.N.

SEX.

AGE.M.

 

HST.L.

CAS.L.

EDU.

 

 

23.2

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

FST.L.

 

CAS.L.

EDU.

 

 

 

Groep 24

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

LMS.L.

FST.L.

HST.M.

CAS.L.

 

 

24.1

 

GEO.N.

SEX.

AGE.M.

LMS.L.

FST.L.

 

CAS.L.

 

 

24.2

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

LMS.L.

 

HST.M.

CAS.L.

 

 

 

Groep 25

Totale bevolking

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

LMS.L.

HST.M.

COC.L.

POB.L.

 

 

25.1

 

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

LMS.L.

 

 

POB.L.

 

 

25.2

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

LMS.L.

HST.M.

COC.L.

 

 

 

25.3

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

LMS.L.

HST.M.

 

POB.L.

 

 

 

Groep 26

Totale bevolking

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

FST.L.

HST.M.

COC.L.

POB.L.

 

 

26.1

 

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

FST.L.

 

COC.L.

 

 

 

26.2

 

GEO.M.

SEX.

AGE.M.

 

HST.M.

 

POB.L.

 

 

26.3

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

 

HST.M.

COC.L.

POB.L.

 

 

 

Groep 27

Totale bevolking

GEO.M.

SEX.

AGE.L.

FST.M.

HST.M.

YAE.L.

 

 

 

27.1

 

GEO.M.

SEX.

AGE.L.

FST.M.

 

YAE.L.

 

 

 

27.2

 

GEO.M.

SEX.

AGE.L.

 

HST.M.

YAE.L.

 

 

 

 

Groep 28

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

FST.M.

HST.M.

ROY.

 

 

 

28.1

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

FST.M.

 

ROY.

 

 

 

28.2

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

 

HST.M.

ROY.

 

 

 

 

Groep 29

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

LMS.L.

FST.L.

HST.M.

CAS.L.

POB.L.

 

29.1

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

LMS.L.

 

 

CAS.L.

POB.L.

 

29.2

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

 

FST.L.

 

CAS.L.

POB.L.

 

29.3

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

 

 

HST.M.

CAS.L.

POB.L.

 

 

Groep 30

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

LMS.L.

FST.L.

HST.M.

CAS.L.

COC.L.

 

30.1

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

LMS.L.

 

 

CAS.L.

COC.L.

 

30.2

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

 

FST.L.

 

CAS.L.

COC.L.

 

30.3

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

 

 

HST.M.

CAS.L.

COC.L.

 

 

Groep 31

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

FST.L.

HST.M.

SIE.

EDU.

POB.L.

 

31.1

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

 

HST.M.

SIE.

 

POB.L.

 

31.2

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

FST.L.

 

SIE.

 

POB.L.

 

31.3

 

GEO.L.

SEX.

 

 

HST.M.

 

EDU.

POB.L.

 

 

Groep 32

Totale bevolking

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

FST.L.

HST.M.

SIE.

EDU.

COC.L.

 

32.1

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

 

HST.M.

SIE.

 

COC.L.

 

32.2

 

GEO.L.

SEX.

AGE.M.

FST.L.

 

SIE.

 

COC.L.

 

32.3

 

GEO.L.

SEX.

 

 

HST.M.

 

EDU.

COC.L.

 

 

Groep 33

Totaal aantal particuliere huishoudens

GEO.M.

TPH.H.

SPH.

TSH.

 

 

 

 

 

33.1

 

GEO.M.

TPH.H.

SPH.

TSH.

 

 

 

 

 

 

Groep 34

Totaal aantal gezinnen

GEO.M.

TFN.H.

SFN.

 

 

 

 

 

 

34.1

 

GEO.M.

TFN.H.

SFN.

 

 

 

 

 

 

 

Groep 35

Totaal aantal particuliere huishoudens

GEO.H.

TPH.L.

SPH.

 

 

 

 

 

 

35.1

 

GEO.H.

TPH.L.

 

 

 

 

 

 

 

35.2

 

GEO.H.

 

SPH.

 

 

 

 

 

 

 

Groep 36

Totaal aantal gezinnen

GEO.H.

TFN.L.

SFN.

 

 

 

 

 

 

36.1

 

GEO.H.

TFN.L.

 

 

 

 

 

 

 

36.2

 

GEO.H.

 

SFN.

 

 

 

 

 

 

 

Groep 37

Totaal aantal conventionele woningen

GEO.M.

TOB.

OCS.

POC.

 

 

 

 

 

37.1

 

GEO.M.

TOB.

OCS.

POC.

 

 

 

 

 

 

Groep 38

Totaal aantal conventionele woningen

GEO.H.

TOB.

OCS.

 

 

 

 

 

 

38.1

 

GEO.H.

TOB.

OCS.

 

 

 

 

 

 

 

Groep 39

Totaal aantal bewoonde conventionele woningen

GEO.M.

TOB.

(UFS.of NOR)

(DFS.of DRM)

OWS.

NOC.

 

 

 

39.1

 

GEO.L.

TOB.

 

 

OWS.

NOC.

 

 

 

39.2

 

GEO.M.

TOB.

(UFS.of NOR)

 

 

NOC.

 

 

 

39.3

 

GEO.M.

TOB.

 

(DFS.of DRM)

 

NOC.

 

 

 

 

Groep 40

Totaal aantal bewoonde conventionele woningen

GEO.L.

WSS.

TOI.

BAT.

TOH.

 

 

 

 

40.1

 

GEO.L.

WSS.

 

 

 

 

 

 

 

40.2

 

GEO.L.

 

TOI.

 

 

 

 

 

 

40.3

 

GEO.L.

 

 

BAT.

 

 

 

 

 

40.4

 

GEO.L.

 

 

 

TOH.

 

 

 

 

 

Groep 41

Totaal aantal woonruimtes

GEO.H.

TLQ.

 

 

 

 

 

 

 

41.1

 

GEO.H.

TLQ.

 

 

 

 

 

 

 


BIJLAGE II

Metagegevens over de in artikel 6 bedoelde thema's

De lidstaten dienen tekstuele metagegevens over de definities met betrekking tot de thema's van de tellingen in bij de Commissie (Eurostat).

Voor elk thema omvatten de metagegevens de volgende informatie:

de gebruikte gegevensbronnen voor de statistische gegevens over het thema;

de gebruikte methodologie om gegevens over het thema te schatten;

de redenen voor de eventuele onbetrouwbaarheid van de gegevens over het thema.

Bovendien verstrekken de lidstaten onderstaande metagegevens:

Gewone verblijfplaats

De metagegevens bevatten informatie over de wijze waarop de definitie van „gewone verblijfplaats” van artikel 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 763/2008 is toegepast, met name in hoeverre in plaats van de gebruikelijke woonplaats volgens het criterium van twaalf maanden de wettelijke of geregistreerde woonplaats is vermeld, alsmede een duidelijke definitie van het concept dat voor de ingezeten populatie is aangenomen.

In de metagegevens wordt vermeld of van studenten in het tertiair onderwijs van wie het studieadres niet het adres van de gezinswoning is, de gezinswoning als hun gewone verblijfplaats werd beschouwd.

De metagegevens bevatten informatie over elke andere voor het land specifieke toepassing van de voorschriften voor de „bijzondere gevallen” in de technische specificaties voor het thema „gewone verblijfplaats” in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/543.

Thuislozen

De totale populatie omvat ook alle primaire thuislozen (personen die op straat leven en geen onderdak hebben) en alle secundaire thuislozen (personen die dikwijls van tijdelijk onderkomen wisselen).

De metagegevens bevatten alle thuislozen. Waar mogelijk wordt een onderscheid gemaakt tussen primaire thuislozen (personen die op straat leven en geen onderdak hebben) en secundaire thuislozen (personen die dikwijls van tijdelijk onderkomen wisselen).

Er moet een beschrijving worden gegeven van de methodologie en de gegevensbronnen die worden gebruikt om de gegevens over thuislozen te produceren.

Burgerlijke staat/partnerschappen

De metagegevens bevatten informatie over het in de lidstaat geldende recht betreffende het huwelijk met een persoon van verschillend en met een persoon van hetzelfde geslacht, de minimumleeftijd voor een huwelijk, geregistreerd partnerschap met een persoon van verschillend en met een persoon van hetzelfde geslacht, en de mogelijkheid om te scheiden of om te scheiden van tafel en bed.

Economische thema's

De metagegevens bevatten informatie over elke voor het land specifieke toepassing van de voorschriften in de technische specificaties voor het thema „huidige activiteit” in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/543. De metagegevens vermelden of de huidige activiteit is vermeld op basis van registers en zo ja, de relevante definities die in die registers worden gebruikt.

De metagegevens bevatten informatie over de in het desbetreffende land geldende minimumleeftijd voor economische activiteit en de rechtsgrondslag hiervoor.

Wanneer bij de telling in de lidstaat personen met meer dan één werkkring worden geïdentificeerd, wordt in de metagegevens vermeld volgens welke methode hun voornaamste werkkring wordt vastgesteld (bijvoorbeeld op basis van de in de werkkring doorgebrachte tijd of het ontvangen inkomen).

De metagegevens bevatten informatie over elke voor het land specifieke toepassing van de voorschriften in de technische specificaties voor het thema „arbeidssituatie” in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/543. Wanneer bij de telling in de lidstaat personen worden geïdentificeerd die zowel werkgever als werknemer zijn, wordt in de metagegevens vermeld volgens welke methode zij bij een van de twee categorieën worden ingedeeld.

Geboorteland en -plaats

Wanneer de telling geen of onvolledige informatie over het geboorteland volgens de ten tijde van de telling bestaande internationale grenzen biedt, moeten de metagegevens vermelden volgens welke methode de personen zijn uitgesplitst voor het thema „geboorteland en -plaats”.

De metagegevens vermelden indien informatie over de plaats van de geboorte is gebruikt in de plaats van de gewone verblijfplaats van de moeder bij de geboorte.

Land van staatsburgerschap

In landen waar een deel van de bevolking bestaat uit „erkende niet-staatsburgers” (dat zijn personen die noch staatsburger van een land noch staatloos zijn en die sommige maar niet alle burgerrechten en -plichten hebben) bevatten de metagegevens de relevante informatie.

Gewone verblijfplaats één jaar voor de telling

Wanneer bij de telling in de lidstaat informatie wordt verzameld over het thema „vorige gewone verblijfplaats en datum van aankomst in de huidige plaats” vermelden de metagegevens welke methoden werden gebruikt om informatie te verschaffen over de gewone verblijfplaats één jaar voor de telling.

De thema's rond huishouden en gezin

De metagegevens vermelden of bij de telling in de lidstaat het begrip „huishoudvoering” of het begrip „huishouden per wooneenheid” wordt gebruikt voor de identificatie van particuliere huishoudens. De metagegevens bevatten informatie over de gebruikte methode om huishoudens en gezinnen te genereren.

De metagegevens vermelden hoe de relatie tussen de leden van een huishouden werd vastgesteld (bijvoorbeeld relatiematrix; relatie met de referentiepersoon). Indien deze gegevens werden verkregen uit administratieve registers, moet worden vermeld of de informatie over de relatie tussen de leden van een huishouden is opgenomen in en rechtstreeks is verkregen uit de administratieve bron(nen), dan wel of deze informatie is gebaseerd op een statistisch model.

Type eigendom

De metagegevens bevatten informatie over en geven voorbeelden van de eigendomstypes in het nationale eigendomsrecht of volgens de nationale gebruiken die zijn ingedeeld onder „ander eigendomstype”.

Nuttige vloeroppervlakte en/of aantal kamers van wooneenheden, bewoningsdichtheid

De metagegevens vermelden of is uitgegaan van de „nuttige vloeroppervlakte” of van het „aantal kamers” en welke definitie in verband daarmee voor de meting van de bewoningsdichtheid is gebruikt.


21.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 105/12


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/713 VAN DE COMMISSIE

van 20 april 2017

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 april 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

EG

260,5

MA

103,1

TR

118,6

ZZ

160,7

0707 00 05

MA

79,4

TR

154,7

ZZ

117,1

0709 93 10

MA

78,6

TR

144,9

ZZ

111,8

0805 10 22 , 0805 10 24 , 0805 10 28

EG

59,5

IL

80,6

MA

48,4

TR

71,4

ZZ

65,0

0805 50 10

AR

68,9

TR

67,2

ZZ

68,1

0808 10 80

AR

96,7

BR

116,2

CL

111,4

CN

147,6

NZ

157,3

ZA

114,6

ZZ

124,0

0808 30 90

AR

163,2

CL

170,8

CN

79,8

ZA

132,8

ZZ

136,7


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


21.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 105/14


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/714 VAN DE COMMISSIE

van 20 april 2017

betreffende de minimumverkoopprijs voor mageremelkpoeder voor de achtste deelinschrijving in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2080 geopende openbare inschrijving

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1240 van de Commissie van 18 mei 2016 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft openbare interventie en steun voor particuliere opslag (2), en met name artikel 32,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2080 van de Commissie (3) is de verkoop van mageremelkpoeder in het kader van een openbare inschrijving geopend.

(2)

In het licht van de inschrijvingen die voor de achtste deelinschrijving zijn ontvangen, dient geen minimumverkoopprijs te worden vastgesteld.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de achtste deelinschrijving voor de verkoop van mageremelkpoeder in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2080 geopende openbare inschrijving, waarvoor de inschrijvingen uiterlijk op 18 april 2017 moesten zijn ingediend, wordt geen minimumverkoopprijs vastgesteld.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 april 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 206 van 30.7.2016, blz. 71.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2080 van de Commissie van 25 november 2016 tot opening van de verkoop van mageremelkpoeder in het kader van een openbare inschrijving (PB L 321 van 29.11.2016, blz. 45).


BESLUITEN

21.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 105/15


BESLUIT (EU) 2017/715 VAN DE RAAD

van 27 maart 2017

betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt betreffende een wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) en bijlage XVII (Intellectuele eigendom) bij de EER-overeenkomst (Verordening betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) („de EER-overeenkomst”) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

(2)

Overeenkomstig artikel 98 van de EER-overeenkomst kan het Gemengd Comité van de EER besluiten om onder meer bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) en bijlage XVII (Intellectuele eigendom) bij de EER-overeenkomst te wijzigen.

(3)

Verordening (EG) nr. 1901/2006 van het Europees Parlement en de Raad (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Verordening (EG) nr. 1902/2006 van het Europees Parlement en de Raad (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(5)

Verordening (EG) nr. 469/2009 van het Europees Parlement en de Raad (5) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(6)

Verordening (EU) nr. 488/2012 van de Commissie (6) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(7)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordening (EEG) nr. 1768/92 van de Raad (7) is bij Verordening (EG) nr. 469/2009 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(8)

Verordening (EG) nr. 658/2007 van de Commissie (8) stelt regels vast voor het opleggen van financiële sancties aan de houders van een vergunning voor het in de handel brengen, verleend op grond van Verordening (EG) nr. 726/2004. Wanneer een vergunning voor het in de handel brengen door de Commissie wordt toegekend, dienen de EVA-staten tegelijkertijd binnen 30 dagen overeenstemmende besluiten te nemen. Vanwege de bijzondere omstandigheden, namelijk dat de Commissie vergunningen voor het in de handel brengen toekent en dat de inbreuken een effect hebben op de Unie en haar belangen en gezien het complexe en technische karakter van de inbreukprocedures, dient de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA nauw samen te werken met de Commissie en het oordeel en het voorstel voor maatregelen van de Commissie af te wachten vooraleer zij een besluit neemt met betrekking tot het opleggen van financiële sancties ten aanzien van de in een EVA-staat gevestigde houders van vergunningen voor het in de handel brengen.

(9)

Bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) en bijlage XVII (Intellectuele eigendom) bij de EER-overeenkomst moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

Het door de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt moet derhalve worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) en bijlage XVII (Intellectuele eigendom) bij de EER-overeenkomst, wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 27 maart 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ABELA


(1)  PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

(2)  PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.

(3)  Verordening (EG) nr. 1901/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/92, Richtlijn 2001/20/EG, Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 1).

(4)  Verordening (EG) nr. 1902/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1901/2006 betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 20).

(5)  Verordening (EG) nr. 469/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende het aanvullende beschermingscertificaat voor geneesmiddelen (PB L 152 van 16.6.2009, blz. 1).

(6)  Verordening (EU) nr. 488/2012 van de Commissie van 8 juni 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 658/2007 van de Commissie betreffende financiële sancties op de niet-nakoming van bepaalde verplichtingen in verband met vergunningen voor het in de handel brengen, verleend op grond van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 150 van 9.6.2012, blz. 68).

(7)  PB L 182 van 2.7.1992, blz. 1.

(8)  Verordening (EG) nr. 658/2007 van de Commissie van 14 juni 2007 betreffende financiële sancties op de niet-nakoming van bepaalde verplichtingen in verband met vergunningen voor het in de handel brengen, verleend op grond van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 155 van 15.6.2007, blz. 10).


ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. …/2017

van …

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) en bijlage XVII (Intellectuele eigendom) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1901/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/92, Richtlijn 2001/20/EG, Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Verordening (EG) nr. 1902/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1901/2006 betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Verordening (EG) nr. 469/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende het aanvullende beschermingscertificaat voor geneesmiddelen (Gecodificeerde versie) (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Verordening (EU) nr. 488/2012 van de Commissie van 8 juni 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 658/2007 van de Commissie betreffende financiële sancties op de niet-nakoming van bepaalde verplichtingen in verband met vergunningen voor het in de handel brengen, verleend op grond van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (4), gerectificeerd in PB L 338 van 12.12.2012, blz. 44, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(5)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordening (EEG) nr. 1768/92 van de Raad (5) is bij Verordening (EG) nr. 469/2009 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(6)

Verordening (EG) nr. 658/2007 van de Commissie stelt regels vast voor het opleggen van financiële sancties aan de houders van een vergunning voor het in de handel brengen, verleend op grond van Verordening (EG) nr. 726/2004. Wanneer de Commissie een vergunning voor het in de handel brengen heeft toegekend, dienen de EVA-staten tegelijkertijd binnen 30 dagen overeenstemmende besluiten vast te stellen. Vanwege de bijzondere omstandigheden, namelijk dat de Commissie vergunningen voor het in de handel brengen toekent en dat de inbreuken een effect hebben op de Unie en haar belangen en gezien het complexe en technische karakter van de inbreukprocedures, dient de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA nauw samen te werken met de Commissie en het oordeel en het voorstel voor maatregelen van de Commissie af te wachten vooraleer zij een besluit neemt met betrekking tot financiële sancties ten aanzien van de in een EVA-staat gevestigde houders van vergunningen voor het in de handel brengen.

(7)

De bijlagen II en XVII bij de EER-overeenkomst moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Hoofdstuk XIII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In het dertiende lid van de inleidende tekst wordt na de woorden „Comité voor weesgeneesmiddelen (COMP)” de volgende tekst ingevoegd:

„, het Comité pediatrie”.

2)

In punt 15q (Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad) en punt 15zb (Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

32006 R 1901: Verordening (EG) nr. 1901/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 1).”.

3)

De tekst van de aanpassing van punt 15zb (Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad) wordt vervangen door:

„De aan de Commissie verleende bevoegdheden met betrekking tot de in artikel 84, lid 3, bedoelde inbreukprocedure, met inbegrip van de bevoegdheid om financiële sancties op te leggen aan de houders van vergunningen voor het in de handel brengen, worden in de gevallen waar de houder van de vergunning voor het in de handel brengen in een EVA-staat is gevestigd, uitgeoefend door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in nauwe samenwerking met de Commissie. Vooraleer de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een besluit neemt met betrekking tot financiële sancties, geeft de Commissie de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA haar beoordeling en voorstel over hoe moet worden opgetreden.”.

4)

De tekst van punt 15zj (Verordening (EG) nr. 658/2007 van de Commissie) wordt vervangen door:

32007 R 0658: Verordening (EG) nr. 658/2007 van de Commissie van 14 juni 2007 betreffende financiële sancties op de niet-nakoming van bepaalde verplichtingen in verband met vergunningen voor het in de handel brengen, verleend op grond van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 155 van 15.6.2007, blz. 10), gewijzigd bij:

32012 R 0488: Verordening (EU) nr. 488/2012 van de Commissie van 8 juni 2012 (PB L 150 van 9.6.2012, blz. 68), gerectificeerd in PB L 338 van 12.12.2012, blz. 44.

Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de bepalingen van de verordening als volgt gelezen:

De aan de Commissie verleende bevoegdheden met betrekking tot de inbreukprocedure, met inbegrip van de bevoegdheid om financiële sancties op te leggen aan de houders van vergunningen voor het in de handel brengen, worden in de gevallen waar de houder van de vergunning voor het in de handel brengen in een EVA-staat is gevestigd, uitgeoefend door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in nauwe samenwerking met de Commissie. Vooraleer de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een besluit neemt met betrekking tot financiële sancties, geeft de Commissie de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA haar beoordeling en voorstel over hoe moet worden opgetreden.”.

5)

Na punt 15zo (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 198/2013 van de Commissie) wordt het volgende punt ingevoegd:

„15zp.

32006 R 1901: Verordening (EG) nr. 1901/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/92, Richtlijn 2001/20/EG, Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 1), zoals gewijzigd bij:

32006 R 1902: Verordening (EG) nr. 1902/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 20).

Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de bepalingen van de verordening als volgt gelezen:

a)

De toepassing van artikel 36, lid 3, wordt niet afhankelijk gemaakt van de vergunning van het geneesmiddel in Liechtenstein.

b)

De aan de Commissie verleende bevoegdheden met betrekking tot de in artikel 49, lid 3, bedoelde inbreukprocedure, met inbegrip van de bevoegdheid om financiële sancties op te leggen aan de houders van vergunningen voor het in de handel brengen, worden in de gevallen waar de houder van de vergunning voor het in de handel brengen in een EVA-staat is gevestigd, uitgeoefend door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in nauwe samenwerking met de Commissie. Vooraleer de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een besluit neemt met betrekking tot financiële sancties, geeft de Commissie de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA haar beoordeling en voorstel over hoe moet worden opgetreden.”.

Artikel 2

De tekst van punt 6 (Verordening (EEG) nr. 1768/92 van de Raad) van bijlage XVII bij de EER-overeenkomst wordt vervangen door:

32009 R 0469: Verordening (EG) nr. 469/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende het aanvullende beschermingscertificaat voor geneesmiddelen (Gecodificeerde versie) (PB L 152 van 16.6.2009, blz. 1).

Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de bepalingen van de verordening als volgt gelezen:

a)

aan artikel 7 worden de volgende leden toegevoegd:

„6.   Lid 5 is niet van toepassing op de EVA-staten.

7.   Niettegenstaande lid 4 wordt, gedurende een periode van vijf jaar na de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1901/2006 in de desbetreffende EVA-staat, de aanvraag voor verlenging van de duur van een reeds verleend certificaat uiterlijk zes maanden voordat het certificaat vervalt, ingediend.”;

b)

aan artikel 21 worden de volgende leden toegevoegd:

„3.   Een aanvraag voor een verlenging van de duur van een certificaat kan in een EVA-staat alleen worden toegekend wanneer het certificaat minder dan zes maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1901/2006 in de desbetreffende EVA-staat vervalt. In gevallen waar het certificaat voorafgaand aan de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1901/2006 in de desbetreffende EVA-staat vervalt, geldt de verlenging slechts vanaf deze inwerkingtreding in de desbetreffende EVA-staat en de datum van de bekendmaking van de aanvraag voor de verlenging. Lid 3 van artikel 13 is evenwel van toepassing voor de berekening de duur van de verlenging.

4.   Niettegenstaande lid 7 van artikel 7 wordt in gevallen waar een certificaat in de desbetreffende EVA-staat eerder dan zeven maanden na de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1901/2006 vervalt, de aanvraag voor een verlenging van de duur van een certificaat niet later dan één maand na deze inwerkingtreding in de desbetreffende EVA-staat ingediend. In deze gevallen geldt de verlenging slechts vanaf de bekendmaking van de aanvraag voor een verlenging. Lid 3 van artikel 13 is evenwel van toepassing voor de berekening de duur van de verlenging.

5.   Een overeenkomstig de leden 3 en 4 ingediende aanvraag voor verlenging van de duur van een certificaat vormt geen beletsel voor derden die tussen het vervallen van het certificaat en de bekendmaking van de aanvraag voor een verlenging van de duur van het certificaat, de uitvinding te goeder trouw commercieel hebben toegepast of ernstige voorbereidingen voor een dergelijke toepassing hebben getroffen, om met die toepassing verder te gaan”;

c)

gezien de octrooi-unie tussen Liechtenstein en Zwitserland geeft Liechtenstein geen aanvullende beschermingscertificaten voor geneesmiddelen af zoals bedoeld in de verordening.”.

Artikel 3

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EG) nr. 1901/2006, (EG) nr. 1902/2006, (EG) nr. 469/2009 en Verordening (EU) nr. 488/2012 van de Commissie, gerectificeerd in PB L 338 van 12.12.2012, blz. 44, zijn authentiek.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op […], op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER


(1)  PB L 378 van 27.12.2006, blz. 1.

(2)  PB L 378 van 27.12.2006, blz. 20.

(3)  PB L 152 van 16.6.2009, blz. 1.

(4)  PB L 150 van 9.6.2012, blz. 68.

(5)  PB L 182 van 2.7.1992, blz. 1.

(*1)  [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]


Rectificaties

21.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 105/21


Rectificatie van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/302 van de Commissie van 15 februari 2017 tot vaststelling van BBT-conclusies (beste beschikbare technieken) op grond van Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad, voor intensieve pluimvee- of varkenshouderij

( Publicatieblad van de Europese Unie L 43 van 21 februari 2017 )

Bladzijde 257, punt 2.1, Ammoniakemissies uit varkensstallen:

in plaats van:

„10.

Van strooisel voorziene hokken met gecombineerde mestproductie (drijfmest en vaste mest).

Kraamzeugen

Niet toepasbaar op bestaande installaties zonder dichte betonvloeren.”

11.

Voeder-/ligboxen op dichte vloer (in het geval van hokken met strooisel).

Guste en dragende zeugen

lezen:

„10.

Van strooisel voorziene hokken met gecombineerde mestproductie (drijfmest en vaste mest).

Kraamzeugen

Om technische en/of economische redenen mogelijk niet algemeen toepasbaar op bestaande installaties.

11.

Voeder-/ligboxen op dichte vloer (in het geval van hokken met strooisel).

Guste en dragende zeugen

Niet toepasbaar op bestaande installaties zonder dichte betonvloeren.”

Bladzijde 277, punt 4.13.1, Technieken voor het verminderen van ammoniakemissies uit stallen voor legkippen, vleeskuikenouderdieren of pullen:

in plaats van:

„Mestverwijdering door middel van banden (in het geval van systemen met verrijkte of niet- verrijkte kooien) met ten minste:

één verwijdering per week met luchtdroging, of

twee verwijderingen per week zonder luchtdroging.

De mestbanden worden onder de kooien geplaatst. De frequentie van verwijdering kan eenmaal per week zijn (met luchtdroging) of meer (zonder luchtdroging). De verzamelband kan worden geventileerd voor het drogen van de mest. Een mestband met waaiersysteem voor mechanische luchtdroging kan ook worden gebruikt.”

lezen:

„Stalsysteem

Omschrijving

Mestverwijdering door middel van banden (in het geval van systemen met verrijkte of niet- verrijkte kooien) met ten minste:

één verwijdering per week met luchtdroging, of

twee verwijderingen per week zonder luchtdroging.

De mestbanden worden onder de kooien geplaatst. De frequentie van verwijdering kan eenmaal per week zijn (met luchtdroging) of meer (zonder luchtdroging). De verzamelband kan worden geventileerd voor het drogen van de mest. Een mestband met waaiersysteem voor mechanische luchtdroging kan ook worden gebruikt.”