ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 8

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

60e jaargang
12 januari 2017


Inhoud

 

III   Andere handelingen

Bladzijde

 

 

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 175/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst [2017/15]

1

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 176/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst [2017/16]

3

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 177/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2017/17]

5

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 178/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2017/18]

6

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 179/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2017/19]

7

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 180/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2017/20]

9

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 181/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2017/21]

10

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 182/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2017/22]

11

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 183/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2017/23]

12

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 184/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2017/24]

14

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 185/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2017/25]

15

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 186/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2017/26]

16

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 187/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2017/27]

17

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 188/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2017/28]

20

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 189/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2017/29]

22

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 190/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2017/30]

23

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 191/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst [2017/31]

25

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 192/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst [2017/32]

28

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 193/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst [2017/33]

29

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 194/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst [2017/34]

31

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 195/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst [2017/35]

32

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 196/2015 van 10 juli 2015 tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst, betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden [2017/36]

33

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


III Andere handelingen

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/1


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 175/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst [2017/15]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/567 van de Commissie van 7 april 2015 tot wijziging van bijlage I bij Beschikking 2003/467/EG wat betreft de erkenning van Litouwen als officieel tuberculosevrij ten aanzien van de rundveebeslagen (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake levende dieren, andere dan vissen en aquacultuurdieren. Wetgeving over deze aangelegenheden is niet van toepassing op IJsland, zoals vermeld in punt 2 van de inleiding van hoofdstuk I van bijlage I bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op IJsland.

(3)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden. Wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden is niet van toepassing op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen van bijlage I bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein.

(4)

Bijlage I bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In deel 4.2 van hoofdstuk I van bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt in punt 70 (Besluit 2003/467/EG van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32015 D 0567: Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/567 van de Commissie van 7 april 2015 (PB L 93 van 9.4.2015, blz. 69).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de Noorse taal van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/567 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 93 van 9.4.2015, blz. 69.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/3


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 176/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst [2017/16]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/489 van de Commissie van 23 maart 2015 tot verlening van een vergunning voor selenomethionine geproduceerd door Saccharomyces cerevisiae NCYC R645 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/502 van de Commissie van 24 maart 2015 tot verlening van een vergunning voor het preparaat Saccharomyces cerevisiae NCYC R404 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor melkkoeien (vergunninghouder Micro Bio-System Ltd) (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/518 van de Commissie van 26 maart 2015 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Enterococcus faecium NCIMB 10415 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor opfokleghennen en voor minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor mest- en legdoeleinden en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 361/2011 wat de verenigbaarheid ervan met coccidiostatica betreft (vergunninghouder DSM Nutritional Products Ltd vertegenwoordigd door DSM Nutritional Products Sp. Z o.o) (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake diervoeding. Wetgeving inzake diervoeding is niet van toepassing op Liechtenstein zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen bij bijlage I bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein.

(5)

Bijlage I bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Hoofdstuk II van bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 2z (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 361/2011 van de Commissie) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„, gewijzigd bij:

32015 R 0518: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/518 van de Commissie van 26 maart 2015 (PB L 82 van 27.3.2015, blz. 75).”.

2)

Na punt 127 (Uitvoeringsverordening (EU) 2015/264 van de Commissie) worden de volgende punten ingevoegd:

„128.

32015 R 0489: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/489 van de Commissie van 23 maart 2015 tot verlening van een vergunning voor selenomethionine geproduceerd door Saccharomyces cerevisiae NCYC R645 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten (PB L 78 van 24.3.2015, blz. 5).

129.

32015 R 0502: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/502 van de Commissie van 24 maart 2015 tot verlening van een vergunning voor het preparaat Saccharomyces cerevisiae NCYC R404 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor melkkoeien (vergunninghouder Micro Bio-System Ltd) (PB L 79 van 25.3.2015, blz. 57).

130.

32015 R 0518: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/518 van de Commissie van 26 maart 2015 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Enterococcus faecium NCIMB 10415 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor opfokleghennen en voor minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor mest- en legdoeleinden en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 361/2011 wat de verenigbaarheid ervan met coccidiostatica betreft (vergunninghouder DSM Nutritional Products Ltd vertegenwoordigd door DSM Nutritional Products Sp. Z o.o) (PB L 82 van 27.3.2015, blz. 75).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordeningen (EU) 2015/489, (EU) 2015/502 en (EU) 2015/518 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 78 van 24.3.2015, blz. 5.

(2)  PB L 79 van 25.3.2015, blz. 57.

(3)  PB L 82 van 27.3.2015, blz. 75.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/5


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 177/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2017/17]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/394 van de Commissie van 10 maart 2015 tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010, wat de stof „tulatromycine” betreft (1), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XIII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 13 (Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32015 R 0394: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/394 van de Commissie van 10 maart 2015 (PB L 66 van 11.3.2015, blz. 1).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/394 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 66 van 11.3.2015, blz. 1.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/6


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 178/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2017/18]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) 2015/490 van de Commissie van 23 maart 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad wat betreft de aanpassing aan het inflatiecijfer van de vergoedingen die aan het Europees Geneesmiddelenbureau dienen te worden betaald (1), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XIII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 15h (Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32015 R 0490: Verordening (EU) 2015/490 van de Commissie van 23 maart 2015 (PB L 78 van 24.3.2015, blz. 9).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) 2015/490 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 78 van 24.3.2015, blz. 9.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/7


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 179/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2017/19]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2015/573 van de Commissie van 30 januari 2015 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van bijlage IV bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een vrijstelling voor lood in polyvinylchloride sensoren in medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (1), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2015/574 van de Commissie van 30 januari 2015 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van bijlage IV bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een vrijstelling voor kwik in systemen voor intravasculaire echografie (2), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst worden in punt 12q (Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad) de volgende streepjes toegevoegd:

„—

32015 L 0573: Gedelegeerde Richtlijn 2015/573 van de Commissie van 30 januari 2015 (PB L 94 van 10.4.2015, blz. 4),

32015 L 0574: Gedelegeerde Richtlijn 2015/574 van de Commissie van 30 januari 2015 (PB L 94 van 10.4.2015, blz. 6).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Gedelegeerde Richtlijnen (EU) 2015/573 en (EU) 2015/574 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 94 van 10.4.2015, blz. 4.

(2)  PB L 94 van 10.4.2015, blz. 6.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/9


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 180/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2017/20]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 317/2014 van de Commissie van 27 maart 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), wat betreft bijlage XVII (CMR-stoffen) (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 12zc (Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 R 0317: Verordening (EU) nr. 317/2014 van de Commissie van 27 maart 2014 (PB L 93 van 28.3.2014, blz. 24).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 317/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 93 van 28.3.2014, blz. 24.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/10


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 181/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2017/21]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) 2015/628 van de Commissie van 22 april 2015 tot wijziging van bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) wat lood en loodverbindingen betreft (1), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 12zc (Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32015 R 0628: Verordening (EU) 2015/628 van de Commissie van 22 april 2015 (PB L 104 van 23.4.2015, blz. 2).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) 2015/628 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 104 van 23.4.2015, blz. 2.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/11


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 182/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2017/22]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) 2015/326 van de Commissie van 2 maart 2015 tot wijziging van bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) wat polycyclische aromatische koolwaterstoffen en ftalaten betreft (1), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 12zc (Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32015 R 0326: Verordening (EU) 2015/326 van de Commissie van 2 maart 2015 (PB L 58 van 3.3.2015, blz. 43).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) 2015/326 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 58 van 3.3.2015, blz. 43.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/12


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 183/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2017/23]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/543 van de Commissie van 1 april 2015 tot goedkeuring van de werkzame stof COS-OGA overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/553 van de Commissie van 7 april 2015 tot goedkeuring van de werkzame stof cerevisaan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 13a (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie) worden de volgende streepjes toegevoegd:

„—

32015 R 0543: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/543 van de Commissie van 1 april 2015 (PB L 90 van 2.4.2015, blz. 1),

32015 R 0553: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/553 van de Commissie van 7 april 2015 (PB L 92 van 8.4.2015, blz. 86).”.

2)

Na punt 13zzzzq (Uitvoeringsverordening (EU) 2015/306 van de Commissie) worden de volgende punten ingevoegd:

„13zzzzr.

32015 R 0543: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/543 van de Commissie van 1 april 2015 tot goedkeuring van de werkzame stof COS-OGA overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (PB L 90 van 2.4.2015, blz. 1).

13zzzzs.

32015 R 0553: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/553 van de Commissie van 7 april 2015 tot goedkeuring van de werkzame stof cerevisaan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (PB L 92 van 8.4.2015, blz. 86).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2015/543 en (EU) 2015/553 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 90 van 2.4.2015, blz. 1.

(2)  PB L 92 van 8.4.2015, blz. 86.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/14


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 184/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2017/24]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2014/108/EU van de Commissie van 12 december 2014 tot wijziging van Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de lijst van defensiegerelateerde producten (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XIX van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 3q (Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 L 0108: Richtlijn 2014/108/EU van de Commissie van 12 december 2014 (PB L 359 van 16.12.2014, blz. 117).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2014/108/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 359 van 16.12.2014, blz. 117.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/15


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 185/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2017/25]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit (EU) 2015/547 van de Commissie van 1 april 2015 inzake de veiligheidseisen waaraan Europese normen voor afvoerloze haarden op alcohol krachtens Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake algemene productveiligheid moeten voldoen (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XIX van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt na punt 3s (Besluit 2013/121/EU van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„3 t.

32015 D 0547: Besluit (EU) 2015/547 van de Commissie van 1 april 2015 inzake de veiligheidseisen waaraan Europese normen voor afvoerloze haarden op alcohol krachtens Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake algemene productveiligheid moeten voldoen (PB L 90 van 2.4.2015, blz. 14).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) 2015/547 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 90 van 2.4.2015, blz. 14.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/16


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 186/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2017/26]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit nr. 585/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de uitrol van de interoperabele eCall-dienst in de hele EU (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt na punt 17ke (Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013 van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„17kf.

32014 D 0585: Besluit nr. 585/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de uitrol van de interoperabele eCall-dienst in de hele EU (PB L 164 van 3.6.2014, blz. 6).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Besluit nr. 585/2014/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 164 van 3.6.2014, blz. 6.

(*1)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/17


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 187/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2017/27]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 1302/2014 van de Commissie van 18 november 2014 betreffende een technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem „rollend materieel — locomotieven en reizigerstreinen” van het spoorwegsysteem in de Europese Unie (1), gerectificeerd in PB L 10 van 16.1.2015, blz. 45, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 37ah (Beschikking 2008/232/EG van de Commissie) en in punt 37di (Besluit 2011/291/EU van de Commissie) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 R 1302: Verordening (EU) nr. 1302/2014 van de Commissie van 18 november 2014 (PB L 356 van 12.12.2014, blz. 228), gerectificeerd in PB L 10 van 16.1.2015, blz. 45.”.

2)

Na punt 37dn (Verordening (EU) nr. 1301/2014 van de Commissie) wordt het volgende ingevoegd:

„37do.

32014 R 1302: Verordening (EU) nr. 1302/2014 van de Commissie van 18 november 2014 betreffende een technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem „rollend materieel — locomotieven en reizigerstreinen” van het spoorwegsysteem in de Europese Unie (PB L 356 van 12.12.2014, blz. 228), gerectificeerd in PB L 10 van 16.1.2015, blz. 45.

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt gelezen:

a)

in de bijlage wordt in deel 7.3.2.12 het volgende toegevoegd:

„Bijzonder geval Noorwegen („t”)

Voor onbelemmerde inzet op het Noorse netwerk geldt het volgende voor elektrische tractievoertuigen:

de capacitieve arbeidsfactor is niet minder dan 0,95 bij bovenleidingspanningen van meer dan 16,5 kV als het tractievoertuig actief vermogen verbruikt,

de capacitieve arbeid zal 60 kVAr niet overstijgen als het tractievoertuig vermogen terugkoppelt,

de inductieve arbeidsfactor is niet minder dan 0,95 bij bovenleidingspanningen van minder dan 16,5 kV als het tractievoertuig vermogen terugkoppelt.”;

b)

in de bijlage wordt in deel 7.3.2.14 het volgende toegevoegd:

„Bijzonder geval Noorwegen („t”)

Dit specifieke geval is van toepassing op eenheden die worden ingezet op lijnen met een niet aangepast bovenleidingsysteem. Lijnen met een bovenleidingsysteem dat in overeenstemming is met de TSI staan aangegeven in de netverklaring.

De geometrie van de stroomafnemerkop is overeenkomstig EN 50367:2011 figuur B.6 (1 800 mm).”;

c)

in de bijlage wordt in deel 7.3.2.15 het volgende toegevoegd:

„7.3.2.15 bis

Statische opdrukkracht stroomafnemer (niveau interoperabiliteitsonderdeel) (4.2.8.2.9.5)

Bijzonder geval Noorwegen („t”)

Dit specifieke geval is van toepassing op eenheden die worden ingezet op lijnen met een niet aangepast bovenleidingsysteem. Lijnen met een bovenleidingsysteem dat in overeenstemming is met de TSI staan aangegeven in de netverklaring.

Bij stilstand moeten stroomafnemers een statische opdrukkracht van 55 N hebben.”;

d)

in de bijlage wordt in deel 7.3.2.16 het volgende toegevoegd:

„Bijzonder geval Noorwegen („t”)

Dit specifieke geval is van toepassing op eenheden die worden ingezet op lijnen met een niet aangepast bovenleidingsysteem. Lijnen met een bovenleidingsysteem dat in overeenstemming is met de TSI staan aangegeven in de netverklaring.

Bovenop de vereisten van de TSI moeten stroomafnemers aan een boog voldoen met de volgende formule: Fm = 0,00097v2 + 55, met een tolerantie van 10 %.”;

e)

in de bijlage wordt in deel 7.4 het volgende toegevoegd:

„Bijzonder geval Noorwegen

Voor onbeperkte toegang van rollend materieel tot het Noorse spoorwegnet tijdens winterse omstandigheden moet worden aangetoond dat het rollend materieel aan de volgende eisen voldoet:

Temperatuurzone T2 als omschreven in punt 4.2.6.1.1 moet worden geselecteerd.

Sneeuw-, ijs- en hagelomstandigheden als gespecificeerd in punt 4.2.6.1.2 moeten worden geselecteerd.””.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 1302/2014, gerectificeerd in PB L 10 van 16.1.2015, blz. 45, zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 356 van 12.12.2014, blz. 228.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/20


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 188/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2017/28]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna de „EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2009/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Richtlijn 2005/35/EG inzake verontreiniging vanaf schepen en invoering van sancties voor inbreuken (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

De tekst van de aanpassing van punt 56v (Richtlijn 2005/35/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt geschrapt.

2)

In punt 56v (Richtlijn 2005/35/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende toegevoegd:

„, gewijzigd bij:

32009 L 0123: Richtlijn 2009/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 (PB L 280 van 27.10.2009, blz. 52).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2009/123/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 280 van 27.10.2009, blz. 52.

(*1)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.


BIJLAGE

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN

bij Besluit nr. 188/2015 van het Gemengd Comité van de EER van 10 juli 2015 waarbij Richtlijn 2009/123/EG van het Europees Parlement en de Raad in de EER-overeenkomst wordt opgenomen

„Richtlijn 2009/123/EG van het Europees Parlement en de Raad is gebaseerd op artikel 80 VEG (nu artikel 100 VWEU) en beoogt een verhoogde maritieme veiligheid en een betere bescherming van het mariene milieu. Dit moet worden verwezenlijkt met behulp van de juridische instrumenten waarin het strafrecht voorziet. De overeenkomstsluitende partijen zijn overeengekomen dat deze richtlijn in de EER-overeenkomst moet worden opgenomen. De overeenkomstsluitende partijen komen overeen dat de opname van Richtlijn 2009/123/EG geen afbreuk doet aan het toepassingsgebied van de EER-overeenkomst en dat, sinds de inwerkingtreding van het VWEU, de EU-wetgever op grond van artikel 83, lid, 2, VWEU, minimumvoorschriften mag vaststellen in verband met de bepaling van strafbare feiten en sancties op een specifiek EU-beleidsterrein indien dit „nodig blijkt voor een doeltreffende uitvoering van beleid van de Unie op een gebied waarop harmonisatiemaatregelen zijn vastgesteld”. Toekomstige wetgevingsmaatregelen die worden vastgesteld overeenkomstig artikel 82, lid 2, zijn niet relevant voor de EER.”


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/22


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 189/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2017/29]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna de „EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) 2015/140 van de Commissie van 29 januari 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 965/2012 wat de steriele cockpit betreft en tot rectificatie van die verordening (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt in punt 66nf (Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32015 R 0140: Verordening (EU) 2015/140 van de Commissie van 29 januari 2015 (PB L 24 van 30.1.2015, blz. 5).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) 2015/140 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 24 van 30.1.2015, blz. 5.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/23


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 190/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2017/30]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/310 van de Commissie van 26 februari 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 29/2009 tot vaststelling van de eisen inzake datalinkdiensten voor het gemeenschappelijke Europese luchtruim en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 441/2014 (1) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen.

(2)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Uitvoeringsverordening (EU) nr. 441/2014 van de Commissie (2) wordt bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/310 ingetrokken en dient derhalve uit de EER-overeenkomst te worden geschrapt.

(3)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt punt 66wg (Verordening (EG) nr. 29/2009 van de Commissie) als volgt gewijzigd:

1.

Het streepje (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 441/2014) wordt geschrapt.

2.

Het volgende streepje wordt toegevoegd:

„—

32015 R 0310: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/310 van de Commissie van 26 februari 2015 (PB L 56 van 27.2.2015, blz. 30).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/310 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 56 van 27.2.2015, blz. 30.

(2)  PB L 130 van 1.5.2014, blz. 37.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/25


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 191/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst [2017/31]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2008/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Richtlijn 2008/99/EG omvat besluiten die wel en besluiten die niet in de EER-overeenkomst zijn opgenomen.

(3)

Bijlage XX bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt na punt 1l (Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad) het volgende ingevoegd:

„1 m.

32008 L 0099: Richtlijn 2008/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht (PB L 328 van 6.12.2008, blz. 28).

De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van de overeenkomst als volgt gelezen:

Aangezien bepaalde, in Richtlijn 2008/99/EG genoemde communautaire besluiten niet zijn opgenomen in de EER-overeenkomst, zijn alle verwijzingen naar deze besluiten, naar definities in deze besluiten, en naar strafbare gedragingen binnen het toepassingsgebied van deze besluiten, niet van toepassing op de EVA-staten. Deze besluiten zijn momenteel:

i)

Richtlijn 76/160/EEG van de Raad van 8 december 1975 betreffende de kwaliteit van het zwemwater,

ii)

Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand,

iii)

Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna,

iv)

Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren,

v)

Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer,

vi)

Richtlijn 2003/122/Euratom van de Raad van 22 december 2003 inzake de controle op hoogactieve ingekapselde radioactieve bronnen en weesbronnen,

vii)

Richtlijn 2006/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit,

viii)

Richtlijn 2006/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de kwaliteit van zoet water dat bescherming of verbetering behoeft, teneinde geschikt te zijn voor het leven van vissen,

ix)

Richtlijn 2006/117/Euratom van de Raad van 20 november 2006 betreffende toezicht en controle op overbrenging van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstof.”

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2008/99/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 328 van 6.12.2008, blz. 28.

(*1)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.


BIJLAGE

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN

bij Besluit nr. 191/2015 van het Gemengd Comité van de EER van 10 juli 2015 waarbij Richtlijn 2008/99/EG van het Europees Parlement en de Raad in de EER-overeenkomst wordt opgenomen

„Richtlijn 2008/99/EG van het Europees Parlement en de Raad is gebaseerd op artikel 175 VEG (nu artikel 192 VWEU) en beoogt een doeltreffende bescherming van het milieu. Dit moet gebeuren door het gebruik van wettelijke middelen waarin het strafrecht voorziet. De overeenkomstsluitende partijen zijn overeengekomen dat deze richtlijn in de EER-overeenkomst dient te worden opgenomen. De overeenkomstsluitende partijen komen overeen dat de opname van Richtlijn 2008/99/EG geen afbreuk doet aan het toepassingsgebied van de EER-overeenkomst en dat, sinds de inwerkingtreding van het VWEU, de EU-wetgever op grond van artikel 83, lid, 2, VWEU, minimumvoorschriften mag vaststellen in verband met de bepaling van strafbare feiten en sancties op een specifiek EU-beleidsterrein indien dit „nodig blijkt voor een doeltreffende uitvoering van beleid van de Unie op een gebied waarop harmonisatiemaatregelen zijn vastgesteld”. Toekomstige wetgevende maatregelen goedgekeurd onder artikel 83, lid 2, worden niet in de EER-overeenkomst opgenomen.”


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/28


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 192/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst [2017/32]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit 2014/746/EU van de Commissie van 27 oktober 2014 tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, van een lijst van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico, voor de periode 2015-2019 (1), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Het reeds in de EER-overeenkomst opgenomen Besluit 2010/2/EU van de Commissie (2) wordt bij Besluit 2014/746/EU ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(3)

Bijlage XX bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt de tekst van punt 21alb (Besluit 2010/2/EU van de Commissie) vervangen door:

32014 D 0746: Besluit 2014/746/EU van de Commissie van 27 oktober 2014 tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, van een lijst van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico, voor de periode 2015-2019 (PB L 308 van 29.10.2014, blz. 114).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Besluit 2014/746/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 308 van 29.10.2014, blz. 114.

(2)  PB L 1 van 5.1.2010, blz. 10.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/29


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 193/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst [2017/33]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de Raad (1), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Richtlijn 96/82/EG van de Raad (2) wordt bij Richtlijn 2012/18/EU ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(3)

Bijlage XX bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

De tekst van punt 23 (geschrapt) wordt vervangen door:

32012 L 0018: Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de Raad (PB L 197 van 24.7.2012, blz. 1).”.

2)

De tekst van punt 23a (Richtlijn 96/82/EG van de Raad) wordt geschrapt.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2012/18/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 197 van 24.7.2012, blz. 1.

(2)  PB L 10 van 14.1.1997, blz. 13.

(*1)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/31


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 194/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst [2017/34]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit 2014/955/EU van de Commissie van 18 december 2014 tot wijziging van Beschikking 2000/532/EG betreffende de lijst van afvalstoffen overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage XX bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt in punt 32aa (Beschikking 2000/532/EG van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 D 0955: Besluit 2014/955/EU van de Commissie van 18 december 2014 (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 44).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Besluit 2014/955/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 370 van 30.12.2014, blz. 44.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/32


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 195/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst [2017/35]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (herschikking) (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) wordt bij Richtlijn 2012/19/EU ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(3)

Bijlage XX bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt de tekst van punt 32fa (Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad) vervangen door:

32012 L 0019: Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (herschikking) (PB L 197 van 24.7.2012, blz. 38).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2012/19/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 197 van 24.7.2012, blz. 38.

(2)  PB L 37 van 13.2.2003, blz. 24.

(*1)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.


12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/33


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 196/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst, betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden [2017/36]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het is bij de EER-overeenkomst wenselijk om de samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen bij uit de algemene begroting van de Unie gefinancierde acties met betrekking tot de tenuitvoerlegging, de werking en de ontwikkeling van de interne markt voort te zetten.

(2)

Protocol 31 bij de EER-overeenkomst dient dan ook te worden gewijzigd, teneinde voortzetting van deze uitgebreide samenwerking na 31 december 2014 mogelijk te maken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 7 van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst moet als volgt worden gewijzigd:

1)

Het volgende lid wordt na lid 9 ingevoegd:

„10.   De EVA-staten nemen met ingang van 1 januari 2015 deel aan de Unieacties in het kader van onderstaande begrotingsonderdelen die in de algemene begroting van de Europese Unie voor het boekjaar 2015 zijn opgenomen:

Begrotingsonderdeel 02 03 01: „Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op het gebied van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie”;

Begrotingsonderdeel 12 02 01: „Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt”.”.

2)

In leden 3 en 4 worden de woorden „leden 5 tot en met 9” vervangen door de woorden „leden 5 tot en met 10”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (*1).

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.