ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 48

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

58e jaargang
20 februari 2015


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/227 van de Commissie van 9 januari 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 )

1

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

20.2.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 48/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/227 VAN DE COMMISSIE

van 9 januari 2015

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 99, lid 5, vierde alinea, artikel 99, lid 6, vierde alinea, artikel 101, lid 4, derde alinea, en artikel 394, lid 4, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie (2) zijn de vereisten vastgelegd waaraan instellingen moeten voldoen wanneer zij informatie rapporteren die relevant is voor hun inachtneming van Verordening (EU) nr. 575/2013.

(2)

De rapportage overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van consistente, correcte en vergelijkbare informatie over voorzieningen voor kredietverliezen en respijtmaatregelen is van essentieel belang om een volledig beeld te krijgen van de risicoprofielen van instellingen en van het systeemrisico dat zij inhouden voor de financiële sector. Tegen de achtergrond van de in de gehele Unie heersende onzekerheid omtrent de activakwaliteit en om ervoor te zorgen dat de Europese Bankautoriteit (EBA) en de bevoegde autoriteiten zich een volledig beeld kunnen vormen van het risicoprofiel van de activiteiten van de instellingen, alsook dat het Europees Comité voor systeemrisico’s (ESRB, European Systemic Risk Board) zijn macro-prudentiële toezichttaken kan uitoefenen, moet van de instellingen worden verlangd dat zij informatie over hun respijtactiviteiten en niet-renderende blootstellingen rapporteren.

(3)

Respijtactiviteiten en niet-renderende blootstellingen vallen onder de bestaande verslagleggingsvereisten, waarbij overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad (3) en Richtlijn 86/635/EEG van de Raad (4) informatie over blootstellingen uit hoofde van leningen en schuldpapier en de kredietkwaliteit daarvan moet worden verschaft. Er bestaat evenwel geen alomvattende, geharmoniseerde definitie van de begrippen „respijt” en „niet-renderende blootstellingen”, en er zijn evenmin desbetreffende specifieke en gedetailleerde rapportagevereisten voor toezichtdoeleinden voorhanden.

(4)

Aan de hand van technische normen dienen derhalve specifieke definities van de begrippen „respijt” en „niet-renderende blootstellingen”, alsook rapportagetemplates te worden vastgesteld, zodat de EBA, de bevoegde autoriteiten en het ESRB zich kunnen baseren op concepten van activakwaliteit die nog sterker geharmoniseerd zijn dan de thans bestaande concepten. Daardoor zouden de gerapporteerde gegevens nog beter vergelijkbaar zijn doordat de verschillen die uit de diverse concepten van respijt voortvloeien, en de uiteenlopende toepassing van de definities van wanbetaling en bijzondere waardevermindering waarvan in de Unie sprake is, tot een minimum worden beperkt. In die zin zou de definitie van niet-renderende blootstelling moeten fungeren als een geharmoniseerde index voor de activakwaliteit, een classificatiehulpmiddel, en niet als een vervangingsinstrument voor de bestaande definities van wanbetaling en bijzondere waardevermindering.

(5)

Teneinde instellingen en bevoegde autoriteiten voldoende tijd te gunnen om de vereisten van deze verordening betreffende respijtactiviteiten en niet-renderende blootstellingen zodanig na te leven dat de verstrekte gegevens van hoge kwaliteit zijn, dienen deze rapportagevereisten op een latere datum van toepassing te worden.

(6)

Om een correcte toepassing van de vereisten van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 te verzekeren, moeten de templates, instructies en definities die instellingen voor de rapportage voor toezichtdoeleinden hanteren, nader worden gepreciseerd. Omwille van de rechtszekerheid verdient het daarom aanbeveling diverse templates van de bijlagen I, III en IV te vervangen en sommige van de in de bijlagen II, V, VII en IX vastgelegde instructies te wijzigen. Deze verordening is gebaseerd op ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die de EBA aan de Commissie heeft voorgelegd.

(7)

De EBA heeft open publieksraadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen betreffende respijtactiviteiten en niet-renderende blootstellingen waarop deze verordening ten dele is gebaseerd, de potentiële desbetreffende kosten en baten geanalyseerd en het advies van de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (5) opgerichte Stakeholdergroep bankwezen ingewonnen.

(8)

Daar de andere noodzakelijke aanpassingen aan Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 geen noemenswaardige inhoudelijke wijzigingen met zich brengen, heeft de EBA overeenkomstig artikel 15, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 geen andere openbare publieksraadpleging gehouden, omdat zij van oordeel was dat een dergelijke raadpleging niet in evenredige verhouding zou staan tot het toepassingsgebied en het effect van het ontwerp van technische uitvoeringsnorm in kwestie.

(9)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

Om te garanderen dat instellingen de toezichtgegevens zo spoedig mogelijk bij de bevoegde autoriteiten indienen zodat deze zich een volledig beeld over de instellingen kunnen vormen, moet deze verordening in werking treden de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 5, onder b), punt 1, wordt vervangen door:

„1.

de informatie over alle securitisatieblootstellingen, zoals gespecificeerd in template 14 van bijlage I, overeenkomstig de instructies in deel II, punt 3.9, van bijlage II.

Instellingen worden van de indiening van deze securitisatiegegevens vrijgesteld wanneer zij deel uitmaken van een groep in hetzelfde land als waar zij aan eigenvermogensvereisten onderworpen zijn;”.

2)

In artikel 18 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Onverminderd artikel 2 is de eerste inleverdatum voor de templates 18 en 19 van bijlage III 31 december 2014. De rijen en kolommen van de templates 6, 9.1, 20.4, 20.5 en 20.7 van bijlage III betreffende respijtblootstellingen en niet-renderende blootstellingen worden ingevuld voor de inleverdatum van 31 december 2014.”.

3)

De bijlagen I tot en met V worden vervangen door de tekst in bijlage I bij de onderhavige verordening.

4)

Bijlage VII wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij de onderhavige verordening.

5)

Bijlage IX wordt vervangen door de tekst in bijlage III bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 januari 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1).

(4)  Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (PB L 372 van 31.12.1986, blz. 1).

(5)  Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).


BIJLAGE I

BIJLAGE I

RAPPORTAGE INZAKE EIGEN VERMOGEN EN EIGENVERMOGENSVEREISTEN

COREP-TEMPLATES

Template-nummer

Template-code

Naam van de template/groep templates

Korte naam

 

 

KAPITAALTOEREIKENDHEID

CA

1

C 01.00

EIGEN VERMOGEN

CA1

2

C 02.00

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

CA2

3

C 03.00

KAPITAALRATIO'S

CA3

4

C 04.00

PRO-MEMORIEPOSTEN:

CA4

 

 

OVERGANGSBEPALINGEN

CA5

5.1

C 05.01

OVERGANGSBEPALINGEN

CA5.1

5.2

C 05.02

INSTRUMENTEN WAAROP GRANDFATHERINGBEPALINGEN VAN TOEPASSING ZIJN: INSTRUMENTEN DIE GEEN STAATSSTEUN BEHELZEN

CA5.2

 

 

SOLVABILITEIT VAN DE GROEP

GS

6.1

C 06.01

SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN - TOTAAL

GS Total

6.2

C 06.02

SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN

GS

 

 

KREDIETRISICO

CR

7

C 07.00

KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: STANDAARDBENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN

CR SA

 

 

KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: IRB-BENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN

CR IRB

8.1

C 08.01

KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: IRB-BENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN

CR IRB 1

8.2

C 08.02

KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: IRB-BENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN (uitsplitsing naar debiteurenklasse of -groep)

CR IRB 2

 

 

GEOGRAFISCHE UITSPLITSING

CR GB

9.1

C 09.01

Tabel 9.1 – Geografische uitsplitsing van blootstellingen naar vestigingsplaats van de debiteur (blootstellingen in het kader van de standaardbenadering)

CR GB 1

9.2

C 09.02

Tabel 9.2 – Geografische uitsplitsing van blootstellingen naar vestigingsplaats van de debiteur (IRB-blootstellingen)

CR GB 2

9.3

C 09.03

Tabel 9.3 – Uitsplitsing naar land van totale eigenvermogensvereisten voor kredietrisico van relevante kredietblootstellingen

CR GB 3

 

 

KREDIETRISICO: AANDELEN - IRB-BENADERINGEN VAN KAPITAALVEREISTEN

CR EQU IRB

10.1

C 10.01

KREDIETRISICO: AANDELEN - IRB-BENADERINGEN VAN KAPITAALVEREISTEN

CR EQU IRB 1

10.2

C 10.02

KREDIETRISICO: AANDELEN - IRB-BENADERINGEN VAN KAPITAALVEREISTEN. UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR DEBITEURENKLASSE IN HET KADER VAN DE PD/LGD-BENADERING

CR EQU IRB 2

11

C 11.00

AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO

CR SETT

12

C 12.00

KREDIETRISICO: SECURITISATIES - STANDAARDBENADERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN

CR SEC SA

13

C 13.00

KREDIETRISICO: SECURITISATIES - INTERNERATINGBENADERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN

CR SEC IRB

14

C 14.00

NADERE INFORMATIE OVER SECURITISATIES

CR SEC Details

 

 

OPERATIONEEL RISICO

OPR

16

C 16.00

OPERATIONEEL RISICO

OPR

17

C 17.00

OPERATIONEEL RISICO: BRUTOVERLIES PER BEDRIJFSONDERDEEL EN SOORT GEBEURTENIS IN HET LAATSTE JAAR

OPR Details

 

 

MARKTRISICO

MKR

18

C 18.00

MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR POSITIERISICO'S IN VERHANDELBARE SCHULDINSTRUMENTEN

MKR SA TDI

19

C 19.00

MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR SPECIFIEK RISICO IN SECURITISATIES

MKR SA SEC

20

C 20.00

MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR SPECIFIEK RISICO IN DE CORRELATIEHANDELSPORTEFEUILLE

MKR SA CTP

21

C 21.00

MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR POSITIERISICO IN AANDELEN

MKR SA EQU

22

C 22.00

MARKTRISICO: STANDAARDBENADERINGEN VOOR VALUTARISICO

MKR SA FX

23

C 23.00

MARKTRISICO: STANDAARDBENADERINGEN VOOR GRONDSTOFFEN

MKR SA COM

24

C 24.00

INTERNE MODELLEN VOOR MARKTRISICO

MKR IM

25

C 25.00

RISICO VAN AANPASSING VAN KREDIETWAARDERING

CVA


C 01.00 – EIGEN VERMOGEN (CA1)

Rijen

ID

Post

Bedrag

010

1

EIGEN VERMOGEN

 

015

1.1

TIER 1-KAPITAAL

 

020

1.1.1

TIER 1-KERNKAPITAAL

 

030

1.1.1.1

Kapitaalinstrumenten die in aanmerking komen als tier 1-kernkapitaal

 

040

1.1.1.1.1

Volgestorte kapitaalinstrumenten

 

050

1.1.1.1.2*

Pro-memoriepost: Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten

 

060

1.1.1.1.3

Agio

 

070

1.1.1.1.4

(-) Eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten

 

080

1.1.1.1.4.1

(-) Direct bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten

 

090

1.1.1.1.4.2

(-) Indirect bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten

 

091

1.1.1.1.4.3

(-) Synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten

 

092

1.1.1.1.5

(-) Feitelijke of voorwaardelijke verplichtingen tot het kopen van eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten

 

130

1.1.1.2

Ingehouden winsten

 

140

1.1.1.2.1

Ingehouden winsten van voorgaande jaren

 

150

1.1.1.2.2

In aanmerking komende winsten en verliezen

 

160

1.1.1.2.2.1

Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen winsten of verliezen

 

170

1.1.1.2.2.2

(-) Niet in aanmerking komend deel van het tussentijdse of eindejaarsresultaat

 

180

1.1.1.3

Gecumuleerde niet-gerealiseerde resultaten

 

200

1.1.1.4

Andere reserves

 

210

1.1.1.5

Fondsen voor algemene bankrisico's

 

220

1.1.1.6

Overgangsbepalingen als gevolg van tier 1-kernkapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

 

230

1.1.1.7

Minderheidsbelangen die als tier 1-kernkapitaal worden opgenomen

 

240

1.1.1.8

Overgangsaanpassingen in verband met aanvullende minderheidsbelangen

 

250

1.1.1.9

Aanpassingen aan tier 1-kernkapitaal als gevolg van prudentiële filters

 

260

1.1.1.9.1

(-) Toenamen van aandelenkapitaal die voortvloeien uit gesecuritiseerde activa

 

270

1.1.1.9.2

Reserve voor kasstroomafdekkingen

 

280

1.1.1.9.3

Cumulatieve winsten of verliezen wegens veranderingen in het eigen kredietrisico betreffende tegen reële waarde gewaardeerde verplichtingen

 

285

1.1.1.9.4

Tegen reële waarde gewaardeerde winsten en verliezen die voortvloeien uit het eigen kredietrisico van de instelling in verband met afgeleide verplichtingen.

 

290

1.1.1.9.5

(-) Waardeaanpassingen als gevolg van de vereisten voor prudente waardering

 

300

1.1.1.10

(-) Goodwill

 

310

1.1.1.10.1

(-) Goodwill die als immaterieel activum wordt verantwoord

 

320

1.1.1.10.2

(-) Goodwill die vervat zit in de waardering van aanzienlijke deelnemingen

 

330

1.1.1.10.3

Aan goodwill gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen

 

340

1.1.1.11

(-) Andere immateriële activa

 

350

1.1.1.11.1

(-) Andere immateriële activa vóór aftrek van uitgestelde belastingverplichtingen

 

360

1.1.1.11.2

Aan andere immateriële activa gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen

 

370

1.1.1.12

(-) Uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en die niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen, exclusief de daaraan gerelateerde belastingverplichtingen

 

380

1.1.1.13

(-) Voor IRB, negatief verschil tussen kredietrisicoaanpassingen en verwachte verliesposten

 

390

1.1.1.14

(-) Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds

 

400

1.1.1.14.1

(-) Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds

 

410

1.1.1.14.2

Aan activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen

 

420

1.1.1.14.3

Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds waarvan de instelling onbeperkt gebruik kan maken

 

430

1.1.1.15

(-) Wederzijdse deelnemingen in tier 1-kernkapitaal

 

440

1.1.1.16

(-) Van aanvullend-tier 1-bestanddelen af te trekken bedrag dat het aanvullend-tier 1-kapitaal overschrijdt

 

450

1.1.1.17

(-) Gekwalificeerde deelnemingen buiten de financiële sector die als alternatief in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 %

 

460

1.1.1.18

(-) Securitisatieposities die als alternatief in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 %

 

470

1.1.1.19

(-) Niet-afgewikkelde transacties (“free deliveries”) die als alternatief in aanmerking kunnen komen voor een risicogewicht van 1 250 %

 

471

1.1.1.20

(-) Posities in een basket waarvoor een instelling het risicogewicht met de interneratingbenadering niet kan bepalen, en die als alternatief in aanmerking kunnen komen voor een risicogewicht van 1 250 %

 

472

1.1.1.21

(-) Blootstellingen in aandelen met een internemodellenbenadering die als alternatief in aanmerking kunnen komen voor een risicogewicht van 1 250 %

 

480

1.1.1.22

(-) Tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

490

1.1.1.23

(-) Aftrekbare uitgestelde belastingvorderingen die afhankelijk zijn van toekomstige winstgevendheid en voortvloeien uit tijdelijke verschillen

 

500

1.1.1.24

(-) Tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

510

1.1.1.25

(-) Bedrag waarmee de drempel van 17,65 % wordt overschreden

 

520

1.1.1.26

Andere overgangsaanpassingen aan het tier 1-kernkapitaal

 

524

1.1.1.27

Aanvullende aftrekkingen van het tier 1-kernkapitaal uit hoofde van artikel 3 van de VKV

 

529

1.1.1.28

Bestanddelen of aftrekkingen van het tier 1-kernkapitaal - overige

 

530

1.1.2

AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL

 

540

1.1.2.1

Kapitaalinstrumenten die in aanmerking komen als aanvullend-tier 1-kapitaal

 

550

1.1.2.1.1

Volgestorte kapitaalinstrumenten

 

560

1.1.2.1.2*

Pro-memoriepost: Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten

 

570

1.1.2.1.3

Agio

 

580

1.1.2.1.4

(-) Eigen aanvullend-tier 1-instrumenten

 

590

1.1.2.1.4.1

(-) Direct bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten

 

620

1.1.2.1.4.2

(-) Indirect bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten

 

621

1.1.2.1.4.3

(-) Synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten

 

622

1.1.2.1.5

(-) Feitelijke of voorwaardelijke verplichtingen tot het kopen van eigen tier 1-instrumenten

 

660

1.1.2.2

Overgangsaanpassingen als gevolg van aanvullend-tier 1-kapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

 

670

1.1.2.3

Door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten die in het aanvullend-tier 1-kapitaal worden opgenomen

 

680

1.1.2.4

Overgangsaanpassingen als gevolg van additionele opneming van door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten in het aanvullend-tier 1-kapitaal

 

690

1.1.2.5

(-) Wederzijdse deelnemingen in aanvullend-tier 1-kapitaal

 

700

1.1.2.6

Aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

710

1.1.2.7

(-) Aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

720

1.1.2.8

(-) Van tier 2-bestanddelen af te trekken bedrag dat het tier 2-kapitaal overschrijdt

 

730

1.1.2.9

Andere overgangsaanpassingen aan het aanvullend-tier 1-kapitaal

 

740

1.1.2.10

Van aanvullend-tier 1-bestanddelen af te trekken bedrag dat het aanvullend-tier 1-kapitaal overschrijdt (afgetrokken van tier-1-kernkapitaal)

 

744

1.1.2.11

Aanvullende aftrekkingen van aanvullend-tier 1-kapitaal uit hoofde van artikel 3 van de VKV

 

748

1.1.2.12

Bestanddelen of aftrekkingen van aanvullend-tier 1-kapitaal - overige

 

750

1.2

TIER 2-KAPITAAL

 

760

1.2.1

Kapitaalinstrumenten en achtergestelde leningen die in aanmerking komen als tier 2-kapitaal

 

770

1.2.1.1

Volgestorte kapitaalinstrumenten en achtergestelde leningen

 

780

1.2.1.2*

Pro-memoriepost: Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten en achtergestelde leningen

 

790

1.2.1.3

Agio

 

800

1.2.1.4

(-) Eigen tier 2-instrumenten

 

810

1.2.1.4.1

(-) Direct bezit van tier 2-instrumenten

 

840

1.2.1.4.2

(-) Indirect bezit van tier 2-instrumenten

 

841

1.2.1.4.3

(-) Synthetisch bezit van tier 2-instrumenten

 

842

1.2.1.5

(-) Feitelijke of voorwaardelijke verplichtingen tot het kopen van eigen tier 2-instrumenten

 

880

1.2.2

Overgangsaanpassingen als gevolg van tier 2-kapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn en achtergestelde leningen

 

890

1.2.3

Door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten die in het tier 2-kapitaal worden opgenomen

 

900

1.2.4

Overgangsaanpassingen als gevolg van additionele opneming van door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten in het tier 2-kapitaal

 

910

1.2.5

Bedrag van voorzieningen waarmee de volgens de interneratingbenadering verwachte verliezen worden overschreden

 

920

1.2.6

Algemene kredietrisicoaanpassingen volgens de standaardbenadering

 

930

1.2.7

(-) Wederzijdse deelnemingen in tier 2-kapitaal

 

940

1.2.8

(-) Tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

950

1.2.9

(-) Tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

960

1.2.10

Andere overgangsaanpassingen aan het tier 2-kapitaal

 

970

1.2.11

Van tier 2-bestanddelen af te trekken bedrag dat het tier 2-kapitaal overschrijdt (afgetrokken van aanvullend-tier-1-kapitaal)

 

974

1.2.12

(-) Aanvullende aftrekkingen van tier 2-kapitaal uit hoofde van artikel 3 van de VKV

 

978

1.2.13

Bestanddelen of aftrekkingen van tier 2-kapitaal - overige

 


C 02.00 – EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CA2)

Rijen

Post

Label

Bedrag

010

1

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

 

020

1*

Waarvan: Beleggingsondernemingen overeenkomstig artikel 95, lid 2, en artikel 98 van de VKV

 

030

1**

Waarvan: Beleggingsondernemingen overeenkomstig artikel 96, lid 2, en artikel 97 van de VKV

 

040

1.1

RISICOGEWOGEN POSTEN VOOR KREDIETRISICO, TEGENPARTIJKREDIETRISICO EN VERWATERINGSRISICO EN VOOR NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES

 

050

1.1.1

Standaardbenadering (SA)

 

060

1.1.1.1

Blootstellingscategorieën volgens de standaardbenadering met uitzondering van securitisatieposities

 

070

1.1.1.1.01

Centrale overheden of centrale banken

 

080

1.1.1.1.02

Regionale of lokale overheden

 

090

1.1.1.1.03

Publiekrechtelijke lichamen

 

100

1.1.1.1.04

Multilaterale ontwikkelingsbanken

 

110

1.1.1.1.05

Internationale organisaties

 

120

1.1.1.1.06

Instellingen

 

130

1.1.1.1.07

Ondernemingen

 

140

1.1.1.1.08

Particulieren en kleine partijen

 

150

1.1.1.1.09

Gedekt door hypotheken op onroerend goed

 

160

1.1.1.1.10

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling

 

170

1.1.1.1.11

Posten met een bijzonder hoog risico

 

180

1.1.1.1.12

Gedekte obligaties

 

190

1.1.1.1.13

Blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn

 

200

1.1.1.1.14

Instellingen voor collectieve belegging (icb’s)

 

210

1.1.1.1.15

Aandelen

 

211

1.1.1.1.16

Andere posten

 

220

1.1.1.2

Securitisatieposities volgens de standaardbenadering

 

230

1.1.1.2*

waarvan: hersecuritisatie

 

240

1.1.2

Interneratingbenadering (IRB)

 

250

1.1.2.1

Interneratingbenaderingen wanneer noch eigen LGD-ramingen noch omrekeningsfactoren worden gebruikt

 

260

1.1.2.1.01

Centrale overheden en centrale banken

 

270

1.1.2.1.02

Instellingen

 

280

1.1.2.1.03

Ondernemingen – Kmo's

 

290

1.1.2.1.04

Ondernemingen – Gespecialiseerde kredietverlening

 

300

1.1.2.1.05

Ondernemingen – Overige

 

310

1.1.2.2

Interneratingbenaderingen wanneer eigen LGD-ramingen en/of omrekeningsfactoren worden gebruikt

 

320

1.1.2.2.01

Centrale overheden en centrale banken

 

330

1.1.2.2.02

Instellingen

 

340

1.1.2.2.03

Ondernemingen – Kmo's

 

350

1.1.2.2.04

Ondernemingen – Gespecialiseerde kredietverlening

 

360

1.1.2.2.05

Ondernemingen – Overige

 

370

1.1.2.2.06

Particulieren en kleine partijen – Gedekt door onroerend goed van kmo’s

 

380

1.1.2.2.07

Particulieren en kleine partijen - Gedekt door onroerend goed van niet-kmo’s

 

390

1.1.2.2.08

Particulieren en kleine partijen - Gekwalificeerde revolverende blootstellingen

 

400

1.1.2.2.09

Particulieren en kleine partijen - Overige kmo’s

 

410

1.1.2.2.10

Particulieren en kleine partijen - Overige niet-kmo’s

 

420

1.1.2.3

Aandelen IRB

 

430

1.1.2.4

Securitisatieposities volgens de interneratingbenadering

 

440

1.1.2.4*

Waarvan: hersecuritisatie

 

450

1.1.2.5

Andere actiefposten die geen kredietverplichting vertegenwoordigen

 

460

1.1.3

Risicoposten voor bijdragen aan het wanbetalingsfonds van een CTP

 

490

1.2

TOTALE RISICOPOSTEN VOOR AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO

 

500

1.2.1

Afwikkelings-/leveringsrisico in de niet-handelsportefeuille

 

510

1.2.2

Afwikkelings-/leveringsrisico in de handelsportefeuille

 

520

1.3

TOTALE RISICOPOSTEN VOOR POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO’S

 

530

1.3.1

Risicoposten voor positie-, valuta- en grondstoffenrisico’s volgens standaardbenaderingen

 

540

1.3.1.1

Verhandelbare schuldinstrumenten

 

550

1.3.1.2

Aandelen

 

560

1.3.1.3

Valuta

 

570

1.3.1.4

Grondstoffen

 

580

1.3.2

Risicoposten voor positie-, valuta- en grondstoffenrisico’s volgens de internemodellenbenadering

 

590

1.4

TOTALE RISICOPOSTEN VOOR HET OPERATIONEEL RISICO

 

600

1.4.1

Operationeel risico volgens de basisindicatorbenadering

 

610

1.4.2

Operationeel risico volgens de standaardbenadering / alternatieve standaardbenadering

 

620

1.4.3

Operationeel risico volgens de geavanceerde meetbenaderingen

 

630

1.5

AANVULLENDE RISICOPOSTEN ALS GEVOLG VAN VASTE KOSTEN

 

640

1.6

TOTALE RISICOPOSTEN VOOR AANPASSING VAN DE KREDIETWAARDERING

 

650

1.6.1

Geavanceerde methode

 

660

1.6.2

Standaardmethode

 

670

1.6.3

Op basis van de oorspronkelijkeblootstellingsmethode

 

680

1.7

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN IN VERBAND MET GROTE BLOOTSTELLINGEN IN DE HANDELSPORTEFEUILLE

 

690

1.8

ANDERE RISICOPOSTEN

 

710

1.8.2

Waarvan: Aanvullende strengere prudentiële vereisten op basis van artikel 458

 

720

1.8.2*

Waarvan: vereisten met betrekking tot grote blootstellingen

 

730

1.8.2**

Waarvan: als gevolg van gewijzigde risicogewichten gericht tegen zeepbellen in activa in niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed

 

740

1.8.2***

Waarvan: als gevolg van blootstellingen binnen de financiële sector

 

750

1.8.3

Waarvan: Aanvullende strengere prudentiële vereisten op basis van artikel 459

 

760

1.8.4

Waarvan: Aanvullende risicoposten ingevolge artikel 3 van de VKV

 


C 03.00 – KAPITAALRATIO’S EN KAPITAALNIVEAUS (CA3)

Rijen

ID

Post

Bedrag

010

1

Tier 1-kernkapitaalratio

 

020

2

Overschot(+)/Tekort(-) aan tier 1-kernkapitaal

 

030

3

Tier 1-kapitaalratio

 

040

4

Overschot(+)/Tekort(-) aan tier 1-kapitaal

 

050

5

Totale kapitaalratio

 

060

6

Overschot(+)/Tekort(-) aan totaal kapitaal

 

Pro-memorieposten: Kapitaalratio ingevolge aanpassingen onder Pijler II

070

7

Tier 1-kernkapitaalratio met inbegrip van aanpassingen onder Pijler II

 

080

8

Streefcijfer voor de tier 1-kernkapitaalratio ingevolge aanpassingen onder Pijler II

 

090

9

Tier 1-kapitaalratio met inbegrip van aanpassingen onder Pijler II

 

100

10

Streefcijfer voor de tier 1-kapitaalratio ingevolge aanpassingen onder Pijler II

 

110

11

Totale kapitaalratio met inbegrip van aanpassingen onder Pijler II

 

120

12

Streefcijfer voor de totale kapitaalratio ingevolge aanpassingen onder Pijler II

 


C 04.00 – PRO-MEMORIEPOSTEN (CA4)

Rij

ID

Post

Kolom

Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen

010

010

1

Totaal aan uitgestelde belastingvorderingen

 

020

1.1

Uitgestelde belastingvorderingen die niet op toekomstige winstgevendheid berusten

 

030

1.2

Uitgestelde belastingvorderingen die berusten op toekomstige winstgevendheid en niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen

 

040

1.3

Uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en voortvloeien uit tijdelijke verschillen

 

050

2

Totale uitgestelde belastingvorderingen

 

060

2.1

Uitgestelde belastingverplichtingen die niet in mindering gebracht mogen worden op uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten

 

070

2.2

Uitgestelde belastingverplichtingen die in mindering gebracht mogen worden op uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten

 

080

2.2.1

Aftrekbare uitgestelde belastingverplichtingen gerelateerd aan uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en die niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen

 

090

2.2.2

Aftrekbare uitgestelde belastingverplichtingen gerelateerd aan uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en voortvloeien uit tijdelijke verschillen

 

Kredietrisicoaanpassingen en verwachte verliezen

100

3

Voor IRB, het overschot (+) of tekort (-) na aftrek van verwachte verliesposten van kredietrisicoaanpassingen, aanvullende waardeaanpassingen en andere eigenvermogensverlagingen voor blootstellingen ten aanzien waarvan zich geen wanbetaling heeft voorgedaan

 

110

3.1

Totale kredietrisicoaanpassingen, aanvullende waardeaanpassingen en andere eigenvermogensverlagingen die in aanmerking komen om bij de berekening van de verwachte verliesposten te worden betrokken

 

120

3.1.1

Algemene kredietrisicoaanpassingen

 

130

3.1.2

Specifieke kredietrisicoaanpassingen

 

131

3.1.3

Aanvullende waardeaanpassingen en andere eigenvermogensverlagingen

 

140

3.2

Totaal van in aanmerking komende verwachte verliezen

 

145

4

Voor IRB, overschot (+) of tekort (-) van specifieke kredietrisicoaanpassingen aan verwachte verliezen voor blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan

 

150

4.1

Specifieke kredietrisicoaanpassingen en posities die op vergelijkbare wijze worden behandeld

 

155

4.2

Totaal van in aanmerking komende verwachte verliezen

 

160

5

Risicogewogen posten voor het berekenen van het maximum voor het overschot aan voorzieningen dat in aanmerking komt als tier 2-kapitaal

 

170

6

Totale brutovoorzieningen die in aanmerking komen voor opneming in het tier 2-kapitaal

 

180

7

Risicogewogen posten voor het berekenen van het maximum voor de voorzieningen die in aanmerking komen als tier 2-kapitaal

 

Drempels voor aftrekkingen van het tier 1-kernkapitaal

190

8

Drempel voor niet-aftrekbaar bezit aan entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

200

9

10 %-drempel voor tier 1-kernkapitaal

 

210

10

17,65 %-drempel voor tier1-kernkapitaal

 

220

11

In aanmerking komend kapitaal ten behoeve van gekwalificeerde deelnemingen buiten de financiële sector en grote blootstellingen

 

Deelnemingen in het kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

230

12

Bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, exclusief korte posities

 

240

12.1

Direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

250

12.1.1

Bruto direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

260

12.1.2

(-) Toelaatbare compensatie van korte posities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

270

12.2

Indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

280

12.2.1

Bruto indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

290

12.2.2

(-) Toelaatbare compensatie van korte posities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

291

12.3

Synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

292

12.3.1

Bruto synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

293

12.3.2

(-) Toelaatbare compensatie van korte posities in verband met het hierboven bedoelde bruto synthetisch bezit

 

300

13

Bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, exclusief korte posities

 

310

13.1

Direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

320

13.1.1

Bruto direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

330

13.1.2

(-) Toelaatbare compensatie van korte posities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

340

13.2

Indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

350

13.2.1

Bruto indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

360

13.2.2

(-) Toelaatbare compensatie van korte posities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

361

13.3

Synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

362

13.3.1

Bruto synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

363

13.3.2

(-) Toelaatbare compensatie van korte posities in verband met het hierboven bedoelde bruto synthetisch bezit

 

370

14

Bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, exclusief korte posities

 

380

14.1

Direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming

 

390

14.1.1

Bruto direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

400

14.1.2

(-) Toelaatbare compensatie van korte posities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

410

14.2

Indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

420

14.2.1

Bruto indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

430

14.2.2

(-) Toelaatbare compensatie van korte posities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

431

14.3

Synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

432

14.3.1

Bruto synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

433

14.3.2

(-) Toelaatbare compensatie van korte posities in verband met het hierboven bedoelde bruto synthetisch bezit

 

Deelnemingen in het kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

440

15

Bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, exclusief korte posities

 

450

15.1

Direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

460

15.1.1

Bruto direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

470

15.1.2

(-) Toelaatbare compensatie van korte posities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

480

15.2

Indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

490

15.2.1

Bruto indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

500

15.2.2

(-) Toelaatbare compensatie van korte posities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

501

15.3

Synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

502

15.3.1

Bruto synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

503

15.3.2

(-) Toelaatbare compensatie van korte posities in verband met het hierboven bedoelde bruto synthetisch bezit

 

510

16

Bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, exclusief korte posities

 

520

16.1

Direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

530

16.1.1

Bruto direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

540

16.1.2

(-) Toelaatbare compensatie van korte posities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

550

16.2

Indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

560

16.2.1

Bruto indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

570

16.2.2

(-) Toelaatbare compensatie van korte posities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

571

16.3

Synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

572

16.3.1

Bruto synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

573

16.3.2

(-) Toelaatbare compensatie van korte posities in verband met het hierboven bedoelde bruto synthetisch bezit

 

580

17

Bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, exclusief korte posities

 

590

17.1

Direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

600

17.1.1

Bruto direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

610

17.1.2

(-) Toelaatbare compensatie van korte posities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

620

17.2

Indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

630

17.2.1

Bruto indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

640

17.2.2

(-) Toelaatbare compensatie van korte posities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

641

17.3

Synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

642

17.3.1

Bruto synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

643

17.3.2

(-) Toelaatbare compensatie van korte posities in verband met het hierboven bedoelde bruto synthetisch bezit

 

Totaalbedrag van de risicoposten van bezit die niet van de betrokken kapitaalcategorie worden afgetrokken:

650

18

Risicogewogen posten van bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector die niet van het tier 1-kernkapitaal van de instelling worden afgetrokken

 

660

19

Risicogewogen posten van bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector die niet van het aanvullend-tier 1-kapitaal van de instelling worden afgetrokken

 

670

20

Risicogewogen posten van bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector die niet van het tier 2-kapitaal van de instelling worden afgetrokken

 

Tijdelijke ontheffing van de aftrek van het eigen vermogen

680

21

Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

690

22

Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

700

23

Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van aanvullend-tier 1-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

710

24

Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van aanvullend-tier 1-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

720

25

Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 2-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

730

26

Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 2-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

Kapitaalbuffers

740

27

Gecombineerde buffervereisten

 

750

 

Kapitaalconserveringsbuffer

 

760

 

Conserveringsbuffer als gevolg van macroprudentieel of systeemrisico onderkend op het niveau van een lidstaat

 

770

 

Instellingsspecifieke contracyclische kapitaalbuffer

 

780

 

Systeemrisicobuffer

 

790

 

Buffer voor systeemrelevante instellingen

 

800

 

Buffer voor mondiaal systeemrelevante instellingen

 

810

 

Buffer voor andere systeemrelevante instellingen

 

Vereisten onder Pijler II

820

28

Eigenvermogensvereisten in verband met aanpassingen uit hoofde van Pijler II

 

Aanvullende informatie voor beleggingsondernemingen

830

29

Aanvangskapitaal

 

840

30

Eigen vermogen op basis van vaste kosten

 

Aanvullende informatie voor de berekening van rapportagedrempels

850

31

Niet-binnenlandse oorspronkelijke blootstellingen

 

860

32

Totale oorspronkelijke blootstellingen

 

Basel I-ondergrens

870

 

Aanpassingen aan totaal eigen vermogen

 

880

 

Voor de Bazel I-ondergrens volledig aangepast vermogen

 

890

 

Eigenvermogensvereisten voor de Bazel I-ondergrens

 

900

 

Eigenvermogensvereisten voor de Bazel I-ondergrens - SA-alternatief

 


C 05.01 - OVERGANGSBEPALINGEN (CA5.1)

 

Aanpassingen van tier 1-kernkapitaal

Aanpassingen van aanvullend-tier 1-kapitaal

Aanpassingen van tier 2-kapitaal

Aanpassingen verwerkt in risicogewogen actiefposten

Pro-memorieposten

Toepasselijk percentage

In aanmerking komend bedrag zonder toepassing van overgangsbepalingen

Code

ID

Post

010

020

030

040

050

060

010

1

TOTALE AANPASSINGEN

 

 

 

 

 

 

020

1.1

INSTRUMENTEN WAAROP GRANDFATHERINGBEPALINGEN VAN TOEPASSING ZIJN

koppeling aan {CA1;r220}

koppeling aan {CA1;r660}

koppeling aan {CA1;r880}

 

 

 

030

1.1.1

Instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn: Instrumenten die staatssteun behelzen

 

 

 

 

 

 

040

1.1.1.1

Instrumenten die overeenkomstig Richtlijn 2006/48/EG als eigen vermogen in aanmerking genomen konden worden

 

 

 

 

 

 

050

1.1.1.2

Instrumenten uitgegeven door instellingen die hun statutaire zetel hebben in een lidstaat die aan een economisch aanpassingsprogramma onderworpen is

 

 

 

 

 

 

060

1.1.2

Instrumenten die geen staatssteun behelzen

koppeling aan {CA5.2;r010;c060}

koppeling aan {CA5.2;r020;c060}

koppeling aan {CA5.2;r090;c060}

 

 

 

070

1.2

MINDERHEIDSBELANGEN EN DAARAAN GELIJK TE STELLEN POSTEN

koppeling aan {CA1;r240}

koppeling aan {CA1;r680}

koppeling aan {CA1;r900}

 

 

 

080

1.2.1

Niet als minderheidsbelangen aangemerkte kapitaalinstrumenten en posten

 

 

 

 

 

 

090

1.2.2

Opneming van minderheidsbelangen in het geconsolideerde eigen vermogen onder de overgangsbepalingen

 

 

 

 

 

 

091

1.2.3

Opneming in het geconsolideerde eigen vermogen van in aanmerking komend aanvullend-tier 1-kapitaal onder de overgangsbepalingen

 

 

 

 

 

 

092

1.2.4

Opneming in het geconsolideerde eigen vermogen van in aanmerking komend tier 2-kapitaal onder de overgangsbepalingen

 

 

 

 

 

 

100

1.3

ANDERE AANPASSINGEN ONDER DE OVERGANGSBEPALINGEN

koppeling aan {CA1;r520}

koppeling aan {CA1;r730}

koppeling aan {CA1;r960}

 

 

 

110

1.3.1

Niet-gerealiseerde winsten en verliezen

 

 

 

 

 

 

120

1.3.1.1

Niet-gerealiseerde winsten

 

 

 

 

 

 

130

1.3.1.2

Niet-gerealiseerde verliezen

 

 

 

 

 

 

133

1.3.1.3

Niet-gerealiseerde winsten op blootstellingen met betrekking tot centrale overheden, ingedeeld in de categorie "beschikbaar voor verkoop" van de bij EU-wetgeving goedgekeurde IAS39

 

 

 

 

 

 

136

1.3.1.4

Niet-gerealiseerde verliezen op blootstellingen met betrekking tot centrale overheden, ingedeeld in de categorie "beschikbaar voor verkoop" van de bij EU-wetgeving goedgekeurde IAS39

 

 

 

 

 

 

138

1.3.1.5

Tegen reële waarde gewaardeerde winsten en verliezen die voortvloeien uit het eigen kredietrisico van de instelling in verband met afgeleide verplichtingen.

 

 

 

 

 

 

140

1.3.2

Aftrekkingen

 

 

 

 

 

 

150

1.3.2.1

Het verlies van het lopende boekjaar

 

 

 

 

 

 

160

1.3.2.2

Immateriële activa

 

 

 

 

 

 

170

1.3.2.3

Uitgestelde belastingvorderingen die berusten op toekomstige winstgevendheid en niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen

 

 

 

 

 

 

180

1.3.2.4

IRB-gerelateerd tekort aan voorzieningen voor verwachte verliezen

 

 

 

 

 

 

190

1.3.2.5

Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds

 

 

 

 

 

 

194

1.3.2.5*

waarvan: Invoering van in IAS 19 aangebrachte wijzigingen - positieve post

 

 

 

 

 

 

198

1.3.2.5**

waarvan: Invoering van in IAS 19 aangebrachte wijzigingen - negatieve post

 

 

 

 

 

 

200

1.3.2.6

Eigen instrumenten

 

 

 

 

 

 

210

1.3.2.6.1

Eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten

 

 

 

 

 

 

211

1.3.2.6.1**

waarvan: Direct bezit

 

 

 

 

 

 

212

1.3.2.6.1*

waarvan: Indirect bezit

 

 

 

 

 

 

220

1.3.2.6.2

Eigen aanvullend-tier 1-instrumenten

 

 

 

 

 

 

221

1.3.2.6.2**

waarvan: Direct bezit

 

 

 

 

 

 

222

1.3.2.6.2*

waarvan: Indirect bezit

 

 

 

 

 

 

230

1.3.2.6.3

Eigen tier 2-instrumenten

 

 

 

 

 

 

231

1.3.2.6.3*

waarvan: Direct bezit

 

 

 

 

 

 

232

1.3.2.6.3**

waarvan: Indirect bezit

 

 

 

 

 

 

240

1.3.2.7

Wederzijdse deelnemingen

 

 

 

 

 

 

250

1.3.2.7.1

Wederzijdse deelnemingen in tier 1-kernkapitaal

 

 

 

 

 

 

260

1.3.2.7.1.1

Wederzijdse deelnemingen in tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

270

1.3.2.7.1.2

Wederzijdse deelnemingen in tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

280

1.3.2.7.2

Wederzijdse deelnemingen in aanvullend-tier 1-kapitaal

 

 

 

 

 

 

290

1.3.2.7.2.1

Wederzijdse deelnemingen in aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

300

1.3.2.7.2.2

Wederzijdse deelnemingen in aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

310

1.3.2.7.3

Wederzijdse deelnemingen in tier 2-kapitaal

 

 

 

 

 

 

320

1.3.2.7.3.1

Wederzijdse deelnemingen in tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

330

1.3.2.7.3.2

Wederzijdse deelnemingen in tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

340

1.3.2.8

Eigenvermogensinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

350

1.3.2.8.1

Tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

360

1.3.2.8.2

Aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

370

1.3.2.8.3

Tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

380

1.3.2.9

Uitgestelde belastingvorderingen die afhankelijk zijn van toekomstige winstgevendheid en voortvloeien uit tijdelijke verschillen en tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

390

1.3.2.10

Eigenvermogensinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

400

1.3.2.10.1

Tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

410

1.3.2.10.2

Aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

420

1.3.2.10.3

Tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

425

1.3.2.11

Vrijstelling van aftrek van deelnemingen in verzekeringsondernemingen van tier 1-kernkapitaalbestanddelen

 

 

 

 

 

 

430

1.3.3

Additionele filters en aftrekkingen

 

 

 

 

 

 


C 05.02 - INSTRUMENTEN WAAROP GRANDFATHERINGBEPALINGEN VAN TOEPASSING ZIJN: INSTRUMENTEN DIE GEEN STAATSSTEUN BEHELZEN (CA5.2)

CA 5.2 Instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn: Instrumenten die geen staatssteun behelzen

Bedrag van instrumenten plus daaraan gerelateerde agiorekeningen

Grondslag voor berekening van de limiet

Toepasselijk percentage

Limiet

(-) Bedrag waarmee de limiet voor grandfathering wordt overschreden

Totale bedrag waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

Code

ID

Post

010

020

030

040

050

060

010

1

Instrumenten die voor artikel 57, onder a), van Richtlijn 2006/48/EG in aanmerking kwamen

 

 

 

 

 

koppeling aan {CA5.1;r060;c010}

020

2

Instrumenten die voor artikel 57, onder a), en artikel 154, leden 8 en 9, van Richtlijn 2006/48/EG in aanmerking kwamen, behoudens de in artikel 489 bepaalde limiet

 

 

 

 

 

koppeling aan {CA5.1;r060;c020}

030

2.1

Totaal van instrumenten zonder call of aflossingsprikkel

 

 

 

 

 

 

040

2.2

Instrumenten met een call en aflossingsprikkel waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

 

 

 

 

 

 

050

2.2.1

Instrumenten met een call die na de verslagdatum mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag voldoen aan de voorwaarden van artikel 49 van de VKV

 

 

 

 

 

 

060

2.2.2

Instrumenten met een call die na de verslagdatum mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 49 van de VKV

 

 

 

 

 

 

070

2.2.3

Instrumenten met een call die vóór of op 20 juli 2011 mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 49 van de VKV

 

 

 

 

 

 

080

2.3

Overschrijding van de limiet voor tier 1-kernkapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

 

 

 

 

 

 

090

3

Bestanddelen die voor artikel 57, onder e), f), g) of h), van Richtlijn 2006/48/EG in aanmerking kwamen, behoudens de in artikel 490 bepaalde limiet

 

 

 

 

 

koppeling aan {CA5.1;r060;c030}

100

3.1

Totaal van bestanddelen zonder aflossingsprikkel

 

 

 

 

 

 

110

3,2

Bestanddelen met een aflossingsprikkel waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

 

 

 

 

 

 

120

3.2.1

Bestanddelen met een call die na de verslagdatum mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag voldoen aan de voorwaarden van artikel 63 van de VKV

 

 

 

 

 

 

130

3.2.2

Bestanddelen met een call die na de verslagdatum mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 63 van de VKV

 

 

 

 

 

 

140

3.2.3

Bestanddelen met een call die vóór of op 20 juli 2011 mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 63 van de VKV

 

 

 

 

 

 

150

3.3

Overschrijding van de limiet voor aanvullend-tier 1-instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

 

 

 

 

 

 


C 06.01 – SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN - TOTAAL (GS TOTAL)

 

INFORMATIE OVER DE BIJDRAGE VAN ENTITEITEN AAN DE SOLVABILITEIT VAN DE GROEP

KAPITAALBUFFERS

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

 

IN AANMERKING KOMEND EIGEN VERMOGEN DAT IN HET GECONSOLIDEERDE EIGEN VERMOGEN WORDT OPGENOMEN

 

GECONSOLIDEERD EIGEN VERMOGEN

 

GECOMBINEERDE BUFFERVEREISTEN

 

KREDIET-, TEGENPARTIJKREDIET- EN VERWATERINGSRISICO’S, NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES EN AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO

POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO’S

OPERATIONEEL RISICO

ANDERE RISICOPOSTEN

IN AANMERKING KOMENDE TIER 1-INSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 1-KAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

 

IN AANMERKING KOMENDE EIGENVERMOGENSINSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 2-KAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

PRO-MEMORIEPOST: GOODWILL (-) / (+) NEGATIEVE GOODWILL

WAARVAN: TIER 1-KERNKAPITAAL

WAARVAN: AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL

WAARVAN: BIJDRAGEN AAN HET GECONSOLIDEERDE RESULTAAT

WAARVAN: (-) GOODWILL / (+) NEGATIEVE GOODWILL

KAPITAALCONSERVERINGSBUFFER

INSTELLINGSSPECIFIEKE CONTRACYCLISCHE KAPITAALBUFFER

CONSERVERINGSBUFFER ALS GEVOLG VAN MACROPRUDENTIEEL OF SYSTEEMRISICO ONDERKEND OP HET NIVEAU VAN EEN LIDSTAAT

SYSTEEMRISICOBUFFER

BUFFER VOOR SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGEN

BUFFER VOOR WERELDWIJD SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGEN

BUFFER VOOR ANDERE SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGEN

MINDERHEIDSBELANGEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 1-KERNKAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

IN AANMERKING KOMENDE TIER 1-INSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

250

260

270

280

290

300

310

320

330

340

350

360

370

380

390

400

410

420

430

440

450

460

470

480

010

TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C 06.02 – SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN (GS)

ENTITEITEN DIE IN DE CONSOLIDATIE ZIJN BETROKKEN

INFORMATIE OVER ENTITEITEN DIE ZIJN ONDERWORPEN AAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN

INFORMATIE OVER DE BIJDRAGE VAN ENTITEITEN AAN DE SOLVABILITEIT VAN DE GROEP

KAPITAALBUFFERS

NAAM

CODE

LEI-code

INSTELLING OF DAARMEE GELIJK-WAARDIG (JA / NEE)

TOEPASSINGSGEBIED VAN DE GEGEVENS: INDIVIDUEEL VOLLEDIG GECONSOLIDEERD (SF) OF INDIVIDUEEL GEDEELTELIJK GECONSOLIDEERD (SP)

LANDENCODE

AANDEEL IN DE DEELNEMING (%)

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

 

EIGEN VERMOGEN

 

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

 

IN AANMERKING KOMEND EIGEN VERMOGEN DAT IN HET GECONSOLIDEERDE EIGEN VERMOGEN WORDT OPGENOMEN

 

GECONSOLIDEERD EIGEN VERMOGEN

 

GECOMBINEERDE BUFFERVEREISTEN

 

KREDIET-, TEGENPARTIJKREDIET- EN VERWATERINGSRISICO’S, NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES EN AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO

POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO’S

OPERATIONEEL RISICO

ANDERE RISICOPOSTEN

 

TOTALE TIER 1-KAPITAAL

 

TIER 2-KAPITAAL

 

KREDIET-, TEGENPARTIJKREDIET- EN VERWATERINGS-RISICO’S, NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES EN AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO

POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO’S

OPERATIONEEL RISICO

ANDERE RISICOPOSTEN

IN AANMERKING KOMENDE TIER 1-INSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 1-KAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

 

IN AANMERKING KOMENDE EIGENVERMOGENSINSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 2-KAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

PRO-MEMORIEPOST: GOODWILL (-) / (+) NEGATIEVE GOODWILL

WAARVAN: TIER 1-KERNKAPITAAL

WAARVAN: AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL

WAARVAN: BIJDRAGEN AAN HET GECONSOLIDEERDE RESULTAAT

WAARVAN: (-) GOODWILL / (+) NEGATIEVE GOODWILL

KAPITAALCONSERVERINGSBUFFER

INSTELLINGSSPECIFIEKE CONTRACYCLISCHE KAPITAALBUFFER

CONSERVERINGSBUFFER ALS GEVOLG VAN MACROPRUDENTIEEL OF SYSTEEMRISICO ONDERKEND OP HET NIVEAU VAN EEN LIDSTAAT

SYSTEEMRISICOBUFFER

BUFFER VOOR SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGEN

BUFFER VOOR WERELDWIJD SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGEN

BUFFER VOOR ANDERE SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGEN

 

TIER 1-KERNKAPITAAL

 

AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL

 

MINDERHEIDSBELANGEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 1-KERNKAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

IN AANMERKING KOMENDE TIER 1-INSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND EIGEN VERMOGEN

GERELATEERDE EIGENVERMOGENSINSTRUMENTEN, GERELATEERDE INGEHOUDEN WINSTEN EN AGIOREKENINGEN

WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND TIER 1-KAPITAAL

GERELATEERDE TIER 1-INSTRUMENTEN, GERELATEERDE INGEHOUDEN WINSTEN EN AGIOREKENINGEN

WAARVAN: MINDERHEIDSBELANGEN:

GERELATEERDE EIGENVERMOGENSINSTRUMENTEN, GERELATEERDE INGEHOUDEN WINSTEN, AGIOREKENINGEN EN ANDERE RESERVES

WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL

WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND TIER 2-KAPITAAL

010

020

025

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

250

260

270

280

290

300

310

320

330

340

350

360

370

380

390

400

410

420

430

440

450

460

470

480

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C.07.00 - KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: STANDAARDBENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN (CR SA)

Blootstellingscategorieën volgens de standaardbenadering

 

 

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

(-) WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN IN VERBAND MET DE OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING

BLOOTSTELLING EXCLUSIEF WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIEEFFECT OP DE BLOOTSTELLING

NETTOBLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIE-EFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN DIE OP HET BEDRAG VAN DE BLOOTSTELLING VAN INVLOED ZIJN: VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE. UITGEBREIDE BENADERING VAN FINANCIËLE ZEKERHEDEN

VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*)

UITSPLITSING VAN DE VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE VAN POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING NAAR OMREKENINGSFACTOR

BLOOTSTELLINGSWAARDE

 

RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S

RISICOGEWOGEN POSTEN NA TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S

 

NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE: AANGEPASTE WAARDEN (Ga)

VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VANWEGE KREDIETRISICOLIMITERING

VOLATILITEITSAANPASSING VAN DE BLOOTSTELLING

(-) FINANCIËLE ZEKERHEDEN: GECORRIGEERDE WAARDE (Gvam)

0 %

20 %

50 %

100 %

WAARVAN: VOORTVLOEIENDE UIT TEGENPARTIJKREDIETRISICO

WAARVAN: MET EEN KREDIETBEOORDELING DOOR EEN AANGEWEZEN EKBI

WAARVAN: MET EEN VAN EEN CENTRALE OVERHEID AFKOMSTIGE KREDIETBEOORDELING

(-) GARANTIES

(-) KREDIETDERIVATEN

(-) FINANCIËLE ZEKERHEDEN: EENVOUDIGE BENADERING

(-) OVERIGE VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

(-) TOTALE UITSTROMEN

TOTALE INSTROMEN (+)

 

WAARVAN: VOLATILITEITS- EN LOOPTIJDAANPASSINGEN

010

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

215

220

230

240

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

 

 

020

waarvan: Kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

waarvan: Kmo’s onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo’s

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

waarvan: Gedekt door hypotheken op onroerend goed - Niet-zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

waarvan: Blootstellingen uit hoofde van het permanent gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

waarvan: Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering met vooraf verkregen toestemming van de toezichthouder om stapsgewijs de interneratingbenadering in te voeren

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING:

070

Blootstellingen binnen de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Blootstellingen buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Effectenfinancieringstransacties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

waarvan: Centraal gecleard via een gCTP

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Derivaten & transacties met afwikkeling op lange termijn

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

waarvan: Centraal gecleard via een gCTP

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Ondergebracht in een contractuele productoverstijgende verrekening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR RISICOGEWICHT:

140

0 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

2 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

4 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

10 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

20 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

35 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

50 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

70 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

75 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

100 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

150 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

250 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

370 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

1 250 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

Andere risicogewichten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PRO-MEMORIEPOSTEN

290

Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en die onderworpen zijn aan een risicogewicht van 100 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en die onderworpen zijn aan een risicogewicht van 150 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C.08.01 - KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: IRB-BENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN (CR IRB 1)

IRB-blootstellingscategorie:

Eigen LGD-ramingen en/of omrekeningsfactoren:

 

INTERNERATINGSYSTEEM

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

BLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIE-EFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

 

BLOOTSTELLINGSWAARDE

 

IN LGD-RAMINGEN IN AANMERKING GENOMEN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN, MET UITZONDERING VAN DE DOUBLE DEFAULTBEHANDELING

ONDERWORPEN AAN DE DOUBLE DEFAULTBEHANDELING

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%)

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%) VOOR GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LOOPTIJDWAARDE (DAGEN)

RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S

RISICOGEWOGEN POSTEN NA TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S

PRO-MEMORIEPOSTEN:

NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

(-) OVERIGE VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VANWEGE KREDIETRISICOLIMITERING

GEBRUIK VAN EIGEN LGD-RAMINGEN:

NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

VERWACHTE VERLIESPOST

(-) WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

AANTAL DEBITEUREN

AAN DE DEBITEURENKLASSE OF -GROEP TOEGEKENDE PD (%)

 

WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

(-) GARANTIES

(-) KREDIETDERIVATEN

(-) TOTALE UITSTROMEN

TOTALE INSTROMEN (+)

WAARVAN: POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING

WAARVAN: POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING

WAARVAN: VOORTVLOEIENDE UIT TEGENPARTIJKREDIETRISICO

WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

GARANTIES

KREDIETDERIVATEN

GEBRUIK VAN EIGEN LGD-RAMINGEN:

OVERIGE VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

TOELAATBARE FINANCIËLE ZEKERHEDEN

ANDERE TOELAATBARE ZEKERHEDEN

 

WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

ONROEREND GOED

ANDERE FYSIEKE ZEKERHEDEN

KORTLOPENDE VORDERINGEN

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

250

255

260

270

280

290

300

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING:

020

Balansposten die onderworpen zijn aan kredietrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Posten buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Blootstellingen / transacties die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Effectenfinancieringstransacties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Derivaten & transacties met afwikkeling op lange termijn

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Ondergebracht in een contractuele productoverstijgende verrekening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

IN DEBITEURENKLASSEN OF -GROEPEN ONDERGEBRACHTE BLOOTSTELLINGEN: TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

CRITERIA VOOR HET ONDERBRENGEN VAN GESPECIALISEERDE KREDIETVERLENING: TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING NAAR RISICOGEWICHT VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN UIT HOOFDE VAN GESPECIALISEERDE KREDIETVERLENING:

090

RISICOGEWICHT: 0 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

50 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

70 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Waarvan: in categorie 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

90 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

115 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

250 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

ALTERNATIEVE BEHANDELING: GEDEKT DOOR ONROEREND GOED

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

BLOOTSTELLINGEN VOORTVLOEIEND UIT NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES ONDER TOEPASSING VAN RISICOGEWICHTEN KRACHTENS DE ALTERNATIEVE BEHANDELING OF VAN EEN RISICOGEWICHT VAN 100 % EN ANDERE BLOOTSTELLINGEN WAAROP EEN RISICOGEWICHT WORDT TOEGEPAST

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

VERWATERINGSRISICO: TOTAAL GEKOCHTE KORTLOPENDE VORDERINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C.08.02 - KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: IRB-BENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN: UITSPLITSING NAAR DEBITEURENKLASSE OF -GROEP (CR IRB 2)

IRB-blootstellingscategorie:

Eigen LGD-ramingen en/of omrekeningsfactoren:

DEBITEURENKLASSE (IDENTIFICATIECODE VAN EEN RIJ)

INTERNERATINGSYSTEEM

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGS-FACTOREN

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

BLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIE-EFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

 

BLOOTSTELLINGSWAARDE

 

IN LGD-RAMINGEN IN AANMERKING GENOMEN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN, MET UITZONDERING VAN DE DOUBLE DEFAULTBEHANDELING

ONDERWORPEN AAN DE DOUBLE DEFAULTBEHANDELING

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%)

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%) VOOR GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

NAAR BLOOTSTEL-LING GEWOGEN GEMIDDELDE LOOPTIJDWAARDE (DAGEN)

RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR KMO-FACTOR

RISICOGEWOGEN POSTEN NA KMO-FACTOR

PRO-MEMORIEPOSTEN:

NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

(-) OVERIGE VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VANWEGE KREDIETRISICOLIMITERING

GEBRUIK VAN EIGEN LGD-RAMINGEN:

NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

VERWACHTE VERLIESPOST

(-) WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

AANTAL DEBITEUREN

AAN DE DEBITEURENKLASSE OF -GROEP TOEGEKENDE PD (%)

 

WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

(-) GARANTIES

(-) KREDIETDERIVATEN

(-) TOTALE UITSTROMEN

TOTALE INSTROMEN (+)

WAARVAN: POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING

WAARVAN: POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING

WAARVAN: VOORTVLOEIENDE UIT TEGENPARTIJKREDIETRISICO

WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

GARANTIES

KREDIETDERIVATEN

GEBRUIK VAN EIGEN LGD-RAMINGEN:

OVERIGE VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

TOELAATBARE FINANCIËLE ZEKERHEDEN

ANDERE TOELAATBARE ZEKERHEDEN

 

WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

ONROEREND GOED

ANDERE FYSIEKE ZEKERHEDEN

KORTLOPENDE VORDERINGEN

005

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

250

255

260

270

280

290

300

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C 09.01 – GEOGRAFISCHE UITSPLITSING VAN BLOOTSTELLINGEN NAAR VESTIGINGSPLAATS VAN DE DEBITEUR: BLOOTSTELLINGEN IN HET KADER VAN DE STANDAARDBENADERING (CR GB 1)

Land:

 

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling

In de periode waargenomen nieuwe gevallen van wanbetaling

Algemene kredietrisicoaanpassingen

Specifieke kredietrisicoaanpassingen

Waarvan: afschrijvingen

Kredietrisicoaanpassingen/ afschrijvingen voor waargenomen nieuwe gevallen van wanbetaling

BLOOTSTELLINGSWAARDE

RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S

RISICOGEWOGEN POSTEN NA TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S

010

020

040

050

055

060

070

075

080

090

010

Centrale overheden of centrale banken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Regionale of lokale overheden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Publiekrechtelijke lichamen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Multilaterale ontwikkelingsbanken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Internationale organisaties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Instellingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Ondernemingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

075

waarvan: Kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Particulieren en kleine partijen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

085

waarvan: Kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Gedekt door hypotheken op onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

095

waarvan: Kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Blootstellingen met een bijzonder hoog risico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Gedekte obligaties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Instellingen voor collectieve belegging (icb’s)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Blootstellingen in aandelen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Andere blootstellingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totale blootstellingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C 09.02 – GEOGRAFISCHE UITSPLITSING VAN BLOOTSTELLINGEN NAAR VESTIGINGSPLAATS VAN DE DEBITEUR: IRB-BLOOTSTELLINGEN (CR GB 2)

Land:

 

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

Waarvan: met wanbetaling

In de periode waargenomen nieuwe gevallen van wanbetaling

Algemene kredietrisicoaanpassingen

Specifieke kredietrisicoaanpassingen

Waarvan: afschrijvingen

Kredietrisicoaanpassingen/ afschrijvingen voor waargenomen nieuwe gevallen van wanbetaling

AAN DE DEBITEUREN-KLASSE OF -GROEP TOEGEKENDE PD (%)

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%)

Waarvan: met wanbetaling

BLOOTSTELLINGSWAARDE

RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S

Waarvan: met wanbetaling

RISICOGEWOGEN POSTEN NA TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S

VERWACHTE VERLIESPOST

010

030

040

050

055

060

070

080

090

100

105

110

120

125

130

010

Centrale overheden of centrale banken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Instellingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Ondernemingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Waarvan: Gespecialiseerde kredietverlening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Waarvan: Kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Particulieren en kleine partijen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Gedekt door onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Niet-kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Gekwalificeerd revolverend

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Andere particulieren en kleine partijen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Niet-kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Aandelen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totale blootstellingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C 09.03 – UITSPLITSING NAAR LAND VAN TOTALE EIGENVERMOGENSVEREISTEN VOOR HET KREDIETRISICO VAN RELEVANTE KREDIETBLOOTSTELLINGEN (CR GB 3)

Land:

 

Bedrag

010

010

Eigenvermogensvereisten voor het kredietrisico

 


C 10.01 - KREDIETRISICO: AANDELEN - IRB-BENADERINGEN VAN KAPITAALVEREISTEN (CR EQU IRB 1)

 

INTERNERATINGSYSTEEM

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGS-FACTOREN

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

BLOOTSTELLINGSWAARDE

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%)

RISICOGEWOGEN POSTEN

PRO-MEMORIEPOST:

NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VANWEGE KREDIETRISICOLIMITERING

VERWACHTE VERLIESPOST

AAN DE DEBITEURENKLASSE TOEGEKENDE PD (%)

(-) GARANTIES

(-) KREDIETDERIVATEN

(-) TOTALE UITSTROMEN

010

020

030

040

050

060

070

080

090

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN IN AANDELEN VOLGENS DE INTERNERATINGBEOORDELING

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

 

020

PD/LGD-BENADERING: TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

EENVOUDIGE RISICOGEWICHTBENADERING: TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR RISICOGEWICHT IN HET KADER VAN DE EENVOUDIGE RISICOGEWICHTBENADERING

070

RISICOGEWICHT: 190 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

290 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

370 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

INTERNEMODELLENBENADERING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

BLOOTSTELLINGEN IN AANDELEN WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPAST

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C 10.02 - KREDIETRISICO: AANDELEN - IRB-BENADERINGEN VAN KAPITAALVEREISTEN. UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR DEBITEURENKLASSE IN HET KADER VAN DE PD/LGD-BENADERING (CR EQU IRB 2)

DEBITEURENKLASSE (IDENTIFICATIECODE VAN EEN RIJ)

INTERNERATING-SYSTEEM

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

BLOOTSTELLINGSWAARDE

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD

(%)

RISICOGEWOGEN POSTEN

PRO-MEMORIEPOST:

NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VANWEGE KREDIETRISICOLIMITERING

VERWACHTE VERLIESPOST

AAN DE DEBITEURENKLASSE TOEGEKENDE PD

(%)

(-) GARANTIES

(-) KREDIETDERIVATEN

(-) TOTALE UITSTROMEN

005

010

020

030

040

050

060

070

080

090

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C 11.00 – AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO (CR SETT)

 

NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES TEGEN AFWIKKELINGSPRIJS

BLOOTSTELLING IN VERBAND MET PRIJSVERSCHIL ALS GEVOLG VAN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN VOOR HET AFWIKKELINGSRISICO

010

020

030

040

010

Totaal van de niet-afgewikkelde transacties in de niet-handelsportefeuille

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

020

Transacties met maximaal vier dagen vertraagde afwikkeling (factor 0 %)

 

 

 

 

030

Transacties met tussen 5 en 15 dagen vertraagde afwikkeling (factor 8 %)

 

 

 

 

040

Transacties met tussen 16 en 30 dagen vertraagde afwikkeling (factor 50 %)

 

 

 

 

050

Transacties met tussen 31 en 45 dagen vertraagde afwikkeling (factor 75 %)

 

 

 

 

060

Transacties met meer dan 46 dagen vertraagde afwikkeling (factor 100 %)

 

 

 

 

070

Totaal van de niet-afgewikkelde transacties in de handelsportefeuille

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

080

Transacties met maximaal vier dagen vertraagde afwikkeling (factor 0 %)

 

 

 

 

090

Transacties met tussen 5 en 15 dagen vertraagde afwikkeling (factor 8 %)

 

 

 

 

100

Transacties met tussen 16 en 30 dagen vertraagde afwikkeling (factor 50 %)

 

 

 

 

110

Transacties met tussen 31 en 45 dagen vertraagde afwikkeling (factor 75 %)

 

 

 

 

120

Transacties met meer dan 46 dagen vertraagde afwikkeling (factor 100 %)

 

 

 

 


C 12.00 - KREDIETRISICO: SECURITISATIES – STANDAARDBENADERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CR SEC SA)

 

TOTAALBEDRAG VAN GEÏNITIEERDE GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN

SYNTHETISCHE SECURITISATIES: KREDIETPROTECTIE VOOR GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN

SECURITISATIEPOSITIES

(-) WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

BLOOTSTELLING EXCLUSIEF WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

NETTOBLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIE-EFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

(-) KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN DIE OP HET BEDRAG VAN DE BLOOTSTELLING VAN INVLOED ZIJN: VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE, AANGEPASTE WAARDE IN HET KADER VAN DE UITGEBREIDE BENADERING VAN FINANCIËLE ZEKERHEDEN (Gvam)

VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*)

UITSPLITSING VAN DE VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*) VAN POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING NAAR OMREKENINGSFACTOR

BLOOTSTELLINGSWAARDE

 

UITSPLITSING VAN DE BLOOTSTELLINGSWAARDE WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPAST

UITSPLITSING VAN DE BLOOTSTELLINGSWAARDE WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPAST

RISICOGEWOGEN POSTEN

TOTAAL EFFECT (AANPASSING) VANWEGE OVERTREDING VAN DE DUEDILIGENCEBEPALINGEN

AANPASSING RISICOGEWOGEN POSTEN IN VERBAND MET LOOPTIJDMISMATCHES

TOTAAL VAN DE RISICOGEWOGEN RISICOPOSTEN

PRO-MEMORIEPOST:

RISICOGEWOGEN POSTEN OVEREENKOMEND MET DE UITSTROMEN VAN DE SECURITISATIE IN HET KADER VAN DE STANDAARDBENADERING NAAR ANDERE BLOOTSTELLINGSCATEGORIEËN

(-) VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE (Cva)

(-) TOTALE UITSTROMEN

BEHOUDEN OF TERUGGEKOCHT NOTIONEEL BEDRAG VAN KREDIETPROTECTIE

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

(-) NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE: AANGEPASTE WAARDEN (Ga)

(-) VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VANWEGE KREDIETRISICOLIMITERING

0 %

> 0 % en <= 20 %

> 20 % en <= 50 %

> 50 % en <= 100 %

(-) AFGETROKKEN VAN HET EIGEN VERMOGEN

WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPAST

MET RATING

(KREDIETKWALITEITSCATEGORIEËN)

1 250 %

DOORKIJKBENADERING

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING

(-) VOOR NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE GECORRIGEERDE WAARDEN (G*)

(-) TOTALE UITSTROMEN

TOTALE INSTROMEN

CQS 1

CQS 2

CQS 3

CQS 4

ALLE ANDERE KWALITEITSCATEGORIEËN

ZONDER RATING

 

WAARVAN: TWEEDEVERLIESTRANCHE ABCP

WAARVAN: GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

 

WAARVAN: SYNTHETISCHE SECURITISATIES

VOOR BEGRENZING

NA BEGRENZING

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

250

260

270

 

290

300

310

320

330

340

350

360

370

380

390

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

 

020

WAARVAN: HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

 

030

INITIATOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

VERVROEGDE AFLOSSING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

BELEGGER: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

SPONSOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN UITSTAANDE POSITIES NAAR KREDIETKWALITEITSCATEGORIE (CQS) BIJ DE AANVANG:

250

CQS 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

CQS 2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

CQS 3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

CQS 4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

ALLE OVERIGE KWALITEITSCATEGORIEËN EN POSITIES ZONDER RATING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C 13.00 - KREDIETRISICO: SECURITISATIES – INTERNERATINGBENADERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CR SEC IRB)

 

TOTAALBEDRAG VAN GEÏNITIEERDE GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN

SYNTHETISCHE SECURITISATIES: KREDIETPROTECTIE VOOR GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN

SECURITISATIEPOSITIES

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

BLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIEEFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

(-) KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN DIE OP HET BEDRAG VAN DE BLOOTSTELLING VAN INVLOED ZIJN: VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE, AANGEPASTE WAARDE IN HET KADER VAN DE UITGEBREIDE BENADERING VAN FINANCIËLE ZEKERHEDEN (Gvam)

VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*)

UITSPLITSING VAN DE VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*) VAN POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING NAAR KREDIETOMREKENINGSFACTOR

BLOOTSTELLINGSWAARDE

 

UITSPLITSING VAN DE BLOOTSTELLINGSWAARDE WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPAST

(-) VERMINDERING WAARDE RISICOGEWOGEN POSTEN ALS GEVOLG VAN WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

RISICOGEWOGEN POSTEN

TOTAAL EFFECT (AANPASSING) VANWEGE OVERTREDING VAN DE DUEDILIGENCEBEPALINGEN

AANPASSING RISICOGEWOGEN POSTEN IN VERBAND MET LOOPTIJDMISMATCHES

TOTAAL VAN DE RISICOGEWOGEN RISICOPOSTEN

PRO-MEMORIEPOST: RISICOGEWOGEN POSTEN OVEREENKOMEND MET DE UITSTROMEN VAN DE SECURITISATIE IN HET KADER VAN DE INTERNERATINGBENADERING NAAR ANDERE BLOOTSTELLINGSCATEGORIEËN

(-) VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE (Cva)

(-) TOTALE UITSTROMEN

BEHOUDEN OF TERUGGEKOCHT NOTIONEEL BEDRAG VAN KREDIETPROTECTIE

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

(-) NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE: AANGEPASTE WAARDEN (Ga)

(-) VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VANWEGE KREDIETRISICOLIMITERING

0 %

> 0 % en <= 20 %

> 20 % en <= 50 %

> 50 % en <= 100 %

(-) AFGETROKKEN VAN HET EIGEN VERMOGEN

WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPAST

OP RATINGS GEBASEERDE METHODE (KREDIETKWALITEITSCATEGORIEËN)

1 250 %

BENADERING MET TOEZICHTHOUDERSFORMULE

DOORKIJKBENADERING

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING

(-) VOOR NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE GECORRIGEERDE WAARDEN (G*)

(-) TOTALE UITSTROMEN

TOTALE IN-STROMEN

CQS 1 & S/T CQS 1

CQS 2

CQS 3

CQS 4 & S/T CQS 2

CQS 5

CQS 6

CQS 7 & S/T CQS 3

CQS 8

CQS 9

CQS 10

CQS 11

ALLE ANDERE KWALITEITSCATEGORIEËN

ZONDER RATING

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

 

WAARVAN: SYNTHETISCHE SECURITISATIES

VOOR BEGRENZING

NA BEGRENZING

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

250

260

270

280

290

300

310

320

330

340

350

360

370

380

390

400

410

420

430

440

450

460

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

 

020

WAARVAN: HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

 

030

INITIATOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

SECURITISATIES

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

HERSECURITISATIES

D

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

E

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

SECURITISATIES

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

HERSECURITISATIES

D

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

E

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

VERVROEGDE AFLOSSING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

BELEGGER: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

SECURITISATIES

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

HERSECURITISATIES

D

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

E

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

SECURITISATIES

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

HERSECURITISATIES

D

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

E

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

SPONSOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

SECURITISATIES

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

330

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

340

C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

350

HERSECURITISATIES

D

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

360

E

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

370

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

380

SECURITISATIES

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

390

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

400

C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

410

HERSECURITISATIES

D

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

420

E

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN UITSTAANDE POSITIES NAAR KREDIETKWALITEITSCATEGORIE (CQS) BIJ DE AANVANG:

430

CQS 1 & S/T CQS 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

440

CQS 2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

450

CQS 3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

460

CQS 4 & S/T CQS 2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

470

CQS 5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

480

CQS 6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

490

CQS 7 & S/T CQS 3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

500

CQS 8

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

510

CQS 9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

520

CQS 10

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

530

CQS 11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

540

ALLE OVERIGE KWALITEITSCATEGORIEËN EN POSITIES ZONDER RATING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C 14.00 - NADERE INFORMATIE OVER SECURITISATIES (CR SEC DETAILS)

RIJNUMMER

INTERNE CODE

IDENTIFICATIECODE VAN DE SECURITISATIE

IDENTIFICATIECODE VAN DE INITIATOR

SOORT SECURITISATIE:

(TRADITIONEEL / SYNTHETISCH)

BOEKHOUDKUNDIGE BEHANDELING: Gesecuritiseerde blootstellingen binnen of buiten de balanstelling?

SOLVABILITEITSBEHANDELING: Securitisatieposities onderworpen aan eigenvermogensvereisten?

SECURITISATIE OF HERSECURITISATIE?

AANGEHOUDEN BELANG

ROL VAN DE INSTELLING:

(INITIATOR / SPONSOR / OORSPRONKELIJKE KREDIET-VERSTREKKER / BELEGGER)

NIET-ABCP-PROGRAMMA’S

GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN

SECURITISATIESTRUCTUUR

SECURITISATIEPOSITIES

(-) BLOOTSTELLINGSWAARDE DIE IS AFGETROKKEN VAN HET EIGEN VERMOGEN

TOTAAL VAN DE RISICOGEWOGEN RISICOPOSTEN

SECURITISATIEPOSITIES - HANDELSPORTEFEUILLE

SOORT AANGEHOUDEN BELANG

% VAN HET AANGEHOUDEN BELANG OP DE VERSLAGDATUM

NALEVING VAN HET AANHOUDVEREISTE?

DATUM VAN INITIËRING (mm/jjjj)

TOTALE WAARDE VAN GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN OP DE DATUM VAN INITIËRING

TOTALE WAARDE

AANDEEL VAN DE INSTELLING (%)

TYPE

GEVOLGDE BENADERING (standaard/ interne rating/ combinatie)

AANTAL BLOOTSTELLINGEN

LAND

ELGD (%)

(-) WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

EIGENVERMOGENSVEREISTEN VÓÓR SECURITISATIE (%)

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

LOOPTIJD

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

PRO-MEMORIEPOSTEN: POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

VERVROEGDE AFLOSSING

CTP OF NIET-CTP?

NETTOPOSITIES

TOTALE EIGENVERMOGENSVEREISTEN (SA)

HOOGSTE RANG

MEZZANINE

EERSTE VERLIES

HOOGSTE RANG

MEZZANINE

EERSTE VERLIES

EERSTE TE VERWACHTEN DATUM VAN BEËINDIGING

WETTELIJKE EINDVERVALDATUM

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

DIRECTE KREDIETVERVANGINGEN

IRS / CRS

IN AANMERKING KOMENDE LIQUIDITEITSFACILITEITEN

OVERIGE (met inbegrip van niet in aanmerking komende LF)

TOEGEPASTE OMREKENINGSFACTOR

HOOGSTE RANG

MEZZANINE

EERSTE VERLIES

HOOGSTE RANG

MEZZANINE

EERSTE VERLIES

VOOR BEGRENZING

NA BEGRENZING

LANG

KORT

SPECIFIEK RISICO

005

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

250

260

270

280

290

300

310

320

330

340

350

360

370

380

390

400

410

420

430

440

450

460

470

480

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C 16.00 – OPERATIONEEL RISICO (OPR)

BANKACTIVITEITEN

RELEVANTE INDICATOR

LENINGEN EN VOORSCHOTTEN (BIJ TOEPASSING VAN DE ASA)

EIGEN VERMOGEN VEREISTE

Totaal van de risicoposten voor operationeel risico

TE RAPPORTEREN AMA-PRO-MEMORIEPOSTEN, INDIEN VAN TOEPASSING

JAAR-3

JAAR-2

LAATSTE JAAR

JAAR-3

JAAR-2

LAATSTE JAAR

WAARVAN: ALS GEVOLG VAN EEN ALLOCATIEMECHANISME

EIGENVERMOGENSVEREISTE VÓÓR VERMINDERING VANWEGE VERWACHT VERLIES, DIVERSIFICATIE EN RISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN

(-) VERMINDERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN VANWEGE HET IN DE BEDRIJFSPRAKTIJK IN AANMERKING GENOMEN VERWACHTE VERLIES

(-) VERMINDERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN VANWEGE DIVERSIFICATIE

(-) VERMINDERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN VANWEGE RISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN (VERZEKERING EN ANDERE MECHANISMEN VOOR RISICO-OVERDRACHT)

010

020

030

040

050

060

070

071

080

090

100

110

120

010

1.

BANKACTIVITEITEN IN HET KADER VAN DE BASISINDICATORBENADERING (BIA)

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA2

 

 

 

 

 

020

2.

BANKACTIVITEITEN IN HET KADER VAN DE STANDAARDBENADERING (TSA)/ ALTERNATIEVE STANDAARDBENADERING (ASA)

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA2

 

 

 

 

 

 

IN HET KADER VAN DE TSA:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

ONDERNEMINGSFINANCIERING (CF)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

HANDEL EN VERKOOP (TS)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

COURTAGEDIENSTEN TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN EN KLEINE PARTIJEN (RBr)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

ZAKELIJKE BANKDIENSTEN (CB)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

BANKDIENSTEN TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN EN KLEINE PARTIJEN (RB)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

BETALING EN AFWIKKELING (PS)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

BEMIDDELINGSDIENSTEN (AS)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

BEHEER VAN ACTIVA (AM)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IN HET KADER VAN DE ASA:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

ZAKELIJKE BANKDIENSTEN (CB)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

BANKDIENSTEN TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN EN KLEINE PARTIJEN (RB)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

3.

BANKACTIVITEITEN DIE ZIJN ONDERWORPEN AAN GEAVANCEERDE MEETBENADERINGEN (AMA)

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA2

 

 

 

 

 


C 17.00 - OPERATIONEEL RISICO: BRUTOVERLIES PER BEDRIJFSONDERDEEL EN SOORT GEBEURTENIS IN HET LAATSTE JAAR (OPR Details)

MAPPING VAN VERLIEZEN NAAR BEDRIJFSONDERDELEN

SOORTEN GEBEURTENIS

TOTAAL VAN SOORTEN GEBEURTENIS

PRO-MEMORIEPOST: IN GEGEVENSVERZAMELING TOEGEPASTE DREMPEL

INTERNE FRAUDE

EXTERNE FRAUDE

PRAKTIJKEN OP HET GEBIED VAN DE WERKOMSTANDIGHEDEN EN VEILIGHEID OP DE WERKPLAATS

CLIËNTEN, PRODUCTEN EN ONDERNEMINGSPRAKTIJKEN

SCHADE AAN MATERIËLE ACTIVA

VERSTORING VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN EN SYSTEEMFALEN

UITVOERING, LEVERING EN PROCESBEHEER

LAAGSTE

HOOGSTE

Rijen

 

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

010

ONDERNEMINGSFINANCIERING [CF]

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

HANDEL EN VERKOOP [TS]

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

COURTAGEDIENSTEN VOOR PARTICULIEREN EN KLEINE PARTIJEN [RBr]

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

ZAKELIJKE BANKDIENSTEN [CB]

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

330

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

340

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

410

BANKDIENSTEN VOOR PARTICULIEREN EN KLEINE PARTIJEN [RB]

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

420

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

430

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

440

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

510

BETALING EN AFWIKKELING [PS]

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

520

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

530

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

540

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

610

BEMIDDELINGSDIENSTEN [AS]

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

620

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

630

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

640

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

710

BEHEER VAN ACTIVA [AM]

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

720

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

730

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

740

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

810

ONDERNEMINGSAANGELEGENHEDEN [CI]

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

820

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

830

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

840

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

910

TOTAAL BEDRIJFSONDERDELEN

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

920

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

930

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

940

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C 18.00 - MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR POSITIERISICO'S IN VERHANDELBARE SCHULDINSTRUMENTEN (MKR SA TDI)

Valuta:

 

POSITIES

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

ALLE POSITIES

NETTOPOSITIES

POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPEN

LANG

KORT

LANG

KORT

010

020

030

040

050

060

070

010

VERHANDELBARE SCHULDINSTRUMENTEN IN DE HANDELSPORTEFEUILLE

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA2

011

Algemeen risico

 

 

 

 

 

 

 

012

Derivaten

 

 

 

 

 

 

 

013

Andere activa en passiva

 

 

 

 

 

 

 

020

Benadering op grond van de looptijd

 

 

 

 

 

 

 

030

Zone 1

 

 

 

 

 

 

 

040

0 ≤ 1 maand

 

 

 

 

 

 

 

050

> 1 ≤ 3 maanden

 

 

 

 

 

 

 

060

> 3 ≤ 6 maanden

 

 

 

 

 

 

 

070

> 6 ≤ 12 maanden

 

 

 

 

 

 

 

080

Zone 2

 

 

 

 

 

 

 

090

> 1 ≤ 2 (1,9 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

100

> 2 ≤ 3 (gt; 1,9 ≤ 2,8 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

110

> 3 ≤ 4 (gt; 2,8 ≤ 3,6 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

120

Zone 3

 

 

 

 

 

 

 

130

> 4 ≤ 5 (gt; 3,6 ≤ 4,3 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

140

> 5 ≤ 7 (gt; 4,3 ≤ 5,7 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

150

> 7 ≤ 10 (gt; 5,7 ≤ 7,3 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

160

> 10 ≤ 15 (gt; 7,3 ≤ 9,3 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

170

> 15 ≤ 20 (gt; 9,3 ≤ 10,6 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

180

> 20 (gt; 10,6 ≤ 12,0 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

190

(gt; 12,0 ≤ 20,0 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

200

(gt; 20 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

210

Benadering op grond van de duration

 

 

 

 

 

 

 

220

Zone 1

 

 

 

 

 

 

 

230

Zone 2

 

 

 

 

 

 

 

240

Zone 3

 

 

 

 

 

 

 

250

Specifiek risico

 

 

 

 

 

 

 

251

Eigenvermogensvereiste voor niet-gesecuritiseerde schuldinstrumenten

 

 

 

 

 

 

 

260

Schuldtitels volgens de eerste categorie in tabel 1

 

 

 

 

 

 

 

270

Schuldtitels volgens de tweede categorie in tabel 1

 

 

 

 

 

 

 

280

Met een resterende looptijd ≤ 6 maanden

 

 

 

 

 

 

 

290

Met een resterende looptijd > 6 maanden en ≤ 24 maanden

 

 

 

 

 

 

 

300

Met een resterende looptijd > 24 maanden

 

 

 

 

 

 

 

310

Schuldtitels volgens de derde categorie in tabel 1

 

 

 

 

 

 

 

320

Schuldtitels volgens de vierde categorie in tabel 1

 

 

 

 

 

 

 

321

Kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim die een rating hebben

 

 

 

 

 

 

 

325

Eigenvermogensvereiste voor securitisatie-instrumenten

 

 

 

 

 

 

 

330

Eigenvermogensvereiste voor de correlatiehandelsportefeuille

 

 

 

 

 

 

 

340

Welbepaalde benadering van positierisico in icb’s

 

 

 

 

 

 

 

350

Aanvullende vereisten voor opties (niet-deltarisico's)

 

 

 

 

 

 

 

360

Vereenvoudigde methode

 

 

 

 

 

 

 

370

Delta plus-benadering - aanvullende vereisten voor gammarisico

 

 

 

 

 

 

 

380

Delta plus-benadering - aanvullende vereisten voor vegarisico

 

 

 

 

 

 

 

390

Scenariomatrixbenadering

 

 

 

 

 

 

 


C 19.00 – MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR SPECIFIEK RISICO IN SECURITISATIES (MKR SA SEC)

 

ALLE POSITIES

(-) POSITIES AFGETROKKEN VAN HET EIGEN VERMOGEN

NETTOPOSITIES

UITSPLITSING VAN DE NETTOPOSITIES (LANG) NAAR RISICOGEWICHT IN HET KADER VAN DE STANDAARD- EN INTERNERATINGBENADERING

UITSPLITSING VAN DE NETTOPOSITIES (KORT) NAAR RISICOGEWICHT IN HET KADER VAN DE STANDAARD- EN INTERNERATINGBENADERING

TOTAAL EFFECT (AANPASSING) VANWEGE OVERTREDING VAN DE DUEDILIGENCEBEPALINGEN

VOOR BEGRENZING

NA BEGRENZING

TOTALE EIGENVERMOGENSVEREISTEN

RISICOGEWICHTEN < 1 250 %

1 250 %

BENADERING MET TOEZICHTHOUDERSFORMULE

DOORKIJKBENADERING

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING

RISICOGEWICHTEN < 1 250 %

1 250 %

BENADERING MET TOEZICHTHOUDERSFORMULE

DOORKIJKBENADERING

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING

LANG

KORT

(-) LANG

(-) KORT

LANG

KORT

7 - 10 %

12 - 18 %

20 - 35 %

40 - 75 %

100 %

150 %

200 %

225 %

250 %

300 %

350 %

425 %

500 %

650 %

750 %

850 %

MET RATING

ZONDER RATING

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

7 - 10 %

12 - 18 %

20 - 35 %

40 - 75 %

100 %

150 %

200 %

225 %

250 %

300 %

350 %

425 %

500 %

650 %

750 %

850 %

MET RATING

ZONDER RATING

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

GEWOGEN NETTO LANGE POSITIES

GEWOGEN NETTO KORTE POSITIES

GEWOGEN NETTO LANGE POSITIES

GEWOGEN NETTO KORTE POSITIES

SOM VAN GEWOGEN NETTO LANGE EN KORTE POSITIES

GEWOGEN NETTO LANGE POSITIES

GEWOGEN NETTO KORTE POSITIES

SOM VAN GEWOGEN NETTO LANGE EN KORTE POSITIES

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

250

260

270

280

290

300

310

320

330

340

350

360

370

380

390

400

410

420

430

440

450

460

470

480

490

500

510

520

530

540

550

560

570

580

590

600

610

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan MKR SA TDI {325:060}

020

Waarvan: HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

INITIATOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

BELEGGER: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

SPONSOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN DE TOTALE SOM VAN GEWOGEN NETTO LANGE EN NETTO KORTE POSITIES NAAR ONDERLIGGENDE SOORTEN ACTIVA:

120

1.

Hypotheekleningen op niet-zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

2.

Hypotheekleningen op zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

3.

Kredietkaartvorderingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

4.

Leasing

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

5.

Leningen aan ondernemingen of kmo’s

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

6.

Consumptief krediet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

7.

Handelsvorderingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

8.

Overige activa

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

9.

Gedekte obligaties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

10.

Overige passiva

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C 20.00 – MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR SPECIFIEK RISICO IN DE CORRELATIEHANDELSPORTEFEUILLE (MKR SA CTP)

 

ALLE POSITIES

(-) POSITIES AFGETROKKEN VAN HET EIGEN VERMOGEN

NETTOPOSITIES

UITSPLITSING VAN DE NETTOPOSITIES (LANG) NAAR RISICOGEWICHT IN HET KADER VAN DE STANDAARD- EN INTERNERATINGBENADERING

UITSPLITSING VAN DE NETTOPOSITIES (KORT) NAAR RISICOGEWICHT IN HET KADER VAN DE STANDAARD- EN INTERNERATINGBENADERING

VOOR BEGRENZING

NA BEGRENZING

TOTALE EIGEN-VERMOGENS-VEREISTEN

RISICOGEWICHTEN < 1 250 %

1 250 %

BENADERING MET TOEZICHTHOUDERSFORMULE

DOORKIJKBENADERING

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING

RISICOGEWICHTEN < 1 250 %

1 250 %

BENADERING MET TOEZICHTHOUDERSFORMULE

DOORKIJKBENADERING

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING

LANG

KORT

(-) LANG

(-) KORT

LANG

KORT

7 - 10 %

12 - 18 %

20 - 35 %

40 - 75 %

100 %

250 %

350 %

425 %

650 %

Overige

MET RATING

ZONDER RATING

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

7 - 10 %

12 - 18 %

20 - 35 %

40 - 75 %

100 %

250 %

350 %

425 %

650 %

Overige

MET RATING

ZONDER RATING

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

GEWOGEN NETTO LANGE POSITIES

GEWOGEN NETTO KORTE POSITIES

GEWOGEN NETTO LANGE POSITIES

GEWOGEN NETTO KORTE POSITIES

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

250

260

270

280

290

300

310

320

330

340

350

360

370

380

390

400

410

420

430

440

450

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan MKR SA TDI {330:060}

 

SECURITISATIEPOSITIES:

020

INITIATOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

ANDERE CTP-POSITIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

BELEGGER: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

ANDERE CTP-POSITIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

SPONSOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

ANDERE CTP-POSITIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

KREDIETDERIVATEN VOOR HET N-DE KREDIETVERZUIM:

110

KREDIETDERIVATEN VOOR HET N-DE KREDIETVERZUIM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

ANDERE CTP-POSITIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C 21.00 – MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR POSITIERISICO IN AANDELEN (MKR SA EQU)

Nationale markt:

 

POSITIES

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

ALLE POSITIES

NETTOPOSITIES

POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPEN

LANG

KORT

LANG

KORT

010

020

030

040

050

060

070

010

AANDELEN IN DE HANDELSPORTEFEUILLE

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

020

Algemeen risico

 

 

 

 

 

 

 

021

Derivaten

 

 

 

 

 

 

 

022

Andere activa en passiva

 

 

 

 

 

 

 

030

Op de beurs verhandelde aandelenindexfutures die ruim zijn gediversifieerd en onderworpen zijn aan een bepaalde benadering

 

 

 

 

 

 

 

040

Andere aandelen dan op de beurs verhandelde aandelenindexfutures die ruim zijn gediversifieerd

 

 

 

 

 

 

 

050

Specifiek risico

 

 

 

 

 

 

 

080

Welbepaalde benadering van positierisico in icb’s

 

 

 

 

 

 

 

090

Aanvullende vereisten voor opties (niet-deltarisico's)

 

 

 

 

 

 

 

100

Vereenvoudigde methode

 

 

 

 

 

 

 

110

Delta plus-benadering - aanvullende vereisten voor gammarisico

 

 

 

 

 

 

 

120

Delta plus-benadering - aanvullende vereisten voor vegarisico

 

 

 

 

 

 

 

130

Scenariomatrixbenadering

 

 

 

 

 

 

 


C 22.00 – MARKTRISICO: STANDAARDBENADERINGEN VOOR VALUTARISICO (MKR SA FX)

 

ALLE POSITIES

NETTOPOSITIES

POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPEN

(Met inbegrip van herverdeling van niet-gematchte posities waarop de speciale behandeling voor gematchte posities van toepassing is)

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

LANG

KORT

LANG

KORT

LANG

KORT

GEMATCHT

020

030

040

050

060

070

080

090

100

010

TOTAAL POSITIES IN NIET-RAPPORTAGEVALUTA'S

 

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

020

Nauw gecorreleerde valuta's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Alle overige valuta's (met inbegrip van als andere valuta’s behandelde icb’s)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Goud

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Aanvullende vereisten voor opties (niet-deltarisico's)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Vereenvoudigde methode

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Delta plus-benadering - aanvullende vereisten voor gammarisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Delta plus-benadering - aanvullende vereisten voor vegarisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Scenariomatrixbenadering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN TOTALE POSITIES (RAPPORTAGEVALUTA INBEGREPEN) NAAR SOORT BLOOTSTELLING

100

Andere activa en passiva niet zijnde posten buiten de balanstelling en derivaten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Posten buiten de balanstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Derivaten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pro-memorieposten: VALUTAPOSITIES

130

Euro

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Lek

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Argentijnse peso

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Australische dollar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Real

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

Lev

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Canadese dollar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

Tsjechische kroon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Deense kroon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Egyptisch pond

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Pond sterling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Forint

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Yen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

Litas

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

Denar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

Mexicaanse peso

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

Zloty

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

Roemeense leu

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

Russische roebel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

330

Servische dinar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

340

Zweedse kroon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

350

Zwitserse frank

 

 

 

 

 

 

 

 

 

360

Turkse lire

 

 

 

 

 

 

 

 

 

370

Hryvnia

 

 

 

 

 

 

 

 

 

380

US-dollar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

390

IJslandse kroon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

400

Noorse kroon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

410

Hongkongdollar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

420

Nieuwe Taiwandollar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

430

Nieuw-Zeelandse dollar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

440

Singaporedollar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

450

Zuid-Koreaanse won

 

 

 

 

 

 

 

 

 

460

Renminbi yuan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

470

Overige

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C 23.00 – MARKTRISICO: STANDAARDBENADERINGEN VOOR GRONDSTOFFEN (MKR SA COM)

 

ALLE POSITIES

NETTOPOSITIES

POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPEN

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

LANG

KORT

LANG

KORT

010

020

030

040

050

060

070

010

TOTAAL POSITIES IN GRONDSTOFFEN

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

020

Edele metalen (behalve goud)

 

 

 

 

 

 

 

030

Onedele metalen

 

 

 

 

 

 

 

040

Zachte grondstoffen (landbouw)

 

 

 

 

 

 

 

050

Overige

 

 

 

 

 

 

 

060

Waarvan energieproducten (olie, gas)

 

 

 

 

 

 

 

070

Benadering op grond van looptijdklassen

 

 

 

 

 

 

 

080

Uitgebreide benadering op grond van looptijdklassen

 

 

 

 

 

 

 

090

Vereenvoudigde benadering: Alle posities

 

 

 

 

 

 

 

100

Aanvullende vereisten voor opties (niet-deltarisico's)

 

 

 

 

 

 

 

110

Vereenvoudigde methode

 

 

 

 

 

 

 

120

Delta plus-benadering - aanvullende vereisten voor gammarisico

 

 

 

 

 

 

 

130

Delta plus-benadering - aanvullende vereisten voor vegarisico

 

 

 

 

 

 

 

140

Scenariomatrixbenadering

 

 

 

 

 

 

 


C 24.00 - INTERNE MODELLEN VOOR MARKTRISICO (MKR IM)

 

VaR

STRESSED VaR

KAPITAALOPSLAG VOOR ADDITIONEEL WANBETALINGSRISICO EN MIGRATIERISICO

KAPITAALOPSLAG VOOR ALLE PRIJSRISICO’S VOOR CTP

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

Aantal overschrijdingen tijdens voorgaande 250 werkdagen

VaR-vermenigvuldigingsfactor (mc)

SVaR-vermenigvuldigingsfactor (mc)

GESTELDE OPSLAG VOOR CTP-VLOER – GEWOGEN NETTO LANGE POSITIES NA BEGRENZING

GESTELDE OPSLAG VOOR CTP-VLOER – GEWOGEN NETTO KORTE POSITIES NA BEGRENZING

VERMENIG-VULDIGINGSFACTOR (mc) × GEMIDDELDE VAN VOORGAANDE ZESTIG WERKDAGEN (VaRavg)

VOORGAANDE DAG (VaRt-1)

VERMENIG-VULDIGINGS-FACTOR (ms) × GEMIDDELDE VAN VOORGAANDE ZESTIG WERKDAGEN (SVaRavg)

MEEST RECENT BESCHIKBARE (SVaRt-1)

GEMIDDELDE OVER DE VOORGAANDE TWAALF WEKEN

MEEST RECENTE WAARDE

VLOER

GEMIDDELDE OVER DE VOORGAANDE TWAALF WEKEN

MEEST RECENTE WAARDE

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

010

TOTAAL POSITIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

 

 

 

 

 

 

Pro-memorieposten: UITSPLITSING VAN MARKTRISICO

020

Verhandelbare schuldinstrumenten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

TDI - Algemeen risico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

TDI - Specifiek risico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Aandelen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Aandelen - Algemeen risico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Aandelen - Specifiek risico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Valutarisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Grondstoffenrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Totaalbedrag voor algemeen risico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Totaalbedrag voor specifiek risico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C 25.00 - RISICO VAN AANPASSING VAN KREDIETWAARDERING (CVA)

 

BLOOTSTELLINGSWAARDE

VaR

STRESSED VaR

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

TOTAAL VAN DE RISICOGEWOGEN POSTEN

PRO-MEMORIEPOSTEN

NOTIONELE BEDRAGEN AFDEKKING CVA-RISICO

 

waarvan: Otc-derivaten

waarvan: effectenfinancieringstransacties (SFT)

VERMENIGVULDIGINGSFACTOR (mc) × GEMIDDELDE VAN VOORGAANDE ZESTIG WERKDAGEN (VaRavg)

VOORGAANDE DAG (VaRt-1)

VERMENIGVULDIGINGSFACTOR (ms) × GEMIDDELDE VAN VOORGAANDE ZESTIG WERKDAGEN (SVaRavg)

MEEST RECENT BESCHIKBARE (SVaRt-1)

Aantal tegenpartijen

waarvan: de credit spread is bepaald aan de hand van een vervangende waarde

AAN-GEGANE CVA

SINGLE-NAMEKREDIETVERZUIMSWAPS

INDEXKREDIETVERZUIMSWAPS

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

010

Totaal CVA-risico

 

 

 

 

 

 

 

 

Koppeling aan {CA2;r640;c010}

 

 

 

 

 

020

Volgens de geavanceerde methode

 

 

 

 

 

 

 

 

Koppeling aan {CA2;r650;c010}

 

 

 

 

 

030

Volgens de standaardmethode

 

 

 

 

 

 

 

 

Koppeling aan {CA2;r660;c010}

 

 

 

 

 

040

Op basis van de oorspronkelijkeblootstellingsmethode

 

 

 

 

 

 

 

 

Koppeling aan {CA2;r670;c010}

 

 

 

 

 

BIJLAGE II

RAPPORTAGE INZAKE EIGEN VERMOGEN EN EIGENVERMOGENSVEREISTEN

Inhoudsopgave

DEEL I:

ALGEMENE INSTRUCTIES
127

1.

OPZET EN CONVENTIES 127

1.1.

OPZET 127

1.2.

CONVENTIE M.B.T. NUMMERING 127

1.3.

CONVENTIE M.B.T. TEKENS 127

DEEL II:

INSTRUCTIES IN VERBAND MET DE TEMPLATES
127

1.

KAPITAALTOEREIKENDHEIDSOVERZICHT (CA) 127

1.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 127

1.2.

C 01.00 — EIGEN VERMOGEN (CA1) 129

1.2.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 129

1.3.

C 02.00 — EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CA2) 143

1.3.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 143

1.4.

C 03.00 — KAPITAALRATIO’S EN KAPITAALNIVEAUS (CA3) 149

1.4.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 149

1.5.

C 04.00 — PRO-MEMORIEPOSTEN (CA4) 150

1.5.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 150

1.6.

OVERGANGSBEPALINGEN EN INSTRUMENTEN WAAROP GRANDFATHERINGBEPALINGEN VAN TOEPASSING ZIJN: INSTRUMENTEN DIE GEEN STAATSSTEUNINSTRUMENTEN ZIJN (CA 5) 165

1.6.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 165

1.6.2.

C 05.01 — OVERGANGSBEPALINGEN (CA5.1) 165

1.6.2.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 166

1.6.3.

C 05.02 — INSTRUMENTEN WAAROP GRANDFATHERINGBEPALINGEN VAN TOEPASSING ZIJN: INSTRUMENTEN DIE GEEN STAATSSTEUNINSTRUMENTEN ZIJN (CA5.2) 174

1.6.3.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 174

2.

SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN (GS) 176

2.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 176

2.2.

GEDETAILLEERDE SOLVABILITEITSGEGEVENS OVER DE GROEP 176

2.3.

INFORMATIE OVER DE BIJDRAGEN VAN AFZONDERLIJKE ENTITEITEN AAN DE SOLVABILITEIT VAN DE GROEP 176

2.4.

C 06.01 — SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN - TOTAAL (GS-TOTAAL) 177

2.5.

C 06.02 — SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN (GS) 177

3.

TEMPLATES VOOR KREDIETRISICO 185

3.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 185

3.1.1.

RAPPORTAGE VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT 185

3.1.2.

RAPPORTAGE VAN TEGENPARTIJKREDIETRISICO 185

3.2.

C.07.00 — KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO’S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: STANDAARDBENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN (CR SA) 186

3.2.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 186

3.2.2.

TOEPASSINGSGEBIED VAN DE CR SA-TEMPLATE 186

3.2.3.

TOEWIJZING VAN BLOOTSTELLINGEN AAN BLOOTSTELLINGSCATEGORIEËN IN HET KADER VAN DE STANDAARDBENADERING 187

3.2.4.

TOELICHTING OP DE REIKWIJDTE VAN ENKELE SPECIFIEKE BLOOTSTELLINGSCATEGORIEËN WAARNAAR IN ARTIKEL 112 VAN DE VKV WORDT VERWEZEN 190

3.2.4.1.

DE BLOOTSTELLINGSCATEGORIE „INSTELLINGEN” 190

3.2.4.2.

DE BLOOTSTELLINGSCATEGORIE „GEDEKTE OBLIGATIES” 190

3.2.4.3.

DE BLOOTSTELLINGSCATEGORIE „INSTELLINGEN VOOR COLLECTIEVE BELEGGING” 191

3.2.5.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 191

3.3.

KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO’S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: INTERNERATINGBENADERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CR IRB) 198

3.3.1.

REIKWIJDTE VAN DE CR IRB-TEMPLATE 198

3.3.2.

UITSPLITSING VAN DE CR IRB-TEMPLATE 199

3.3.3.

C.08.01 — KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO’S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: INTERNERATINGBENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN (CR IRB 1) 200

3.3.3.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 200

3.3.4.

C.08.02 — KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO’S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: INTERNERATINGBENADERING INZAKE KAPITAALVEREISTEN (UITSPLITSING NAAR DEBITEURENKLASSE OF -GROEP (CR IRB 2-TEMPLATE) 208

3.4.

KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO’S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: INFORMATIE MET GEOGRAFISCHE UITSPLITSINGEN (CR GB) 209

3.4.1.

C 09.01 — GEOGRAFISCHE UITSPLITSING VAN BLOOTSTELLINGEN NAAR VESTIGINGSPLAATS VAN DE DEBITEUR: BLOOTSTELLINGEN IN HET KADER VAN DE STANDAARDBENADERING (CR GB 1) 209

3.4.1.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 209

3.4.2.

C 09.02 — GEOGRAFISCHE UITSPLITSING VAN BLOOTSTELLINGEN NAAR VESTIGINGSPLAATS VAN DE DEBITEUR: BLOOTSTELLINGEN IN HET KADER VAN DE INTERNERATINGBENADERING (CR GB 2) 211

3.4.2.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 211

3.4.3.

C 09.03 — UITSPLITSING NAAR LAND VAN TOTALE EIGENVERMOGENSVEREISTEN VOOR KREDIETRISICO VAN RELEVANTE KREDIETBLOOTSTELLINGEN (CR GB 3) 214

3.4.3.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 214

3.4.3.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 214

3.5.

C 10.01 EN C 10.02 - BLOOTSTELLINGEN IN AANDELEN IN HET KADER VAN DE INTERNERATINGBENADERING (CR EQU IRB 1 EN CR EQU IRB 2) 214

3.5.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 214

3.5.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES (GELDEND VOOR ZOWEL CR EQU IRB 1 ALS CR EQU IRB 2) 215

3.6.

C 11.00 — AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO (CR SETT) 218

3.6.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 218

3.6.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 219

3.7.

C 12.00 — KREDIETRISICO: SECURITISATIE — STANDAARDBENADERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CR SEC SA) 221

3.7.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 221

3.7.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 221

3.8.

C 13.00 — KREDIETRISICO — SECURITISATIES: INTERNERATINGBENADERING VOOR EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CR SEC IRB) 228

3.8.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 228

3.8.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 228

3.9.

C 14.00 — NADERE INFORMATIE OVER SECURITISATIES (SEC-INFORMATIE) 235

3.9.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 235

3.9.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 236

4.

TEMPLATES VOOR OPERATIONEEL RISICO 246

4.1.

C 16.00 — OPERATIONEEL RISICO (OPR) 246

4.1.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 246

4.1.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 246

4.2.

C 17.00 — OPERATIONEEL RISICO: BRUTOVERLIES PER BEDRIJFSONDERDEEL EN SOORT GEBEURTENIS IN HET LAATSTE JAAR (OPR-BIJZONDERHEDEN) 249

4.2.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 249

4.2.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 249

5.

TEMPLATES VOOR MARKTRISICO 251

5.1.

C 18.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VAN POSITIERISICO’S IN VERHANDELBARE SCHULDINSTRUMENTEN (MKR SA TDI) 251

5.1.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 251

5.1.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 252

5.2.

C 19.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR SPECIFIEK RISICO IN SECURITISATIES (MKR SA SEC) 254

5.2.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 254

5.2.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 254

5.3.

C 20.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR SPECIFIEK RISICO VOOR AAN DE CORRELATIEHANDELSPORTEFEUILLE TOEGEWEZEN POSITIES (MKR SA CTP) 256

5.3.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 256

5.3.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 257

5.4.

C 21.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR POSITIERISICO IN AANDELEN (MKR SA EQU) 259

5.4.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 259

5.4.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 259

5.5.

C 22.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERINGEN VOOR VALUTARISICO (MKR SA FX) 261

5.5.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 261

5.5.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 261

5.6.

C 23.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERINGEN VOOR GRONDSTOFFEN (MKR SA COM) 264

5.6.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 264

5.6.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 264

5.7.

C 24.00 — INTERNE MODEL VOOR MARKTRISICO (MKR IM) 265

5.7.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN 265

5.7.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 265

5.8.

C 25.00 — RISICO VAN AANPASSING VAN KREDIETWAARDERING (CVA) 267

5.8.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES 267

DEEL I:   ALGEMENE INSTRUCTIES

1.   OPZET EN CONVENTIES

1.1.   OPZET

1.

Het kader als geheel bestaat uit vijf blokken templates:

a)

kapitaaltoereikendheid, overzicht van de kapitaalbasis; totaal van de risicoposten;

b)

solvabiliteit van de groep, een overzicht van de mate waarin alle afzonderlijke entiteiten die onder de consolidatie van de verslaggevende entiteit vallen, aan de solvabiliteitsvereisten voldoen;

c)

kredietrisico (met inbegrip van tegenpartijrisico, verwateringsrisico en afwikkelingsrisico);

d)

marktrisico (met inbegrip van positierisico in de handelsportefeuille, valutarisico, grondstoffenrisico en CVA-risico);

e)

operationeel risico.

2.

Voor elke template zijn verwijzingen naar wetgeving opgenomen. Nadere informatie over meer algemene aspecten van de rapportage voor ieder blok templates, instructies omtrent specifieke posities alsmede voorbeelden en validatievoorschriften zijn te vinden in deze richtsnoeren voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk rapportagekader.

3.

De instellingen vullen alleen de relevante templates in, afhankelijk van de benadering die zij volgen voor het vaststellen van de eigenvermogensvereisten.

1.2.   CONVENTIE M.B.T. NUMMERING

4.

Het document volgt de in de volgende tabel beschreven conventies voor verwijzing naar de kolommen, rijen en cellen van de templates. Van deze numerieke codes wordt uitgebreid gebruikgemaakt in de validatievoorschriften.

5.

In de instructies wordt de volgende algemene notatie gehanteerd: {Template;Rij;Kolom}.

6.

In het geval van validaties binnen een template, waarbij alleen gegevenspunten uit die template worden gebruikt, verwijzen de notaties niet naar een template: {Rij;Kolom}.

7.

In het geval van templates die slechts uit één kolom bestaan, wordt uitsluitend naar rijen verwezen. {Template;Rij}

8.

Een asteriskteken geeft aan dat de validatie geldt voor de gehele rij of kolom.

1.3.   CONVENTIE M.B.T. TEKENS

9.

Ieder bedrag dat leidt tot een hoger eigen vermogen of tot hogere kapitaalvereisten wordt gerapporteerd als positieve waarde. Daarentegen wordt elk bedrag dat leidt tot een lager totaal aan eigen vermogen of tot lagere kapitaalvereisten gerapporteerd als negatieve waarde. Als er een minteken (-) voor het label van een post staat, wordt er voor die post geen positieve waarde verwacht.

DEEL II:   INSTRUCTIES IN VERBAND MET DE TEMPLATES

1.   KAPITAALTOEREIKENDHEIDSOVERZICHT (CA)

1.1.   ALGEMENE OPMERKINGEN

10.

CA-templates bevatten informatie over tellers onder Pijler 1 (eigen vermogen, tier 1, tier 1-kernkapitaal), noemer (eigenvermogensvereisten) en overgangsbepalingen. Dit betreft in totaal vijf templates:

a)

Template CA1 bevat het bedrag van het eigen vermogen van de instellingen, opgesplitst in de posten die voor dat bedrag benodigd zijn. Het aldus verkregen bedrag aan eigen vermogen omvat het totale effect van overgangsbepalingen voor elke soort kapitaal.

b)

Template CA2 geeft een overzicht van het totaal van de risicoposten (zoals omschreven in artikel 92, lid 3, van de VKV).

c)

Template CA3 bevat de ratio’s ten aanzien waarvan in de VKV een minimumniveau is vastgesteld, alsmede enkele andere gegevens.

d)

Template CA4 bevat pro-memorieposten die benodigd zijn voor de berekening van posten in CA1 alsmede informatie ten aanzien van de kapitaalbuffers uit hoofde van de CRD.

e)

Template CA5 bevat de gegevens die benodigd zijn voor de berekening van het effect van overgangsbepalingen op het eigen vermogen. CA5 vervalt zodra de overgangsbepalingen niet langer van kracht zijn.

11.

De templates zijn van toepassing op alle verslaggevende entiteiten, ongeacht de aangehouden standaarden voor jaarrekeningen, hoewel bepaalde posten in de teller specifiek gelden voor entiteiten die de waarderingsregels van IAS/IFRS hanteren. In algemene zin is de informatie in de noemer gekoppeld aan de definitieve resultaten zoals die worden vermeld in de desbetreffende templates voor de berekening van het totaal van de risicoposten.

12.

Het totaal van het eigen vermogen bestaat uit verschillende soorten kapitaal: tier 1-kapitaal (T1), zijnde de som van tier 1-kernkapitaal, aanvullend-tier 1-kapitaal en tier 2-kapitaal.

13.

In de CA-templates worden overgangsbepalingen als volgt verwerkt:

a)

De posten in CA1 zijn over het algemeen exclusief overgangsaanpassingen. Dit betekent dat de cijfers in CA1-posten zijn berekend overeenkomstig de definitieve bepalingen (d.w.z. als ware er geen sprake van overgangsbepalingen), met uitzondering van posten die een overzicht bieden van het effect van de overgangsbepalingen. Voor elke soort kapitaal (d.w.z. tier 1-kernkapitaal, aanvullend-tier 1-kapitaal en tier 2-kapitaal) zijn er drie verschillende posten die alle uit de overgangsbepalingen voortvloeiende correcties omvatten.

b)

Overgangsbepalingen kunnen ook gevolgen hebben voor het tekort aan aanvullend-tier 1-kapitaal en tier 2-kapitaal (d.w.z. het af te trekken bedrag dat het aanvullend-tier 1-kapitaal of tier 2-kapitaal overschrijdt, zoals geregeld overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder j), respectievelijk artikel 56, onder e), van de VKV); derhalve kan in de posten waarin deze tekorten zijn vervat het effect van overgangsbepalingen indirect tot uiting komen.

c)

Template CA5 wordt uitsluitend gebruikt voor rapportage van de overgangsbepalingen.

14.

De behandeling van vereisten onder Pijler II kan uiteenlopen binnen de EU (artikel 104, lid 2, van CRD IV moet in nationale wetgeving worden omgezet). In de solvabiliteitsrapportage onder de VKV wordt uitsluitend het effect van de vereisten ingevolge Pijler II op de solvabiliteitsratio of de verhouding eigen vermogen/totale activa opgenomen. Een gedetailleerde rapportage van vereisten onder Pijler II valt niet binnen het toepassingsgebied van artikel 99 van de VKV.

a)

De templates CA1, CA2 en CA5 bevatten uitsluitend gegevens over kwesties die verband houden met Pijler I.

b)

Template CA3 bevat het effect van aanvullende vereisten onder Pijler II op de solvabiliteitsratio op geaggregeerde basis. In het ene blok ligt de nadruk op het effect van bedragen op de ratio’s, terwijl de nadruk in het andere blok ligt op de ratio zelf. Beide blokken met ratio’s zijn op geen enkele andere manier gekoppeld aan de templates CA1, CA2 of CA5.

c)

Template CA4 bevat één cel die betrekking heeft op additionele eigenvermogensvereisten in verband met Pijler II. Deze cel is niet via validatievoorschriften gekoppeld aan de kapitaalratio’s van template CA3 en weerspiegelt artikel 104, lid 2, van de CRD, waarin expliciet melding wordt gemaakt van additionele eigenvermogensvereisten als één mogelijkheid voor besluiten uit hoofde van Pijler II.

1.2.   C 01.00 — EIGEN VERMOGEN (CA1)

1.2.1.   Instructies voor bepaalde posities

Rij

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

010

1.   Eigen vermogen

Artikel 4, lid 1, punt 118, en artikel 72 van de VKV

Het eigen vermogen van een instelling bestaat uit de som van haar tier 1- en tier 2-kapitaal.

015

1.1   Tier 1-kapitaal

Artikel 25 van de VKV

Het tier 1-kapitaal is de som van het tier 1-kernkapitaal en het aanvullend-tier 1-kapitaal

020

1.1.1   Tier 1-kernkapitaal

Artikel 50 van de VKV

030

1.1.1.1   Kapitaalinstrumenten die in aanmerking komen als tier 1-kernkapitaal

Artikel 26, lid 1, onder a) en b), de artikelen 27 tot en met 30, artikel 36, lid 1, onder f), en artikel 42 van de VKV

040

1.1.1.1.1   Volgestorte kapitaalinstrumenten

Artikel 26, lid 1, onder a), en de artikelen 27 tot en met 31 van de VKV

Kapitaalinstrumenten van onderlinge maatschappijen, coöperaties of soortgelijke instellingen (de artikelen 27 en 29 van de VKV) worden opgenomen.

De met de instrumenten verband houdende agio wordt niet opgenomen.

In noodsituaties bij autoriteiten geplaatste kapitaalinstrumenten worden opgenomen als alle voorwaarden van artikel 31 VKV zijn vervuld.

050

1.1.1.1.2*   Pro-memoriepost: Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten

Artikel 28, lid 1, onder b), l) en m), van de VKV

De voorwaarden in de aangehaalde punten hebben betrekking op verschillende kapitaalsituaties die omkeerbaar zijn. Het hier gerapporteerde bedrag komt in latere tijdvakken derhalve mogelijk wel in aanmerking.

In het te rapporteren bedrag dient de met de instrumenten verband houdende agio niet te worden verwerkt.

060

1.1.1.1.3   Agio

Artikel 4, lid 1, punt 124, artikel 26, lid 1, onder b), van de VKV

„Agio” betekent hetzelfde als in de toepasselijke standaard voor jaarrekeningen.

Het onder deze post te rapporteren bedrag is het gedeelte dat verband houdt met de „Volgestorte kapitaalinstrumenten”.

070

1.1.1.1.4   (-) Eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten

Artikel 36, lid 1, onder f), en artikel 42 van de VKV

Eigen tier 1-kernkapitaal van de verslaggevende instelling of groep op de verslagdatum. Behoudens de uitzonderingen in artikel 42 van de VKV.

Aandelenbelangen die als „Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten” zijn opgenomen, worden in deze rij niet gerapporteerd.

In het te rapporteren bedrag dient de met de eigen aandelen verband houdende agio te worden verwerkt.

In posten 1.1.1.1.4 tot en met 1.1.1.1.4.3 worden geen feitelijke of voorwaardelijke verplichtingen voor de koop van eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten opgenomen. Feitelijke of voorwaardelijke verplichtingen tot het kopen van eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten worden afzonderlijk gerapporteerd in post 1.1.1.1.5.

080

1.1.1.1.4.1   (-) Direct bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten

Artikel 36, lid 1, onder f), en artikel 42 van de VKV

Tier 1-kernkapitaalinstrumenten die zijn opgenomen in post 1.1.1.1 en bezit zijn van instellingen van de geconsolideerde groep.

Het te rapporteren bedrag omvat bezittingen in de handelsportefeuille die zijn berekend op basis van de netto longpositie zoals bedoeld in artikel 42, onder a), van de VKV.

090

1.1.1.1.4.2   (-) Indirect bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten

Artikel 4, lid 1, punt 114, artikel 36, lid 1, onder f), en artikel 42 van de VKV

091

1.1.1.1.4.3   (-) Synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten

Artikel 4, lid 1, punt 126, artikel 36, lid 1, onder f), en artikel 42 van de VKV

092

1.1.1.1.5   (-) Feitelijke of voorwaardelijke verplichting tot het kopen van eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten

Artikel 36, lid 1, onder f), en artikel 42 van de VKV

Overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder f), van de VKV dienen „eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten die een instelling krachtens een bestaande contractuele verplichting feitelijk of onder bepaalde voorwaarden moet kopen” te worden afgetrokken.

130

1.1.1.2   Ingehouden winsten

Artikel 26, lid 1, onder c), en lid 2, van de VKV

Onder ingehouden winsten wordt verstaan de ingehouden winsten van het voorgaande jaar plus de in aanmerking komende tussentijdse of jaareindewinsten.

140

1.1.1.2.1   Ingehouden winsten van voorgaande jaren

Artikel 4, lid 1, punt 123, en artikel 26, lid 1, onder c), van de VKV

In artikel 4, lid 1, punt 123, worden „ingehouden winsten” omschreven als „de resultaten van het voorgaande jaar die zijn overgedragen door definitieve bestemming van het resultaat overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving”.

150

1.1.1.2.2   In aanmerking komende winsten en verliezen

Artikel 4, lid 1, punt 121, artikel 26, lid 2, en artikel 36, lid 1, onder a), van de VKV

Krachtens artikel 26, lid 2, van de VKV kunnen tussentijdse of jaareinderesultaten als ingehouden winsten worden opgenomen, met de voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteit, als bepaalde voorwaarden zijn vervuld.

Daartegenover staat dat krachtens artikel 36, lid 1, onder a), van de VKV verliezen van het tier 1-kernkapitaal moeten worden afgetrokken.

160

1.1.1.2.2.1   Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen winsten of verliezen

Artikel 26, lid 2, en artikel 36, lid 1, onder a), van de VKV

Het te rapporteren bedrag is het bedrag van de winst of het verlies zoals gerapporteerd in de winst- en verliesrekening.

170

1.1.1.2.2.2   (-) Niet in aanmerking komend deel van het tussentijdse of jaareinderesultaat

Artikel 26, lid 2, van de VKV

In deze rij wordt geen bedrag vermeld indien de instelling voor de desbetreffende periode een verlies heeft geboekt, aangezien verliezen in hun geheel van het tier 1-kernkapitaal worden afgetrokken.

Als de instelling winst heeft geboekt, wordt dat deel van die winst vermeld dat niet in aanmerking komt overeenkomstig artikel 26, lid 2, van de VKV (d.w.z. niet gecontroleerde winsten en te verwachten lasten en voorzieningen voor dividenden)

Opgemerkt zij dat in het geval van winst het bedrag dat moet worden afgetrokken ten minste gelijk is aan het tussentijds dividend.

180

1.1.1.3   Gecumuleerde niet-gerealiseerde resultaten

Artikel 4, lid 1, punt 100, en artikel 26, lid 1, onder d), van de VKV

Het te rapporteren bedrag is na aftrek van eventuele op het moment van berekening te verwachten belastingheffingen en vóór toepassing van prudentiële filters. Het te rapporteren bedrag wordt bepaald in overeenstemming met artikel 13, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 241/2014 van de Commissie.

200

1.1.1.4   Andere reserves

Artikel 4, lid 1, punt 117, en artikel 26, lid 1, onder e), van de VKV

„Andere reserves” worden in de VKV omschreven als „reserves in de zin van het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving die overeenkomstig de toepasselijke standaard voor financiële verslaggeving openbaar moeten worden gemaakt, met uitzondering van bedragen die reeds zijn opgenomen in gecumuleerde niet-gerealiseerde resultaten of ingehouden winsten”.

Het te rapporteren bedrag is na aftrek van eventuele op het moment van berekening te verwachten belastingheffingen.

210

1.1.1.5   Fondsen voor algemene bankrisico’s

Artikel 4, lid 1, punt 112, en artikel 26, lid 1, onder f), van de VKV

Fondsen voor algemene bankrisico’s worden in artikel 38 van Richtlijn 86/635/EEG omschreven als „Bedragen die de kredietinstelling besluit te bestemmen voor de dekking van dergelijke risico’s, indien zulks om redenen van voorzichtigheid wegens de bijzondere, met het bankbedrijf samenhangende risico’s geboden is”.

Het te rapporteren bedrag is na aftrek van eventuele op het moment van berekening te verwachten belastingheffingen.

220

1.1.1.6   Overgangsaanpassingen als gevolg van tier 1-kernkapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

Artikel 483, leden 1, 2, en 3, en de artikelen 484 tot en met 487 van de VKV

Het bedrag van de kapitaalinstrumenten die gedurende de overgangsperiode krachtens grandfatheringbepalingen als tier 1-instrumenten worden aangemerkt. Het te rapporteren bedrag wordt rechtstreeks ontleend aan CA5.

230

1.1.1.7   Minderheidsbelangen die als tier 1-kernkapitaal worden verantwoord

Artikel 4, lid 1, punt 120 en artikel 84 van de VKV

De som van alle bedragen aan minderheidsbelangen van dochterondernemingen die in het geconsolideerde tier 1-kernkapitaal wordt opgenomen.

240

1.1.1.8   Overgangsaanpassingen in verband met aanvullende minderheidsbelangen

De artikelen 479 en 480 van de VKV

Aanpassingen van de minderheidsbelangen als gevolg van overgangsbepalingen. Deze post wordt rechtstreeks ontleend aan CA5.

250

1.1.1.9   Aanpassingen aan tier 1-kernkapitaal als gevolg van prudentiële filters

De artikelen 32 tot en met 35 van de VKV

260

1.1.1.9.1   (-) Toenamen van aandelenkapitaal die voortvloeien uit gesecuritiseerde activa

Artikel 32, lid 1, van de VKV

Het te rapporteren bedrag is de toename van het aandelenkapitaal van de instelling voortvloeiende uit gesecuritiseerde activa, overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving.

Deze post omvat bijvoorbeeld toekomstige marge-inkomsten die voor de instelling resulteren in een winst bij verkoop, of, indien de instelling initiator van de securitisatie is, de nettowinsten die voortvloeien uit de kapitalisatie van toekomstige inkomsten uit de gesecuritiseerde activa die als kredietverbetering voor securitisatieposities dienen.

270

1.1.1.9.2   Reserve voor kasstroomafdekkingen

Artikel 33, lid 1, onder a), van de VKV

Het te rapporteren bedrag kan zowel positief als negatief zijn. Het is positief als de kasstroomafdekkingen resulteren in een verlies (d.w.z. als het bedrag het boekhoudkundige aandelenkapitaal vermindert) en vice versa. Het teken is daarom het tegenovergestelde van het teken dat in de financiële verslaglegging wordt gebruikt.

Het bedrag is na aftrek van eventuele op het moment van berekening te verwachten belastingheffingen.

280

1.1.1.9.3   Cumulatieve en tegen reële waarde gewaardeerde winsten of verliezen op verplichtingen van de instelling die voortvloeien uit veranderingen van de eigen kredietwaardigheid

Artikel 33, lid 1, onder b), van de VKV

Het te rapporteren bedrag kan zowel positief als negatief zijn. Het is positief als er sprake is van een verlies als gevolg van veranderingen van het eigen kredietrisico (d.w.z. als het bedrag het boekhoudkundige aandelenkapitaal vermindert) en vice versa. Het teken is daarom het tegenovergestelde van het teken dat in de financiële verslaglegging wordt gebruikt.

Niet-gecontroleerde winst wordt niet in deze post opgenomen.

285

1.1.1.9.4   Tegen reële waarde gewaardeerde winsten en verliezen die voortvloeien uit het eigen kredietrisico van de instelling in verband met afgeleide verplichtingen

Artikel 33, lid 1, onder c), en lid 2, van de VKV

Het te rapporteren bedrag kan zowel positief als negatief zijn. Het is positief als er sprake is van een verlies als gevolg van veranderingen van het eigen kredietrisico en vice versa. Het teken is daarom het tegenovergestelde van het teken dat in de financiële verslaglegging wordt gebruikt.

Niet-gecontroleerde winst wordt niet in deze post opgenomen.

290

1.1.1.9.5   (-) Waardeaanpassingen als gevolg van de vereisten voor prudente waardering

De artikelen 34 en 105 van de VKV

Aanpassingen van de reële waarde van in de handelsportefeuille of de niet-handelsportefeuille opgenomen blootstellingen vanwege striktere normen voor prudente waardering zoals bedoeld in artikel 105 van de VKV.

300

1.1.1.10   (-) Goodwill

Artikel 4, lid 1, punt 113, artikel 36, lid 1, onder b), en artikel 37 van de VKV

310

1.1.1.10.1   (-) Goodwill die als immaterieel activum wordt verantwoord

Artikel 4, lid 1, punt 113, en artikel 36, lid 1, onder b), van de VKV

Goodwill betekent hetzelfde als in het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving.

Het hier te rapporteren bedrag is hetzelfde als het bedrag dat op de balans wordt verantwoord.

320

1.1.1.10.2   (-) Goodwill die vervat zit in de waardering van aanzienlijke deelnemingen

Artikel 37, onder b), en artikel 43 van de VKV

330

1.1.1.10.3   Aan goodwill gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen

Artikel 37, onder a), van de VKV

Het bedrag aan uitgestelde belastingverplichtingen dat zou worden opgeheven als de goodwill overeenkomstig de toepasselijke standaard voor financiële verslaggeving dubieus zou worden of zou worden afgestoten.

340

1.1.1.11   (-) Andere immateriële activa

Artikel 4, lid 1, punt 115, artikel 36, lid 1, onder b), en artikel 37, onder a), van de VKV

Andere immateriële activa zijn de immateriële activa overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving minus de goodwill, eveneens volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaglegging.

350

1.1.1.11.1   (-) Andere immateriële activa vóór aftrek van uitgestelde belastingverplichtingen

Artikel 4, lid 1, punt 115, en artikel 36, lid 1, onder b), van de VKV

Andere immateriële activa zijn de immateriële activa overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving minus de goodwill, eveneens volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaglegging.

Het hier te rapporteren bedrag is hetzelfde als het bedrag aan immateriële activa anders dan goodwill dat op de balans wordt verantwoord.

360

1.1.1.11.2   Aan andere immateriële activa gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen

Artikel 37, onder a), van de VKV

Het bedrag aan uitgestelde belastingverplichtingen dat zou worden opgeheven als de immateriële activa anders dan goodwill overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving dubieus zouden worden of zouden worden afgestoten.

370

1.1.1.12   (-) Uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en die niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen, na aftrek van de daaraan gerelateerde belastingverplichtingen

Artikel 36, lid 1, onder c), en artikel 38 van de VKV

380

1.1.1.13   (-) Voor IRB, het negatieve bedrag na aftrek van verwachte verliesposten van kredietrisicoaanpassingen

Artikelen 36, lid 1, onder d), 40, 158 en 159, van de VKV

Het te rapporteren bedrag wordt niet verminderd met een stijging van de uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten, of andere aanvullende belastingeffecten die zich zouden kunnen voordoen als de voorzieningen zouden stijgen tot het niveau van de […] verwachte verliezen” (artikel 40 van de VKV).

390

1.1.1.14   (-) Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds

Artikel 4, lid 1, punt 109, artikel 36, lid 1, onder e), en artikel 41 van de VKV

400

1.1.1.14.1   (-) Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds

Artikel 4, lid 1, punt 109, en artikel 36, lid 1, onder e), van de VKV

Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds zijn „de activa van een pensioenfonds dat, respectievelijk een pensioenregeling die op vaste toezeggingen gebaseerd is, berekend nadat op die activa het bedrag van de verplichtingen uit hoofde van dat fonds, respectievelijk die regeling in mindering is gebracht”.

Het hier te rapporteren bedrag komt overeen met het bedrag dat op de balans wordt verantwoord (indien afzonderlijk gerapporteerd).

410

1.1.1.14.2   Aan activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen

Artikel 4, lid 1, punten 108 en 109, en artikel 41, lid 1, onder a), van de VKV

Het bedrag aan uitgestelde belastingverplichtingen die zouden komen te vervallen als de activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving dubieus zouden worden of zouden worden uitgeboekt.

420

1.1.1.14.3   Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds waarvan de instelling onbeperkt gebruik kan maken

Artikel 4, lid 1, punt 109, en artikel 41, lid 1, onder b), van de VKV

In deze post wordt uitsluitend een bedrag vermeld indien de bevoegde autoriteit vooraf toestemming heeft gegeven om het af te trekken bedrag aan activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds te verminderen.

Op de in deze rij opgenomen activa wordt met het oog op de kredietrisicovereisten een risicogewicht toegepast.

430

1.1.1.15   (-) Wederzijdse deelnemingen in tier 1-kernkapitaal

Artikel 4, lid 1, punt 122, artikel 36, lid 1, onder g), en artikel 44 van de VKV

Bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) indien er sprake is van een wederzijdse deelneming die naar het oordeel van de bevoegde autoriteit is bedoeld om het eigen vermogen van de instelling kunstmatig te verhogen.

Het te rapporteren bedrag wordt berekend op basis van de bruto longposities en omvat de tier 1-vermogensbestanddelen van verzekeringsondernemingen.

440

1.1.1.16   (-) Van aanvullend-tier 1-bestanddelen af te trekken bedrag dat het aanvullend-tier 1-kapitaal overschrijdt

Artikel 36, lid 1, onder j), van de VKV

Het te rapporteren bedrag wordt rechtstreeks ontleend aan de CA 1-post „Van aanvullend-tier 1-bestanddelen af te trekken bedrag dat het aanvullend-tier 1-kapitaal overschrijdt”. Het bedrag moet van CET1 worden afgetrokken.

450

1.1.1.17   (-) Gekwalificeerde deelnemingen buiten de financiële sector die als alternatief in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 %

Artikelen 4, lid 1, punt 36, 36, lid 1, onder k), i), en 89 tot en met 91van de VKV

Een gekwalificeerde deelneming wordt omschreven als „het in een onderneming, rechtstreeks of onrechtstreeks, bezitten van 10 % of meer van het kapitaal of van de stemrechten, dan wel van een percentage dat het mogelijk maakt een invloed van betekenis op de bedrijfsvoering van die onderneming uit te oefenen”.

Overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder k), i), van de VKV kunnen ze hetzij worden afgetrokken van tier 1-kernkapitaal (indien van toepassing) of in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 %.

460

1.1.1.18   (-) Securitisatieposities die als alternatief in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 %

Artikel 36, lid 1, onder k), ii), artikel 243, lid 1, onder b), artikel 244, lid 1, onder b), artikel 258 en artikel 266, lid 3, van de VKV

Securitisatieposities waaraan een risicogewicht van 1 250 % wordt toegekend kunnen als alternatief in mindering worden afgebracht op het tier 1-kernkapitaal (artikel 36, lid 1, onder k), ii), van de VKV). In dat laatste geval worden ze onder deze post gerapporteerd.

470

1.1.1.19   (-) Niet-afgewikkelde transacties („free deliveries”) die als alternatief in aanmerking kunnen komen voor een risicogewicht van 1 250 %

Artikel 36, lid 1, onder k), iii), en artikel 379, lid 3, van de VKV

Niet-afgewikkelde transacties kunnen in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 % vanaf vijf dagen na het tweede contractuele betalings- of leveringsgedeelte tot de beëindiging van de transactie, overeenkomstig de eigenvermogensvereisten voor het afwikkelingsrisico. Bij wijze van alternatief kunnen zij in mindering worden gebracht op het tier 1-kernkapitaal (artikel 36, lid 1, onder k), iii), van de VKV). In dat laatste geval worden ze onder deze post gerapporteerd.

471

1.1.1.20   (-) Posities in een basket waarvoor een instelling het risicogewicht met de interneratingbenadering niet kan bepalen, en die als alternatief in aanmerking kunnen komen voor een risicogewicht van 1 250 %

Artikel 36, lid 1, onder k), iv), en artikel 153, lid 8, van de VKV

Overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder k), iv), van de VKV kunnen ze hetzij worden afgetrokken van tier 1-kernkapitaal (indien van toepassing) of in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 %.

472

1.1.1.21   (-) Blootstellingen in aandelen met een internemodellenbenadering die als alternatief in aanmerking kunnen komen voor een risicogewicht van 1 250 %

Artikel 36, lid 1, onder k), v), en artikel 155, lid 4, van de VKV

Overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder k), v), van de VKV kunnen ze hetzij worden afgetrokken van tier 1-kernkapitaal (indien van toepassing) of in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 %.

480

1.1.1.22   (-) Tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 27, artikel 36, lid 1, onder h); artikel 43 tot 46, artikel 49, leden 2 en 3, en artikel 79 van de VKV

Het deel van het bezit door de instelling van instrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) indien de instelling geen aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft, dat van het tier 1-kernkapitaal moet worden afgetrokken.

Zie de alternatieven voor aftrek indien er consolidatie van toepassing is (artikel 49, leden 2 en 3).

490

1.1.1.23   (-) Aftrekbare uitgestelde belastingvorderingen die afhankelijk zijn van toekomstige winstgevendheid en voortvloeien uit tijdelijke verschillen

Artikel 36, lid 1, onder c); artikel 38 en artikel 48, lid 1, onder a), van de VKV

Het deel van uitgestelde belastingvorderingen die afhankelijk zijn van toekomstige winstgevendheid en voortvloeien uit tijdelijke verschillen (na aftrek van het deel van gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen dat is toegekend aan uitgestelde belastingvorderingen die voortvloeien uit tijdelijke verschillen, overeenkomstig artikel 38, lid 5, onder b), van de VKV) dat moet worden afgetrokken, met toepassing van de drempel van 10 % genoemd in artikel 48, lid 1, onder a), van de VKV.

500

1.1.1.24   (-) Tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 27; artikel 36, lid 1, onder i); artikel 43, artikel 45; artikel 47; artikel 48, lid 1, onder b); artikel 49, leden 1 tot 3, en artikel 79 van de VKV

Het deel van het bezit door de instelling van tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) indien de instelling een aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft, dat moet worden afgetrokken, onder toepassing van de drempel van 10 % genoemd in artikel 48, lid 1, onder b), van de VKV.

Zie de alternatieven voor aftrek indien er consolidatie van toepassing is (artikel 49, leden 1, 2 en 3).

510

1.1.1.25   (-) Bedrag waarmee de drempel van 17,65 % wordt overschreden

Artikel 48, lid 1, van de VKV

Het deel van uitgestelde belastingvorderingen die afhankelijk zijn van toekomstige winstgevendheid en voortvloeien uit tijdelijke verschillen, alsmede direct en indirect bezit door de instelling van de tier 1-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, dat moet worden afgetrokken, onder toepassing van de drempel van 17,65 % genoemd in artikel 48, lid 1, van de VKV.

520

1.1.1.26   Andere overgangsaanpassingen aan het tier 1-kernkapitaal

De artikelen 469 tot en met 472, artikel 478 en artikel 481 van de VKV

Aanpassingen van aftrekkingen als gevolg van overgangsbepalingen. Het te rapporteren bedrag wordt rechtstreeks ontleend aan CA5.

524

1.1.1.27   Aanvullende aftrekkingen van tier 1-kernkapitaal uit hoofde van artikel 3 van de VKV

Artikel 3 van de VKV

529

1.1.1.28   Bestanddelen of aftrekkingen van tier 1-kernkapitaal - overige

Deze rij is bedoeld om - strikt voor verslaggevingsdoeleinden - extra flexibiliteit te bieden. Deze rij wordt uitsluitend ingevuld in het zeldzame geval dat er geen definitief besluit is genomen ten aanzien van de verslaggeving van specifieke kapitaalbestanddelen/aftrekkingen in de bestaande CA1-template. Als gevolg daarvan wordt deze rij uitsluitend ingevuld indien een tier 1-kernkapitaalbestanddeel dan wel een aftrekking van een tier 1-kernkapitaalbestanddeel niet aan een van de rijen 020 tot en met 524 kan worden toegewezen.

Deze cel mag niet worden gebruikt om niet door de VKV gedekte kapitaalbestanddelen of aftrekkingen in de berekening van de solvabiliteitsratio’s te betrekken (bv. een toewijzing van nationale kapitaalbestanddelen/aftrekkingen die niet onder de VKV vallen).

530

1.1.2   AANVULLEND TIER 1-KAPITAAL

Artikel 61 van de VKV

540

1.1.2.1   Kapitaalinstrumenten die in aanmerking komen als aanvullend-tier 1-kapitaal

Artikel 51, onder a), de artikelen 52 tot en met 54, artikel 56, onder a), en artikel 57 van de VKV

550

1.1.2.1.1   Volgestorte kapitaalinstrumenten

Artikel 51, onder a), en de artikelen 52, 53 en 54 van de VKV

In het te rapporteren bedrag dient de met de instrumenten verband houdende agio niet te worden verwerkt.

560

1.1.2.1.2*   Pro-memoriepost: Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten

Artikel 52, lid 1, onder c), e) en f), van de VKV

De voorwaarden in de aangehaalde punten hebben betrekking op verschillende kapitaalsituaties die omkeerbaar zijn. Het hier gerapporteerde bedrag komt in latere tijdvakken derhalve mogelijk wel in aanmerking.

In het te rapporteren bedrag dient de met de instrumenten verband houdende agio niet te worden verwerkt.

570

1.1.2.1.3   Agio

Artikel 51, onder b), van de VKV

„Agio” betekent hetzelfde als in de toepasselijke standaard voor jaarrekeningen.

Het onder deze post te rapporteren bedrag is het gedeelte dat verband houdt met de „Volgestorte kapitaalinstrumenten”.

580

1.1.2.1.4   (-) Eigen aanvullend-tier 1-instrumenten

Artikel 52, lid 1, onder b), artikel 56, onder a), en artikel 57 van de VKV

Eigen aanvullend-tier 1-instrumenten van de verslaggevende instelling of groep op de verslagdatum. Behoudens de uitzonderingen in artikel 57 van de VKV.

Aandelenbelangen die als „Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten” zijn opgenomen, worden in deze rij niet gerapporteerd.

In het te rapporteren bedrag dient de met de eigen aandelen verband houdende agio te worden verwerkt.

In posten 1.1.2.1.4 tot en met 1.1.2.1.4.3 worden geen eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten opgenomen die de instelling feitelijk of onder bepaalde voorwaarden moet kopen. Aanvullend-tier 1-instrumenten die de instelling feitelijk of onder bepaalde voorwaarden moet kopen worden afzonderlijk gerapporteerd in post 1.1.2.1.5.

590

1.1.2.1.4.1   (-) Direct bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten

Artikel 4, lid 1, punt 114), artikel 52, lid 1, onder b), artikel 56, onder a), en artikel 57 van de VKV

Aanvullend-tier 1-instrumenten die zijn opgenomen in post 1.1.2.1.1 en bezit zijn van instellingen van de geconsolideerde groep.

620

1.1.2.1.4.2   (-) Indirect bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten

Artikel 52, lid 1, onder b), ii), artikel 56, onder a), en artikel 57 van de VKV

621

1.1.2.1.4.3   (-) Synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten

Artikel 4, lid 1, punt 126), artikel 52, lid 1, onder b), artikel 56, onder a), en artikel 57 van de VKV

622

1.1.2.1.5   (-) Eigen aanvullend-tier 1-instrumenten die de instelling feitelijk of onder bepaalde voorwaarden moet kopen

Artikel 56, onder a), en artikel 57 van de VKV

Overeenkomstig artikel 56, onder a), van de VKV dienen „eigen aanvullend-tier 1-instrumenten die een instelling krachtens een bestaande contractuele verplichting feitelijk of onder bepaalde voorwaarden moet kopen” te worden afgetrokken.

660

1.1.2.2   Overgangsaanpassingen als gevolg van aanvullend-tier 1-kapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

Artikel 483, leden 4 en 5, de artikelen 484 tot en met 487, artikel 489 en artikel 491 van de VKV

Bedrag van de kapitaalinstrumenten die gedurende de overgangsperiode krachtens grandfatheringbepalingen als aanvullend-tier 1-instrumenten worden aangemerkt. Het te rapporteren bedrag wordt rechtstreeks ontleend aan CA5.

670

1.1.2.3   Door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten die in het aanvullend-tier 1-kapitaal worden opgenomen

De artikelen 83, 85 en 86 van de VKV

De som van alle bedragen aan in aanmerking komend tier 1-kapitaal van dochterondernemingen die in het geconsolideerde aanvullend-tier 1-kapitaal wordt opgenomen.

Door een special purpose entity uitgegeven in aanmerking komend tier 1-kapitaal (artikel 83 van de VKV) wordt opgenomen.

680

1.1.2.4   Overgangsaanpassingen als gevolg van additionele opneming van door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten in het aanvullend-tier 1-kapitaal

Artikel 480 van de VKV

Aanpassingen als gevolg van overgangsbepalingen aan het in aanmerking komend tier 1-kapitaal dat in geconsolideerd aanvullend-tier 1-kapitaal wordt opgenomen. Deze post wordt rechtstreeks ontleend aan CA5.

690

1.1.2.5   (-) Wederzijdse deelnemingen in aanvullend-tier 1-kapitaal

Artikel 4, lid 1, punt 122, artikel 56, onder b), en artikel 58 van de VKV

Bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) indien er sprake is van een wederzijdse deelneming die naar het oordeel van de bevoegde autoriteit is bedoeld om het eigen vermogen van de instelling kunstmatig te verhogen.

Het te rapporteren bedrag wordt berekend op basis van de bruto longposities en omvat de aanvullend-tier 1-vermogensbestanddelen van verzekeringsondernemingen.

700

1.1.2.6   (-) Aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 27, en artikel 56, onder c); de artikelen 59, 60 en 79 van de VKV

Het deel van het bezit door de instelling van instrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) indien de instelling geen aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft, dat van het aanvullend-tier 1-kapitaal moet worden afgetrokken.

710

1.1.2.7   (-) Aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 27, artikel 56, onder d), en de artikelen 59 en 79 van de VKV

Het bezit door de instelling van aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) indien de instelling een aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft, wordt in zijn geheel afgetrokken.

720

1.1.2.8   (-) Van tier 2-bestanddelen af te trekken bedrag dat het tier 2-kapitaal overschrijdt

Artikel 56, onder e), van de VKV

Het te rapporteren bedrag wordt rechtstreeks ontleend aan de CA 1-post „Van tier 2-bestanddelen af te trekken bedrag dat het tier 2-kapitaal overschrijdt (afgetrokken van aanvullend-tier 1-kapitaal)”.

730

1.1.2.9   Andere overgangsaanpassingen aan het aanvullend-tier 1-kapitaal

De artikelen 474, 475, 478 en 481 van de VKV

Aanpassingen als gevolg van overgangsbepalingen. Het te rapporteren bedrag wordt rechtstreeks ontleend aan CA5.

740

1.1.2.10   (-) Van aanvullend-tier 1-bestanddelen af te trekken bedrag dat het aanvullend-tier 1-kapitaal overschrijdt (afgetrokken van tier-1-kernkapitaal)

Artikel 36, lid 1, onder j), van de VKV

Aanvullend-tier 1-kapitaal kan niet negatief zijn, maar het is wel mogelijk dat de aftrekkingen van het aanvullend-tier 1-kapitaal groter zijn dan het aanvullend-tier 1-kapitaal plus de gerelateerde agio. In dat geval moet het aanvullend-tier 1-kapitaal op nul worden gesteld, en moet het bedrag van aftrekkingen van aanvullend-tier 1-kapitaal waarmee het aanvullend-tier 1-kapitaal wordt overschreden van het tier 1-kernkapitaal worden afgetrokken.

Op deze manier wordt gewaarborgd dat de som van de posten 1.1.2.1 tot en met 1.1.2.12 nooit lager dan nul is. Als deze post positief is vermeldt post 1.1.1.16 in dat geval het tegenovergestelde van dat bedrag.

744

1.1.2.11   Additionele aftrekkingen van aanvullend-tier 1-kapitaal uit hoofde van artikel 3 van de VKV

Artikel 3 van de VKV

748

1.1.2.12   Bestanddelen of aftrekkingen van aanvullend-tier 1-kapitaal - overige

Deze rij is bedoeld om - strikt voor verslaggevingsdoeleinden - extra flexibiliteit te bieden. Deze rij wordt uitsluitend ingevuld in het zeldzame geval dat er geen definitief besluit is genomen ten aanzien van de verslaggeving van specifieke kapitaalbestanddelen/aftrekkingen in de bestaande CA1-template. Als gevolg daarvan wordt deze rij uitsluitend ingevuld indien een aanvullend-tier 1-kapitaalbestanddeel dan wel een aftrekking van een aanvullend-tier 1-kapitaalbestanddeel niet aan een van de rijen 530 tot en met 744 kan worden toegewezen.

Deze cel wordt niet gebruikt om niet door de VKV gedekte kapitaalbestanddelen of aftrekkingen in de berekening van de solvabiliteitsratio’s te betrekken (bv. een toewijzing van nationale kapitaalbestanddelen/aftrekkingen die niet onder de VKV vallen)!

750

1.2   TIER 2-KAPITAAL

Artikel 71 van de VKV

760

1.2.1   Kapitaalinstrumenten en achtergestelde leningen die in aanmerking komen als tier 2-kapitaal

Artikel 62, onder a), de artikelen 63, 64 en 65, artikel 66, onder a), en artikel 67 van de VKV

770

1.2.1.1   Volgestorte kapitaalinstrumenten en achtergestelde leningen

Artikel 62, onder a), en de artikelen 63 en 65 van de VKV

In het te rapporteren bedrag dient de met de instrumenten verband houdende agio niet te worden verwerkt.

780

1.2.1.2   (*) Pro-memoriepost: Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten en achtergestelde leningen

Artikel 63, onder c), e) en f); en artikel 64 van de VKV

De voorwaarden in de aangehaalde punten hebben betrekking op verschillende kapitaalsituaties die omkeerbaar zijn. Het hier gerapporteerde bedrag komt in latere tijdvakken derhalve mogelijk wel in aanmerking.

In het te rapporteren bedrag dient de met de instrumenten verband houdende agio niet te worden verwerkt.

790

1.2.1.3   Agio

Artikel 62, onder b), en artikel 65 van de VKV

„Agio” betekent hetzelfde als in de toepasselijke standaard voor jaarrekeningen.

Het onder deze post te rapporteren bedrag is het gedeelte dat verband houdt met de „Volgestorte kapitaalinstrumenten”.

800

1.2.1.4   (-) Eigen tier 2-instrumenten

Artikel 63, onder b), i), artikel 66, onder a) en artikel 67 van de VKV

Eigen tier 2-instrumenten van de verslaggevende instelling of groep op de verslagdatum. Behoudens de uitzonderingen in artikel 67 van de VKV.

Aandelenbelangen die als „Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten” zijn opgenomen, worden in deze rij niet gerapporteerd.

In het te rapporteren bedrag dient de met de eigen aandelen verband houdende agio te worden verwerkt.

In posten 1.2.1.4 tot 1.2.1.4.3 worden geen eigen tier 2-instrumenten opgenomen die de instelling feitelijk of onder bepaalde voorwaarden moet kopen. Feitelijke of voorwaardelijke verplichtingen tot het kopen van eigen tier 2-instrumenten worden afzonderlijk gerapporteerd in post 1.2.1.5.

810

1.2.1.4.1   (-) Direct bezit van tier 2-instrumenten

Artikel 63, onder b), artikel 66, onder a), en artikel 67 van de VKV

Tier 2-instrumenten die zijn opgenomen in post 1.2.1.1 en bezit zijn van instellingen van de geconsolideerde groep.

840

1.2.1.4.2   (-) Indirect bezit van tier 2-instrumenten

Artikel 4, lid 1, punt 114, artikel 63, onder b), artikel 66, onder a), en artikel 67 van de VKV

841

1.2.1.4.3   (-) Synthetisch bezit van tier 2-instrumenten

Artikel 4, lid 1, punt 126, artikel 63, onder b), artikel 66, onder a), en artikel 67 van de VKV

842

1.2.1.5   (-) Eigen aanvullend-tier 2-instrumenten die de instelling feitelijk of onder bepaalde voorwaarden moet kopen

Artikel 66, onder a), en artikel 67 van de VKV

Overeenkomstig artikel 66, onder a), van de VKV dienen „eigen tier 2-instrumenten die een instelling krachtens een bestaande contractuele verplichting feitelijk of onder bepaalde voorwaarden moet kopen” te worden afgetrokken.

880

1.2.2   Overgangsaanpassingen als gevolg van tier 2-kapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn en achtergestelde leningen

Artikel 483, leden 6 en 7, en de artikelen 484, 486, 488, 490 en 491 van de VKV

Bedrag van de kapitaalinstrumenten die gedurende de overgangsperiode krachtens grandfatheringbepalingen als tier 2-kapitaal kunnen worden aangemerkt. Het te rapporteren bedrag wordt rechtstreeks ontleend aan CA5.

890

1.2.3   Door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten die in het tier 2-kapitaal worden opgenomen

De artikelen 83, 87 en 88 van de VKV

De som van alle bedragen aan in aanmerking komend eigen vermogen van dochterondernemingen die in het geconsolideerde tier 2-kapitaal worden opgenomen.

Door een special purpose entity uitgegeven in aanmerking komend tier 2-kapitaal (artikel 83 van de VKV) wordt opgenomen.

900

1.2.4   Overgangsaanpassingen als gevolg van additionele opneming van door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten in het tier 2-kapitaal

Artikel 480 van de VKV

Aanpassingen als gevolg van overgangsbepalingen van het in aanmerking komend eigen vermogen dat in het geconsolideerd tier 2-kapitaal wordt opgenomen. Deze post wordt rechtstreeks ontleend aan CA5.

910

1.2.5   Bedrag van voorzieningen waarmee de volgens de interneratingbenadering verwachte verliezen worden overschreden

Artikel 62, onder d), van de VKV

Voor instellingen die de risicogewogen posten berekenen overeenkomstig de interneratingbenadering bevat dit onderdeel de positieve bedragen die de uitkomst zijn van de vergelijking van de voorzieningen en de verwachte verliezen en die in aanmerking komen als tier 2-kapitaal.

920

1.2.6   Algemene kredietrisicoaanpassingen volgens de standaardbenadering

Artikel 62, onder c), van de VKV

Voor instellingen die de risicogewogen posten berekenen overeenkomstig de standaardbenadering bevat dit onderdeel de algemene kredietrisicoaanpassingen die in aanmerking komen als tier 2-kapitaal.

930

1.2.7   (-) Wederzijdse deelnemingen in tier 2-kapitaal

Artikel 4, lid 1, punt 122, artikel 66, onder b), en artikel 68 van de VKV

Bezit van tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) indien er sprake is van een wederzijdse deelneming die naar het oordeel van de bevoegde autoriteit is bedoeld om het eigen vermogen van de instelling kunstmatig te verhogen.

Het te rapporteren bedrag wordt berekend op basis van de bruto longposities en omvat de tier 2- en tier 3-vermogensbestanddelen van verzekeringsondernemingen.

940

1.2.8   (-) Tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 27, artikel 66, onder c), de artikelen 68, 69 en 70 en artikel 79 van de VKV

Het deel van het bezit door de instelling van instrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) indien de instelling geen aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft, dat van het tier 2-kapitaal moet worden afgetrokken.

950

1.2.9   (-) Tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 27, artikel 66, onder d), en de artikelen 68, 69 en 79 van de VKV

Het bezit door de instelling van tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, wordt in zijn geheel afgetrokken.

960

1.2.10   Andere overgangsaanpassingen aan het tier 2-kapitaal

De artikelen 476, 477 en 478 en artikel 481 van de VKV

Aanpassingen als gevolg van overgangsbepalingen. Het te rapporteren bedrag wordt rechtstreeks ontleend aan CA5.

970

1.2.11   (-) Van tier 2-bestanddelen af te trekken bedrag dat het tier 2-kapitaal overschrijdt (afgetrokken van aanvullend-tier-1-kapitaal)

Artikel 56, onder e), van de VKV

Tier 2-kapitaal kan niet negatief zijn, maar het is wel mogelijk dat de aftrekkingen van het tier 2-kapitaal groter zijn dan het tier 2-kapitaal plus de gerelateerde agio. In dat geval moet het tier 2-kapitaal op nul worden gesteld, en moet het bedrag van aftrekkingen van tier 2-kapitaal waarmee het tier 2-kapitaal wordt overschreden van het aanvullend-tier 1-kapitaal worden afgetrokken.

Op deze manier wordt gewaarborgd dat de som van de posten 1.2.1 tot en met 1.2.13 nooit lager dan nul is. Als deze post positief is vermeldt post 1.1.2.8 het tegenovergestelde van dat bedrag.

974

1.2.12   (-) Additionele aftrekkingen van tier 2-kapitaal uit hoofde van artikel 3 van de VKV

Artikel 3 van de VKV

978

1.2.13   Bestanddelen of aftrekkingen van tier 2-kapitaal - overige

Deze rij is bedoeld om - strikt voor verslaggevingsdoeleinden - extra flexibiliteit te bieden. Deze rij wordt uitsluitend ingevuld in het zeldzame geval dat er geen definitief besluit is genomen ten aanzien van de verslaggeving van specifieke kapitaalbestanddelen/aftrekkingen in de bestaande CA1-template. Als gevolg daarvan wordt deze rij uitsluitend ingevuld indien een tier 2-kapitaalbestanddeel dan wel een aftrekking van een tier 2-kapitaalbestanddeel niet aan een van de rijen 750 tot en met 974 kan worden toegewezen.

Deze cel mag niet worden gebruikt om niet door de VKV gedekte kapitaalbestanddelen of aftrekkingen in de berekening van de solvabiliteitsratio’s te betrekken (bv. een toewijzing van nationale kapitaalbestanddelen/aftrekkingen die niet onder de VKV vallen).

1.3.   C 02.00 — EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CA2)

1.3.1.   Instructies voor bepaalde posities

Rij

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

010

1.   HET TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

Artikel 92, lid 3, en de artikelen 95, 96 en 98 van de VKV

020

1*   Waarvan: Beleggingsondernemingen overeenkomstig artikel 95, lid 2, en artikel 98 van de VKV

Met betrekking tot beleggingsondernemingen overeenkomstig artikel 95, lid 2, en artikel 98 van de VKV.

030

1**   Waarvan: Beleggingsondernemingen overeenkomstig artikel 96, lid 2, en artikel 97 van de VKV

Met betrekking tot beleggingsondernemingen overeenkomstig artikel 96, lid 2, en artikel 97 van de VKV.

040

1.1   RISICOGEWOGEN POSTEN VOOR KREDIETRISICO, TEGENPARTIJKREDIETRISICO EN VERWATERINGSRISICO EN VOOR NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES

Artikel 92, lid 3, onder a) en f), van de VKV

050

1.1.1   Standaardbenadering

CR SA en SEC SA-templates op het niveau van de totale blootstellingen.

060

1.1.1.1   Blootstellingscategorieën volgens de standaardbenadering met uitzondering van securitisatieposities

CR SA-template op het niveau van de totale blootstellingen. De blootstellingscategorieën volgens de standaardbenadering zijn de in artikel 112 van de VKV genoemde categorieën, met uitzondering van securitisatieposities.

070

1.1.1.1.01   Centrale overheden of centrale banken

Zie de CR SA-template

080

1.1.1.1.02   Regionale of lokale overheden

Zie de CR SA-template

090

1.1.1.1.03   Publiekrechtelijke lichamen

Zie de CR SA-template

100

1.1.1.1.04   Multilaterale ontwikkelingsbanken

Zie de CR SA-template

110

1.1.1.1.05   Internationale organisaties

Zie de CR SA-template

120

1.1.1.1.06   instellingen

Zie de CR SA-template

130

1.1.1.1.07   Ondernemingen

Zie de CR SA-template

140

1.1.1.1.08   Particulieren en kleine partijen

Zie de CR SA-template

150

1.1.1.1.09   Gedekt door hypotheken op onroerend goed

Zie de CR SA-template

160

1.1.1.1.10   Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling

Zie de CR SA-template

170

1.1.1.1.11   Posten met een bijzonder hoog risico

Zie de CR SA-template

180

1.1.1.1.12   Gedekte obligaties

Zie de CR SA-template

190

1.1.1.1.13   Vorderingen op instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn

Zie de CR SA-template

200

1.1.1.1.14   instellingen voor collectieve belegging (icb’s)

Zie de CR SA-template

210

1.1.1.1.15   Aandelen

Zie de CR SA-template

211

1.1.1.1.16   Andere posten

Zie de CR SA-template

220

1.1.1.2   Securitisatieposities volgens de standaardbenadering

CR SEC SA-template op het niveau van alle soorten securitisatie.

230

1.1.1.2.*   Waarvan: hersecuritisatie

CR SEC SA-template op het niveau van alle soorten securitisatie.

240

1.1.2

Interneratingbenadering (IRB)

250

1.1.2.1   Interneratingbenaderingen wanneer eigen LGD-ramingen noch omrekeningsfactoren worden gebruikt

CR IRB-template op het niveau van de totale blootstellingen (wanneer geen gebruik wordt gemaakt van eigen LGD-ramingen en/of omrekeningsfactoren)

260

1.1.2.1.01   Centrale overheden en centrale banken

Zie de CR IRB-template

270

1.1.2.1.02   instellingen

Zie de CR IRB-template

280

1.1.2.1.03   Ondernemingen - Kmo’s

Zie de CR IRB-template

290

1.1.2.1.04   Ondernemingen - Gespecialiseerde kredietverlening

Zie de CR IRB-template

300

1.1.2.1.05   Ondernemingen - Overige

Zie de CR IRB-template

310

1.1.2.2   Interneratingbenaderingen wanneer eigen LGD-ramingen en/of omrekeningsfactoren worden gebruikt

CR IRB-template op het niveau van de totale blootstellingen (wanneer gebruik wordt gemaakt van eigen LGD-ramingen en/of omrekeningsfactoren)

320

1.1.2.2.01   Centrale overheden en centrale banken

Zie de CR IRB-template

330

1.1.2.2.02   instellingen

Zie de CR IRB-template

340

1.1.2.2.03   Ondernemingen - Kmo’s

Zie de CR IRB-template

350

1.1.2.2.04   Ondernemingen - Gespecialiseerde kredietverlening

Zie de CR IRB-template

360

1.1.2.2.05   Ondernemingen - Overige

Zie de CR IRB-template

370

1.1.2.2.06   Particulieren en kleine partijen - gedekt door onroerend goed-kmo’s

Zie de CR IRB-template

380

1.1.2.2.07   Particulieren en kleine partijen - gedekt door onroerend goed van niet-kmo’s

Zie de CR IRB-template

390

1.1.2.2.08   Particulieren en kleine partijen - Gekwalificeerde revolverende blootstellingen

Zie de CR IRB-template

400

1.1.2.2.09   Particulieren en kleine partijen - Overige kmo

Zie de CR IRB-template

410

1.1.2.2.10   Particulieren en kleine partijen - Overige niet-kmo

Zie de CR IRB-template

420

1.1.2.3   Aandelen IRB

Zie de CR EQU IRB-template

430

1.1.2.4   Securitisatieposities IRB

CR SEC IRB-template op het niveau van alle soorten securitisatie.

440

1.1.2.4*   Waarvan: hersecuritisatie

CR SEC IRB-template op het niveau van alle soorten securitisatie.

450

1.1.2.5   Andere actiefposten die geen kredietverplichting vertegenwoordigen

Het te rapporteren bedrag is dat van de risicogewogen posten zoals berekend overeenkomstig artikel 156 van de VKV.

460

1.1.3   Risicoposten voor bijdragen aan het wanbetalingsfonds van een ctp

De artikelen 307 tot en met 309 van de VKV

490

1.2   TOTALE RISICOPOSTEN VOOR AFWIKKELING/LEVERING

Artikel 92, lid 3, onder c), ii), en artikel 92, lid 4, onder b), van de VKV

500

1.2.1   Afwikkelings-/leveringsrisico in de niet-handelsportefeuille

Zie de CR SETT-template

510

1.2.2   Afwikkelings-/leveringsrisico in de handelsportefeuille

Zie de CR SETT-template

520

1.3   TOTALE RISICOPOSTEN VOOR POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO’S

Artikel 92, lid 3, onder b), i) en onder c), i) en iii), en artikel 92, lid 4, onder b), van de VKV

530

1.3.1

Risicoposten voor positie-, valuta- en grondstoffenrisico’s volgens standaardbenaderingen

540

1.3.1.1   Verhandelbare schuldinstrumenten

MKR SA TDI-template op het niveau van de totale valuta.

550

1.3.1.2   Aandelen

MKR SA EQU-template op het niveau van de totale nationale markten.

560

1.3.1.3   Vreemde valuta

Zie de MKR SA FX-template

570

1.3.1.4   Grondstoffen

Zie de MKR SA COM-template

580

1.3.2   Risicoposten voor positie-, valuta- en grondstoffenrisico’s volgens de internemodellenbenadering

Zie de MKR IM-template

590

1.4   TOTALE RISICOPOSTEN VOOR HET OPERATIONEEL RISICO

Artikel 92, lid 3, onder e), en lid 4, onder b), van de VKV

Met betrekking tot beleggingsondernemingen overeenkomstig artikel 95, lid 2, artikel 96, lid 2, en artikel 98 van de VKV is deze post nul.

600

1.4.1   Operationeel risico volgens de basisindicatorbenadering

Zie de OPR-template

610

1.4.2   Operationeel risico volgens de standaardbenadering/alternatieve standaardbenadering

Zie de OPR-template

620

1.4.3   Operationeel risico volgens de geavanceerde meetbenaderingen

Zie de OPR-template

630

1.5   AANVULLENDE RISICOPOSTEN ALS GEVOLG VAN VASTE KOSTEN

Artikel 95, lid 2, artikel 96, lid 2, artikel 97 en artikel 98, lid 1, onder a), van de VKV

Uitsluitend met betrekking tot beleggingsondernemingen in de zin van artikel 95, lid 2, artikel 96, lid 2, en artikel 98 van de VKV. Zie ook artikel 97 van de VKV.

Beleggingsondernemingen in de zin van artikel 96 van de VKV rapporteren het in artikel 97 bedoelde bedrag vermenigvuldigd met 12,5.

Beleggingsondernemingen in de zin van artikel 95 van de VKV rapporteren:

Indien het in artikel 95, lid 2, onder a), van de VKV bedoelde bedrag groter is dan het in artikel 95, lid 2, onder b), van de VKV bedoelde bedrag, een bedrag van nul.

Indien het in artikel 95, lid 2, onder b), van de VKV bedoelde bedrag groter is dan het in artikel 95, lid 2, onder a), van de VKV bedoelde bedrag, een bedrag dat gelijk is aan het verschil tussen het eerste en de tweede bedrag.

640

1.6   TOTALE RISICOPOSTEN VOOR AANPASSING VAN DE KREDIETWAARDERING

Artikel 92, lid 3, onder d), van de VKV. Zie de CVA-template.

650

1.6.1   Geavanceerde methode

Eigenvermogensvereisten voor het risico van aanpassing van de kredietwaardering overeenkomstig artikel 383 van de VKV. Zie de CVA-template.

660

1.6.2   Standaardmethode

Eigenvermogensvereisten voor het risico van aanpassing van de kredietwaardering overeenkomstig artikel 384 van de VKV. Zie de CVA-template.

670

1.6.3.   Op basis van de oorspronkelijkeblootstellingsmethode

Eigenvermogensvereisten voor het risico van aanpassing van de kredietwaardering overeenkomstig artikel 385 van de VKV. Zie de CVA-template.

680

1.7   TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN IN VERBAND MET GROTE BLOOTSTELLINGEN IN DE HANDELSPORTEFEUILLE

Artikel 92, lid 3, onder b), ii), en de artikelen 395 tot en met 401 van de VKV

690

1.8   ANDERE RISICOPOSTEN

De artikelen 3, 458 en 459 van de VKV en risicoposten die niet kunnen worden toegewezen aan een van de posten onder 1.1 tot en met 1.7.

De instellingen rapporteren de bedragen die nodig zijn om aan het volgende te voldoen:

Strengere door de Commissie opgelegde prudentiële vereisten overeenkomstig de artikelen 458 en 459 van de VKV.

Additionele risicoposten ingevolge artikel 3 van de VKV.

Deze post is niet gekoppeld aan een gegevenstemplate.

710

1.8.2   Waarvan: Aanvullende strengere prudentiële vereisten op basis van artikel 458

Artikel 458 van de VKV

720

1.8.2*   Waarvan: vereisten met betrekking tot grote blootstellingen

Artikel 458 van de VKV

730

1.8.2**   Waarvan: Als gevolg van gewijzigde risicogewichten gericht tegen zeepbellen in activa in niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed

Artikel 458 van de VKV

740

1.8.2**   Waarvan: Waarvan: als gevolg van blootstellingen binnen de financiële sector

Artikel 458 van de VKV

750

1.8.3   Waarvan: Aanvullende strengere prudentiële vereisten op basis van artikel 459

Artikel 459 van de VKV

760

1.8.4   Waarvan: Aanvullende risicoposten ingevolge artikel 3 van de VKV

Artikel 3 van de VKV

Het te rapporteren bedrag aan aanvullende risicoposten omvat uitsluitend de aanvullende bedragen (als bijvoorbeeld voor een blootstelling van 100 een risicogewicht geldt van 20 % en de instelling een risicogewicht toepast van 50 % op basis van artikel 3 van de VKV, dan dient een bedrag van 30 te worden gerapporteerd).

1.4.   C 03.00 — KAPITAALRATIO’S EN KAPITAALNIVEAUS (CA3)

1.4.1.   Instructies voor bepaalde posities

Rijen

010

1   Tier 1-kernkapitaalratio

Artikel 92, lid 2, onder a), van de VKV

De tier 1-kernkapitaalratio is het tier 1-kernkapitaal van de instelling uitgedrukt als percentage van het totaal van de risicoposten.

020

2   Overschot (+)/Tekort(-) aan tier 1-kernkapitaal

Deze post toont in absolute cijfers het bedrag van het overschot of tekort aan tier 1-kernkapitaal ten opzichte van de vereiste van artikel 92, lid 1, onder a), van de VKV (4,5 %), d.w.z. zonder rekening te houden met de kapitaalbuffers en overgangsbepalingen met betrekking tot de ratio.

030

3   Tier 1-kapitaalratio

Artikel 92, lid 2, onder b), van de VKV

De tier 1-kapitaalratio is het tier 1-kapitaal van de instelling uitgedrukt als percentage van het totaal van de risicoposten.

040

4   Overschot (+)/Tekort(-) aan tier 1-kapitaal

Deze post toont in absolute cijfers het bedrag van het overschot of tekort aan tier 1-kapitaal ten opzichte van de vereiste van artikel 92, lid 1, onder b), van de VKV (6 %), d.w.z. zonder rekening te houden met de kapitaalbuffers en overgangsbepalingen met betrekking tot de ratio.

050

5   Totale kapitaalratio

Artikel 92, lid 2, onder c), van de VKV

De totale kapitaalratio is het eigen vermogen van de instelling uitgedrukt als percentage van het totaal van de risicoposten.

060

6   Overschot (+)/Tekort(-) aan totaal kapitaal

Deze post toont in absolute cijfers het bedrag van het overschot of tekort aan eigen vermogen ten opzichte van de vereiste van artikel 92, lid 1, onder c), van de VKV (8 %), d.w.z. zonder rekening te houden met de kapitaalbuffers en overgangsbepalingen met betrekking tot de ratio.

070

Tier 1-kernkapitaalratio met inbegrip van aanpassingen onder Pijler II

Artikel 92, lid 2, onder a), van de VKV en artikel 104, lid 2, van de CRD IV

Deze cel hoeft alleen te worden ingevuld indien een besluit van een bevoegde autoriteit gevolgen heeft voor de tier 1-kernkapitaalratio.

080

Streefcijfer voor de tier 1-kernkapitaalratio ingevolge aanpassingen onder Pijler II

Artikel 104, lid 2, van de CRD IV

Deze cel hoeft alleen te worden ingevuld indien een bevoegde autoriteit besluit dat voor een instelling een hoger streefcijfer voor de tier 1-kernkapitaalratio geldt.

090

Tier 1-kapitaalratio met inbegrip van aanpassingen onder Pijler II

Artikel 92, lid 2, onder b), van de VKV en artikel 104, lid 2, van de CRD IV

Deze cel hoeft alleen te worden ingevuld indien een besluit van een bevoegde autoriteit gevolgen heeft voor de tier 1-kapitaalratio.

100

Streefcijfer voor de tier 1-kapitaalratio ingevolge aanpassingen onder Pijler II

Artikel 104, lid 2, van de CRD IV

Deze cel hoeft alleen te worden ingevuld indien een bevoegde autoriteit besluit dat voor een instelling een hoger streefcijfer voor de tier 1-kapitaalratio geldt.

110

Totale kapitaalratio met inbegrip van aanpassingen onder Pijler II

Artikel 92, lid 2, onder c), van de VKV en artikel 104, lid 2, van de CRD IV

Deze cel hoeft alleen te worden ingevuld indien een besluit van een bevoegde autoriteit gevolgen heeft voor de totale kapitaalratio.

120

Streefcijfer voor de totale kapitaalratio ingevolge aanpassingen onder Pijler II

Artikel 104, lid 2, van de CRD IV

Deze cel hoeft alleen te worden ingevuld indien een bevoegde autoriteit besluit dat voor een instelling een hoger streefcijfer voor de totale kapitaalratio geldt.

1.5.   C 04.00 — PRO-MEMORIEPOSTEN (CA4)

1.5.1.   Instructies voor bepaalde posities

Rijen

010

1.   Totaal aan uitgestelde belastingvorderingen

Het hier te rapporteren bedrag komt overeen met het bedrag dat op de laatst geverifieerde/gecontroleerde boekhoudkundige balans wordt verantwoord.

020

1.1   Uitgestelde belastingvorderingen die niet op toekomstige winstgevendheid berusten

Artikel 39 van de VKV

Uitgestelde belastingvorderingen die niet op toekomstige winstgevendheid berusten en die aldus een risicogewicht krijgen.

030

1.2   Uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen

Artikel 36, lid 1, onder c), en artikel 38 van de VKV

Uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten maar niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen en waarop derhalve geen drempel van toepassing is (d.w.z. ze worden in hun geheel afgetrokken van het tier 1-kernkapitaal).

040

1,3   Uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en voortvloeien uit tijdelijke verschillen

Artikel 36, lid 1, onder c); Artikel 38 en artikel 48, lid 1, onder a), van de VKV

Uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en die voortvloeien uit tijdelijke verschillen, en waarvan de aftrekking van het tier 1-kernkapitaal derhalve beperkt is tot de drempels van 10 % en 17,65 % overeenkomstig artikel 48 van de VKV.

050

2   Totale uitgestelde belastingvorderingen

Het hier te rapporteren bedrag komt overeen met het bedrag dat op de laatst geverifieerde/gecontroleerde boekhoudkundige balans wordt verantwoord.

060

2.1   Uitgestelde belastingverplichtingen die niet in mindering gebracht mogen worden op uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten

Artikel 38, leden 3 en 4, van de VKV

Uitgestelde belastingverplichtingen ten aanzien waarvan niet aan de voorwaarden van artikel 38, leden 3 en 4, van de VKV wordt voldaan. Deze post omvat derhalve de uitgestelde belastingverplichtingen die het af te trekken bedrag van de goodwill, andere immateriële activa of de activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds verminderen, die respectievelijk worden gerapporteerd onder de CA1-posten 1.1.1.10.3, 1.1.1.11.2 en 1.1.1.14.2.

070

2.2   Uitgestelde belastingverplichtingen die in mindering gebracht mogen worden op uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten

Artikel 38 van de VKV

080

2.2.1   Aftrekbare uitgestelde belastingverplichtingen gerelateerd aan uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en die niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen

Artikel 38, leden 3, 4 en 5, van de VKV

Uitgestelde belastingverplichtingen die het bedrag van uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten, kunnen verminderen, overeenkomstig artikel 38, leden 3 en 4, van de VKV, en die niet worden toegewezen aan uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en voortvloeien uit tijdelijke verschillen, overeenkomstig artikel 38, lid 5, van de VKV.

090

2.2.2   Aftrekbare uitgestelde belastingverplichtingen gerelateerd aan uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en voortvloeien uit tijdelijke verschillen

Artikel 38, leden 3, 4 en 5, van de VKV

Uitgestelde belastingverplichtingen die in mindering gebracht mogen worden op het bedrag van uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten, overeenkomstig artikel 38, leden 3 en 4, van de VKV, en die worden toegewezen aan uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en voortvloeien uit tijdelijke verschillen, overeenkomstig artikel 38, lid 5, van de VKV.

100

3.   Voor IRB, het overschot (+) of tekort (-) van kredietrisicoaanpassingen, aanvullende waardeaanpassingen en andere eigenvermogensverlagingen voor blootstellingen ten aanzien waarvan zich geen wanbetaling heeft voorgedaan

Artikel 36, lid 1, onder d), artikel 62, onder d), en de artikelen 158 en 159 van de VKV

Deze post wordt uitsluitend ingevuld door IRB-instellingen.

110

3.1   Totale kredietrisicoaanpassingen, aanvullende waardeaanpassingen en andere eigenvermogensverlagingen die in aanmerking komen om bij de berekening van de verwachte verliesposten te worden betrokken

Artikel 159 van de VKV

Deze post wordt uitsluitend ingevuld door IRB-instellingen.

120

3.1.1   Algemene kredietrisicoaanpassingen

Artikel 159 van de VKV

Deze post wordt uitsluitend ingevuld door IRB-instellingen.

130

3.1.2   Specifieke kredietrisicoaanpassingen

Artikel 159 van de VKV

Deze post wordt uitsluitend ingevuld door IRB-instellingen.

131

3.1.3   Aanvullende waardeaanpassingen en andere eigenvermogensverlagingen

De artikelen 34, 110 en 159 van de VKV

Deze post wordt uitsluitend ingevuld door IRB-instellingen.

140

3.2   Totaal van in aanmerking komende verwachte verliesposten

Artikel 158, leden 5, 6 en 10, en artikel 159 van de VKV

Deze post wordt uitsluitend ingevuld door IRB-instellingen. Uitsluitend de verwachte verliezen die verband houden met blootstellingen ten aanzien waarvan zich geen wanbetaling heeft voorgedaan, worden gerapporteerd.

145

4   Voor IRB, overschot (+) of tekort (-) van specifieke kredietrisicoaanpassingen aan verwachte verliezen voor blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan

Artikel 36, lid 1, onder d), artikel 62, onder d), en de artikelen 158 en 159 van de VKV

Deze post wordt uitsluitend ingevuld door IRB-instellingen.

150

4.1   Specifieke kredietrisicoaanpassingen en posities die op vergelijkbare wijze worden behandeld

Artikel 159 van de VKV

Deze post wordt uitsluitend ingevuld door IRB-instellingen.

155

4.2   Totaal van in aanmerking komende verwachte verliesposten

Artikel 158, leden 5, 6 en 10, en artikel 159 van de VKV

Deze post wordt uitsluitend ingevuld door IRB-instellingen. Uitsluitend de verwachte verliezen die verband houden met blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan, worden gerapporteerd.

160

5   Risicogewogen posten voor het berekenen van het maximum voor het overschot aan voorzieningen dat in aanmerking komt als tier 2-kapitaal

Artikel 62, onder d), van de VKV

Voor IRB-instellingen geldt overeenkomstig artikel 62, onder d), van de VKV dat het overschot van de voorzieningen (voor verwachte verliezen) dat in aanmerking komt voor opneming in het tier 2-kapitaal maximaal 0,6 % bedraagt van de overeenkomstig de interneratingbenadering berekende risicogewogen posten.

Het onder deze post te rapporteren bedrag is het bedrag van de risicogewogen posten (d.w.z. niet vermenigvuldigd met 0,6 %) dat ten grondslag ligt aan de berekening van het maximum.

170

6   Totale brutovoorzieningen die in aanmerking komen voor opneming in het tier 2-kapitaal

Artikel 62, onder c), van de VKV

Deze post vermeldt de algemene kredietrisicoaanpassingen die in aanmerking komen voor opneming in het tier 2-kapitaal voorafgaande aan de maximering.

Het te rapporteren bedrag is vóór aftrek van belastingeffecten.

180

7   Risicogewogen posten voor het berekenen van het maximum voor de voorzieningen die in aanmerking komen als tier 2-kapitaal

Artikel 62, onder c), van de VKV

Overeenkomstig artikel 62, onder c), van de VKV, worden de kredietrisicoaanpassingen die in aanmerking komen voor opneming in het tier 2-kapitaal gemaximeerd op 1,25 % van de risicogewogen posten.

Het onder deze post te rapporteren bedrag is het bedrag van de risicogewogen posten (d.w.z. niet vermenigvuldigd met 1,25 %) dat ten grondslag ligt aan de berekening van het maximum.

190

8   Drempel voor niet aftrekbaar bezit van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 46, lid 1, onder a), van de VKV

Deze post bevat de drempel die aangeeft tot welk bedrag bezit van entiteiten uit de financiële sector waarin een instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, niet wordt afgetrokken. Het bedrag is het resultaat van het optellen van alle bestanddelen die ten grondslag liggen aan de drempel en het vermenigvuldigen van het aldus verkregen bedrag met 10 %.

200

9   10 %-drempel voor tier 1-kernkapitaal

Artikel 48, lid 1, onder a) en b), van de VKV

Deze post bevat de drempel van 10 % voor bezit van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, en voor uitgestelde belastingvorderingen die afhankelijk zijn van toekomstige winstgevendheid en voortvloeien uit tijdelijke verschillen.

Het bedrag is het resultaat van het optellen van alle bestanddelen die ten grondslag liggen aan de drempel en het vermenigvuldigen van het aldus verkregen bedrag met 10 %.

210

10   17,65 %-drempel voor tier 1-kernkapitaal

Artikel 48, lid 1, van de VKV

Deze post bevat de drempel van 17,65 % voor bezit van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, en voor uitgestelde belastingvorderingen die afhankelijk zijn van toekomstige winstgevendheid en voortvloeien uit tijdelijke verschillen, toe te passen na de drempel van 10 %.

De drempel wordt zodanig berekend dat het te verantwoorden bedrag van de beide posten niet hoger is dan 15 % van het tier 1-kernkapitaal, na alle aftrekkingen, zonder rekening te houden met eventuele aanpassingen uit hoofde van overgangsbepalingen.

220

11   In aanmerking komend kapitaal ten behoeve van gekwalificeerde deelnemingen buiten de financiële sector en grote blootstellingen

Artikel 4, lid 1, punt 71

„In aanmerking komend kapitaal” is ten behoeve van gekwalificeerde deelnemingen buiten de financiële sector en grote blootstellingen gedefinieerd als de som van tier 1-kapitaal en tier 2-kapitaal dat één derde of minder van het tier 1-kapitaal vertegenwoordigt.

230

12   Bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, na aftrek van shortposities

De artikelen 44 tot en met 46 en artikel 49 van de VKV

240

12.1   Direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

De artikelen 44, 45, 46 en 49 van de VKV

250

12.1.1   Bruto direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

De artikelen 44, 46 en 49 van de VKV

Direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, exclusief:

a)

de voor minder dan vijf dagen ingenomen overnemingsposities;

b)

de bedragen die zijn gerelateerd aan de deelnemingen ten aanzien waarvan een van de alternatieven in artikel 49 wordt toegepast; en

c)

deelnemingen die worden behandeld als wederzijdse deelnemingen overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder g), van de VKV.

260

12.1.2   (-) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto directe deelnemingen

Artikel 45 van de VKV

Krachtens artikel 45 van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

270

12.2   Indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 114, en de artikelen 44 en 45 van de VKV

280

12.2.1   Bruto indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 114, en de artikelen 44 en 45 van de VKV

Het te rapporteren bedrag is het indirect bezit in de handelsportefeuille van de kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector in de vorm van bezit van indexeffecten. Het wordt verkregen door de onderliggende blootstelling met betrekking tot de in die indices vervatte kapitaalinstrumenten van de entiteiten uit de financiële sector te berekenen.

Bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder g), van de VKV wordt buiten beschouwing gelaten.

290

12.2.2   Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto indirecte deelnemingen

Artikel 4, lid 1, punt 114, en artikel 45 van de VKV

Krachtens artikel 45, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

291

12.3.1   Synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, en de artikelen 126, 44 en 45 van de VKV

292

12.3.2   Bruto synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 44 en 45 van de VKV

293

12.3.3   (-) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde indirecte synthetisch bezit

Artikel 4, lid 1, punt 126, en artikel 45 van de VKV

300

13   Bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, na aftrek van shortposities

De artikelen 58 tot en met 60 van de VKV

310

13.1   Direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

De artikelen 58 en 59, en artikel 60, lid 2, van de VKV

320

13.1.1   Bruto direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 58 en artikel 60, lid 2, van de VKV

Direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, exclusief:

a)

de voor minder dan vijf dagen ingenomen overnemingsposities; en

b)

bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 56, onder b), van de VKV.

330

13.1.2   (-) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto directe deelnemingen

Artikel 59 van de VKV

Krachtens artikel 59, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

340

13.2   Indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 114, en de artikelen 58 en 59 van de VKV

350

13.2.1   Bruto indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 114, en de artikelen 58 en 59 van de VKV

Het te rapporteren bedrag is het indirect bezit in de handelsportefeuille van de kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector in de vorm van bezit van indexeffecten. Het wordt verkregen door de onderliggende blootstelling met betrekking tot de in die indices vervatte kapitaalinstrumenten van de entiteiten uit de financiële sector te berekenen.

Bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 56, onder b), van de VKV wordt buiten beschouwing gelaten.

360

13.2.2   Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto indirecte deelnemingen

Artikel 4, lid 1, punt 114, en artikel 59 van de VKV

Krachtens artikel 59, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

361

13.3   Synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 58 en 59 van de VKV

362

13.3.1   Bruto synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 58 en 59 van de VKV

363

13.3.2   (-) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde indirecte synthetisch bezit

Artikel 4, lid 1, punt 126, en artikel 59 van de VKV

370

14.   Bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, na aftrek van shortposities

De artikelen 68 tot en met 70 van de VKV

380

14.1   Direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

De artikelen 68 en 69, en artikel 70, lid 2, van de VKV

390

14.1.1   Bruto direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 68 en artikel 70, lid 2, van de VKV

Direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, exclusief:

a)

de voor minder dan vijf dagen ingenomen overnemingsposities; en

b)

bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 66, onder b), van de VKV.

400

14.1.2   (-) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto directe deelnemingen

Artikel 69 van de VKV

Krachtens artikel 69, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

410

14.2   Indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 114, en de artikelen 68 en 69 van de VKV

420

14.2.1   Bruto indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 114, en de artikelen 68 en 69 van de VKV

Het te rapporteren bedrag is het indirect bezit in de handelsportefeuille van de kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector in de vorm van bezit van indexeffecten. Het wordt verkregen door de onderliggende blootstelling met betrekking tot de in die indices vervatte kapitaalinstrumenten van de entiteiten uit de financiële sector te berekenen.

Bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 66, onder b), van de VKV wordt buiten beschouwing gelaten.

430

14.2.2   Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto indirecte deelnemingen

Artikel 4, lid 1, punt 114, en artikel 69 van de VKV

Krachtens artikel 69, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

431

14.3   Synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 68 en 69 van de VKV

432

14.3.1   Bruto synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 68 en 69 van de VKV

433

14.3.2   (-) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde indirecte synthetisch bezit

Artikel 4, lid 1, punt 126, en artikel 69 van de VKV

440

15   Bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, na aftrek van shortposities

De artikelen 44, 45, 47 en 49 van de VKV

450

15.1   Direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

De artikelen 44, 45, 47 en 49 van de VKV

460

15.1.1   Bruto direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

De artikelen 44, 45, 47 en 49 van de VKV

Direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, exclusief:

a)

de voor minder dan vijf dagen ingenomen overnemingsposities;

b)

de bedragen die zijn gerelateerd aan de deelnemingen ten aanzien waarvan een van de alternatieven in artikel 49 wordt toegepast; en

c)

deelnemingen die worden behandeld als wederzijdse deelnemingen overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder g), van de VKV.

470

15.1.2   (-) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto directe deelnemingen

Artikel 45 van de VKV

Krachtens artikel 45, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

480

15.2   Indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 114, en de artikelen 44 en 45 van de VKV

490

15.2.1   Bruto indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 114, en de artikelen 44 en 45 van de VKV

Het te rapporteren bedrag is het indirect bezit in de handelsportefeuille van de kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector in de vorm van bezit van indexeffecten. Het wordt verkregen door de onderliggende blootstelling met betrekking tot de in die indices vervatte kapitaalinstrumenten van de entiteiten uit de financiële sector te berekenen.

Bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder g), van de VKV wordt buiten beschouwing gelaten.

500

15.2.2   (-) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto indirecte bezit

Artikel 4, lid 1, punt 114, en artikel 45 van de VKV

Krachtens artikel 45, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

501

15.3   Synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 44 en 45 van de VKV

502

15.3.1   Bruto synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 44 en 45 van de VKV

503

15.3.2   (-) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde indirecte synthetisch bezit

Artikel 4, lid 1, punt 126, en artikel 45 van de VKV

510

16   Bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, na aftrek van shortposities

De artikelen 58 en 59 van de VKV

520

16.1   Direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

De artikelen 58 en 59 van de VKV

530

16.1.1   Bruto direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 58 van de VKV

Direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, exclusief:

a)

de voor vijf werkdagen of minder ingenomen overnemingsposities (artikel 56, onder d)); en

b)

bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 56, onder b), van de VKV.

540

16.1.2   (-) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto directe deelnemingen

Artikel 59 van de VKV

Krachtens artikel 59, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

550

16.2   Indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 114, en de artikelen 58 en 59 van de VKV

560

16.2.1   Bruto indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, en de artikelen 114, 58 en 59 van de VKV

Het te rapporteren bedrag is het indirect bezit in de handelsportefeuille van de kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector in de vorm van bezit van indexeffecten. Het wordt verkregen door de onderliggende blootstelling met betrekking tot de in die indices vervatte kapitaalinstrumenten van de entiteiten uit de financiële sector te berekenen.

Bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 56, onder b), van de VKV wordt buiten beschouwing gelaten.

570

16.2.2   Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto indirecte deelnemingen

Artikel 4, lid 1, punt 114, en artikel 59 van de VKV

Krachtens artikel 59, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

571

16.3   Synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 58 en 59 van de VKV

572

16.3.1   Bruto synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 58 en 59 van de VKV

573

16.3.2   (-) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde indirecte synthetisch bezit

Artikel 4, lid 1, punt 126, en artikel 59 van de VKV

580

17   Bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, na aftrek van shortposities

De artikelen 68 en 69 van de VKV

590

17.1   Direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

De artikelen 68 en 69 van de VKV

600

17.1.1   Bruto direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 68 van de VKV

Direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, exclusief:

a)

de voor vijf werkdagen of minder ingenomen overnemingsposities (artikel 66, onder d)); en

b)

bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 66, onder b), van de VKV.

610

17.1.2   (-) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto directe deelnemingen

Artikel 69 van de VKV

Krachtens artikel 69, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

620

17.2   Indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 114, en de artikelen 68 en 69 van de VKV

630

17.2.1   Bruto indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 114, en de artikelen 68 en 69 van de VKV

Het te rapporteren bedrag is het indirect bezit in de handelsportefeuille van de kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector in de vorm van bezit van indexeffecten. Het wordt verkregen door de onderliggende blootstelling met betrekking tot de in die indices vervatte kapitaalinstrumenten van de entiteiten uit de financiële sector te berekenen.

Bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 66, onder b), van de VKV wordt buiten beschouwing gelaten.

640

17.2.2   Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto indirecte deelnemingen

Artikel 4, lid 1, punt 114, en artikel 69 van de VKV

Krachtens artikel 69, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

641

17.3   Synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 68 en 69 van de VKV

642

17.3.1   Bruto synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 68 en 69 van de VKV

643

17.3.2   (-) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde indirecte synthetisch bezit

Artikel 4, lid 1, punt 126, en artikel 69 van de VKV

650

18   Risicogewogen posten van bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector die niet van het tier 1-kernkapitaal van de instelling worden afgetrokken

Artikel 46, lid 4, van de VKV

660

19   Risicogewogen posten van bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector die niet van het aanvullend-tier 1-kapitaal van de instelling worden afgetrokken

Artikel 60, lid 4, van de VKV

670

20   Risicogewogen posten van bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector die niet van het tier 2-kapitaal van de instelling worden afgetrokken

Artikel 70, lid 4, van de VKV

680

21   Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 79 van de VKV

Een bevoegde autoriteit kan een tijdelijke ontheffing verlenen van de bepalingen inzake de aftrek van tier 1-kernkapitaal vanwege het bezit van instrumenten van een bepaalde entiteit uit de financiële sector, als zij van oordeel is dat dit bezit bedoeld is voor een financiëlebijstandoperatie om die entiteit te saneren en te redden.

Opgemerkt zij dat deze instrumenten ook onder post 12.1 vermeld moeten worden.

690

22   Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 79 van de VKV

Een bevoegde autoriteit kan een tijdelijke ontheffing verlenen van de bepalingen inzake de aftrek van tier 1-kernkapitaal vanwege het bezit van instrumenten van een bepaalde entiteit uit de financiële sector, als zij van oordeel is dat dit bezit bedoeld is voor een financiëlebijstandoperatie om die entiteit te saneren en te redden.

Opgemerkt zij dat deze instrumenten ook onder post 15.1 vermeld moeten worden.

700

23   Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van aanvullend-tier 1-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 79 van de VKV

Een bevoegde autoriteit kan een tijdelijke ontheffing verlenen van de bepalingen inzake de aftrek van aanvullend-tier 1-kapitaal vanwege het bezit van instrumenten van een bepaalde entiteit uit de financiële sector, als zij van oordeel is dat dit bezit bedoeld is voor een financiëlebijstandoperatie om die entiteit te saneren en te redden.

Opgemerkt zij dat deze instrumenten ook onder post 13.1 vermeld moeten worden.

710

24   Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van aanvullend-tier 1-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 79 van de VKV

Een bevoegde autoriteit kan een tijdelijke ontheffing verlenen van de bepalingen inzake de aftrek van aanvullend-tier 1-kapitaal vanwege het bezit van instrumenten van een bepaalde entiteit uit de financiële sector, als zij van oordeel is dat dit bezit bedoeld is voor een financiëlebijstandoperatie om die entiteit te saneren en te redden.

Opgemerkt zij dat deze instrumenten ook onder post 16.1 vermeld moeten worden.

720

25   Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 2-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 79 van de VKV

Een bevoegde autoriteit kan een tijdelijke ontheffing verlenen van de bepalingen inzake de aftrek van tier 2-kapitaal vanwege het bezit van instrumenten van een bepaalde entiteit uit de financiële sector, als zij van oordeel is dat dit bezit bedoeld is voor een financiëlebijstandoperatie om die entiteit te saneren en te redden.

Opgemerkt zij dat deze instrumenten ook onder post 14.1 vermeld moeten worden.

730

26   Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 2-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 79 van de VKV

Een bevoegde autoriteit kan een tijdelijke ontheffing verlenen van de bepalingen inzake de aftrek van tier 2-kapitaal vanwege het bezit van instrumenten van een bepaalde entiteit uit de financiële sector, als zij van oordeel is dat dit bezit bedoeld is voor een financiëlebijstandoperatie om die entiteit te saneren en te redden.

Opgemerkt zij dat deze instrumenten ook onder post 17.1 vermeld moeten worden.

740

27   Gecombineerd buffervereiste

Artikel 128, lid 1, punt 6, van de CRD

750

Kapitaalconserveringsbuffer

Artikel 128, lid 1, punt 1, en artikel 129 van de CRD

Overeenkomstig artikel 129, lid 1, van de CRD is de kapitaalconserveringsbuffer een aanvullend bedrag aan tier 1-kernkapitaal. Gezien het feit dat de kapitaalconserveringsbuffer stabiel op 2,5 % is gesteld, wordt in deze cel een bedrag ingevuld.

760

Conserveringsbuffer als gevolg van macroprudentieel of systeemrisico onderkend op het niveau van een lidstaat

Artikel 458, lid 2, onder d), iv), van de VKV

In deze cel wordt het bedrag vermeld van de conserveringsbuffer die overeenkomstig artikel 458 van de VKV in aanvulling op de kapitaalconserveringsbuffer kan worden verlangd als gevolg van een op het niveau van een lidstaat onderkend macroprudentieel of systeemrisico.

770

Instellingsspecifieke contracyclische kapitaalbuffer

Artikel 128, lid 1, punt 2, en de artikelen 130 en 135 tot en met 140 van de CRD

780

Systeemrisicobuffer

Artikel 128, lid 1, punt 5, en de artikelen 133 en 134 van de CRD

790

Buffer van systeemrelevante instellingen

Artikel 131 van de CRD

De instellingen rapporteren het bedrag van de op geconsolideerde basis toepasselijke buffer van systeemrelevante instellingen.

800

Buffer van mondiaal systeemrelevante instellingen

Artikel 128, lid 3, punt 1, en artikel 131 van de CRD

810

Buffer van andere systeemrelevante instellingen

Artikel 128, lid 4, punt 1, en artikel 131 van de CRD

820

28   Eigenvermogensvereisten in verband met aanpassingen uit hoofde van Pijler II

Artikel 104, lid 2, van de CRD

Indien een bevoegde autoriteit van mening is dat een instelling in verband met Pijler II additionele eigenvermogensvereisten moet berekenen, worden die additionele eigenvermogensvereisten in deze cel gerapporteerd.

830

29   Aanvangskapitaal

De artikelen 12 en 28 tot en met 31 van de CRD en artikel 93 van de VKV

840

30   Eigen vermogen op basis van vaste kosten

Artikel 96, lid 2, onder b), artikel 97 en artikel 98, lid 1, onder a), van de VKV

850

31   Niet-binnenlandse oorspronkelijke blootstellingen

De gegevens die nodig zijn voor de berekening van de rapportagedrempel in de CR GB-template overeenkomstig artikel 5, onder a), punt 4) van de ITS. De drempel wordt berekend op basis van de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van de omrekeningsfactor.

Blootstellingen zijn binnenlands als zij betrekking hebben op een tegenpartij in de lidstaat waar de instelling is gevestigd.

860

32   Totale oorspronkelijke blootstellingen

De gegevens die nodig zijn voor de berekening van de rapportagedrempel in de CR GB-template overeenkomstig artikel 5, onder a), punt 4) van de ITS. De drempel wordt berekend op basis van de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van de omrekeningsfactor.

Blootstellingen zijn binnenlands als zij betrekking hebben op een tegenpartij in de lidstaat waar de instelling is gevestigd.

870

Aanpassingen aan het totale eigen vermogen

Artikel 500, lid 4, van de VKV.

880

Eigen vermogen volledig aangepast voor de Bazel I-ondergrens

Artikel 500, lid 1, punt b) en lid 4 van de VKV

890

Eigenvermogensvereisten voor de Bazel I-ondergrens

Artikel 500, lid 1, punt b) van de VKV

900

Eigenvermogensvereisten voor de Bazel I-ondergrens - SA-alternatief

Artikel 500, leden 2 en 3, van de VKV

1.6.   OVERGANGSBEPALINGEN EN INSTRUMENTEN WAAROP GRANDFATHERINGBEPALINGEN VAN TOEPASSING ZIJN: INSTRUMENTEN DIE GEEN STAATSSTEUNINSTRUMENTEN ZIJN (CA 5)

1.6.1.   Algemene opmerkingen

15.

CA5 geeft een overzicht van de berekening van onderdelen en aftrekkingen van eigen vermogen uit hoofde van de overgangsbepalingen zoals vastgelegd in de artikelen 465 tot en met 491 van de VKV.

16.

CA5 heeft de volgende structuur:

a.

Template 5.1 omvat een overzicht van de totale aanpassingen van de verschillende eigenvermogensbestanddelen (gerapporteerd in CA1 overeenkomstig de definitieve bepalingen) die voortvloeien uit toepassing van de overgangsbepalingen. De onderdelen van deze tabel worden gepresenteerd als „aanpassingen” van de verschillende kapitaalbestanddelen in CA1 teneinde het effect van de overgangsbepalingen op de eigenvermogensbestanddelen weer te geven.

b.

Template 5.2 omvat nadere gegevens over de berekening van instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn en die geen staatssteuninstrumenten zijn.

17.

In de eerste vier kolommen rapporteren de instellingen de aanpassingen van het tier 1-kernkapitaal, aanvullend-tier 1-kapitaal en tier 2-kapitaal alsmede het als risicogewogen actiefposten te behandelen bedrag. De instellingen zijn ook verplicht om in kolom 050 het toepasselijke percentage in te vullen, en in kolom 060 het in aanmerking komende bedrag zonder toepassing van de overgangsbepalingen.

18.

De instellingen rapporteren uitsluitend onderdelen in CA5 gedurende de periode waarin overeenkomstig deel 10 van de VKV overgangsbepalingen van toepassing zijn.

19.

Onder sommige overgangsbepalingen is een aftrekking van tier 1-kapitaal vereist. Is dit het geval, en is het aanvullend-tier 1-kapitaal ontoereikend om het resterende bedrag van de aftrekking(en) te verwerken, dan wordt het meerdere afgetrokken van het tier 1-kernkapitaal.

1.6.2.   C 05.01 — Overgangsbepalingen (CA5.1)

20.

De instellingen rapporteren in tabel 5.1 de overgangsbepalingen voor eigenvermogensbestanddelen zoals vastgelegd in de artikelen 465 tot en met 491 van de VKV, vergeleken met toepassing van de definitieve bepalingen zoals vastgelegd in deel 2, titel II, van de VKV.

21.

De instellingen rapporteren in de rijen 020 tot en met 060 gegevens met betrekking tot de overgangsbepalingen voor instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn. De in de kolommen 010 tot en met 030 van rij 060 van CA 5.1 te rapporteren cijfers kunnen worden afgeleid van de desbetreffende onderdelen van CA 5.2.

22.

De instellingen rapporteren in de rijen 070 tot en met 092 gegevens met betrekking tot de overgangsbepalingen voor minderheidsbelangen en door dochterondernemingen uitgegeven aanvullend-tier 1-instrumenten en tier-2-instrumenten (overeenkomstig de artikelen 479 en 480 van de VKV).

23.

De instellingen rapporteren in de rijen vanaf 100 gegevens met betrekking tot de overgangsbepalingen voor niet-gerealiseerde winsten en verliezen, aftrekkingen alsmede additionele filters en aftrekkingen.

24.

Er zijn gevallen mogelijk waarin de krachtens de overgangsbepalingen verrichte aftrekkingen van tier 1-kernkapitaal, aanvullend-tier 1-kapitaal of tier 2-kapitaal het bedrag van het tier 1-kernkapitaal, aanvullend-tier 1-kapitaal of tier 2-kapitaal van een instelling overschrijden. Dit effect dient, als het voortvloeit uit overgangsbepalingen, in de desbetreffende cellen van de CA1-template tot uiting te komen. In de aanpassingen in de kolommen van de CA5-template zijn eventuele overloopeffecten die optreden als het beschikbare kapitaal ontoereikend is, derhalve niet verwerkt.

1.6.2.1.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

010

Aanpassingen van tier 1-kernkapitaal

020

Aanpassingen van aanvullend-tier 1-kapitaal

030

Aanpassingen van tier 2-kapitaal

040

Aanpassingen verwerkt in risicogewogen actiefposten

Kolom 050 bevat het desbetreffende resterende bedrag, d.w.z. vóór toepassing van de bepalingen van deel 3, hoofdstukken 2 of 3, van de VKV.

De kolommen 010 tot en met 030 zijn rechtstreeks gekoppeld aan de CA1-template, maar de aanpassingen in de risicogewogen actiefposten zijn niet rechtstreeks gekoppeld aan de desbetreffende templates voor kredietrisico. Eventuele aanpassingen in de risicogewogen actiefposten die voortvloeien uit de overgangsbepalingen worden rechtstreeks opgenomen in de CR SA, CR IRB of CR EQU IRB. Daarnaast moeten deze effecten ook worden gerapporteerd in kolom 040 van CA5.1. Het gaat daarom uitsluitend om pro-memorieposten.

050

Toepasselijk percentage

060

In aanmerking komend bedrag zonder toepassing van overgangsbepalingen

Kolom 060 bevat het bedrag van elk instrument vóór toepassing van overgangsbepalingen, d.w.z. het basisbedrag voor berekening van de aanpassingen.


Rijen

010

1.   Totale aanpassingen

Deze rij geeft het algehele effect weer van de aanpassingen onder de overgangsbepalingen voor de verschillende soorten kapitaal, plus de uit die aanpassingen voortvloeiende risicogewogen posten.

020

1.1   Instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

De artikelen 483 tot en met 491 van de VKV

Deze rij geeft het algehele effect weer van instrumenten waarvoor tijdens de overgangsperiode grandfatheringbepalingen van toepassing zijn, voor de verschillende soorten kapitaal.

030

1.1.1   Instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn: Instrumenten die staatssteun behelzen

Artikel 483 van de VKV

040

1.1.1.1   Instrumenten die overeenkomstig Richtlijn 2006/48/EG als eigen vermogen in aanmerking genomen konden worden

Artikel 483, leden 1, 2, 4 en 6, van de VKV

050

1.1.1.2   Instrumenten uitgegeven door instellingen die hun statutaire zetel hebben in een lidstaat die aan een economisch aanpassingsprogramma onderworpen is

Artikel 483, leden 1, 3, 5, 7 en 8, van de VKV

060

1.1.2   Instrumenten die geen staatssteun behelzen

De te rapporteren bedragen worden ontleend aan kolom 060 van tabel CA 5.2.

070

1.2   Minderheidsbelangen en daaraan gelijk te stellen posten

De artikelen 479 en 480 van de VKV

Deze rij geeft het effect weer van overgangsbepalingen op minderheidsbelangen die in aanmerking komen als tier 1-kernkapitaal, de gekwalificeerde tier 1-instrumenten die in aanmerking komen als geconsolideerd aanvullend-tier 1-kapitaal en het gekwalificeerde eigen vermogen dat in aanmerking komt als geconsolideerd tier 2-kapitaal.

080

1.2.1   Niet als minderheidsbelang aangemerkte kapitaalinstrumenten en posten

Artikel 479 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag is het bedrag dat overeenkomstig eerdere regelgeving als geconsolideerde reserve wordt aangemerkt.

090

1.2.2   Opneming van minderheidsbelangen in het geconsolideerde eigen vermogen onder de overgangsbepalingen

De artikelen 84 en 480 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag is het in aanmerking komend bedrag zonder de overgangsbepalingen.

091

1.2.3   Opneming in het geconsolideerde eigen vermogen van in aanmerking komend aanvullend-tier 1-kapitaal onder de overgangsbepalingen

De artikelen 85 en 480 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag is het in aanmerking komend bedrag zonder de overgangsbepalingen.

092

1.2.4   Opneming in het geconsolideerde eigen vermogen van in aanmerking komend aanvullend-tier 2-kapitaal onder de overgangsbepalingen

De artikelen 87 en 480 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag is het in aanmerking komend bedrag zonder de overgangsbepalingen.

100

1.3   Andere aanpassingen onder de overgangsbepalingen

De artikelen 467 tot en met 478 en artikel 481 van de VKV

Deze rij geeft het algehele effect weer van de aanpassingen onder de overgangsbepalingen op de aftrekking voor de verschillende soorten kapitaal, niet-gerealiseerde winsten en verliezen, aanvullende filters en aftrekkingen plus de uit die aanpassingen voortvloeiende risicogewogen posten.

110

1.3.1   Niet-gerealiseerde winsten en verliezen

De artikelen 467 en 468 van de VKV

Deze rij geeft het algehele effect weer van de overgangsbepalingen op tegen reële waarde gemeten niet-gerealiseerde winsten en verliezen.

120

1.3.1.1   Niet-gerealiseerde winsten

Artikel 468, lid 1, van de VKV

130

1.3.1.2   Niet-gerealiseerde verliezen

Artikel 467, lid 1, van de VKV

133

1.3.1.3   Niet-gerealiseerde winsten op blootstellingen met betrekking tot centrale overheden, ingedeeld in de categorie „beschikbaar voor verkoop” van de bij EU-wetgeving bevestigde IAS39

Artikel 468 van de VKV

136

1.3.1.4   Niet-gerealiseerd verlies op blootstellingen met betrekking tot centrale overheden, ingedeeld in de categorie „beschikbaar voor verkoop” van de bij EU-wetgeving bevestigde IAS39

Artikel 467 van de VKV

138

1.3.1.5   Tegen reële waarde gewaardeerde winsten en verliezen die voortvloeien uit het eigen kredietrisico van de instelling in verband met afgeleide verplichtingen.

Artikel 468 van de VKV

140

1.3.2   Aftrekkingen

Artikel 36, lid 1, en de artikelen 469 tot en met 478 van de VKV

Deze rij geeft het algehele effect van de overgangsbepalingen op aftrekkingen weer.

150

1.3.2.1.   Het verlies van het lopende boekjaar

Artikel 36, lid 1, onder a), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 3, en artikel 478 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag is de oorspronkelijke aftrekking overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder a), van de VKV.

Voor zover ondernemingen uitsluitend substantiële verliezen hoeven af te trekken:

wordt bij een „substantieel” tussentijds netto totaalverlies het volledige restbedrag afgetrokken van tier 1, of

wordt bij een niet „substantieel” tussentijds netto totaalverlies geen restbedrag afgetrokken.

160

1.3.2.2.   Immateriële activa

Artikel 36, lid 1, onder b), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 4, en artikel 478 van de VKV

Bij het bepalen van het bedrag aan immateriële activa dat moet worden afgetrokken houden de instellingen rekening met de bepalingen van artikel 37 van de VKV.

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag is de oorspronkelijke aftrekking overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder b), van de VKV.

170

1.3.2.3.   Uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen

Artikel 36, lid 1, onder c), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 5, en artikel 478 van de VKV

Bij het vaststellen van het bedrag van de bovenvermelde uitgestelde belastingvorderingen dat moet worden afgetrokken houden de instellingen rekening met de bepalingen van artikel 38 van de VKV met betrekking tot vermindering van de uitgestelde belastingvorderingen met uitgestelde belastingverplichtingen.

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Totaal bedrag overeenkomstig artikel 469, lid 1, onder c), van de VKV

180

1.3.2.4.   IRB-gerelateerd tekort aan voorzieningen voor verwachte verliezen

Artikel 36, lid 1, onder d), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 6, en artikel 478 van de VKV

Bij het vaststellen van het bedrag van het bovengenoemde IBR-gerelateerde tekort aan voorzieningen voor verwachte verliezen dat moet worden afgetrokken houden de instellingen rekening met de bepalingen van artikel 40 van de VKV.

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 36, lid 1, onder d), van de VKV

190

1.3.2.5.   Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds

Artikel 33, lid 1, onder e), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 7, en de artikelen 473 en 478 van de VKV

Bij het vaststellen van het bedrag van de bovengenoemde activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds dat moet worden afgetrokken houden de instellingen rekening met de bepalingen van artikel 41 van de VKV.

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 36, lid 1, onder e), van de VKV

194

1.3.2.5.*   waarvan: Invoering van in IAS 19 aangebrachte wijzigingen - positieve post

Artikel 473 van de VKV

198

1.3.2.5.**   waarvan: Invoering van in IAS 19 aangebrachte wijzigingen - negatieve post

Artikel 473 van de VKV

200

1.3.2.6.   Eigen instrumenten

Artikel 36, lid 1, onder f), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 8, en artikel 478 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 36, lid 1, onder f), van de VKV

210

1.3.2.6.1   Eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten

Artikel 36, lid 1, onder f), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 8, en artikel 478 van de VKV

Bij het vaststellen van het bedrag aan bovengenoemde tier 1-kernkapitaalinstrumenten dat moet worden afgetrokken houden de instellingen rekening met de bepalingen van artikel 42 van de VKV.

Gezien het feit dat de behandeling van het „resterende bedrag” afhankelijk is van de aard van het instrument, wordt bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten door de instellingen uitgesplitst naar „direct” en „indirect” bezit.

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 36, lid 1, onder f), van de VKV.

211

1.3.2.6.1**   waarvan: Direct bezit

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Het totale bedrag aan direct bezit, met inbegrip van instrumenten die een instelling mogelijk op grond van een bestaande of voorwaardelijke contractuele verplichting moet kopen, overeenkomstig artikel 469, lid 1, onder b), en artikel 472, lid 8, onder a), van de VKV.

212

1.3.2.6.1*   waarvan: Indirect bezit

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Het totale bedrag aan indirect bezit, met inbegrip van instrumenten die een instelling mogelijk op grond van een bestaande of voorwaardelijke contractuele verplichting moet kopen, overeenkomstig artikel 469, lid 1, onder b), en artikel 472, lid 8, onder b), van de VKV.

220

1.3.2.6.2   Eigen aanvullend-tier 1-instrumenten

Artikel 56, onder a), artikel 474, artikel 475, lid 2, en artikel 478 van de VKV

Bij het vaststellen van het bedrag aan bovengenoemd bezit dat moet worden afgetrokken, houden de instellingen rekening met de bepalingen van artikel 57 van de VKV.

Gezien het feit dat de behandeling van het „resterende bedrag” afhankelijk is van de aard van het instrument (artikel 475, lid 2, van de VKV), wordt bovengenoemd bezit door de instellingen uitgesplitst naar „direct” en „indirect” bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten.

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 56, onder a), van de VKV.

221

1.3.2.6.2**   waarvan: Direct bezit

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Het totale bedrag aan direct bezit, met inbegrip van instrumenten die een instelling mogelijk op grond van een bestaande of voorwaardelijke contractuele verplichting moet kopen, overeenkomstig artikel 474, onder b), en artikel 475, lid 2, onder a), van de VKV.

222

1.3.2.6.2*   waarvan: Indirect bezit

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Het totale bedrag aan indirect bezit, met inbegrip van instrumenten die een instelling mogelijk op grond van een bestaande of voorwaardelijke contractuele verplichting moet kopen, overeenkomstig artikel 474, onder b), en artikel 475, lid 2, onder b), van de VKV.

230

1.3.2.6.3   Eigen tier 2-instrumenten

Artikel 66, onder a), artikel 476, artikel 477, lid 2, en artikel 478 van de VKV

Bij het vaststellen van het bedrag van het bezit dat moet worden afgetrokken houden de instellingen rekening met de bepalingen van artikel 67 van de VKV.

Gezien het feit dat de behandeling van het „resterende bedrag” afhankelijk is van de aard van het instrument (artikel 477, lid 2, van de VKV), wordt bovengenoemd bezit door de instellingen uitgesplitst naar „direct” en „indirect” bezit van tier 2-instrumenten.

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 66, onder a), van de VKV.

231

waarvan: Direct bezit

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Het totale bedrag aan direct bezit, met inbegrip van instrumenten die een instelling mogelijk op grond van een bestaande of voorwaardelijke contractuele verplichting moet kopen, overeenkomstig artikel 476, onder b), en artikel 477, lid 2, onder a), van de VKV.

232

waarvan: Indirect bezit

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Het totale bedrag aan indirect bezit, met inbegrip van instrumenten die een instelling mogelijk op grond van een bestaande of voorwaardelijke contractuele verplichting moet kopen, overeenkomstig artikel 476, onder b), en artikel 477, lid 2, onder b), van de VKV.

240

1.3.2.7.   Wederzijdse deelnemingen

Gezien het feit dat de behandeling van het „resterende bedrag” afhankelijk is van de vraag of het bezit van tier 1-kernkapitaal, aanvullend-tier 1-kapitaal of tier 2-kapitaal in de entiteit uit de financiële sector als aanzienlijk moet worden beschouwd (artikel 472, lid 9, artikel 475, lid 3, en artikel 477, lid 3, van de VKV), worden wederzijdse deelnemingen door de instellingen uitgesplitst naar aanzienlijke en niet-aanzienlijke deelnemingen.

250

1.3.2.7.1   Wederzijdse deelnemingen in tier 1-kernkapitaal

Artikel 36, lid 1, onder g), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 9, en artikel 478 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 36, lid 1, onder g), van de VKV

260

1.3.2.7.1.1   Wederzijdse deelnemingen in tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 36, lid 1, onder g), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 9, onder a), en artikel 478 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Resterend bedrag overeenkomstig artikel 469, lid 1, onder b), van de VKV

270

1.3.2.7.1.2   Wederzijdse deelnemingen in tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 36, lid 1, onder g), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 9, onder b), en artikel 478 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Resterend bedrag overeenkomstig artikel 469, lid 1, onder b), van de VKV

280

1.3.2.7.2   Wederzijdse deelnemingen in aanvullend-tier 1-kapitaal

Artikel 56, onder b), artikel 474, artikel 475, lid 3, en artikel 478 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 56, onder b), van de VKV.

290

1.3.2.7.2.1   Wederzijdse deelnemingen in aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 56, onder b), artikel 474, artikel 475, lid 3, onder a), en artikel 478 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Resterend bedrag overeenkomstig artikel 475, lid 3, van de VKV

300

1.3.2.7.2.2   Wederzijdse deelnemingen in aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 56, onder b), artikel 474, artikel 475, lid 3, onder b), en artikel 478 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Resterend bedrag overeenkomstig artikel 475, lid 3, van de VKV

310

1.3.2.7.3   Wederzijdse deelnemingen in tier 2-kapitaal

Artikel 66, onder b), artikel 476, artikel 477, lid 3, en artikel 478 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 66, onder b), van de VKV.

320

1.3.2.7.3.1   Wederzijdse deelnemingen in tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 66, onder b), artikel 476, artikel 477, lid 3, onder a), en artikel 478 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Resterend bedrag overeenkomstig artikel 477, lid 3, van de VKV

330

1.3.2.7.3.2   Wederzijdse deelnemingen in tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 66, onder b), artikel 476, artikel 477, lid 3, onder b), en artikel 478 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Resterend bedrag overeenkomstig artikel 477, lid 3, van de VKV

340

1.3.2.8.

Eigenvermogensinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

350

1.3.2.8.1   Tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 36, lid 1, onder h), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 10, en artikel 478 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 36, lid 1, onder h), van de VKV

360

1.3.2.8.2   Aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 56, onder c), artikel 474, artikel 475, lid 4, en artikel 478 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 56, onder c), van de VKV.

370

1.3.2.8.3   Tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 66, onder c), artikel 476, artikel 477, lid 4, en artikel 478 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 66, onder c), van de VKV.

380

1.3.2.9   Uitgestelde belastingvorderingen die afhankelijk zijn van toekomstige winstgevendheid en voortvloeien uit tijdelijke verschillen en tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 470, leden 2 en 3, van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Artikel 470, lid 1, punt 1, van de VKV.

390

1.3.2.10

Eigenvermogensinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

400

1.3.2.10.1   Tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 36, lid 1, onder i), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 11, en artikel 478 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 36, lid 1, onder i), van de VKV

410

1.3.2.10.2   Aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 56, onder d), artikel 474, artikel 475, lid 4, en artikel 478 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 56, onder d), van de VKV.

420

1.3.2.10.2   Tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 66, onder d), artikel 476, artikel 477, lid 4, en artikel 478 van de VKV

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 66, onder d), van de VKV.

425

1.3.2.11   Vrijstelling van aftrek van deelnemingen in verzekeringsondernemingen van tier 1-kernkapitaalbestanddelen

Artikel 471 van de VKV

430

1.3.3   Additionele filters en aftrekkingen

Artikel 481 van de VKV

Deze rij geeft het algehele effect van de overgangsbepalingen op additionele filters en aftrekkingen weer.

25.

Overeenkomstig artikel 481 van de VKV rapporteren de instellingen onder post 1.3.3 informatie met betrekking tot de filters en aftrekkingen die moeten worden toegepast overeenkomstig de nationale omzettingsmaatregelen voor de artikelen 57 en 66 van Richtlijn 2006/48/EG en voor de artikelen 13 en 16 van Richtlijn 2006/49/EG, en die niet moeten worden toegepast overeenkomstig deel 2 van deze verordening.

1.6.3.   C 05.02 — Instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn: instrumenten die geen staatssteuninstrumenten zijn (CA5.2)

26.

De instellingen rapporteren gegevens verband houdend met de overgangsbepalingen van instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn en die geen staatssteuninstrumenten zijn (de artikelen 484 tot en met 491 van de VKV).

1.6.3.1.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

010

Bedrag van instrumenten plus daaraan gerelateerde agio

Artikel 484, leden 3, 4 en 5, van de VKV

Instrumenten die in aanmerking komen voor iedere desbetreffende rij, met inbegrip van de daaraan gerelateerde agio.

020

Grondslag voor berekening van de limiet

Artikel 486, leden 2, 3 en 4, van de VKV

030

Toepasselijk percentage

Artikel 486, lid 5, van de VKV.

040

Limiet

Artikel 486, leden 2, 4 en 5, van de VKV

050

(-) Bedrag waarmee de limiet voor grandfathering wordt overschreden

Artikel 486, leden 2, 4 en 5, van de VKV

060

Totale bedrag waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

Het te rapporteren bedrag is gelijk aan de in de desbetreffende kolommen van rij 060 van CA 5.1. gerapporteerde bedragen.


Rijen

010

1.   Instrumenten die in aanmerking kwamen voor artikel 57, onder a), van Richtlijn 2006/48/EG

Artikel 484, lid 3, van de VKV

In het te rapporteren bedrag dienen de gerelateerde agioreserves te worden verwerkt.

020

2.   Instrumenten die aanmerking kwamen voor artikel 57, onder ca), en artikel 154, leden 8 en 9, van 2006/48/EG, behoudens de in artikel 489 bepaalde limiet

Artikel 484, lid 4, van de VKV

030

2.1   Totaal van instrumenten zonder mogelijkheid van vervroegde aflossing of aflossingsprikkel

Artikel 489 van de VKV

In het te rapporteren bedrag dienen de gerelateerde agioreserves te worden verwerkt.

040

2.2   Instrumenten met mogelijkheid van vervroegde aflossing en aflossingsprikkel waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

Artikel 489 van de VKV

050

2.2.1   Instrumenten met mogelijkheid van vervroegde aflossing die na de verslagdatum mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag voldoen aan de voorwaarden van artikel 49 van de VKV

Artikel 489, lid 3, en artikel 491, onder a), van de VKV

In het te rapporteren bedrag dienen de gerelateerde agioreserves te worden verwerkt.

060

2.2.2   Instrumenten met mogelijkheid van vervroegde aflossing die na de verslagdatum mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 49 van de VKV

Artikel 489, lid 5, en artikel 491, onder a), van de VKV

In het te rapporteren bedrag dienen de gerelateerde agioreserves te worden verwerkt.

070

2.2.3   Instrumenten met mogelijkheid van vervroegde aflossing die vóór of op 20 juli 2011 mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 49 van de VKV

Artikel 489, lid 6, en artikel 491, onder c), van de VKV

In het te rapporteren bedrag dienen de gerelateerde agioreserves te worden verwerkt.

080

2.3   Overschrijding van de limiet voor tier 1-kernkapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

Artikel 487, lid 1, van de VKV

Het kapitaal waarmee de limiet voor tier 1-kernkapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn wordt overschreden, mag worden behandeld als instrumenten die krachtens grandfatheringbepalingen als aanvullend-tier 1-instrumenten kunnen worden aangemerkt.

090

3.   Instrumenten die aanmerking kwamen voor artikel 57, onder e), f), g) of h), van 2006/48/EG, behoudens de in artikel 490 bepaalde limiet

Artikel 484, lid 5, van de VKV

100

3.1   Totaal van bestanddelen zonder aflossingsprikkel

Artikel 490 van de VKV

110

3.2   Bestanddelen met een aflossingsprikkel waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

Artikel 490 van de VKV

120

3.2.1   Instrumenten met mogelijkheid van vervroegde aflossing die na de verslagdatum mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag voldoen aan de voorwaarden van artikel 63 van de VKV

Artikel 490, lid 3, en artikel 491, onder a), van de VKV

In het te rapporteren bedrag dienen de gerelateerde agioreserves te worden verwerkt.

130

3.2.2   Instrumenten met mogelijkheid van vervroegde aflossing die na de verslagdatum mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 63 van de VKV

Artikel 490, lid 5, en artikel 491, onder a), van de VKV

In het te rapporteren bedrag dienen de gerelateerde agioreserves te worden verwerkt.

140

3.2.3   Instrumenten met mogelijkheid van vervroegde aflossing die vóór of op 20 juli 2011 mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 63 van de VKV

Artikel 490, lid 6, en artikel 491, onder c), van de VKV

In het te rapporteren bedrag dienen de gerelateerde agioreserves te worden verwerkt.

150

3.3   Overschrijding van de limiet voor aanvullend-tier 1-instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

Artikel 487, lid 2, van de VKV

Het kapitaal waarmee de limiet voor aanvullend-tier 1-instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn wordt overschreden, mag worden behandeld als instrumenten die krachtens grandfatheringbepalingen als tier 2-instrumenten kunnen worden aangemerkt.

2.   SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN (GS)

2.1.   ALGEMENE OPMERKINGEN

27.

De templates C 06.01 en C 06.02 worden gerapporteerd als de eigenvermogensvereisten op een geconsolideerde basis worden berekend. Deze template bestaat uit vier delen waarmee wordt beoogd uiteenlopende informatie te verzamelen over alle afzonderlijke entiteiten (met inbegrip van de rapporterende instelling) die onder de consolidatie vallen.

a)

Entiteiten die onder de consolidatie vallen;

b)

Gedetailleerde solvabiliteitsgegevens over de groep;

c)

Informatie over de bijdrage van afzonderlijke entiteiten aan de solvabiliteit van de groep;

d)

Informatie over kapitaalbuffers;

28.

Instellingen waaraan een ontheffing is verleend overeenkomstig artikel 7 van de VKV rapporteren uitsluitend de kolommen 010 tot en met 060 en 250 tot en met 400.

2.2.   GEDETAILLEERDE SOLVABILITEITSGEGEVENS OVER DE GROEP

29.

Het tweede gedeelte van deze template (gedetailleerde solvabiliteitsgegevens voor de groep), kolommen 070 tot en met 210, is bedoeld om informatie te verzamelen over kredietinstellingen en andere gereglementeerde financiële instellingen die feitelijk, en elk afzonderlijk, onderworpen zijn aan specifieke solvabiliteitvereisten. Het voorziet voor elk van de entiteiten die onder de rapportage vallen in de eigenvermogensvereisten per risicocategorie en het eigen vermogen voor solvabiliteitsdoeleinden.

30.

In het geval van proportionele consolidatie van deelnemingen geven de cijfers voor de eigenvermogensvereisten en eigen vermogen de respectieve proportionele bedragen weer.

2.3.   INFORMATIE OVER DE BIJDRAGEN VAN AFZONDERLIJKE ENTITEITEN AAN DE SOLVABILITEIT VAN DE GROEP

31.

Met het derde gedeelte van deze template (informatie over de bijdragen van alle entiteiten die in het kader van de VKV onder de consolidatie vallen aan de solvabiliteit van de groep, met inbegrip van entiteiten die afzonderlijk niet aan specifieke solvabiliteitsvereisten zijn onderworpen), in de kolommen 250 tot en met 400, wordt beoogd vast te stellen welke entiteiten binnen de groep de risico’s veroorzaken en eigen vermogen vanuit de markt genereren, op basis van gegevens die direct verkrijgbaar zijn of eenvoudig opnieuw kunnen worden verwerkt, zonder de kapitaalratio op individuele of gesubconsolideerde basis te hoeven reconstrueren. Op entiteitsniveau zijn zowel risico als eigenvermogenscijfers bijdragen aan de groepscijfers en geen onderdelen van een solvabiliteitsratio op individuele basis, en moeten ze derhalve niet met elkaar worden vergeleken.

32.

Het derde deel omvat ook de bedragen van minderheidsbelangen, gekwalificeerd aanvullend-tier 1-kapitaal en gekwalificeerd tier 2-kapitaal in het geconsolideerde eigen vermogen.

33.

Aangezien in dit derde deel van de template naar „bijdragen” wordt verwezen wijken de hier te rapporteren cijfers voor zover van toepassing af van de cijfers in de kolommen die verwijzen naar gedetailleerde gegevens over de groepssolvabiliteit.

34.

Als algemeen uitgangspunt worden de wederzijdse blootstellingen binnen dezelfde groep op homogene wijze tegen elkaar weggestreept, zowel wat betreft risico’s als eigen vermogen, teneinde de in de geconsolideerde CA-template van de groep gerapporteerde bedragen te dekken door de bedragen toe te voegen die voor elke entiteit in de template voor „solvabiliteit van de groep” worden gerapporteerd. In gevallen waarin de drempel van 1 % niet wordt overschreden kan geen rechtstreekse koppeling met de CA-template worden aangebracht.

35.

De instellingen bepalen de meest geëigende methode voor het uitsplitsen van entiteiten met het oog op eventuele diversificatie-effecten voor marktrisico en operationeel risico.

36.

Het is mogelijk dat de ene geconsolideerde groep wordt opgenomen binnen een andere geconsolideerde groep. Dit betekent dat de entiteiten binnen een subgroep per entiteit in de GS van de hele groep worden gerapporteerd, ook al is de subgroep zelf aan rapportagevereisten onderworpen. Als de subgroep aan rapportagevereisten onderworpen is, rapporteert hij eveneens de GS-template per entiteit, hoewel deze gegevens in de GS-template van een hogere geconsolideerde groep zijn opgenomen.

37.

Een instelling rapporteert de gegevens over de bijdrage van een entiteit als die bijdrage aan het totale risico hoger is dan 1 % van de totale risicoposten van de groep of wanneer die bijdrage aan het totale eigen vermogen hoger is dan 1 % van het totale eigen vermogen van de groep. Deze drempel is niet van toepassing op dochterondernemingen of subgroepen die voorzien in eigen vermogen (in de vorm van minderheidsbelangen of gekwalificeerde aanvullend-tier 1- of tier 2-instrumenten) voor de groep.

2.4.   C 06.01 — SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN - TOTAAL (GS-TOTAAL)

Kolommen

Instructies

250-400

ENTITEITEN DIE IN DE CONSOLIDATIE ZIJN BETROKKEN

Zie de instructies voor C 06.02

410-480

KAPITAALBUFFERS

Zie de instructies voor C 06.02


Rijen

Instructies

010

TOTAAL

Het totaal is de som van de waarden die in alle rijen van template C 06.02 zijn gerapporteerd.

2.5.   C 06.02 — SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN (GS)

Kolommen

Instructies

010-060

ENTITEITEN DIE IN DE CONSOLIDATIE ZIJN BETROKKEN

Deze template is bedoeld om informatie te verzamelen over iedere afzonderlijke entiteit die in de consolidatie is opgenomen overeenkomstig deel 1, titel II, hoofdstuk 2, van de VKV.

010

NAAM

Naam van de entiteit die in de consolidatie is opgenomen.

020

CODE

Deze code is een identificatiecode van een rij en is uniek voor elke rij in de tabel.

De code die is toegewezen aan de entiteit die in de consolidatie is opgenomen.

De feitelijke samenstelling van de code is afhankelijk van het nationale rapportagesysteem.

025

LEI-CODE

LEI-code staat voor identificatiecode juridische entiteit, een door de Raad voor financiële stabiliteit (FSB) voorgestelde en door de G20 goedgekeurde code om partijen bij financiële transacties wereldwijd op unieke wijze te identificeren.

Totdat het mondiale LEI-systeem volledig operationeel is, worden voorlopige LEI-codes aan tegenpartijen toegewezen door een Local Operational Unit die door het Regulatory Oversight Committee is erkend (ROC, gedetailleerde informatie is te vinden op de volgende website: www.leiroc.org)).

Indien voor een bepaalde tegenpartij een identificatiecode juridische entiteit (LEI-code) bestaat, wordt zij gebruikt om die tegenpartij te identificeren.

030

INSTELLING OF DAARMEE GELIJKWAARDIG: JA/NEE

„JA” wanneer de entiteit is onderworpen aan eigenvermogensvereisten krachtens de CRD of bepalingen die ten minste gelijkwaardig zijn aan de bepalingen van Bazel.

„NEE” in andere gevallen.

Image Minderheidsbelangen:

81, lid 1, onder a), ii) en 82, lid 1, onder a), ii)

Wat betreft minderheidsbelangen en door dochterondernemingen uitgegeven aanvullend-tier 1- en tier 2-instrumenten zijn de dochterondernemingen wier instrumenten mogelijk in aanmerking komen instellingen of ondernemingen die krachtens het toepasselijke nationale recht onderworpen zijn aan de vereisten van de VKV.

040

TOEPASSINGSGEBIED VAN DE GEGEVENS: INDIVIDUEEL VOLLEDIG GECONSOLIDEERD (SF) OF INDIVIDUEEL GEDEELTELIJK GECONSOLIDEERD (SP)

„SF” wordt gerapporteerd voor volledig geconsolideerde individuele dochterondernemingen.

„SP” wordt gerapporteerd voor gedeeltelijk geconsolideerde individuele dochterondernemingen.

050

LANDENCODE

De instellingen rapporteren de uit twee letters bestaande landencode overeenkomstig ISO 3166-2.

060

AANDEEL IN DE DEELNEMING (%)

Dit percentage slaat op het feitelijke deel van het kapitaal dat de moederonderneming in dochterondernemingen bezit. Bij volledige consolidatie van een directe dochteronderneming bedraagt het feitelijke aandeel bv. 70 %. In overeenstemming met artikel 4, lid 1, punt 16, van de VKV is het te rapporteren deel van het bezit in de dochteronderneming het resultaat van een vermenigvuldiging van de delen in de betrokken dochterondernemingen.

070-240

INFORMATIE OVER ENTITEITEN DIE ZIJN ONDERWORPEN AAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN

In het gedeelte over gedetailleerde informatie (d.w.z. de kolommen 070 tot en met 240) wordt uitsluitend informatie verzameld over entiteiten en subgroepen die in de consolidatie zijn betrokken (deel 1, titel II, hoofdstuk 2, van de VKV) en derhalve feitelijk zijn onderworpen aan solvabiliteitsvereisten overeenkomstig de VKV of bepalingen die ten minste gelijkwaardig zijn aan de bepalingen van Bazel (d.w.z. waarvoor in kolom 030 „JA” is ingevuld).

Er wordt informatie opgenomen over alle individuele instellingen van een geconsolideerde groep die onderworpen zijn aan eigenvermogensvereisten, ongeacht hun vestigingsplaats.

De in deel gerapporteerde informatie is conform de plaatselijke solvabiliteitsregels die op de vestigingsplaats van de instelling van toepassing zijn (het is voor deze template derhalve niet noodzakelijk per instelling een dubbele berekening te verrichten overeenkomstig de regels van de moederinstelling). Waar de plaatselijke solvabiliteitsregels afwijken van de VKV en niet in een vergelijkbare uitsplitsing wordt voorzien, wordt voor zover er gegevens beschikbaar zijn de informatie verstrekt op het desbetreffende detailleringsniveau. Dit deel is derhalve een feitelijke template die een overzicht geeft van de berekeningen die door de afzonderlijke instellingen van een groep worden verricht, met dien verstande dat sommige van die instellingen aan afwijkende solvabiliteitsregels onderworpen kunnen zijn.

Rapportage van vaste kosten van beleggingsondernemingen:

Beleggingsondernemingen nemen in hun berekening van de kapitaalratio overeenkomstig de artikelen 95, 96, 97 en 98 van de VKV eigenvermogensvereisten op met betrekking tot de vaste kosten.

Het deel van de totale risicoposten dat verband houdt met vaste kosten wordt gerapporteerd in kolom 100 van deel 2 van deze template.

070

HET TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

Hier wordt de som van de kolommen 080 tot en met 110 gerapporteerd.

080

KREDIET; TEGENPARTIJKREDIET; VERWATERINGSRISICO’S, NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES EN AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO

Het in deze kolom te rapporteren bedrag is de som van de risicogewogen posten die gelijk zijn aan of gelijkwaardig met de in rij 040 te rapporteren risicoposten, „RISICOGEWOGEN POSTEN VOOR KREDIET-, TEGENPARTIJKREDIET- EN VERWATERINGSRISICO’S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES” en de bedragen van de eigenvermogensvereisten die gelijk zijn aan of gelijkwaardig met de in rij 490 te rapporteren posten, „TOTALE RISICOPOSTEN VOOR AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO’S” van template CA2.

090

POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO’S

Het in deze kolom te rapporteren bedrag is het bedrag van eigenvermogensvereisten die gelijk zijn aan of gelijkwaardig met de in rij 520 te rapporteren posten, „TOTALE RISICOPOSTEN VOOR POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO’S” van template CA2.

100

OPERATIONEEL RISICO

Het in deze kolom te rapporteren bedrag is het bedrag van risicoposten dat gelijk is aan of gelijkwaardig met de in rij 590 te rapporteren posten, „TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN VOOR OPERATIONELE RISICO’S” van template CA2.

Vaste kosten worden in deze kolom opgenomen, met inbegrip van rij 630, „ADDITIONELE RISICOPOSTEN ALS GEVOLG VAN VASTE KOSTEN” van template CA2.

110

ANDERE RISICOPOSTEN

Het in deze kolom te rapporteren bedrag is het bedrag van de risicoposten dat hierboven niet specifiek wordt genoemd. Dit betreft de som van de bedragen in de rijen 640, 680 en 690 van template CA2.

120-240

GEDETAILLEERDE INFORMATIE OVER EIGEN VERMOGEN IN VERBAND MET DE SOLVABILITEIT VAN DE GROEP

De in de volgende kolommen te rapporteren informatie is overeenkomstig de plaatselijke solvabiliteitsvoorschriften die op de entiteit of subgroep van toepassing zijn.

120

EIGEN VERMOGEN

Het in deze kolom te rapporteren bedrag is het bedrag van eigenvermogensvereisten die gelijk zijn aan of gelijkwaardig met de in rij 010 te rapporteren posten, „EIGEN VERMOGEN” van template CA1.

130

WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND EIGEN VERMOGEN

Artikel 82 van de VKV

Deze kolom wordt uitsluitend ingevuld voor volledig geconsolideerde en individueel gerapporteerde dochterondernemingen die instellingen zijn.

Met betrekking tot de bovengenoemde dochterondernemingen zijn gekwalificeerde deelnemingen de instrumenten (en de daaraan gerelateerde ingehouden winsten, agioreserves en andere reserves) die eigendom zijn van andere personen dan de in de VKV-consolidatie betrokken ondernemingen.

Het te rapporteren bedrag is inclusief het effect van eventuele overgangsbepalingen. Het betreft het in aanmerking komende bedrag op de verslagdatum.

140

DAARAAN GERELATEERDE EIGENVERMOGENSINSTRUMENTEN, DAARAAN GERELATEERDE INGEHOUDEN WINSTEN, AGIORESERVES EN ANDERE RESERVES

Artikel 87, lid 1, onder b), van de VKV

150

TOTALE TIER 1-KAPITAAL

Artikel 25 van de VKV

160

WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND TIER 1-KAPITAAL

Artikel 82 van de VKV

Deze kolom wordt uitsluitend ingevuld voor volledig geconsolideerde en individueel gerapporteerde dochterondernemingen die instellingen zijn.

Met betrekking tot de bovengenoemde dochterondernemingen zijn gekwalificeerde deelnemingen de instrumenten (en de daaraan gerelateerde ingehouden winsten en agioreserves) die eigendom zijn van andere personen dan de in de VKV-consolidatie betrokken ondernemingen.

Het te rapporteren bedrag is inclusief het effect van eventuele overgangsbepalingen. Het betreft het in aanmerking komende bedrag op de verslagdatum.

170

DE DAARAAN GERELATEERDE T1-INSTRUMENTEN, DE DAARAAN GERELATEERDE INGEHOUDEN WINSTEN EN AGIORESERVES

Artikel 85, lid 1, onder b), van de VKV

180

TIER 1-KERNKAPITAAL

Artikel 50 van de VKV

190

WAARVAN: MINDERHEIDSBELANGEN:

Artikel 81 van de VKV

Deze kolom wordt uitsluitend ingevuld voor volledig geconsolideerde dochterondernemingen die instellingen zijn, met uitzondering van de in artikel 84, lid 3, van de VKV genoemde dochterondernemingen. Iedere dochteronderneming wordt ten behoeve van alle krachtens artikel 84 van de VKV vereiste berekeningen, voor zover van toepassing, op gesubconsolideerde basis beschouwd, overeenkomstig artikel 84, lid 2, van de VKV, en overigens op individuele basis.

In het kader van de VKV en deze template zijn minderheidsbelangen, met betrekking tot de hierboven genoemde dochterondernemingen, de tier 1-kernkapitaalinstrumenten (en de daaraan gerelateerde ingehouden winsten en agioreserves) die eigendom zijn van andere personen dan de in de VKV-consolidatie betrokken ondernemingen.

Het te rapporteren bedrag is inclusief het effect van eventuele overgangsbepalingen. Het betreft het in aanmerking komende bedrag op de verslagdatum.

200

DAARAAN GERELATEERDE EIGENVERMOGENSINSTRUMENTEN, DAARAAN GERELATEERDE INGEHOUDEN WINSTEN, AGIORESERVES EN ANDERE RESERVES

Artikel 84, lid 1, onder b), van de VKV

210

AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL

Artikel 61 van de VKV

220

WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL

De artikelen 82 en 83 van de VKV

Deze kolom wordt uitsluitend ingevuld voor volledig geconsolideerde, op individuele basis gerapporteerde dochterondernemingen die instellingen zijn, met uitzondering van de in artikel 85, lid 2, van de VKV genoemde dochterondernemingen. Iedere dochteronderneming wordt ten behoeve van alle krachtens artikel 85 van de VKV vereiste berekeningen, voor zover van toepassing, op gesubconsolideerde basis beschouwd, overeenkomstig artikel 85, lid 2, van de VKV, en overigens op individuele basis.

In het kader van de VKV en deze template zijn minderheidsbelangen, met betrekking tot de hierboven genoemde dochterondernemingen, de aanvullend-tier 1-instrumenten (en de daaraan gerelateerde ingehouden winsten en agioreserves) die eigendom zijn van andere personen dan de in de VKV-consolidatie betrokken ondernemingen.

Het te rapporteren bedrag is inclusief het effect van eventuele overgangsbepalingen. Het betreft het in aanmerking komende bedrag op de verslagdatum.

230

TIER 2-KAPITAAL

Artikel 71 van de VKV

240

WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND TIER 2-KAPITAAL

De artikelen 82 en 83 van de VKV

Deze kolom wordt uitsluitend ingevuld voor volledig geconsolideerde, op individuele basis gerapporteerde dochterondernemingen die instellingen zijn, met uitzondering van de in artikel 87, lid 2, van de VKV genoemde dochterondernemingen. Iedere dochteronderneming wordt ten behoeve van alle krachtens artikel 87 van de VKV vereiste berekeningen, voor zover van toepassing, op gesubconsolideerde basis beschouwd, overeenkomstig artikel 87, lid 2, van de VKV, en overigens op individuele basis.

In het kader van de VKV en deze template zijn minderheidsbelangen, met betrekking tot de hierboven genoemde dochterondernemingen, de tier 2-instrumenten (en de daaraan gerelateerde ingehouden winsten en agioreserves) die eigendom zijn van andere personen dan de in de VKV-consolidatie betrokken ondernemingen.

Het te rapporteren bedrag is inclusief het effect van eventuele overgangsbepalingen, d.w.z. ingevuld moet worden het in aanmerking te nemen bedrag op de verslagdatum.

250-400

INFORMATIE OVER DE BIJDRAGE VAN ENTITEITEN AAN DE SOLVABILITEIT VAN DE GROEP

250-290

BIJDRAGE AAN RISICO’S

De in de volgende kolommen te rapporteren informatie is overeenkomstig de plaatselijke solvabiliteitsvoorschriften die op de rapporterende instelling van toepassing zijn.

250

HET TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

Hier wordt de som van de kolommen 260 tot en met 290 gerapporteerd.

260

KREDIET; TEGENPARTIJKREDIET; VERWATERINGSRISICO’S, NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES EN AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO

Het te rapporteren bedrag is gelijk aan dat van de risicogewogen posten voor kredietrisico en eigenvermogensvereisten van afwikkelings-/leveringsrisico’s overeenkomstig de VKV, met uitzondering van bedragen die gerelateerd zijn aan transacties met andere entiteiten die in de geconsolideerde berekening van de solvabiliteitsratio van de groep zijn betrokken.

270

POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO’S

De risicoposten voor marktrisico moeten conform de VKV worden berekend op het niveau van de afzonderlijke entiteit. De entiteiten rapporteren de bijdrage aan het totaal van de risicoposten voor de positie-, valuta- en grondstoffenrisico’s van de groep. De som van die hier gerapporteerde bedragen komt overeen met het bedrag gerapporteerd in rij 520, „TOTALE RISICOPOSTEN VOOR POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO’S” van de geconsolideerde rapportage.

280

OPERATIONEEL RISICO

In het kader van de geavanceerde meetbenaderingen is het diversificatie-effect in de gerapporteerde risicoposten voor operationeel risico begrepen.

Vaste algemene kosten worden in deze kolom opgenomen.

290

ANDERE RISICOPOSTEN

Het in deze kolom te rapporteren bedrag is het bedrag van de risicoposten dat hierboven niet specifiek wordt genoemd.

300-400

BIJDRAGE AAN EIGEN VERMOGEN

Met dit deel van de template wordt niet beoogd dat instellingen een complete berekening verrichten van de totale kapitaalratio op het niveau van iedere afzonderlijke entiteit.

De kolommen 300 tot en met 350 worden gerapporteerd voor geconsolideerde entiteiten die via minderheidsbelangen aan het eigen vermogen bijdragen, terwijl de kolommen 360 tot en met 400 worden gerapporteerd door alle andere geconsolideerde entiteiten die bijdragen aan het geconsolideerde eigen vermogen.

Eigen vermogen dat in een entiteit wordt ingebracht door de overige entiteiten die vallen onder de rapporterende entiteit wordt buiten beschouwing gelaten; in deze kolom wordt uitsluitend de nettobijdrage aan het eigen vermogen van de groep gerapporteerd, ofwel hoofdzakelijk het eigen vermogen dat via derden en cumulatieve reserves wordt ingebracht.

De in de volgende kolommen te rapporteren informatie is overeenkomstig de plaatselijke solvabiliteitsvoorschriften die op de rapporterende instelling van toepassing zijn.

300-350

IN AANMERKING KOMEND EIGEN VERMOGEN DAT IN HET GECONSOLIDEERDE EIGEN VERMOGEN WORDT OPGENOMEN

Het als „IN AANMERKING KOMEND EIGEN VERMOGEN DAT IN HET GECONSOLIDEERDE EIGEN VERMOGEN WORDT OPGENOMEN” te rapporteren bedrag is het bedrag dat wordt ontleend aan deel 2, titel II van de VKV, met uitzondering van vermogen dat door andere groepsentiteiten wordt ingebracht.

300

IN AANMERKING KOMEND EIGEN VERMOGEN DAT IN HET GECONSOLIDEERDE EIGEN VERMOGEN WORDT OPGENOMEN

Artikel 87 van de VKV

310

IN AANMERKING KOMENDE TIER 1-INSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 1-KAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

Artikel 85 van de VKV

320

MINDERHEIDSBELANGEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 1-KERNKAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

Artikel 84 van de VKV

Het te rapporteren bedrag is het bedrag van de minderheidsbelangen van een dochteronderneming die in het geconsolideerde tier 1-kernkapitaal overeenkomstig de VKV is opgenomen.

330

IN AANMERKING KOMENDE TIER 1-INSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

Artikel 86 van de VKV

Het te rapporteren bedrag is het bedrag van het in aanmerking komend tier 1-kapitaal van een dochteronderneming die in het geconsolideerde aanvullend-tier 1-kapitaal overeenkomstig de VKV is opgenomen.

340

IN AANMERKING KOMENDE EIGENVERMOGENSINSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 2-KAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

Artikel 89 van de VKV

Het te rapporteren bedrag is het bedrag van het in aanmerking komend eigen vermogen van een dochteronderneming dat in het geconsolideerde tier 2-kapitaal overeenkomstig de VKV is opgenomen.

350

PRO-MEMORIEPOST: GOODWILL (-)/(+) NEGATIEVE GOODWILL

360-400

GECONSOLIDEERD EIGEN VERMOGEN

Artikel 18 van de VKV

Het als „GECONSOLIDEERD EIGEN VERMOGEN” te rapporteren bedrag is het bedrag dat wordt ontleend aan de balans, met uitzondering van vermogen dat door andere groepsentiteiten wordt ingebracht.

360

GECONSOLIDEERD EIGEN VERMOGEN

370

WAARVAN: TIER 1-KERNKAPITAAL

380

WAARVAN: AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL

390

WAARVAN: BIJDRAGEN AAN HET GECONSOLIDEERDE RESULTAAT

Hier wordt de bijdrage van iedere entiteit aan het geconsolideerde resultaat (winst of verlies (-)) gerapporteerd. Dit omvat de aan minderheidsbelangen toe te rekenen resultaten.

400

WAARVAN: (-) GOODWILL/(+) NEGATIEVE GOODWILL

Hier wordt de goodwill of negatieve goodwill van de rapporterende entiteit op de dochteronderneming gerapporteerd.

410-480

KAPITAALBUFFERS

De rapportage van kapitaalbuffers voor de GS-template volgt de algemene structuur van de CA4-template, met gebruikmaking van dezelfde rapportageconcepten. Bij de rapportage van de kapitaalbuffers voor de GS-template worden de desbetreffende bedragen gerapporteerd overeenkomstig de berekening van de buffervereisten, d.w.z. naargelang de vereisten worden berekend op geconsolideerd, gesubconsolideerd of individueel niveau.

410

GECOMBINEERDE BUFFERVEREISTEN

Artikel 128, lid 1, punt 2, van de CRD

420

KAPITAALCONSERVERINGSBUFFER

Artikel 128, lid 1, punt 1, en artikel 129 van de CRD

Overeenkomstig artikel 129, lid 1, van de CRD is de kapitaalconserveringsbuffer een aanvullend bedrag aan tier 1-kernkapitaal. Gezien het feit dat de kapitaalconserveringsbuffer stabiel op 2,5 % is gesteld, wordt in deze cel een bedrag ingevuld.

430

INSTELLINGSSPECIFIEKE CONTRACYCLISCHE KAPITAALBUFFER

Artikel 128, lid 1, punt 7, en de artikelen 130 en 135 tot en met 140 van de CRD

In deze cel wordt het feitelijke bedrag van de contracyclische kapitaalbuffer gerapporteerd.

440

CONSERVERINGSBUFFER ALS GEVOLG VAN MACROPRUDENTIEEL OF SYSTEEMRISICO ONDERKEND OP HET NIVEAU VAN EEN LIDSTAAT

Artikel 458, lid 2, onder d), iv), van de VKV

In deze cel wordt het bedrag vermeld van de conserveringsbuffer die overeenkomstig artikel 458 van de VKV in aanvulling op de kapitaalconserveringsbuffer kan worden verlangd als gevolg van een op het niveau van een lidstaat onderkend macroprudentieel of systeemrisico.

450

SYSTEEMRISICOBUFFER

De artikelen 133 en 134 van de CRD

In deze cel wordt het bedrag van de systeemrisicobuffer gerapporteerd.

460

BUFFER VOOR SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGEN

Artikel 128, lid 1, punt 4, van de CRD

In deze cel wordt het bedrag van de buffer voor systeemrelevante instellingen gerapporteerd.

470

BUFFER VOOR WERELDWIJD SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGEN

Artikel 131 van de CRD

In deze cel wordt het bedrag van de buffer voor wereldwijd systeemrelevante instellingen gerapporteerd.

480

BUFFER VOOR ANDERE SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGEN

Artikel 131 van de CRD

In deze cel wordt het bedrag van de buffer voor andere systeemrelevante instellingen gerapporteerd.

3.   TEMPLATES VOOR KREDIETRISICO

3.1.   ALGEMENE OPMERKINGEN

38.

Er zijn verschillende sets templates voor respectievelijk de standaardmethode en de interneratingmethode voor kredietrisico. Daarnaast worden er afzonderlijke templates gerapporteerd voor de geografische uitsplitsing van posities die aan kredietrisico zijn onderworpen indien de desbetreffende drempelwaarde zoals vermeld in artikel 5, onder a), onder 4), wordt overschreden.

3.1.1.   Rapportage van kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effect

39.

In artikel 235 van de VKV wordt de procedure beschreven voor berekening van blootstellingen die volledig worden gedekt door niet-volgestorte protectie.

40.

In artikel 236 van de VKV wordt de procedure beschreven voor berekening van blootstellingen die volledig worden gedekt door niet-volgestorte protectie in het geval van volledig protectie/gedeeltelijke protectie - gelijke voorrang.

41.

De artikelen 196, 197 en 200 van de VKV bevatten voorschriften voor de volgestorte kredietprotectie.

42.

Blootstellingen met betrekking tot debiteuren (directe tegenpartijen) en protectiegevers die worden toegewezen aan dezelfde blootstellingscategorie worden gerapporteerd als instroom en uitstroom naar dezelfde blootstellingscategorie.

43.

De soort blootstelling verandert niet als gevolg van niet-volgestorte kredietprotectie.

44.

Als een blootstelling wordt gedekt door een niet-volgestorte kredietprotectie wordt het gedekte gedeelte aangemerkt als een uitstroom in bv. de blootstellingscategorie van de debiteur en als een instroom in de blootstellingscategorie van de protectiegever. De soort blootstelling verandert echter niet als gevolg van de wijziging van blootstellingscategorie.

45.

In het substitutie-effect in het COREP-rapportagekader komt de risicowegingsbehandeling tot uiting die feitelijk van toepassing is op het gedekte deel van de blootstelling. Het gedekte deel van de blootstelling wordt derhalve naar risico gewogen conform de standaardbenadering en wordt in de CR SA-template gerapporteerd.

3.1.2.   Rapportage van tegenpartijkredietrisico

46.

Blootstellingen die voortvloeien uit tegenpartijkredietrisicoposities worden gerapporteerd in de CR SA- of CR IRB-template, naargelang het posten in de bankportefeuille of posten in de handelsportefeuille betreft.

3.2.   C.07.00 — KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO’S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: STANDAARDBENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN (CR SA)

3.2.1.   Algemene opmerkingen

47.

De CR SA-templates bieden de noodzakelijk informatie inzake de berekening van eigenvermogensvereisten voor kredietrisico conform de standaardbenadering. Zij bieden met name gedetailleerde informatie over:

a)

de verdeling van de blootstellingswaarden overeenkomstig de verschillende soorten blootstelling, risicogewichten en blootstellingscategorieën;

b)

de hoeveelheid en soort kredietrisicolimiteringstechnieken die worden gebruikt om de risico’s te verminderen.

3.2.2.   Toepassingsgebied van de CR SA-template

48.

Voor de berekening van de eigenvermogensvereisten dient overeenkomstig artikel 112 van de VKV iedere blootstelling in het kader van de standaardbenadering te worden toegewezen aan een van de 16 blootstellingscategorieën volgens de standaardbenadering.

49.

De informatie in CR SA is vereist voor de totale blootstellingscategorieën alsmede voor elk van de blootstellingscategorieën afzonderlijk zoals gedefinieerd met betrekking tot de standaardbenadering. De totaalcijfers en de informatie voor elke afzonderlijke blootstellingscategorie worden in een apart kader gerapporteerd.

50.

De volgende posities vallen evenwel niet binnen het bereik van CR SA:

a)

Blootstellingen toegewezen aan de blootstellingscategorie „posten die securitisatieposities vertegenwoordigen” overeenkomstig artikel 112, onder m), van de Credit in de CR SEC-templates worden gerapporteerd.

b)

Van het eigen vermogen afgetrokken blootstellingen.

51.

Onder de CR SA-template vallen de volgende eigenvermogensvereisten:

a)

Kredietrisico overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 2 (standaardbenadering) van de VKV in de bankportefeuille, waaronder tegenpartijkredietrisico overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 6 (tegenpartijkredietrisico) van de VKV in de bankportefeuille;

b)

Tegenpartijkredietrisico overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 6 (tegenpartijkredietrisico) in de handelsportefeuille;

c)

Afwikkelingsrisico voortvloeiende uit niet-afgewikkelde transacties overeenkomstig artikel 379 van de VKV met betrekking tot alle bedrijfsactiviteiten.

52.

Onder de template vallen alle blootstellingen waarvoor de eigenvermogensvereisten worden berekend overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 2, van de VKV juncto deel 3, titel II, hoofdstukken 4 en 6, van de VKV. instellingen die artikel 94, lid 1, van de VKV toepassen moeten in deze template ook hun handelsportefeuilleposities rapporteren wanneer zij de eigenvermogensvereisten dienaangaande berekenen op basis van deel 3, titel II, hoofdstuk 2, van de VKV (deel 3, titel II, hoofdstukken 2 en 6 en titel V, van de VKV). De template biedt daarom niet alleen gedetailleerde informatie over de soort blootstelling (bv. posten binnen of buiten de balanstelling), maar ook informatie over de toewijzing van risicogewichten binnen de respectieve blootstellingscategorieën.

53.

Verder bevat CR SA pro-memorieposten in de rijen 290 tot en met 320 voor het verzamelen van nadere informatie over blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op onroerend goed en blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling.

54.

Deze pro-memorieposten worden uitsluitend gerapporteerd voor de volgende blootstellingscategorieën:

a)

Centrale overheden of centrale banken (artikel 112, onder a), van de VKV)

b)

Regionale of lokale overheden (artikel 112, onder b), van de VKV)

c)

Publiekrechtelijke lichamen (artikel 112, onder c), van de VKV)

d)

Instellingen (artikel 112, onder f), van de VKV)

e)

Ondernemingen (artikel 112, onder g), van de VKV)

f)

Particulieren en kleine partijen (artikel 112, onder h), van de VKV).

55.

De rapportage van de pro-memorieposten heeft geen gevolgen voor de berekening van de risicogewogen posten van de blootstellingscategorieën overeenkomstig artikel 112, onder a), b) en c) en onder f), g) en h), van de VKV en evenmin voor de blootstellingscategorieën overeenkomstig artikel 112, onder i) en j), van de VKV zoals gerapporteerd in CR SA.

56.

De rijen voor pro-memorieposten bieden aanvullende informatie over de debiteurenstructuur van de blootstellingscategorieën „blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling” of „gedekt door onroerend goed”. Hier worden blootstellingen gerapporteerd ten aanzien waarvan de debiteuren gerapporteerd zouden worden in de blootstellingscategorieën „centrale overheden of centrale banken”, „regionale of lokale overheden”, „publiekrechtelijke lichamen”, „instellingen”, „ondernemingen” en „particulieren en kleine partijen” van CR SA als de genoemde blootstellingen niet waren toegeschreven aan de blootstellingscategorieën „blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling” of „gedekt door onroerend goed”.

57.

Voor een blootstelling waarvan de risicoposten worden berekend met inachtneming van artikel 127 van de VKV en de waardeaanpassingen minder dan 20 % bedragen, wordt deze informatie bijvoorbeeld gerapporteerd in rij 320 van CR SA wat betreft het totaal en in de blootstellingscategorie „blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling”. Indien deze blootstelling voordat er sprake was van wanbetaling een blootstelling was met betrekking tot een instelling, dan wordt deze informatie ook gerapporteerd in rij 320 van de blootstellingscategorie „instellingen”.

3.2.3.   Toewijzing van blootstellingen aan blootstellingscategorieën in het kader van de standaardbenadering

58.

Teneinde een consistente indeling te waarborgen van blootstellingen in de verschillende blootstellingscategorieën zoals omschreven in artikel 112 van de VKV wordt de volgende stapsgewijze benadering toegepast:

a)

In de eerste stap wordt de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van de omrekeningsfactoren ingedeeld in de desbetreffende (oorspronkelijke) blootstellingscategorie zoals bedoeld in artikel 112 van de VKV, onverminderd de specifieke behandeling (risicogewicht) waaraan iedere afzonderlijke blootstelling binnen de toegewezen blootstellingscategorie onderhevig is.

b)

In een tweede stap kunnen de blootstellingen opnieuw worden ingedeeld in andere blootstellingscategorieën als gevolg van de toepassing van kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effecten op de blootstelling (bv. garanties, kredietderivaten, eenvoudige benadering van financiële zekerheden) via instromen en uitstromen.

59.

De volgende criteria zijn van toepassing op de indeling van de oorspronkelijke blootstelling in de verschillende blootstellingscategorieën vóór toepassing van de omrekeningsfactoren (eerste stap), onverminderd de daaropvolgende herindeling als gevolg van het gebruik van kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effecten op de blootstelling en onverminderd de behandeling (risicogewicht) waaraan iedere afzonderlijke blootstelling binnen de toegewezen blootstellingscategorie onderhevig is.

60.

Voor de indeling van de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van omrekeningsfactoren in de eerste stap worden de aan de blootstelling gerelateerde kredietrisicolimiteringstechnieken niet in aanmerking genomen (er zij evenwel op gewezen dat deze technieken wel expliciet in aanmerking worden genomen in de tweede fase), tenzij een protectie-effect intrinsiek deel uitmaakt van de definitie van een blootstellingscategorie, zoals het geval is bij de categorie blootstellingen die in artikel 112, onder i), van de VKV wordt genoemd (blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op onroerend goed).

61.

Artikel 112 van de VKV voorziet niet in criteria voor het ontkoppelen van de categorieën blootstellingen. Dat zou kunnen betekenen dat een blootstelling in verschillende categorieën blootstellingen zou kunnen worden ingedeeld indien niet is voorzien in een rangorde van beoordelingscriteria voor de indeling. De meest evidente gevallen doen zich voor tussen blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn (artikel 112, onder n), van de VKV) en blootstellingen met betrekking tot instellingen (artikel 112, onder f), van de VKV)/blootstellingen met betrekking tot ondernemingen (artikel 112, onder g), van de VKV). In dit geval is het duidelijk dat er sprake is van een impliciete rangorde in de VKV, aangezien eerst wordt beoordeeld of een bepaalde blootstelling geschikt is om te worden toegewezen aan blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen op de korte termijn en pas daarna hetzelfde proces wordt gevolgd voor blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen. Anders zou immers aan de blootstellingscategorie genoemd in artikel 112, onder n), van de VKV nooit een blootstelling worden toegewezen. Dit is een van de meest evidente voorbeelden, maar niet het enige. Opgemerkt zij dat de criteria die worden gehanteerd voor het vaststellen van de blootstellingscategorieën in het kader van de standaardbenadering anders zijn (institutionele indeling, duur van de blootstelling, status na vervaldatum, etc.). Dit ligt ten grondslag aan niet-ontkoppelde groeperingen.

62.

Voor een homogene en vergelijkbare rapportage is het noodzakelijk een specifieke rangorde aan te brengen in de beoordelingscriteria voor toewijzing van de oorspronkelijke blootstelling aan blootstellingscategorieën vóór toepassing van de omrekeningsfactor, onverminderd de specifieke behandeling (risicogewicht) waaraan iedere specifieke blootstelling binnen de toegewezen blootstellingscategorie onderhevig is. De onderstaande rangordecriteria gaan uit van een beslissingsboom en zijn gebaseerd op beoordeling van de expliciet in de VKV vastgelegde voorwaarden voor toewijzing van een blootstelling aan een bepaalde blootstellingscategorie en, in voorkomende gevallen, op een besluit door de rapporterende instellingen of de toezichthouder inzake de toepasselijkheid van bepaalde blootstellingscategorieën. Het resultaat van het proces van de toewijzing van blootstellingen voor rapportagedoeleinden zou daarmee voldoen aan de VKV-bepalingen. Daarmee is echter niet uitgesloten dat instellingen andere interne toewijzingsprocedures volgen die evengoed aansluiten bij alle relevante VKV-bepalingen en de uitleg daarvan door de desbetreffende fora.

63.

Een blootstellingscategorie heeft in de rangorde van de beslissingsboom prioriteit boven andere (d.w.z. eerst wordt bepaald of een blootstelling aan deze categorie kan worden toegewezen, ongeacht het resultaat van die beoordeling) als er anders mogelijk helemaal geen blootstellingen aan zouden worden toegewezen. Dit zou het geval zijn wanneer zonder rangordecriteria één blootstellingscategorie een subset van andere categorieën zou zijn. De criteria, grafisch weergegeven in de onderstaande beslissingsboom, zouden derhalve in een bepaalde volgorde worden toegepast.

64.

Tegen deze achtergrond zou de onderstaande beslissingsboom leiden tot de volgende rangorde:

1.

Securitisatieposities;

2.

Blootstellingen met een bijzonder hoog risico;

3.

Blootstellingen in aandelen

4.

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling;

5.

Blootstellingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging („icb’s”)/blootstellingen in de vorm van gedekte obligaties (ontkoppelde blootstellingscategorieën);

6.

Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op onroerend goed;

7.

Andere posten;

8.

Blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn;

9.

Alle andere blootstellingscategorieën (ontkoppelde blootstellingscategorieën) met inbegrip van blootstellingen met betrekking tot centrale overheden of centrale banken; blootstellingen met betrekking tot regionale of lokale overheden; blootstellingen met betrekking tot publiekrechtelijke lichamen; blootstellingen met betrekking tot multilaterale ontwikkelingsbanken; blootstellingen met betrekking tot internationale organisaties; blootstellingen met betrekking tot instellingen; blootstellingen met betrekking tot ondernemingen en blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen.

65.

In het geval van blootstellingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging en toepassing van de doorkijkbenadering (artikel 132, leden 3, 4 en 5, van de VKV) worden de onderliggende individuele blootstellingen in aanmerking genomen en ingedeeld in hun eigen risicogewichtregel overeenkomstig hun behandeling, maar worden alle individuele blootstellingen ingedeeld in de blootstellingscategorie voor blootstellingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging („icb’s”).

66.

In het geval van kredietderivaten voor de „n-de” wanbetaling zoals bedoeld in artikel 134, lid 6, van de VKV worden deze, indien ze worden beoordeeld, rechtstreeks ingedeeld als securitisatieposities. Indien ze niet zijn beoordeeld worden ze in aanmerking genomen in de blootstellingscategorie „andere posten”. In dit laatste geval wordt het nominale bedrag van de overeenkomst gerapporteerd als de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van de omrekeningsfactoren in de regel voor „andere risicogewichten” (het te hanteren risicogewicht is het gewicht dat wordt aangegeven door de som in artikel 134, lid 6, van de VKV).

67.

In een tweede stap worden als gevolg van kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effecten blootstellingen opnieuw toegewezen aan de blootstellingscategorie van de protectiegever.

BESLISSINGSBOOM VOOR TOEWIJZING VAN DE OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN AAN DE BLOOTSTELLINGSCATEGORIEËN VAN DE STANDAARDBENADERING OVEREENKOMSTIG DE VKV

Oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van omrekeningsfactoren

 

 

Kan de blootstelling worden toegewezen aan de blootstellingscategorie van artikel 112, onder m)?

JA

Image

Securitisatieposities

NEE

Image

 

 

Kan de blootstelling worden toegewezen aan de blootstellingscategorie van artikel 112, onder k)?

JA

Image

Posten met een bijzonder hoog risico (zie ook artikel 128)

NEE

Image

 

 

Kan de blootstelling worden toegewezen aan de blootstellingscategorie van artikel 112, onder p)?

JA

Image

Blootstellingen in aandelen (zie ook artikel 133)

NEE

Image

 

 

Kan de blootstelling worden toegewezen aan de blootstellingscategorie van artikel 112, onder j)?

JA

Image

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling

NEE

Image

 

 

Kan de blootstelling worden toegewezen aan de blootstellingscategorieën van artikel 112, onder l) en o)?

JA

Image

Blootstellingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb’s)

Blootstellingen in de vorm van gedekte obligaties (zie ook artikel 129)

Deze twee blootstellingscategorieën zijn niet onderling gekoppeld (zie opmerkingen inzake de doorkijkbenadering in bovenstaand antwoord). Toewijzing aan een ervan is dan ook eenvoudig.

NEE

Image

 

 

Kan de blootstelling worden toegewezen aan de blootstellingscategorie van artikel 112, onder i)?

JA

Image

Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op onroerend goed (zie ook artikel 124)

NEE

Image

 

 

Kan de blootstelling worden toegewezen aan de blootstellingscategorie van artikel 112, onder q)?

JA

Image

Andere posten

NEE

Image

 

 

Kan de blootstelling worden toegewezen aan de blootstellingscategorie van artikel 112, onder n)?

JA

Image

Blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn

NEE

Image

 

 

De onderstaande blootstellingscategorieën zijn niet onderling gekoppeld. Toewijzing aan een ervan is dan ook eenvoudig.

Blootstellingen met betrekking tot regionale of lokale overheden

Blootstellingen met betrekking tot publiekrechtelijke lichamen

Blootstellingen met betrekking tot multilaterale ontwikkelingsbanken

Blootstellingen met betrekking tot internationale organisaties

Blootstellingen met betrekking tot instellingen

Blootstellingen met betrekking tot ondernemingen

Blootstellingen met betrekking tot ondernemingen

Blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen

3.2.4.   Toelichting op de reikwijdte van enkele specifieke blootstellingscategorieën waarnaar in artikel 112 van de VKV wordt verwezen

3.2.4.1.   De blootstellingscategorie „instellingen”

68.

Onderlinge blootstellingen overeenkomstig artikel 113, leden 6 en 7, van de VKV worden als volgt gerapporteerd:

69.

Blootstellingen die voldoen aan de vereisten van artikel 113, lid 7, van de VKV worden gerapporteerd in de blootstellingscategorie die van toepassing zou zijn als zij geen onderlinge blootstellingen waren geweest.

70.

Overeenkomstig artikel 113, leden 6 en 7, van de VKV „kan een instelling, met de voorafgaande goedkeuring van de bevoegde autoriteiten, besluiten de vereisten van lid 1 van dit artikel niet toe te passen op de blootstellingen van die instelling op een tegenpartij die haar moederonderneming, dochteronderneming of een dochteronderneming van haar moederonderneming is, dan wel een onderneming die verbonden is door een band als bedoeld in artikel 12, lid 1, van Richtlijn 83/349/EEG”. Dit betekent dat onder onderlinge tegenpartijen niet noodzakelijkerwijs instellingen wordt verstaan, maar ook ondernemingen die zijn toegewezen aan andere blootstellingscategorieën, bv. ondernemingen die nevendiensten verrichten of ondernemingen in de zin van artikel 12, lid 1, van Richtlijn 83/349/EEG. Onderlinge blootstellingen dienen daarom te worden gerapporteerd in de desbetreffende blootstellingscategorie.

3.2.4.2.   De blootstellingscategorie „gedekte obligaties”

71.

Blootstellingen volgens de standaardbenadering worden als volgt aan de blootstellingscategorie „gedekte obligaties” toegewezen:

72.

Obligaties zoals omschreven in artikel 52, lid 4, van Richtlijn 2009/65/EG moeten voldoen aan de vereisten van artikel 129, leden 1 en 2, van de VKV om te worden ingedeeld in de blootstellingscategorie „gedekte obligaties”. Daarbij moet in elk afzonderlijk geval worden gecontroleerd of aan die vereisten wordt voldaan. Uit hoofde van artikel 129, lid 6, van de VKV evenwel worden ook obligaties overeenkomstig artikel 52, lid 4, van Richtlijn 2009/65/EG die vóór 31 december 2007 zijn uitgegeven aan de blootstellingscategorie „gedekte obligaties” toegewezen.

3.2.4.3.   De blootstellingscategorie „instellingen voor collectieve belegging”

73.

Als gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid overeenkomstig artikel 132, lid 5, van de VKV worden blootstellingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in icb’s gerapporteerd als posten binnen de balanstelling overeenkomstig artikel 111, lid 1, zin 1 van de VKV.

3.2.5.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

010

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

De blootstellingswaarde zonder rekening te houden met waardeaanpassingen en voorzieningen, omrekeningsfactoren en het effect van kredietrisicolimiteringstechnieken met de volgende kwalificaties uit hoofde van artikel 111, lid 2, van de VKV:

Voor afgeleide instrumenten, retrocessietransacties, transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen, transacties met afwikkeling op lange termijn en margeleningstransacties onderworpen aan deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV of aan artikel 92, lid 3, onder f), van de VKV komt de oorspronkelijke blootstelling overeen met de blootstellingswaarde voor tegenpartijkredietrisico zoals berekend volgens de in deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV vastlegde methoden.

De blootstellingswaarden voor lease-overeenkomsten zijn onderworpen aan artikel 134, lid 7, van de VKV.

In het geval van verrekening van balansposten overeenkomstig artikel 219 van de VKV worden de blootstellingswaarden gerapporteerd in overeenstemming met de ontvangen zekerheden in de vorm van contanten.

In het geval van kaderverrekeningsovereenkomsten met betrekking tot retrocessietransacties, transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen en/of andere kapitaalmarktgerelateerde transacties onderworpen aan deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV wordt in kolom 010 het effect opgenomen van volgestorte kredietprotectie in de vorm van kaderverrekeningsovereenkomsten zoals bedoeld in artikel 220, lid 4, van de VKV. In het geval van kaderverrekeningsovereenkomsten met betrekking tot retrocessietransacties onderworpen aan deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV wordt derhalve E* zoals berekend ingevolge de artikelen 220 en 221 van de VKV gerapporteerd in kolom 010 van de CR SA-template.

030

(-) Waardeaanpassingen en voorzieningen in verband met de oorspronkelijke blootstelling

De artikelen 24 en 110 van de VKV

Waardeaanpassingen en voorzieningen voor kredietverliezen overeenkomstig het kader voor financiële verslaggeving waaraan de rapporterende entiteit is onderworpen.

040

Blootstelling na verrekening van waardeaanpassingen en voorzieningen

De som van de kolommen 010 en 030.

050-100

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

Kredietrisicolimiteringstechnieken zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 57, van de VKV die het kredietrisico van een of meer blootstellingen reduceren via substitutie van blootstellingen zoals hieronder omschreven onder „Substitutie van de blootstelling vanwege kredietrisicolimitering”.

Indien de blootstelling wordt beïnvloed door een zekerheid (bv. gebruikt voor kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effect op de blootstelling) wordt die zekerheid gemaximeerd op de blootstellingswaarde.

Hier dienen de volgende posten te worden gerapporteerd:

zekerheid, opgenomen overeenkomstig de eenvoudige benadering van financiële zekerheden;

in aanmerking komende niet-volgestorte kredietprotectie

Zie ook de instructies bij punt 4.1.1.

050-060

Niet-volgestorte kredietprotectie: aangepaste waarden (GA)

Artikel 235 van de VKV

In artikel 239, lid 3, van de VKV wordt de aangepaste waarde GA van een niet-volgestorte kredietprotectie omschreven.

050

Garanties

Artikel 203 van de VKV

Niet-volgestorte kredietprotectie zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 59, van de VKV anders dan kredietderivaten.

060

Kredietderivaten

Artikel 204 van de VKV

070-080

Volgestorte kredietprotectie

Deze kolommen hebben betrekking op volgestorte kredietprotectie overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 58, van de VKV en de artikelen 196, 197 en 200 van de VKV. In de bedragen zijn de kaderverrekeningsovereenkomsten (reeds opgenomen in de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van omrekeningsfactoren) niet begrepen.

Credit linked notes en verrekening van balansposities die voortvloeien uit in aanmerking komende overeenkomsten voor verrekening van balansposten overeenkomstig de artikelen 218 en 219 van de VKV worden als zekerheden in de vorm van contanten behandeld.

070

Financiële zekerheden: eenvoudige benadering

Artikel 222, leden 1 tot en met 2, van de VKV

080

Overige volgestorte kredietprotectie

Artikel 232 van de VKV

090-100

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VIA KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN

Artikel 222, lid 3, artikel 235, leden 1 en 2, en artikel 236 van de VKV

De uitstromen komen overeen met het gedekte gedeelte van de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van omrekeningsfactoren dat wordt afgetrokken van de blootstellingscategorie van de debiteur en vervolgens wordt toegewezen aan de blootstellingscategorie van de protectiegever. Dit bedrag wordt beschouwd als een instroom in de blootstellingscategorie van de protectiegever.

Ook instromen en uitstromen binnen dezelfde blootstellingscategorieën worden gerapporteerd.

Blootstellingen die voortvloeien uit mogelijke instromen en uitstromen van en naar andere templates worden in aanmerking genomen.

110

NETTOBLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIE-EFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERING STECHNIEKEN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

Het bedrag van de blootstelling na verrekening van waardeaanpassingen na inaanmerkingneming van uitstromen en instromen als gevolg van KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING.

120-140

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN DIE OP HET BEDRAG VAN DE BLOOTSTELLING VAN INVLOED ZIJN. VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE, UITGEBREIDE BENADERING VAN FINANCIËLE ZEKERHEDEN

De artikelen 223, 224, 225, 226, 227 en 228 van de VKV. Deze post omvat ook credit linked notes (artikel 218 van de VKV).

Credit linked notes en verrekening van balansposities die voortvloeien uit toelaatbare overeenkomsten voor verrekening van balansposten overeenkomstig de artikelen 218 en 219 van de VKV worden als zekerheden in de vorm van contanten behandeld.

Het effect van de zekerheidsstelling die in het kader van de uitgebreide benadering van financiële zekerheden op een blootstelling wordt toegepast die gedekt is door toelaatbare financiële zekerheden wordt berekend overeenkomstig de artikelen 223, 224, 225, 226, 227 en 228 van de VKV.

120

Volatiliteitsaanpassing van de blootstelling

Artikel 223, leden 2 tot en met 3, van de VKV

Het te rapporteren bedrag wordt bepaald door het effect van de volatiliteitsaanpassing op de blootstelling (EVA-E) = E*He

130

(-) Aangepaste waarde van financiële zekerheden (Cvam)

Artikel 239, lid 2, van de VKV

Omvat voor activiteiten in de handelsportefeuille financiële zekerheden en grondstoffen die toelaatbaar zijn voor blootstellingen in de handelsportefeuille overeenkomstig artikel 299, lid 2, onder c) tot en met f), van de VKV. Het te rapporteren bedrag wordt als volgt berekend:

Cvam = C*(1-Hc-Hfx)*(t-t*)/(T-t*). Zie deel 3, titel II, hoofdstuk 4, afdelingen 4 en 5 voor een definitie van C, Hc, Hfx, t, T en t*.

140

Waarvan: Volatiliteits- en looptijdaanpassingen

Artikel 223, lid 1, en artikel 239, lid 2, van de VKV

Het te rapporteren bedrag is het gecombineerde effect van volatiliteits- en looptijdaanpassingen (Cvam-C) = C*[(1-Hc-Hfx)*(t-t*)/(T-t*)-1], waarbij voor het effect van de volatiliteitsaanpassing geldt dat (Cva-C) = C*[(1-Hc-Hfx)-1] en voor het effect van looptijdaanpassingen dat (Cvam-Cva) = C*(1-Hc-Hfx)*[(t-t*)/(T-t*)-1].

150

Volledig aangepaste blootstellingswaarde (E*)

Artikel 220, lid 4, artikel 223, leden 2 tot en met 5, en artikel 228, lid 1, van de VKV

160-190

Uitsplitsing van de volledig aangepaste blootstellingswaarde van posten buiten de balanstelling naar omrekeningsfactor

Artikel 111, lid 1, en artikel 4, lid 1, punt 56, van de VKV. Zie ook artikel 222, lid 3, en artikel 228, lid 1, van de VKV.

200

Blootstellingswaarde

Deel 3, titel II, hoofdstuk 4, afdeling 4, van de VKV.

De blootstellingswaarde, na inaanmerkingneming van waardeaanpassingen, alle kredietrisicolimiterende factoren en kredietomrekeningsfactoren die moet worden toegewezen aan risicogewichten overeenkomstig artikel 113 en deel 3, titel II, hoofdstuk 2, afdeling 2, van de VKV.

210

Waarvan: Voortvloeiende uit tegenpartijkredietrisico

Voor afgeleide instrumenten, retrocessietransacties, transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen, transacties met afwikkeling op lange termijn en margeleningstransacties onderworpen aan deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV, de blootstellingswaarde van het tegenpartijkredietrisico zoals berekend volgens de in deel 3, titel II, hoofdstuk 6, afdelingen 2 tot en met 5, van de VKV neerlegde methoden.

215

Risicogewogen posten vóór toepassing van de ondersteuningsfactor voor kmo’s

Artikel 113, leden 1 tot en met 5, van de VKV zonder rekening te houden met de ondersteuningsfactor voor kmo’s overeenkomstig artikel 501 van de VKV.

220

Risicogewogen posten na toepassing van de ondersteuningsfactor voor kmo’s

Artikel 113, leden 1 tot en met 5, van de VKV na inaanmerkingneming van de ondersteuningsfactor voor kmo’s overeenkomstig artikel 500 van de VKV.

230

Waarvan: met een kredietbeoordeling door een EKBI

240

Waarvan: met een van een centrale overheid afkomstige kredietbeoordeling


Rijen

Instructies

010

Totale blootstellingen

020

waarvan: Kmo’s

Deze rij wordt alleen gerapporteerd voor het totaal en voor de blootstellingscategorieën particulieren en kleine partijen, ondernemingen en gedekt door hypotheken op onroerend goed.

Alle blootstellingen met betrekking tot kmo’s worden hier gerapporteerd.

030

waarvan: Kmo’s onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo’s

Deze rij wordt alleen gerapporteerd voor het totaal en voor de blootstellingscategorieën particulieren en kleine partijen, ondernemingen en gedekt door hypotheken op onroerend goed.

Hier worden uitsluitend blootstellingen met betrekking tot kmo’s gerapporteerd die voldoen aan de vereisten van artikel 501 van de VKV.

040

waarvan: Gedekt door hypotheken op onroerend goed - niet-zakelijk onroerend goed

Artikel 125 van de VKV

Uitsluitend gerapporteerd in de blootstellingscategorie „Gedekt door hypotheken op onroerend goed”.

050

waarvan: Blootstellingen uit hoofde van het permanent gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering

Blootstellingen die worden behandeld overeenkomstig artikel 150, lid 1, van de VKV.

060

waarvan: Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering met vooraf verkregen toestemming van de toezichthouder om stapsgewijs de interneratingbenadering in te voeren.

Blootstellingen die worden behandeld overeenkomstig artikel 148, lid 1, van de VKV.

070-130

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING

De rapporterende instellingen geven een uitsplitsing van hun posities binnen de bankportefeuille, op basis van de onderstaande criteria, naar blootstellingen binnen de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico, blootstellingen buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico en blootstellingen die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico.

De tegenpartijkredietrisicoposities van de rapporterende instelling in de handelsportefeuille, overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder f), en artikel 299, lid 2, van de VKV worden toegewezen aan de blootstellingen die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico. instellingen die artikel 94, lid 1, van de VKV toepassen geven ook een uitsplitsing van hun posities binnen de handelsportefeuille, op basis van de onderstaande criteria, naar blootstellingen binnen de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico, blootstellingen buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico en blootstellingen die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico.

070

Blootstellingen binnen de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico

In artikel 24 van de VKV bedoelde actiefposten die in geen enkele andere categorie zijn opgenomen.

Blootstellingen die balansposten zijn en die zijn opgenomen als effectenfinancieringstransacties, derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn of voortvloeien uit productoverschrijdende contractuele verrekening worden gerapporteerd in de rijen 090, 110 en 130 en dus niet in deze rij.

Niet-afgewikkelde transacties overeenkomstig artikel 379, lid 1, van de VKV (indien niet afgetrokken) zijn geen balansposten maar worden desalniettemin in deze rij gerapporteerd.

Blootstellingen voortvloeiende uit actiefposten die bij een CTP worden gestort overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 90, van de VKV en blootstellingen met betrekking tot wanbetalingsfondsen overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 89, van de VKV worden opgenomen indien ze niet in rij 030 zijn gerapporteerd.

080

Blootstellingen buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico

Posities buiten de balanstelling omvatten de in de lijst in bijlage I bij de VKV vermelde posten.

Blootstellingen die posten buiten de balanstelling zijn en die zijn opgenomen als effectenfinancieringstransacties, derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn of voortvloeien uit productoverschrijdende contractuele verrekening worden gerapporteerd in de rijen 040 en 060 en dus niet in deze rij.

Blootstellingen voortvloeiende uit actiefposten die bij een CTP worden gestort overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 90, van de VKV en blootstellingen met betrekking tot wanbetalingsfondsen overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 89, van de VKV worden opgenomen indien ze als posten buiten de balanstelling worden beschouwd.

090

Effectenfinancieringstransacties

Effectenfinancieringstransacties zoals omschreven in paragraaf 17 van het document van het Bazels Comité getiteld „The Application of Basel II to Trading Activities and the Treatment of Double Default Effects”, omvatten: i) Retrocessie- en omgekeerde retrocessieovereenkomsten zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 82, van de VKV alsook transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen; ii) margeleningstransacties zoals omschreven in artikel 272, punt 3, van de VKV.

100

Waarvan: Centraal gecleard via een QCCP

Artikel 306 van de VKV voor gekwalificeerde CTP’s overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 88, juncto artikel 301, lid 2, van de VKV.

CTP-transactieblootstelling overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 91, van de VKV.

110

Derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn

Derivaten omvatten de in de lijst in bijlage II bij de VKV vermelde contracten.

Transacties met afwikkeling op lange termijn zoals omschreven in artikel 272, punt 2, van de VKV.

Derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn die in een productoverschrijdende verrekening zijn opgenomen en derhalve in rij 130 worden gerapporteerd, worden niet in deze rij gerapporteerd.

120

Waarvan: Centraal gecleard via een QCCP

Artikel 306 van de VKV voor gekwalificeerde CTP’s overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 88, juncto artikel 301, lid 2, van de VKV.

CTP-transactieblootstelling overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 91, van de VKV.

130

Productoverstijgende contractuele verrekening

Blootstellingen die vanwege het bestaan van een productoverschrijdende contractuele verrekening (zoals omschreven in artikel 272, lid 11, van de VKV) niet aan derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn noch aan effectenfinancieringstransacties kunnen worden toegewezen, worden in deze rij gerapporteerd.

140-280

UITSPLITSING VAN BLOOTSTELLINGEN NAAR RISICOGEWICHT

140

0 %

150

2 %

Artikel 306, lid 1, punt 1, van de VKV.

160

4 %

Artikel 305, lid 1, punt 3, van de VKV.

170

10 %

180

20 %

190

35 %

200

50 %

210

70 %

Artikel 232, lid 3, onder c), van de VKV

220

75 %

230

100 %

240

150 %

250

250 %

Artikel 133, lid 1, punt 2, van de VKV.

260

370 %

Artikel 471 van de VKV

270

1 250 %

Artikel 133, lid 1, punt 2, van de VKV.

280

Andere risicogewichten

Deze rij is niet beschikbaar voor de blootstellingscategorieën overheden, ondernemingen, instellingen en particulieren en kleine partijen.

Voor het rapporteren van blootstellingen die niet zijn onderworpen aan de in de template genoemde risicogewichten.

Artikel 113, leden 1 tot en met 5, van de VKV

Kredietderivaten voor de n-de wanbetaling zonder rating volgens de standaardbenadering (artikel 134, lid 6, van de VKV) worden in deze rij gerapporteerd in de blootstellingscategorie „Andere posten”.

Zie ook artikel 124, lid 2, en artikel 152, lid 2, onder b), van de VKV.

290-320

Pro-memorieposten

Zie ook de toelichting op het doel van de pro-memorieposten in het algemene gedeelte van de CR SA.

290

Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed

Artikel 112, onder i), van de VKV.

Dit is uitsluitend een pro-memoriepost. Onafhankelijk van de berekening van de risicoposten voor blootstellingen die gedekt zijn door zakelijk onroerend goed overeenkomstig de artikelen 124 en 126 van de VKV worden de blootstellingen uitgesplitst en in deze rij gerapporteerd op basis van de criteria aan de hand waarvan worden bepaald of zij door zakelijk onroerend goed worden gedekt.

300

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling onderworpen aan een risicogewicht van 100 %

Artikel 112, onder j), van de VKV

Blootstellingen die zijn opgenomen in de blootstellingscategorie „Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling” die in deze blootstellingscategorie opgenomen zouden moeten worden als er geen sprake zou zijn van wanbetaling.

310

Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed

Artikel 112, onder i), van de VKV.

Dit is uitsluitend een pro-memoriepost. Onafhankelijk van de berekening van de risicoposten voor blootstellingen die gedekt zijn door onroerend goed overeenkomstig de artikelen 124 en 125 van de VKV worden de blootstellingen uitgesplitst en in deze rij gerapporteerd op basis van de criteria aan de hand waarvan wordt bepaald of zij door onroerend goed worden gedekt.

320

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling onderworpen aan een risicogewicht van 150 %

Artikel 112, onder j), van de VKV

Blootstellingen die zijn opgenomen in de blootstellingscategorie „Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling” die in deze blootstellingscategorie opgenomen zouden moeten worden als er geen sprake zou zijn van wanbetaling.

3.3.   KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO’S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: INTERNERATINGBENADERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CR IRB)

3.3.1.   Reikwijdte van de CR IRB-template

74.

Onder de CR IRB-template vallen eigenvermogensvereisten voor:

i.

Kredietrisico in de bankportefeuille, waaronder:

Tegenpartijkredietrisico in de bankportefeuille;

Verwateringsrisico voor gekochte kortlopende vorderingen;

ii.

Tegenpartijkredietrisico in de handelsportefeuille;

iii.

Uit alle bedrijfsactiviteiten voortvloeiende niet-afgewikkelde transacties.

75.

De template omvat de blootstellingen waarvoor de risicogewogen posten zijn berekend overeenkomstig de artikelen 151 tot en met 157 van deel 3, titel II, hoofdstuk 3, van de VKV (interneratingbenadering).

76.

De volgende gegevens vallen niet onder de CR IRB-template:

i.

Blootstellingen in aandelen (worden in de CR EQU IRB-template gerapporteerd);

ii.

Securitisatieposities (worden in de CR SEC SA-, CR SEC IRB- en/of CR SEC Bijzonderheden-templates gerapporteerd);

iii.

„Andere actiefposten die geen kredietverplichting vertegenwoordigen” overeenkomstig artikel 147, lid 2, onder g), van de VKV. Voor deze blootstelling geldt te allen tijde een risicogewicht van 100 % behalve met betrekking tot kasmiddelen, gelijkwaardige posten en blootstellingen die de restwaarde zijn van geleasede activa overeenkomstig artikel 156 van de VKV. De risicogewogen posten voor deze blootstellingscategorie worden rechtstreeks in de CA-template gerapporteerd;

iv.

Risico van aanpassing van de kredietwaardering (wordt in de CVA Risk-template gerapporteerd);

Voor de CR IRB-template is geen geografische uitsplitsing van IRB-blootstellingen naar vestigingsplaats van de tegenpartij vereist. Deze uitsplitsing wordt gerapporteerd in template CR GB.

77.

Teneinde duidelijk te maken of de instelling gebruik maakt van haar eigen LGD-ramingen en/of kredietomrekeningsfactoren wordt voor iedere gerapporteerde blootstellingscategorie de volgende informatie verstrekt:

„NEE”

=

in het geval dat LGD-ramingen en kredietomrekeningsfactoren van de toezichthouder worden gebruikt (Foundation IRB)

„JA”

=

in het geval dat eigen LGD-ramingen en kredietomrekeningsfactoren worden gebruikt (Advanced IRB)

Voor de rapportage van de portefeuilles voor particulieren en kleine partijen moet in ieder geval „JA” worden gerapporteerd.

Wanneer een instelling gebruik maakt van haar eigen LGD-ramingen bij de berekening van risicogewogen posten voor een deel van haar IRB-blootstellingen en daarnaast van LGD-ramingen van de toezichthouder bij de berekening van de risicogewogen post en voor het andere deel van haar IRB-blootstellingen, dient zij een CR IRB Total voor de F-IRB-posities en een CR IRB Total voor de A-IRB-posities te rapporteren.

3.3.2.   Uitsplitsing van de CR IRB-template

78.

De CR IRB bestaat uit twee templates. CR IRB 1 geeft een algemeen overzicht van de IRB-blootstellingen en de verschillende methoden voor het berekenen van het totaal van de risicoposten, alsmede een uitsplitsing van het totaal van de blootstellingen naar soort blootstelling. CR IRB 2 geeft een uitsplitsing van het totaal van de blootstellingen dat in debiteurenklassen of -groepen is ondergebracht. De templates CR IRB 1 en CR IRB 2 worden afzonderlijk gerapporteerd voor de volgende blootstellings- en sub-blootstellingscategorieën:

1.

Totaal

(Het totaal van de templates moet worden gerapporteerd voor de Foundation IRB-benadering en afzonderlijk voor de Advanced IRB-benadering.)

2.

Centrale overheden en centrale banken

(Artikel 147, lid 2, onder a), van de VKV)

3.

Instellingen

(Artikel 147, lid 2, onder b), van de VKV)

4.1)

Ondernemingen - Kmo’s

(Artikel 147, lid 2, onder c), van de VKV)

4.1)*

Ondernemingen - Kmo’s onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo’s

(Artikel 147, lid 2, onder c), juncto artikel 501, lid 2, van de VKV)

4.2)

Ondernemingen - Gespecialiseerde kredietverlening

(Artikel 147, lid 8, van de VKV)

4.3)

Ondernemingen - Overige

(Alle ondernemingen overeenkomstig artikel 147, lid 2, onder c), die niet onder 4.1 en 4.2 worden gerapporteerd)

5.1)

Particulieren en kleine partijen - Gedekt door onroerend goed-kmo’s

(Blootstellingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), juncto artikel 154, lid 3, van de VKV die door onroerend goed worden gedekt)

5.1)*

Particulieren en kleine partijen - Gedekt door onroerend goed-kmo’s onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo’s

(Blootstellingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), juncto artikel 154, lid 3, van de VKV die door onroerend goed worden gedekt)

5.2)

Particulieren en kleine partijen - Gedekt door onroerend goed van niet-kmo’s

(Blootstellingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), van de VKV die door onroerend goed worden gedekt en niet worden gerapporteerd onder 5.1)

5.3)

Particulieren en kleine partijen - Gekwalificeerde revolverende blootstellingen

(Artikel 147, lid 2, onder d), juncto artikel 154, lid 4, van de VKV)

5.4)

Particulieren en kleine partijen - Overige kmo’s

(Artikel 147, lid 2, onder d), niet gerapporteerd onder 5.1 en 5.3)

5.4)*

Particulieren en kleine partijen - Overige kmo’s onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo’s

(Artikel 147, lid 2, onder d), juncto artikel 501, lid 2, van de VKV niet gerapporteerd onder 5.1 en 5.3)

5.5)

Particulieren en kleine partijen - Overige niet-kmo’s

(Artikel 147, lid 2, onder d), van de VKV die niet werden gerapporteerd onder 5.2 en 5.3)

Voor de sub-blootstellingscategorieën 4.1)*, 5.1)* en 5.4)* wordt uitsluitend rij 010 (Totaal van de blootstellingen) gerapporteerd. Zij hebben betrekking op „waarvan”-posities van de desbetreffende blootstellingscategorieën, als gevolg waarvan de gegevens over deze sub-blootstellingscategorieën ook worden opgenomen in de blootstellingscategorieën 4.1, 5.1 en 5.4.

3.3.3.   C.08.01 — Krediet- en tegenpartijkredietrisico’s en niet-afgewikkelde transacties: Interneratingbenadering van kapitaalvereisten (CR IRB 1)

3.3.3.1.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

Instructies

010

INTERN RATINGSYSTEEM/AAN DE DEBITEURENKLASSE OF -GROEP TOEGEKENDE PD (%)

De aan de te rapporteren debiteurenklasse of -groep toegekende PD is gebaseerd op de bepalingen van artikel 180 van de VKV. Voor elke afzonderlijke klasse of groep wordt de aan die specifieke debiteurenklasse of -groep toegekende PD gerapporteerd. Voor cijfers betreffende een samenvoeging van debiteurenklassen of -groepen (zoals totale blootstellingen) moet het naar blootstelling gewogen gemiddelde worden vermeld van de PD’s die aan de debiteurenklassen of -groepen in de samenvoeging zijn toegekend. Voor het berekenen van de naar blootstelling gewogen gemiddelde PD moet de blootstellingswaarde (kolom 110) worden gebruikt.

Voor elke afzonderlijke klasse of groep wordt de aan die specifieke debiteurenklasse of -groep toegekende PD gerapporteerd. Alle gerapporteerde risicoparameters worden afgeleid van de risicoparameters als gebruikt in het door de betreffende bevoegde autoriteit goedgekeurde interneratingsysteem.

Het is niet de bedoeling en evenmin wenselijk om een modelschaal van de toezichthouder te gebruiken. Als de rapporterende instelling een uniek ratingsysteem hanteert of in staat is te rapporteren op basis van een interne modelschaal, dan wordt die schaal gebruikt.

In alle andere gevallen worden de verschillende ratingsystemen samengevoegd en geordend aan de hand van de volgende criteria: debiteurenklassen van verschillende ratingsystemen worden samengevoegd en van laag naar hoog gerangschikt op basis van de aan elke debiteurenklasse toegekende PD. Indien de instelling een groot aantal klassen of pools gebruikt, mag een beperkt aantal te rapporteren klassen of pools met de bevoegde autoriteiten worden overeengekomen.

Een instelling raadpleegt haar bevoegde autoriteit als het aantal klassen dat zij wil rapporteren afwijkt van het interne aantal klassen.

Voor de weging van de gemiddelde PD wordt de in kolom 110 gerapporteerde blootstellingswaarde gebruikt. Alle blootstellingen, met inbegrip van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan, moeten in aanmerking worden genomen bij het berekenen van de naar blootstelling gewogen gemiddelde PD (bv. voor de „totale blootstelling”). Blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan zijn de blootstellingen die in de laatste ratingklasse(n) worden ondergebracht, met een PD van 100 %.

020

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

De instellingen rapporteren de blootstellingswaarde vóór inaanmerkingneming van eventuele waardeaanpassingen, voorzieningen, effecten van kredietrisicolimiteringstechnieken of kredietomrekeningsfactoren.

De oorspronkelijke blootstellingswaarde wordt gerapporteerd overeenkomstig artikel 24 en artikel 166, leden 1 en 2 en 4 tot en met 7, van de VKV.

Het effect van toepassing van artikel 166, lid 3, van de VKV (effect van verrekening binnen de balanstelling van leningen en deposito’s) wordt afzonderlijk gerapporteerd als volgestorte kredietprotectie en zal de oorspronkelijke blootstelling derhalve niet verminderen.

030

WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

Uitsplitsing van de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van omrekeningsfactoren voor alle blootstellingen zoals omschreven in artikel 142, leden 4 en 5, van de VKV die onderworpen zijn aan de hogere correlatie overeenkomstig artikel 153, lid 2, van de VKV.

040-080

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

Kredietrisicolimiteringstechnieken zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 57, van de VKV die het kredietrisico van een of meer blootstellingen reduceren via substitutie van blootstellingen zoals hieronder omschreven onder „Substitutie van de blootstelling vanwege kredietrisicolimitering”.

040-050

NIET-VOLGESTORDE KREDIETPROTECTIE

Niet-volgestorte kredietprotectie: De waarden zoals omschreven in artikel 4, lid 59, van de VKV.

Indien de blootstelling wordt beïnvloed door een zekerheid (bv. gebruikt voor kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effect op de blootstelling) wordt die zekerheid gemaximeerd op de blootstellingswaarde.

040

GARANTIES:

Indien het kredietrisicolimiteringseffect van de garantie wordt berekend door inaanmerkingneming van het substitutie-effect, dan wordt de gecorrigeerde waarde (Ga) zoals omschreven in artikel 236 van de VKV opgegeven.

Wat betreft blootstellingen die onderworpen zijn aan de double default-behandeling wordt de waarde van de niet-volgestorte kredietprotectie gerapporteerd in kolom 220.

Als er geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt: Als er geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt, wordt de gecorrigeerde waarde (Ga) zoals omschreven in artikel 236 van de VKV opgegeven.

Als eigen LGD-ramingen worden gebruikt: artikel 183 van de VKV, met uitzondering van lid 3. Het nominale bedrag van de garanties wordt gerapporteerd.

Garanties worden in kolom 040 gerapporteerd als het LGD niet wordt gecorrigeerd. Als het LGD wel wordt gecorrigeerd, wordt het bedrag van de garantie gerapporteerd in kolom 150.

050

KREDIETDERIVATEN:

Als er geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt, wordt de gecorrigeerde waarde (Ga) zoals omschreven in artikel 216 van de VKV opgegeven.

Als het LGD wordt gecorrigeerd, wordt het bedrag van de kredietderivaten gerapporteerd in kolom 160.

Wat betreft blootstellingen die onderworpen zijn aan de double default-behandeling wordt de waarde van de niet-volgestorte kredietprotectie gerapporteerd in kolom 220.

060

OVERIGE VOLGESTORDE KREDIETPROTECTIE

Als er geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt: Artikel 232 van de VKV

Als wel eigen ramingen van het LGD worden gebruikt: de kredietrisicolimiterende factoren die voldoen aan de criteria van artikel 212 van de VKV.

Te rapporteren in kolom 060 als het LGD niet wordt gecorrigeerd. Als het LGD wel wordt gecorrigeerd, wordt het bedrag gerapporteerd in kolom 170.

070-080

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VIA KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN

De uitstromen komen overeen met het gedekte deel van de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van omrekeningsfactoren dat wordt afgetrokken van de blootstellingscategorie en, voor zover relevant, de debiteurenklasse of -groep van de debiteur en vervolgens wordt ondergebracht in de blootstellingscategorie en, voor zover relevant, de debiteurenklasse of -groep van de protectiegever. Dit bedrag wordt beschouwd als een instroom in de blootstellingscategorie en, voor zover relevant, debiteurenklassen of -groepen van de protectiegever.

Ook instromen en uitstromen binnen dezelfde blootstellingscategorieën en, voor zover relevant, debiteurenklassen of -groepen worden in aanmerking genomen.

Blootstellingen die voortvloeien uit mogelijke instromen en uitstromen van en naar andere templates worden in aanmerking genomen.

090

BLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIE-EFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN EN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

De blootstelling zoals die met de bijbehorende debiteurenklasse of -groep in de overeenkomstige blootstellingscategorie is ondergebracht na inaanmerkingneming van uitstromen en instromen als gevolg van kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effect op de blootstelling.

100, 120

Waarvan: Posten buiten de balanstelling

Zie de CR SA-instructies

110

BLOOTSTELLINGSWAARDE

De waarde overeenkomstig artikel 166 van de VKV en artikel 230, lid 1, zin 2, van de VKV wordt gerapporteerd.

Voor de in bijlage I omschreven instrumenten worden de kredietomrekeningsfactoren (artikel 166, leden 8, 9 en 10, van de VKV) toegepast, ongeacht de door de instelling gekozen benadering.

Voor de rijen 040 tot en met 060 (effectenfinancieringstransacties, derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn en blootstellingen uit hoofde van productoverschrijdende contractuele verrekening) onderworpen aan deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV is de blootstellingswaarde gelijk aan de waarde van het tegenpartijkredietrisico zoals berekend volgens de in deel 3, titel II, hoofdstuk 6, afdelingen 3 tot en met 7, van de VKV vastlegde methoden. Deze waarden worden in deze kolom gerapporteerd, en niet in kolom 130 „Waarvan: voortvloeiende uit tegenpartijkredietrisico’.

130

Waarvan: Voortvloeiende uit tegenpartijkredietrisico

Zie de CR SA-instructies.

140

WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

Uitsplitsing van de blootstellingswaarde voor alle blootstellingen zoals omschreven in artikel 142, leden 4 en 5, van de VKV die onderworpen zijn aan de hogere correlatie overeenkomstig artikel 153, lid 2, van de VKV.

150-210

IN LGD-RAMINGEN IN AANMERKING GENOMEN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN, MET UITZONDERING VAN DE DOUBLE DEFAULT-BEHANDELING

Kredietrisicolimiteringstechnieken die een effect hebben op LGD’s als gevolg van de toepassing van het substitutie-effect van kredietrisicolimiteringstechnieken worden niet in deze kolommen opgenomen.

Als er geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt: artikel 228, lid 2, artikel 230, leden 1 en 2, en artikel 231 van de VKV

Als wel eigen LGD-ramingen worden gebruikt:

Met betrekking op niet-volgestorte kredietprotectie, voor blootstellingen met betrekking tot centrale overheden en centrale banken, instellingen en ondernemingen: artikel 161, lid 3, van de VKV. Voor blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen: artikel 164, lid 2, van de VKV.

Met betrekking tot volgestorte kredietprotectie, zekerheden die in aanmerking worden genomen in de LGD-ramingen overeenkomstig artikel 181, lid 1, onder e) en f), van de VKV.

150

GARANTIES

Zie de instructies voor kolom 040.

160

KREDIETDERIVATEN

Zie de instructies voor kolom 050.

170

GEBRUIK VAN EIGEN LGD-RAMINGEN: OVERIGE VOLGESTORDE KREDIETPROTECTIE

De desbetreffende waarde die in de interne modellen van de instelling wordt gebruikt.

De kredietrisicolimiterende factoren die voldoen aan de criteria van artikel 212 van de VKV.

180

TOELAATBARE FINANCIËLE ZEKERHEDEN

Omvat voor transacties in de handelsportefeuille financiële instrumenten en grondstoffen die in aanmerking komen voor blootstellingen in de handelsportefeuille overeenkomstig artikel 299, lid 2, onder. c) tot en met f), van de VKV. Credit linked notes en verrekening van balansposten overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 4, afdeling 4, van de VKV worden als zekerheden in de vorm van contanten behandeld.

Als er geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt: waarden overeenkomstig artikel 193, leden 1 tot en met 4, en artikel 194, lid 1, van de VKV. De gecorrigeerde waarde (Gvam) zoals aangegeven in artikel 223, lid 2, van de VKV wordt gerapporteerd.

Als wel eigen ramingen van het LGD worden gebruikt: financiële zekerheden die in aanmerking worden genomen in de LGD-ramingen overeenkomstig artikel 181, lid 1, onder e) en f), van de VKV. Het te rapporteren bedrag is de geraamde marktwaarde van de zekerheid.

190-210

ANDERE TOELAATBARE ZEKERHEDEN

Als er geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt: artikel 199, leden 1 tot en met 8, van de VKV en artikel 229 van de VKV

Als wel eigen LGD-ramingen worden gebruikt: andere zekerheden die in aanmerking worden genomen in de LGD-ramingen overeenkomstig artikel 181, lid 1, onder e) en f), van de VKV.

190

ONROEREND GOED

Als er geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt, worden de waarden overeenkomstig artikel 199, leden 2, 3 en 4, van de VKV opgegeven. Ook het leasen van onroerend goed wordt opgenomen (zie artikel 199, lid 7, van de VKV). Zie ook artikel 229 van de VKV

Als er wel eigen LGD-ramingen worden gebruikt, is het te rapporteren bedrag de geraamde marktwaarde.

200

ANDERE FYSIEKE ZEKERHEDEN

Als er geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt, worden de waarden overeenkomstig artikel 199, leden 6 en 8, van de VKV opgegeven. Ook het leasen van een goed anders dan onroerend goed wordt opgenomen (zie artikel 199, lid 7, van de VKV). Zie ook artikel 229, lid 3, van de VKV.

Als er wel eigen LGD-ramingen worden gebruikt, is het te rapporteren bedrag de geraamde marktwaarde van de zekerheid.

210

KORTLOPENDE VORDERINGEN

Als er geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt, worden de waarden overeenkomstig artikel 199, lid 5, en artikel 229, lid 2, van de VKV opgegeven.

Als er wel eigen LGD-ramingen worden gebruikt, is het te rapporteren bedrag de geraamde marktwaarde van de zekerheid.

220

ONDERWORPEN AAN DE DOUBLE DEFAULT-BEHANDELING: NIET-VOLGESTORDE KREDIETPROTECTIE

Garanties en kredietderivaten die blootstellingen dekken die onderworpen zijn aan de double default-behandeling in de zin van artikel 202 en artikel 217, lid 1, van de VKV. Zie ook de kolommen 040 „Garanties” en 050 „Kredietderivaten”.

230

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%)

Alle effecten van kredietrisicolimiteringstechnieken op LGD-waarden zoals nader aangegeven in deel 3, titel II, hoofdstukken 3 en 4, van de VKV worden in aanmerking genomen. In het geval van blootstellingen die onderworpen zijn aan de double default-behandeling dient het te rapporteren LGD overeen te komen met het LGD dat overeenkomstig artikel 161, lid 4, van de VKV is geselecteerd.

Voor blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan worden de bepalingen van artikel 181, lid 1, onder h, van de VKV in aanmerking genomen.

Voor het berekenen van de naar blootstelling gewogen gemiddelden moet de definitie van de blootstellingswaarde (kolom 110) worden gebruikt.

Alle effecten worden in aanmerking genomen (de op hypotheken van toepassing zijnde vloer wordt dus opgenomen in de rapportage).

Voor instellingen die de interneratingbenadering toepassen maar geen eigen LGD-ramingen gebruiken komen de risicolimiteringseffecten van financiële zekerheden tot uiting in E*, de volledig aangepaste blootstellingswaarde, en vervolgens in het LGD* overeenkomstig artikel 228, lid 2, van de VKV.

Het naar blootstelling gewogen gemiddelde LGD in verband met iedere PD-„debiteurenklasse of -groep” vloeit voort uit het gemiddelde van de prudentiële LGD’s toegewezen aan de blootstellingen van die klasse/groep, gewogen naar de respectieve blootstellingswaarde van kolom 110.

Als er eigen LGD-ramingen worden toegepast, worden artikel 175 en artikel 181, leden 1 en 2, van de VKV in aanmerking genomen.

In het geval van blootstellingen die onderworpen zijn aan de double default-behandeling dient het te rapporteren LGD overeen te komen met het LGD dat overeenkomstig artikel 161, lid 4, van de VKV is geselecteerd.

De berekening van het naar blootstelling gewogen gemiddelde LGD wordt afgeleid van de risicoparameters zoals feitelijk gebruikt in het door de betreffende bevoegde autoriteit goedgekeurde interneratingsysteem.

Er worden geen gegevens gerapporteerd voor blootstellingen uit hoofde van gespecialiseerde kredietverlening als bedoeld in artikel 153, lid 5.

De blootstelling en de desbetreffende LGD's voor grote gereglementeerde entiteiten uit de financiële sector en niet-gereglementeerde financiële entiteiten worden niet opgenomen in de berekening van kolom 230, maar uitsluitend in de berekening van kolom 240.

240

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELD LGD (%) VOOR GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

Naar blootstelling gewogen gemiddeld LGD (%) voor alle blootstellingen zoals omschreven in artikel 142, leden 4 en 5, van de VKV die onderworpen zijn aan de hogere correlatie overeenkomstig artikel 153, lid 2, van de VKV.

250

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LOOPTIJDWAARDE (DAGEN)

De gerapporteerde waarde is in overeenstemming met artikel 162 van de VKV. Voor het berekenen van de naar blootstelling gewogen gemiddelden moet de blootstellingswaarde (kolom 110) worden gebruikt. De gemiddelde looptijd wordt gerapporteerd in dagen.

Deze gegevens worden niet gerapporteerd voor blootstellingswaarden ten aanzien waarvan de looptijd niet bij de berekening van de risicogewogen postenwordt betrokken. Dit betekent dat deze kolom niet wordt ingevuld voor de blootstellingscategorie „Particulieren en kleine partijen”.

255

RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO’S

Zie voor centrale overheden en centrale banken, ondernemingen en instellingen artikel 153, leden 1 en 3, van de VKV. Zie voor particulieren en kleine partijen artikel 154, lid 1, van de VKV.

De ondersteuningsfactor voor kmo’s overeenkomstig artikel 501 van de VKV wordt niet in aanmerking genomen.

260

RISICOGEWOGEN POSTEN NA TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO’S

Zie voor centrale overheden en centrale banken, ondernemingen en instellingen artikel 153, leden 1 en 3, van de VKV. Zie voor particulieren en kleine partijen artikel 154, lid 1, van de VKV.

De ondersteuningsfactor voor kmo’s overeenkomstig artikel 501 van de VKV wordt in aanmerking genomen.

270

WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

Uitsplitsing van de risicogewogen posten na toepassing van de ondersteuningsfactor voor kmo’s voor alle blootstellingen zoals omschreven in artikel 142, leden 4 en 5, van de VKV die onderworpen zijn aan de hogere correlatie overeenkomstig artikel 153, lid 2, van de VKV.

280

VERWACHTE VERLIESPOST

Zie voor de definitie van verwacht verlies artikel 5, punt 3, van de VKV en voor de berekening artikel 158 van de VKV. Het te rapporteren bedrag van het verwachte verlies is gebaseerd op de risicoparameters zoals feitelijk gebruikt in het door de betreffende bevoegde autoriteit goedgekeurde interneratingsysteem.

290

(-) WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

De waardeaanpassingen alsmede specifieke en algemene voorzieningen uit hoofde van artikel 159 van de VKV worden gerapporteerd. Algemene voorzieningen worden gerapporteerd door het bedrag naar evenredigheid toe te rekenen - overeenkomstig het verwachte verlies van de verschillende debiteurenklassen.

300

AANTAL DEBITEUREN

Artikel 172, leden 1 en 2, van de VKV.

Voor alle blootstellingscategorieën behalve particulieren en kleine partijen rapporteert de instelling het aantal afzonderlijk beoordeelde entiteiten/debiteuren, ongeacht het aantal verschillende leningen of blootstellingen dat is toegekend.

Binnen de blootstellingscategorie „Particulieren en kleine partijen” rapporteert de instelling het aantal blootstellingen dat afzonderlijk in een bepaalde beoordelingsklasse of -groep is ondergebracht. Wanneer artikel 172, lid 2, van de VKV van toepassing is mag een debiteur in meerdere klassen in aanmerking genomen worden.

Deze kolom heeft betrekking op een onderdeel van de structuur van de ratingsystemen en houdt daarom verband met de oorspronkelijke blootstellingen vóór toepassing van omrekeningsfactoren zoals die in de afzonderlijke debiteurenklassen of -groepen zijn ondergebracht, zonder rekening te houden met het effect van kredietrisicolimiteringstechnieken (met name herverdelingseffecten).


Rijen

Instructies

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

020-060

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING:

020

Balansposten die onderworpen zijn aan kredietrisico

In artikel 24 van de VKV bedoelde actiefposten die in geen enkele andere categorie zijn opgenomen.

Blootstellingen die balansposten zijn en die zijn opgenomen als effectenfinancieringstransacties, derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn of voortvloeien uit productoverschrijdende contractuele verrekening worden gerapporteerd in de rijen 040-060 en dus niet in deze rij.

Niet-afgewikkelde transacties overeenkomstig artikel 379, lid 1, van de VKV (indien niet afgetrokken) zijn geen balansposten maar worden desalniettemin in deze rij gerapporteerd.

Blootstellingen voortvloeiende uit actiefposten die bij een CTP worden gestort overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 91, van de VKV en blootstellingen met betrekking tot wanbetalingsfondsen overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 89, van de VKV worden opgenomen indien ze niet in rij 030 zijn gerapporteerd.

030

Posten buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico

Posities buiten de balanstelling omvatten de in de lijst in bijlage I bij de VKV vermelde posten.

Blootstellingen die posten buiten de balanstelling zijn en die zijn opgenomen als effectenfinancieringstransacties, derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn of voortvloeien uit productoverschrijdende contractuele verrekening worden gerapporteerd in de rijen 040-060 en dus niet in deze rij.

Blootstellingen voortvloeiende uit actiefposten die bij een CTP worden gestort overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 91, van de VKV en blootstellingen met betrekking tot wanbetalingsfondsen overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 89, van de VKV worden opgenomen indien ze als posten buiten de balanstelling worden beschouwd.

040-060

Blootstellingen/transacties die zijn onderworpen aan tegenpartijkredietrisico

040

Effectenfinancieringstransacties

Effectenfinancieringstransacties zoals omschreven in paragraaf 17 van het document van het Bazels Comité getiteld „The Application of Basel II to Trading Activities and the Treatment of Double Default Effects”, omvatten: (i) Retrocessie- en omgekeerde retrocessieovereenkomsten zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 82, van de VKV alsmede transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen, en (ii) margeleningstransacties zoals omschreven in artikel 272, lid 3, van de VKV.

Effectenfinancieringstransacties die in een productoverschrijdende verrekening zijn opgenomen en derhalve in rij 060 worden gerapporteerd, worden niet in deze rij gerapporteerd.

050

Derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn

Derivaten omvatten de in bijlage II bij de VKV vermelde contracten. Derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn die in een productoverschrijdende verrekening zijn opgenomen en derhalve in rij 060 worden gerapporteerd, worden niet in deze rij gerapporteerd.

060

Productoverstijgende contractuele verrekening

Zie de CR SA-instructies

070

IN DEBITEURENKLASSEN OF -GROEPEN ONDERGEBRACHTE BLOOTSTELLINGEN: TOTAAL

Voor blootstellingen met betrekking tot ondernemingen, instellingen en centrale overheden en centrale banken zie artikel 142, lid 1, punt 6, en artikel 170, lid 1, onder c), van de VKV.

Voor blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen zie artikel 170, lid 3, onder b), van de VKV. Voor blootstellingen voortvloeiend uit gekochte kortlopende vorderingen zie artikel 166, lid 6, van de VKV.

Blootstellingen met betrekking tot het verwateringsrisico van gekochte kortlopende vorderingen worden niet per debiteurenklasse of -groep maar in rij 180 gerapporteerd.

Indien de instelling een groot aantal klassen of pools gebruikt, mag een beperkt aantal te rapporteren klassen of pools met de bevoegde autoriteiten worden overeengekomen.

Er wordt geen algemene schaal gebruikt. De instellingen bepalen zelf welke schaal ze gebruiken.

080

CRITERIA VOOR HET ONDERBRENGEN VAN GESPECIALISEERDE KREDIETVERLENING: TOTAAL

Artikel 153, lid 5, van de VKV Is uitsluitend van toepassing op de blootstellingscategorieën ondernemingen, instellingen en centrale overheden en centrale banken.

090-150

UITSPLITSING NAAR RISICOGEWICHT VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN UIT HOOFDE VAN GESPECIALISEERDE KREDIETVERLENING:

120

Waarvan: in categorie 1

Tabel 1 in artikel 153, lid 5, van de VKV.

160

ALTERNATIEVE BEHANDELING: GEDEKT DOOR ONROEREND GOED

Artikel 193, leden 1 en 2, artikel 194, leden 1 tot en met 7, en artikel 230, lid 3, van de VKV

170

BLOOTSTELLINGEN VOORTVLOEIEND UIT NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES ONDER TOEPASSING VAN RISICOGEWICHTEN KRACHTENS DE ALTERNATIEVE BEHANDELING OF VAN EEN RISICOGEWICHT VAN 100 % EN ANDERE BLOOTSTELLINGEN WAAROP EEN RISICOGEWICHT WORDT TOEGEPAST

Blootstellingen voortvloeiend uit niet-afgewikkelde transacties waarop de alternatieve behandeling als bedoeld in artikel 379, lid 2, eerste alinea, laatste zin, van de VKV wordt toegepast of waaraan een risicogewicht van 100 % overeenkomstig artikel 379, lid 2, laatste alinea, van de VKV wordt toegekend. Kredietderivaten voor de n-de wanbetaling zonder rating in de zin van artikel 153, lid 8, van de VKV en alle andere blootstellingen waarop een risicogewicht wordt toegepast en die niet in een andere rij zijn opgenomen, worden in deze rij gerapporteerd.

180

VERWATERINGSRISICO: TOTAAL GEKOCHTE KORTLOPENDE VORDERINGEN

Zie artikel 4, lid 1, punt 53, van de VKV voor een definitie van verwateringsrisico. Zie voor het berekenen van risicogewicht voor het verwateringsrisico artikel 157, lid 1, van de VKV.

Overeenkomstig artikel 166, lid 6, van de VKV is de blootstellingswaarde voor gekochte kortlopende vorderingen het uitstaande bedrag, verminderd met de risicogewogen posten voor het verwateringsrisico vóór kredietrisicolimitering.

3.3.4.   C.08.02 — Krediet- en tegenpartijkredietrisico’s en niet-afgewikkelde transacties: interneratingbenadering inzake kapitaalvereisten (uitsplitsing naar debiteurenklasse of -groep (CR IRB 2-template)

Kolom

Instructies

005

Debiteurenklasse (identificatiecode van een rij)

Dit is een identificatiecode van een rij die uniek is voor elke rij op een bepaald blad van de tabel. Zij volgt de numerieke orde 1, 2, 3, enz.

010-300

De instructies voor elk van deze kolommen zijn gelijk aan die voor de overeenkomstig genummerde kolommen in tabel CR IRB 1.


Rij

Instructies

010-001 - 010-NNN

De waarden die in deze rijen worden gerapporteerd moeten van laag naar hoog worden gerangschikt, afhankelijk van de PD die aan de debiteurenklasse of -groep wordt toegekend. De PD voor in gebreke blijvende debiteuren is gelijk aan 100 %. Blootstellingen waarop de alternatieve behandeling voor zekerheden in de vorm van onroerend goed toegepast wordt (alleen beschikbaar indien geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt) worden niet volgens de PD van de debiteur ondergebracht en niet in deze template gerapporteerd.

3.4.   KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO’S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: INFORMATIE MET GEOGRAFISCHE UITSPLITSINGEN (CR GB)

79.

De instellingen die aan de in artikel 5, onder a), 4), van deze verordening vastgestelde drempel voldoen moeten informatie verstrekken over zowel het thuisland als ieder niet-thuisland. De drempel is alleen van toepassing op de tabellen 1 en 2.

80.

Onder „vestigingsplaats van de debiteur’ wordt verstaan het land van oprichting van de debiteur. Dit concept kan op basis van „directe debiteur” en „uiteindelijk risico” worden toegepast. Dat betekent dat kredietrisicolimiteringstechnieken de allocatie van een blootstelling aan een land kunnen veranderen. Blootstellingen met betrekking tot supranationale organisaties worden niet aan het land van vestiging van de instelling, maar aan de geografische zone „Andere landen” toegewezen, ongeacht de blootstellingscategorie waaraan de blootstelling met betrekking tot supranationale organisaties is toegewezen.

81.

Gegevens over „oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van omrekeningsfactoren” moeten onder vermelding van het land van vestiging van de directe debiteur worden gerapporteerd. Gegevens over „blootstellingswaarde” en „risicogewogen posten” moeten volgens het land van vestiging van de uiteindelijke debiteur worden gerapporteerd.

3.4.1.   C 09.01 — Geografische uitsplitsing van blootstellingen naar vestigingsplaats van de debiteur: blootstellingen in het kader van de standaardbenadering (CR GB 1)

3.4.1.1.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

010

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

Hiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 010 van de CR SA-template.

020

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling

De oorspronkelijke blootstelling vóór de toepassing van omrekeningsfactoren voor blootstellingen die als „blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan” zijn geclassificeerd.

Deze „pro-memoriepost” biedt aanvullende informatie over de debiteurenstructuur van de blootstellingscategorie „blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling”. Hier worden blootstellingen gerapporteerd ten aanzien waarvande debiteuren zouden worden gerapporteerd indien die blootstellingen niet in de blootstellingscategorie „blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling” zouden zijn ondergebracht.

Deze informatie betreft een „pro-memoriepost” en heeft dus geen gevolgen voor de berekening van de risicogewogen posten van de categorie „blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling” in de zin van artikel 112, onder j, van de VKV.

040

In de periode waargenomen nieuwe gevallen van wanbetaling

Het bedrag van de oorspronkelijke blootstellingen die tijdens de periode van drie maanden na de laatste verslagdatum naar de blootstellingscategorie „blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling” overgegaan zijn, wordt gerapporteerd voor de blootstellingscategorie waartoe de debiteur oorspronkelijk behoorde.

050

Algemene kredietrisicoaanpassingen

Kredietrisicoaanpassingen overeenkomstig artikel 110 van de VKV.

055

Specifieke kredietrisicoaanpassingen

Kredietrisicoaanpassingen overeenkomstig artikel 110 van de VKV.

060

Afschrijvingen

Afschrijvingen betreffen zowel verlagingen van de boekwaarde van rechtstreeks in de winst- en verliesrekening opgenomen financiële activa die een waardevermindering hebben ondergaan [IFRS 7.B5.(d).(i)] als verlagingen van de bedragen die ten laste worden gebracht van de voorziening voor de boekwaarde van financiële activa die een waardevermindering hebben ondergaan [IFRS 7.B5.(d).(ii)].

070

Kredietrisicoaanpassingen/afschrijvingen voor waargenomen nieuwe gevallen van wanbetaling

De som van de kredietrisicoaanpassingen en afschrijvingen voor blootstellingen die tijdens de periode van drie maanden na de laatste overlegging van gegevens als „blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan” zijn geclassificeerd.

075

Blootstellingswaarde

Hiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 200 van de CR SA-template.

080

RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO’S

Hiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 215 van de CR SA-template.

090

RISICOGEWOGEN POSTEN NA TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO’S

Hiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 220 van de CR SA-template.


Rijen

010

Centrale overheden of centrale banken

Artikel 112, onder a), van de VKV.

020

Regionale of lokale overheden

Artikel 112, onder b), van de VKV.

030

Publiekrechtelijke lichamen

Artikel 112, onder c), van de VKV.

040

Multilaterale ontwikkelingsbanken

Artikel 112, onder d), van de VKV.

050

Internationale organisaties

Artikel 112, onder e), van de VKV.

060

Instellingen

Artikel 112, onder f), van de VKV.

070

Ondernemingen

Artikel 112, onder g), van de VKV.

075

waarvan: Kmo’s

Dezelfde definitie als voor rij 020 van de CR SA-template.

080

Particulieren en kleine partijen

Artikel 112, onder h), van de VKV.

085

waarvan: Kmo’s

Dezelfde definitie als voor rij 020 van de CR SA-template.

090

Gedekt door hypotheken op onroerend goed

Artikel 112, onder i), van de VKV.

095

waarvan: Kmo’s

Dezelfde definitie als voor rij 020 van de CR SA-template.

100

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling

Artikel 112, onder j), van de VKV

110

Blootstellingen met een bijzonder hoog risico

Artikel 112, onder k), van de VKV.

120

Gedekte obligaties

Artikel 112, onder l), van de VKV.

130

Blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn

Artikel 112, onder n), van de VKV. instellingen voor collectieve belegging (icb’s)

140

Instellingen voor collectieve belegging (icb’s)

Artikel 112, onder o), van de VKV.

150

Blootstellingen in aandelen

Artikel 112, onder p), van de VKV.

160

Overige posten

Artikel 112, onder q), van de VKV.

3.4.2.   C 09.02 — Geografische uitsplitsing van blootstellingen naar vestigingsplaats van de debiteur: blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering (CR GB 2)

3.4.2.1.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

010

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

Hiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 020 van de CR IRB-template.

030

Waarvan blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan:

De oorspronkelijke blootstellingswaarde voor blootstellingen die overeenkomstig artikel 178 van de VKV als „blootstelling ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan” zijn geclassificeerd.

040

In de periode waargenomen nieuwe gevallen van wanbetaling

Het bedrag van de oorspronkelijke blootstellingen die tijdens de periode van drie maanden na de laatste verslagdatum naar de blootstellingscategorie „blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling” overgegaan zijn, wordt gerapporteerd voor de blootstellingscategorie waartoe de debiteur oorspronkelijk behoorde.

050

Algemene kredietrisicoaanpassingen

Kredietrisicoaanpassingen overeenkomstig artikel 110 van de VKV.

055

Specifieke kredietrisicoaanpassingen

Kredietrisicoaanpassingen overeenkomstig artikel 110 van de VKV.

060

Afschrijvingen

Afschrijvingen betreffen zowel verlagingen van de boekwaarde van rechtstreeks in de winst- en verliesrekening opgenomen financiële activa die een waardevermindering hebben ondergaan [IFRS 7.B5.(d).(i)] als verlagingen van de bedragen die ten laste worden gebracht van de voorziening voor de boekwaarde van financiële activa die een waardevermindering hebben ondergaan [IFRS 7.B5.(d).(ii)].

070

Kredietrisicoaanpassingen/afschrijvingen voor waargenomen nieuwe gevallen van wanbetaling

De som van de kredietrisicoaanpassingen en afschrijvingen voor blootstellingen die tijdens de periode van drie maanden na de laatste overlegging van gegevens als „blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan” zijn geclassificeerd.

080

INTERN RATINGSYSTEEM/AAN DE DEBITEURENKLASSE OF -GROEP TOEGEKENDE PD (%)

Hiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 010 van de CR IRB-template.

090

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%)

Hiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 230 van de CR IRB-template. De bepalingen van artikel 181, lid 1, onder h, van de VKV zijn van toepassing.

Er worden geen gegevens gerapporteerd voor blootstellingen uit hoofde van gespecialiseerde kredietverlening als bedoeld in artikel 153, lid 5.

100

Waarvan: blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan

Het naar blootstelling gewogen LGD voor blootstellingen die overeenkomstig artikel 178 van de VKV als „blootstelling ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan” zijn geclassificeerd.

105

Blootstellingswaarde

Hiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 110 van de CR IRB-template.

110

RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO’S

Hiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 255 van de CR IRB-template.

120

Waarvan blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan:

De risicogewogen posten voor blootstellingen die overeenkomstig artikel 178 van de VKV als „blootstelling ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan” zijn geclassificeerd.

125

RISICOGEWOGEN POSTEN NA TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO’S

Hiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 260 van de CR IRB-template.

130

VERWACHTE VERLIESPOST

Hiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 280 van de CR IRB-template.


Rijen

010

Centrale overheden en centrale banken

(Artikel 147, lid 2, onder a), van de VKV)

020

Instellingen

(Artikel 147, lid 2, onder b), van de VKV)

030

Ondernemingen

(Alle ondernemingen overeenkomstig artikel 147, lid 2, onder c))

040

Waarvan: gespecialiseerde kredietverlening

(Artikel 147, lid 8, onder a), VKV)

Er worden geen gegevens gerapporteerd voor blootstellingen uit hoofde van gespecialiseerde kredietverlening als bedoeld in artikel 153, lid 5.

050

Waarvan: Kmo’s

(Artikel 147, lid 2, onder c), van de VKV)

060

Particulieren en kleine partijen

Alle blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen overeenkomstig artikel 147, lid 2, onder d).

070

Particulieren en kleine partijen - Gedekt door onroerend goed

Blootstellingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), van de VKV die door onroerend goed worden gedekt.

080

Kmo’s

Blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), juncto artikel 153, lid 3, van de VKV die door onroerend goed worden gedekt.

090

Niet-kmo’s

Blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), van de VKV die door onroerend goed worden gedekt.

100

Particulieren en kleine partijen - Gekwalificeerde revolverende blootstellingen

(Artikel 147, lid 2, onder d), juncto artikel 154, lid 4, van de VKV)

110

Andere particulieren en kleine partijen

Blootstellingen met betrekking tot andere particulieren en kleine partijen overeenkomstig artikel 147, lid 2, onder d), worden niet in de rijen 070 tot en met 100 gerapporteerd.

120

Kmo’s

Blootstellingen met betrekking tot andere particulieren en kleine partijen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), juncto artikel 153, lid 3, van de VKV.

130

Niet-kmo’s

Blootstellingen met betrekking tot andere particulieren en kleine partijen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), van de VKV.

140

Aandelen

Blootstellingen in aandelen in de zin van artikel 147, lid 2, onder e), van de VKV.

3.4.3.   C 09.03 — Uitsplitsing naar land van totale eigenvermogensvereisten voor kredietrisico van relevante kredietblootstellingen (CR GB 3)

3.4.3.1.   Algemene opmerkingen

82.

Overeenkomstig artikel 128, lid 1, punt 7, in samenhang met de artikelen 130 en 140, lid 1, van de CRD is het contracyclische bufferpercentage het „gewogen gemiddelde van de contracyclische bufferpercentages die van toepassing zijn in de rechtsgebieden waar de relevante kredietblootstellingen van de instelling gesitueerd zijn”. Het gewogen gemiddelde wordt als volgt berekend:

a)

Teller: totale, overeenkomstig deel 3, titel II, van de VKV bepaalde eigenvermogensvereisten voor kredietrisico in verband met de desbetreffende kredietblootstellingen op het betrokken grondgebied

b)

Noemer: totale, overeenkomstig deel 3, titel II, van de VKV bepaalde eigenvermogensvereisten voor kredietrisico in verband met alle desbetreffende kredietblootstellingen

83.

Deze tabel is ingevoerd om meer informatie te ontvangen over de elementen van de instellingsspecifieke contracyclische kapitaalbuffer. De gevraagde informatie heeft betrekking op de overeenkomstig deel 3, titel II, van de VKV bepaalde eigenvermogensvereisten, waaronder kredietrisico en securitisatie berekend op basis van de desbetreffende kredietblootstellingen, uitgesplitst naar land.

84.

De informatie wordt per land gerapporteerd. De in artikel 5, onder a), punt 4, van deze verordening vastgestelde drempel is voor de rapportage van deze uitsplitsing niet van belang.

3.4.3.2.   Instructies voor bepaalde posities

Rijen

010

Eigenvermogensvereisten voor kredietrisico

Deel 3, titel II, van de VKV.

3.5.   C 10.01 EN C 10.02 — BLOOTSTELLINGEN IN AANDELEN IN HET KADER VAN DE INTERNERATINGBENADERING (CR EQU IRB 1 EN CR EQU IRB 2)

3.5.1.   Algemene opmerkingen

85.

De CR EQU IRB-template is een dubbel template: CR EQU IRB 1 geeft een algemeen overzicht van de IRB-blootstellingen in de categorie „blootstellingen in aandelen” en de verschillende methoden voor het berekenen van het totaal van de risicoposten. CR EQU IRB 2 betreft een uitsplitsing van de totale blootstellingen die in het kader van de PD/LGD-benadering in debiteurenklassen zijn ondergebracht. „CR EQU IRB” verwijst in de instructies hieronder naar de CR EQU IRB 1- en/of de CR EQU IRB 2-template, naargelang van het geval.

86.

De CR EQU IRB-template biedt informatie over de berekening van risicogewogen posten voor kredietrisico (artikel 92, lid 3, onder a), van de VKV) overeenkomstig de interneratingbenadering (deel 3, titel II, hoofdstuk 3, van de VKV) voor blootstellingen in aandelen als bedoeld in artikel 147, lid 2, onder e), van de VKV.

87.

De volgende blootstellingen worden overeenkomstig artikel 147, lid 6, van de VKV in de categorie „blootstellingen in aandelen” ondergebracht:

a)

andere blootstellingen dan schulden die een achtergestelde restvordering op de activa of de inkomsten van de uitgevende instelling vormen; of

b)

blootstellingen in de vorm van schulden, en andere effecten, partnerschappen, derivaten of andere vehikels waarvan de belangrijkste economische kenmerken overeenkomen met die van de onder a) genoemde blootstellingen.

88.

Blootstellingen met betrekking tot instellingen voor collectieve beleggingen die worden behandeld overeenkomstig de eenvoudige risicogewichtbenadering als bedoeld in artikel 152 van de VKV worden eveneens in de CR EQU IRB-template gerapporteerd.

89.

Overeenkomstig artikel 151, lid 1, van de VKV verstrekken instellingen de CR EQU IRB-template wanneer zij een van de in artikel 155 van de VKV genoemde benaderingen toepassen:

de eenvoudige risicogewichtbenadering

de PD/LGD-benadering, of

de internemodellenbenadering.

Voorts rapporteren instellingen die de interneratingbenadering toepassen in de CR EQU IRB-template tevens de risicogewogen posten voor blootstellingen in aandelen die een vaste risicogewichtbehandeling krijgen (maar niet expliciet worden behandeld overeenkomstig de eenvoudige risicogewichtbenadering of het (tijdelijk of permanent) gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering van kredietrisico (zoals blootstellingen in aandelen waarvoor overeenkomstig artikel 48, lid 4, van de VKV een risicogewicht van 250 % dan wel overeenkomstig artikel 471, lid 2, van de VKV een risicogewicht van 370 % geldt).

90.

De volgende vorderingen in aandelen worden niet in de CR EQU IRB-template gerapporteerd:

Blootstellingen in aandelen in de handelsportefeuille (indien de instellingen niet overeenkomstig artikel 94 van de VKV zijn vrijgesteld van het berekenen van eigenvermogensvereisten voor posities in de handelsportefeuille);

Blootstellingen in aandelen waarvoor gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering wordt toegepast (artikel 150 van de VKV), waaronder:

Blootstellingen in aandelen waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn overeenkomstig artikel 495, lid 1, van de VKV,

Blootstellingen in aandelen van entiteiten waarvan de kredietverplichtingen overeenkomstig de standaardbenadering een risicogewicht van 0 % krijgen, met inbegrip van met overheidsgeld gefinancierde entiteiten waarvoor een risicogewicht van 0 % geldt (artikel 150, lid 1, onder g), van de VKV),

Blootstellingen in aandelen die zijn ingenomen in het kader van wetgevingsprogramma’s waarmee steun wordt verleend aan bepaalde economische sectoren en waarbij de instelling aanzienlijke subsidies ontvangt voor haar belegging en de beleggingen in aandelen op de een of andere wijze onderworpen zijn aan overheidstoezicht en restricties (artikel 150, lid 1, onder h), van de VKV);

Blootstellingen in aandelen van ondernemingen die nevendiensten verrichten waarvan de risicogewogen posten berekend kunnen worden volgens de behandeling die geldt voor „andere activa die geen kredietverplichtingen zijn” (overeenkomstig artikel 155, lid 1, van de VKV).

Vorderingen in aandelen die overeenkomstig de artikelen 46 en 48 van de VKV op het eigen vermogen in mindering zijn gebracht.

3.5.2.   Instructies voor bepaalde posities (geldend voor zowel CR EQU IRB 1 als CR EQU IRB 2)

Kolommen

005

DEBITEURENKLASSE (IDENTIFICATIECODE VAN EEN RIJ)

De debiteurenklasse is een identificatiecode van een rij en is uniek voor elke rij in de tabel. Zij volgt de numerieke orde 1, 2, 3, enz.

010

INTERNERATINGSYSTEEM

AAN DE DEBITEURENKLASSE TOEGEKENDE PD (%)

Instellingen die de PD/LGD-benadering toepassen rapporteren in kolom 10 de overeenkomstig artikel 165, lid 1, van de VKV berekende kans op wanbetaling (probability of default - PD).

De aan de debiteurenklasse of -groep toegekende PD die moet worden gerapporteerd, moet voldoen aan de minimumvereisten die in deel 3, titel II, hoofdstuk 3, afdeling 6, van de VKV zijn vastgelegd. Voor elke afzonderlijke debiteurenklasse of -groep wordt de aan die specifieke klasse of groep toegekende PD gerapporteerd. Alle gerapporteerde risicoparameters worden afgeleid van de risicoparameters als gebruikt in het door de betreffende bevoegde autoriteit goedgekeurde interneratingsysteem.

Voor cijfers betreffende een samenvoeging van debiteurenklassen of -groepen (zoals „totale blootstellingen”) moet het naar blootstelling gewogen gemiddelde worden vermeld van de PD’s die aan de debiteurenklassen of -groepen in de samenvoeging zijn toegekend. Alle blootstellingen, met inbegrip van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan, moeten voor de berekening van de naar blootstelling gewogen gemiddelde PD in aanmerking worden genomen. Bij die berekening wordt voor wegingsdoeleinden de blootstellingswaarde gebruikt waarvoor met niet-volgestorte kredietprotectie rekening wordt gehouden (kolom 060).

020

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

De instellingen vermelden in kolom 020 de oorspronkelijke blootstellingswaarde (vóór toepassing van omrekeningsfactoren). Overeenkomstig de bepalingen van artikel 167 van de VKV is de blootstellingswaarde voor blootstellingen in aandelen gelijk aan de boekwaarde die resteert na bepaalde kredietrisicoaanpassingen. De blootstellingswaarde van blootstellingen in aandelen buiten de balanstelling is gelijk aan de nominale waarde van de blootstelling na bepaalde kredietrisicoaanpassingen.

De instellingen vermelden in kolom 20 tevens de in bijlage 1 bij de VKV genoemde posten buiten de balanstelling die in de categorie „blootstellingen in aandelen” zijn ondergebracht (zoals „onbetaald deel van niet-volgestorte aandelen en effecten”).

Instellingen die de eenvoudige risicogewichtbenadering of de (in artikel 165, lid 1, van de VKV bedoelde) PD/LGD-benadering toepassen, houden tevens rekening met de compensatiebepalingen van artikel 155, lid 2, van de VKV.

030-040

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

NIET-VOLGESTORDE KREDIETPROTECTIE

GARANTIES

KREDIETDERIVATEN

Ongeacht de benadering die voor het berekenen van de risicogewogen posten voor blootstellingen in aandelen wordt gevolgd, kunnen instellingen met niet-volgestorte kredietprotectie voor posities in aandelen rekening houden (artikel 155, leden 2, 3 en 4, van de VKV). instellingen die de eenvoudige risicogewichtbenadering of de PD/LGD-benadering toepassen, rapporteren in de kolommen 030 en 040 het bedrag voor niet-volgestorte kredietprotectie in de vorm van garanties (kolom 030) of kredietderivaten (kolom 040) waarmee overeenkomstig de in deel 3, titel II, hoofdstuk 4, van de VKV beschreven methoden rekening is gehouden.

050

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING MIDDELS KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN

(-) TOTALE UITSTROMEN

De instellingen rapporteren in kolom 050 het deel van de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van omrekeningsfactoren dat wordt gedekt door niet-volgestorte kredietprotectie waarmee overeenkomstig de in deel 3, titel II, hoofdstuk 4, van de VKV beschreven methoden rekening is gehouden.

060

BLOOTSTELLINGSWAARDE

Instellingen die de eenvoudige risicogewichtbenadering of de PD/LGD-benadering toepassen, rapporteren in kolom 060 de blootstellingswaarde waarvoor met uit niet-volgestorte kredietprotectie voortvloeiende substitutie-effecten rekening wordt gehouden (artikel 155, leden 2 en 3, en artikel 167 van de VKV).

Er zij aan herinnerd dat de blootstellingswaarde in geval van blootstellingen in aandelen buiten de balanstelling gelijk is aan de nominale waarde na bepaalde kredietrisicoaanpassingen (artikel 167 van de VKV).

070

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%)

Instellingen die de PG/LGD-benadering toepassen, rapporteren in kolom 070 van de CR EQU IRB 2-template het naar blootstelling gewogen gemiddelde van de aan de debiteurenklassen of -groepen in de samenvoeging toegekende LGD’s. Hetzelfde geldt voor rij 020 van de CR EQU IRB-template. Voor het berekenen van het naar blootstelling gewogen gemiddelde LGD moet de blootstellingswaarde worden gebruikt waarvoor met niet-volgestorte kredietprotectie rekening wordt gehouden (kolom 060). De instellingen nemen tevens de bepalingen van artikel 165, lid 2, van de VKV in aanmerking.

080

RISICOGEWOGEN POSTEN

De instellingen rapporteren in kolom 080 de risicogewogen posten voor blootstellingen in aandelen, berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 155 van de VKV.

Indien instellingen die de PD/LGD-benadering hanteren niet over voldoende informatie beschikken om de in artikel 178 van de VKV vervatte definitie van wanbetaling toe te passen, worden de risicogewichten bij het berekenen van de risicogewogen posten vermenigvuldigd met een factor 1,5 (artikel 155, lid 3, van de VKV).

Wat betreft de inputparameter M (looptijd) voor de risicogewichtfunctie, wordt aan blootstellingen in aandelen een looptijd van vijf jaar toegekend (artikel 165, lid 3, van de VKV).

090

PRO-MEMORIEPOST: VERWACHTE VERLIESPOST

De instellingen rapporteren in kolom 090 de verwachte verliespost voor blootstellingen in aandelen, berekend overeenkomstig artikel 158, leden 4, 7, 8 en 9, van de VKV.

91.

Overeenkomstig artikel 155 van de VKV kunnen de instellingen verschillende benaderingen (eenvoudige risicogewichtbenadering, PD/LGD-benadering of internemodellenbenadering) voor verschillende portefeuilles toepassen wanneer zij deze verschillende benaderingen ook intern toepassen. De instellingen vermelden in de CR EQU IRB 1-template tevens risicogewogen posten voor blootstellingen in aandelen die een vaste risicogewichtbehandeling krijgen (maar niet expliciet worden behandeld volgens de eenvoudige risicogewichtbenadering of het (tijdelijk of permanent) gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering van kredietrisico).

Rijen

CR EQU IRB 1 - rij 020,

PD/LGD-BENADERING: TOTAAL

Instellingen die de PD/LGD-benadering toepassen (artikel 155, lid 3, van de VKV) rapporteren de gevraagde informatie in rij 020 van de CR EQU IRB 1-template.

CR EQU IRB 1 - rij 050-090

EENVOUDIGE RISICOGEWICHTBENADERING: TOTAAL

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR RISICOGEWICHT IN HET KADER VAN DE EENVOUDIGE RISICOGEWICHTBENADERING

Instellingen die de eenvoudige risicogewichtbenadering toepassen (artikel 155, lid 2, van de VKV) rapporteren de gevraagde informatie naargelang van de kenmerken van de onderliggende blootstellingen in de rijen 050 tot en met 090.

CR EQU IRB 1 - rij 100

INTERNEMODELLENBENADERING

Instellingen die de internemodellenbenadering toepassen (artikel 155, lid 4, van de VKV) rapporteren de gevraagde informatie in rij 100.

CR EQU IRB 1 - rij 110

BLOOTSTELLINGEN IN AANDELEN WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPAST

Instellingen die de interneratingbenadering toepassen rapporteren de risicogewogen posten voor blootstellingen in aandelen die een vaste risicogewichtbehandeling krijgen (maar niet expliciet worden behandeld volgens de eenvoudige risicogewichtbenadering of het (tijdelijk of permanent) gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering van kredietrisico). Zo worden

de overeenkomstig artikel 48, lid 4, van de VKV behandelde risicogewogen posten voor blootstellingen in aandelen van entiteiten uit de financiële sector, en

blootstellingen in aandelen die overeenkomstig artikel 471, lid 2, van de VKV een risicogewicht van 370 % krijgen in rij 110 gerapporteerd.

CR EQU IRB 2

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR DEBITEURENKLASSE IN HET KADER VAN DE PD/LGD-BENADERING

Instellingen die de PD/LGD-benadering toepassen (artikel 155, lid 3, van de VKV) rapporteren de gevraagde informatie in rij 020 van het CR EQU IRB 2-template.

Indien instellingen die de PD/LGD-benadering hanteren een uniek ratingsysteem toepassen of in staat zijn volgens een interne modelschaal te rapporteren, rapporteren zij in CR EQU IRB 2 de met dit unieke ratingsysteem/deze modelschaal verband houdende ratingklassen of -groepen. In alle andere gevallen worden de gegevens van de verschillende ratingsystemen geaggregeerd en geordend, als volgt: de debiteurenklassen of -groepen van verschillende ratingsystemen worden samengevoegd en van laag naar hoog gerangschikt op basis van de aan elke debiteurenklasse of -groep toegekende PD.

3.6.   C 11.00 — AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO (CR SETT)

3.6.1.   Algemene opmerkingen

92.

In deze template moet informatie worden vermeld over transacties in zowel de handelsportefeuille als de niet-handelsportefeuille die na de overeengekomen leveringsdata nog niet afgewikkeld zijn, alsook over de bijbehorende eigenvermogensvereisten voor het afwikkelingsrisico, een en ander overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder c), ii), en artikel 378 van de VKV.

93.

De instellingen rapporteren in de CR SETT-template informatie over het afwikkelings-/leveringsrisico in verband met schuldinstrumenten, aandelen, buitenlandse valuta en grondstoffen in hun handels- of niet-handelsportefeuille.

94.

Overeenkomstig artikel 378 van de VKV vallen retrocessietransacties en transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen in verband met schuldinstrumenten, aandelen, buitenlandse valuta en grondstoffen niet onder het afwikkelings-/leveringsrisico. Derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn die na de overeengekomen leveringsdata nog niet afgewikkeld zijn, zijn echter wel aan eigenvermogensvereisten voor het afwikkelings-/leveringsrisico onderworpen, zoals bepaald in artikel 378 van de VKV.

95.

In geval van na de overeengekomen leveringsdatum nog niet afgewikkelde transacties berekenen de instellingen het prijsverschil waarvoor zij aan risico zijn blootgesteld. Dit is het verschil tussen de overeengekomen afwikkelingsprijs voor het schuldinstrument, het aandeel, de buitenlandse valuta of de grondstof in kwestie, en de actuele marktwaarde daarvan, indien dit verschil voor de instelling een verlies zou kunnen opleveren.

96.

De instellingen vermenigvuldigen dit verschil met de passende factor in tabel 1 van artikel 378 van de VKV om de bijbehorende eigenvermogensvereisten te bepalen.

97.

De eigenvermogensvereisten voor het afwikkelings-/leveringsrisico worden overeenkomstig artikel 92, lid 4, onder b), van de VKV met 12,5 vermenigvuldigd om de risicoposten te berekenen.

98.

Er zij op gewezen dat eigenvermogensvereisten voor niet-afgewikkelde transacties overeenkomstig artikel 379 van de VKV niet onder de CR SETT-template vallen; zij worden in de templates voor kredietrisico (CR SA, CR IRB) gerapporteerd.

3.6.2.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

010

NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES TEGEN AFWIKKELINGSPRIJS

Overeenkomstig artikel 378 van de VKV rapporteren de instellingen in deze kolom 010 na de overeengekomen leveringsdatum nog niet afgewikkelde transacties tegen de overeengekomen afwikkelingsprijs.

Alle niet-afgewikkelde transacties moeten in kolom 010 worden vermeld, ongeacht of ze na de overeengekomen afwikkelingsdatum winst of verlies inhouden.

020

BLOOTSTELLING IN VERBAND MET PRIJSVERSCHIL ALS GEVOLG VAN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES

Overeenkomstig artikel 378 van de VKV rapporteren de instellingen in kolom 020 het prijsverschil tussen de overeengekomen afwikkelingsprijs voor het schuldinstrument, het aandeel, de buitenlandse valuta of de grondstof in kwestie, en de actuele marktwaarde daarvan, indien dit verschil voor de instelling een verlies zou kunnen opleveren.

Uitsluitend niet-afgewikkelde transacties die na de overeengekomen afwikkelingsdatum verlies inhouden worden in kolom 020 gerapporteerd.

030

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

De instellingen rapporteren in kolom 030 de overeenkomstig artikel 378 van de VKV berekende eigenvermogensvereisten.

040

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN VOOR AFWIKKELINGSRISICO

Overeenkomstig artikel 92, lid 4, onder b), van de VKV vermenigvuldigen de instellingen hun in kolom 030 gerapporteerde eigenvermogensvereisten met 12,5 om de risicoposten voor afwikkelingsrisico te verkrijgen.


Rijen

010

Totaal van niet-afgewikkelde transacties in de niet-handelsportefeuille

De instellingen rapporteren in rij 010 de samengevoegde informatie omtrent het afwikkelings-/leveringsrisico voor posities in de niet-handelsportefeuille (overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder c), ii), en artikel 378 van de VKV).

De instellingen rapporteren in 010/010 de som van op de overeengekomen leveringsdata nog niet afgewikkelde transacties tegen de desbetreffende overeengekomen afwikkelingsprijzen.

De instellingen rapporten in 010/020 de samengevoegde informatie omtrent blootstelling in verband met prijsverschillen als gevolg van niet-afgewikkelde transacties die verlies inhouden.

De instellingen rapporteren in 010/030 de geaggregeerde eigenvermogensvereisten voortvloeiend uit optelling van de eigenvermogensvereisten voor niet-afgewerkte transacties door het in kolom 020 gerapporteerde „prijsverschil” te vermenigvuldigen met de juiste factor naargelang van het aantal werkdagen na de overeengekomen afwikkelingsdatum (overeenkomstig de in tabel 1 in artikel 378 van de VKV genoemde categorieën).

020 t/m 060

Transacties met maximaal vier dagen vertraagde afwikkeling (factor 0 %)

Transacties met tussen 5 en 15 dagen vertraagde afwikkeling (factor 8 %)

Transacties met tussen 16 en 30 dagen vertraagde afwikkeling (factor 50 %)

Transacties met tussen 31 en 45 dagen vertraagde afwikkeling (factor 75 %)

Transacties met meer dan 46 dagen vertraagde afwikkeling (factor 100 %)

De instellingen rapporteren in de rijen 020 tot en met 060 informatie omtrent het afwikkelings-/leveringsrisico voor posities in de niet-handelsportefeuille overeenkomstig de in tabel 1 in artikel 378 van de VKV genoemde categorieën.

Er zijn geen eigenvermogensvereisten voor het afwikkelings-/leveringsrisico van transacties waarvan de afwikkeling na de overeengekomen afwikkelingsdatum maar minder dan vijf werkdagen na die datum plaatsvindt.

070

Totaal van niet-afgewikkelde transacties in de handelsportefeuille

De instellingen rapporteren in rij 070 samengevoegde informatie omtrent het afwikkelings-/leveringsrisico voor posities in de handelsportefeuille (overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder c), ii), en artikel 378 van de VKV).

De instellingen rapporteren in 070/010 de som van op de overeengekomen leveringsdata nog niet afgewikkelde transacties tegen de desbetreffende overeengekomen afwikkelingsprijzen.

De instellingen rapporten in 070/020 de samengevoegde informatie omtrent blootstelling in verband met prijsverschillen als gevolg van niet-afgewikkelde transacties die verlies inhouden.

De instellingen rapporteren in 070/030 de geaggregeerde eigenvermogensvereisten voortvloeiend uit optelling van de eigenvermogensvereisten voor niet-afgewerkte transacties door het in kolom 020 gerapporteerde „prijsverschil” te vermenigvuldigen met de juiste factor naargelang van het aantal werkdagen na de overeengekomen afwikkelingsdatum (overeenkomstig de in tabel 1 in artikel 378 van de VKV genoemde categorieën).

080 t/m 120

Transacties met maximaal vier dagen vertraagde afwikkeling (factor 0 %)

Transacties met tussen 5 en 15 dagen vertraagde afwikkeling (factor 8 %)

Transacties met tussen 16 en 30 dagen vertraagde afwikkeling (factor 50 %)

Transacties met tussen 31 en 45 dagen vertraagde afwikkeling (factor 75 %)

Transacties met meer dan 46 dagen vertraagde afwikkeling (factor 100 %)

De instellingen rapporteren in de rijen 080 tot en met 120 informatie omtrent het afwikkelings-/leveringsrisico voor posities in de handelsportefeuille overeenkomstig de in tabel 1 in artikel 378 van de VKV genoemde categorieën.

Er zijn geen eigenvermogensvereisten voor het afwikkelings-/leveringsrisico van transacties waarvan de afwikkeling na de overeengekomen afwikkelingsdatum maar minder dan vijf werkdagen na die datum plaatsvindt.

3.7.   C 12.00 — KREDIETRISICO: SECURITISATIE — STANDAARDBENADERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CR SEC SA)

3.7.1.   Algemene opmerkingen

99.

In deze template moet informatie worden verstrekt over alle volgens de standaardbenadering behandelde securitisaties waarvoor een significante risico-overdracht is opgenomen en waarbij de rapporterende instelling betrokken is. Welke informatie moet worden gerapporteerd hangt af van de rol van de instelling ten aanzien van de securitisatie. Er zijn dan ook specifieke rapportageposten voor initiators, voor sponsors en voor beleggers.

100.

Het CR SEC SA-template is bedoeld voor het bundelen van informatie over zowel traditionele als synthetische securitisaties in de bankportefeuille als omschreven in artikel 242, punten 10 en 11, van de VKV.

3.7.2.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

010

TOTAALBEDRAG VAN GEÏNITIEERDE GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN

Initiërende instellingen moeten het op de verslagdatum uitstaande bedrag van alle in de securitisatietransactie geïnitieerde actuele gesecuritiseerde blootstellingen rapporteren, ongeacht de houder van de posities. Dit betekent dat rapportage moet plaatsvinden van zowel gesecuritiseerde blootstellingen in de balanstelling (zoals obligaties en achtergestelde leningen) als blootstellingen buiten de balanstelling en derivaten (zoals achtergestelde kredietlijnen, liquiditeitsfaciliteiten, renteswaps, kredietverzuimswaps, enz.) die bij de securitisatie geïnitieerd zijn.

De initiator houdt bij de rapportage voor de CR SEC SA- of CR SEC IRB-template geen rekening met traditionele securitisaties waarbij hij geen positie aanhoudt. Vervroegdeaflossingsbepalingen bij een securitisatie van revolverende blootstellingen als omschreven in artikel 242, punt 12, van de VKV worden in dit verband tot door de initiator aangehouden securitisatieposities gerekend.

020-040

SYNTHETISCHE SECURITISATIES: KREDIETPROTECTIE VOOR GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN

Overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 249 en 250 van de VKV wordt ten aanzien van de kredietprotectie voor gesecuritiseerde blootstellingen aangenomen dat er geen sprake is van looptijdmismatch.

020

(-) VOLGESTORTE KREDIETPROCTIE (CVA)

De uitgebreide procedure voor het berekenen van de voor volatiliteit gecorrigeerde waarde van de zekerheid (CVA) die in deze kolom moet worden gerapporteerd is vastgelegd in artikel 223, lid 2, van de VKV.

030

(-) TOTALE UITSTROMEN: VOOR NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE GECORRIGEERDE WAARDEN (G*)

Overeenkomstig de algemene regel voor „instromen” en „uitstromen” worden de in deze kolom gerapporteerde bedragen als „instromen” opgenomen in de betreffende template voor kredietrisico (CR SA of CR IRB) en de voor de protectiegever (de derde waaraan de tranche door middel van niet-volgestorte kredietprotectie wordt overgedragen) relevante blootstellingscategorie.

De procedure voor het berekenen van het voor valutarisico gecorrigeerde nominale bedrag van de kredietprotectie (G*) is vastgelegd in artikel 233, lid 3, van de VKV.

040

BEHOUDEN OF TERUGGEKOCHT NOTIONEEL BEDRAG VAN KREDIETPROTECTIE

Alle behouden of teruggekochte tranches, zoals aangehouden eersteverliesposities, worden met hun nominale waarde gerapporteerd.

Met het effect van reglementaire reductiefactoren op de kredietprotectie wordt bij het berekenen van het behouden of teruggekochte bedrag van die protectie geen rekening gehouden.

050

SECURITISATIEPOSITIES: OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

De door de rapporterende instelling aangehouden securitisatieposities, berekend overeenkomstig artikel 246, lid 1, onder a), c) en e), en lid 2 van de VKV, zonder toepassing van kredietomrekeningsfactoren en eventuele kredietrisicoaanpassingen en voorzieningen. Verrekening is alleen relevant in geval van meerdere aan dezelfde SSPE verstrekte derivatencontracten die onder een toelaatbare verrekeningsovereenkomst vallen.

De in deze kolom te rapporteren waardeaanpassingen en voorzieningen betreffen uitsluitend securitisatieposities. Waardeaanpassingen voor gesecuritiseerde posities blijven buiten beschouwing.

In geval van vervroegdeaflossingsbepalingen moeten instellingen het bedrag van het „belang van de initiator” specificeren zoals bepaald in artikel 256, lid 2, van de VKV.

Bij synthetische securitisaties zijn de posities die door de initiator in de vorm van posten in de balanstelling en/of in het belang van de beleggers (vervroegde aflossing) worden aangehouden het resultaat van samenvoeging van de kolommen 010 tot en met 040.

060

(-) WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

Waardeaanpassingen en voorzieningen (artikel 159 van de VKV) voor kredietverliezen die zijn gerealiseerd overeenkomstig het kader voor financiële verslaggeving waaraan de rapporterende entiteit is onderworpen. Waardeaanpassingen omvatten alle in het resultaat opgenomen bedragen voor kredietverliezen inzake financiële activa vanaf de eerste opneming daarvan in de balans (met inbegrip van verliezen als gevolg van het kredietrisico van tegen reële waarde gemeten financiële activa die niet op de blootstellingswaarde in mindering worden gebracht) plus het disagio op blootstellingen die in staat van wanbetaling zijn gekocht, overeenkomstig artikel 166, lid 1, van de VKV. Voorzieningen omvatten geaccumuleerde bedragen voor kredietverliezen in posten buiten de balanstelling.

070

BLOOTSTELLING NA VERREKENING VAN WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

Securitisatieposities overeenkomstig artikel 246, leden 1 en 2, van de VKV zonder toepassing van omrekeningsfactoren.

Deze informatie houdt verband met kolom 040 van de CR SA Total-template.

080-110

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

Artikel 4, lid 1, punt 57, en deel 3, titel II, hoofdstuk 4, van de VKV.

In dit kolommenblok wordt informatie verzameld over kredietrisicolimiteringstechnieken die het kredietrisico van een of meer blootstellingen via substitutie van blootstellingen beperken (zoals hieronder aangegeven voor instromen en uitstromen).

Zie de instructies voor CR SA (rapportage van kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effect).

080

(-) NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE: AANGEPASTE WAARDEN (GA)

Niet-volgestorte kredietprotectie is omschreven in artikel 4, lid 1, punt 59, en geregeld in artikel 235 van de VKV.

Zie de instructies voor CR SA (rapportage van kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effect).

090

(-) VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

Volgestorte kredietprotectie is omschreven in artikel 4, lid 1, punt 58, en geregeld in de artikelen 195, 197 en 200 van de VKV.

Credit linked notes en verrekening van balansposten overeenkomstig de artikelen 218 tot en met 236 van de VKV worden als zekerheden in de vorm van contanten behandeld.

Zie de instructies voor CR SA (rapportage van kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effect).

100-110

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VIA KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN:

Ook instromen en uitstromen binnen dezelfde blootstellingscategorieën en, voor zover relevant, risicogewichten of debiteurenklassen worden gerapporteerd.

100

(-) TOTALE UITSTROMEN

Artikel 222, lid 3, en artikel 235, leden 1 en 2, van de VKV.

De uitstromen komen overeen met het gedekte deel van „Blootstelling na verrekening van waardeaanpassingen en voorzieningen”, dat in mindering wordt gebracht op de blootstellingscategorie en, voor zover relevant, het risicogewicht of de debiteurenklasse van de debiteur en vervolgens wordt ondergebracht in de blootstellingscategorie en, voor zover relevant, het risicogewicht of de debiteurenklasse van de protectiegever.

Dit bedrag wordt beschouwd als een „instroom” in de blootstellingscategorie en, voor zover relevant, het risicogewicht of de debiteurenklasse van de protectiegever.

Deze informatie houdt verband met kolom 090 [(-) Totale uitstromen] van de CR SA Total-template.

110

TOTALE INSTROMEN

In deze kolom worden, in geval van toepassing van de eenvoudige benadering van financiële zekerheden, securitisatieposities die schuldtitels en toelaatbare financiële zekerheden overeenkomstig artikel 197, lid 1, van de VKV zijn, als instromen gerapporteerd.

Deze informatie houdt verband met kolom 100 (Totale instromen) van de CR SA Total-template.

120

NETTOBLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIE-EFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERING STECHNIEKEN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

De blootstelling zoals die in het betreffende risicogewicht en de betreffende blootstellingscategorie is ondergebracht na inaanmerkingneming van uitstromen en instromen als gevolg van „Kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effect op de blootstelling”.

Deze informatie houdt verband met kolom 110 van de CR SA Total-template.

130

(-) KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN DIE OP HET BEDRAG VAN DE BLOOTSTELLING VAN INVLOED ZIJN: VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE, AANGEPASTE WAARDE IN HET KADER VAN DE UITGEBREIDE BENADERING VAN FINANCIËLE ZEKERHEDEN (CVAM)

Deze post omvat ook credit linked notes (artikel 218 van de VKV).

Deze informatie houdt verband met de kolommen 120 en 130 van de CR SA Total-template.

140

VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*)

Securitisatieposities overeenkomstig artikel 246 van de VKV, dus zonder toepassing van de in artikel 246, lid 1, onder c), van de VKV vastgelegde omrekeningspercentages.

Deze informatie houdt verband met kolom 150 van de CR SA Total-template.

150-180

UITSPLITSING VAN DE VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*) VAN POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING NAAR OMREKENINGSFACTOR

Artikel 246, lid 1, onder c), van de VKV bepaalt dat de blootstellingswaarde van een securitisatiepositie buiten de balanstelling gelijk is aan haar nominale waarde, vermenigvuldigd met een omrekeningsfactor. Het omrekeningspercentage is 100 %, tenzij in de VKV anders is aangegeven.

Zie de kolommen 160 tot en met 190 van de CR SA Total-template.

Volledig aangepaste blootstellingswaarden (E*) worden voor verslaggevingsdoeleinden gerapporteerd overeenkomstig de volgende vier, elkaar uitsluitende categorieën omrekeningsfactoren: 0 %, [0 %, 20 %], [20 %, 50 %] en [50 %, 100 %].

190

BLOOTSTELLINGSWAARDE

Securitisatieposities overeenkomstig artikel 246 van de VKV.

Deze informatie houdt verband met kolom 200 van de CR SA Total-template.

200

(-) BLOOTSTELLINGSWAARDE AFGETROKKEN VAN HET EIGEN VERMOGEN

Artikel 258 van de VKV voorziet in de mogelijkheid dat de instellingen ten aanzien van een securitisatiepositie waaraan een risicogewicht van 1 250 % toegekend is, in plaats van de positie in hun berekening van risicogewogen posten te betrekken, als alternatief de blootstellingswaarde van de positie in mindering brengen op het eigen vermogen.

210

BLOOTSTELLINGSWAARDE WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPAST

De blootstellingswaarde verminderd met de van het eigen vermogen afgetrokken blootstellingswaarde.

220-320

UITSPLITSING NAAR RISICOGEWICHT VAN DE BLOOTSTELLINGSWAARDE WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPAST

220-260

MET RATING

Artikel 242, punt 8, van de VKV geeft een omschrijving van „positie met rating”.

Blootstellingswaarden waarvoor risicogewichten gelden, worden uitgesplitst overeenkomstig de kredietkwaliteitscategorieën waarin tabel 1 in artikel 251 van de VKV voor de standaardbenadering voorziet.

270

1 250 % (ZONDER RATING)

Artikel 242, punt 7, van de VKV geeft een omschrijving van „positie zonder rating”.

280

DOORKIJKBENADERING

De artikelen 253 en 254 en artikel 256, lid 5, van de VKV.

De kolommen inzake de doorkijkbenadering betreffen alle gevallen van blootstellingen zonder rating waarbij het risicogewicht uit de onderliggende portefeuille van blootstellingen wordt verkregen (gemiddeld risicogewicht van de pool, hoogste risicogewicht van de pool of gebruik van een concentratiefactor).

290

DOORKIJKBENADERING - WAARVAN: TWEEDEVERLIESTRANCHE ABCP

De blootstellingswaarde bij toepassing van de behandeling van securitisatieposities in een tweedeverliestranche of hoger in het kader van een ABCP-programma is vastgelegd in artikel 254 van de VKV.

Artikel 242, punt 9, van de VKV geeft een omschrijving van „asset backed commercialpaperprogramma (ABCP-programma)”.

300

DOORKIJKBENADERING - WAARVAN: GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

Hier wordt het voor blootstellingswaarde gewogen gemiddelde risicogewicht vermeld.

310

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING

Artikel 109, lid 1, en artikel 259, lid 3, van de VKV. De blootstellingswaarde van securitisatieposities in het kader van de internebeoordelingsbenadering.

320

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING: GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

Hier wordt het voor blootstellingswaarde gewogen gemiddelde risicogewicht vermeld.

330

RISICOGEWOGEN POSTEN

Het totaal van overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 5, afdeling 3, van de VKV berekende risicogewogen posten vóór aanpassingen in verband met looptijdmismatches of overtredingen van de duediligencebepalingen en exclusief eventuele risicogewogen posten voor blootstellingen die via uitstromen naar een ander template zijn overgeheveld.

340

WAARVAN: SYNTHETISCHE SECURITISATIES

Bij het in deze kolom voor synthetische securitisaties te rapporteren bedrag blijven eventuele looptijdmismatches buiten beschouwing.

350

ALGEHEEL EFFECT (CORRECTIE) ALS GEVOLG VAN OVERTREDING VAN DE DUEDILIGENCEBEPALINGEN

Artikel 14, lid 2, artikel 406, lid 2, en artikel 407 van de VKV bepalen dat wanneer een instelling niet aan bepaalde vereisten in de artikelen 405, 406 of 409 van de VKV voldoet, de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de bevoegde autoriteiten een evenredig additioneel risicogewicht opleggen van niet minder dan 250 % van het risicogewicht (met een maximum van 1 250 %) dat van toepassing is op de betrokken securitisatieposities overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 5, afdeling 3, van de VKV. Een dergelijk additioneel risicogewicht kan niet alleen aan als belegger optredende instellingen, maar ook aan initiators, sponsors en oorspronkelijke kredietverstrekkers worden opgelegd.

360

AANPASSING RISICOGEWOGEN POSTEN IN VERBAND MET LOOPTIJDMISMATCHES

Voor looptijdmismatches bij synthetische securitisaties wordt RW*-RW(SP) als omschreven in artikel 250 van de VKV vermeld, behalve in geval van tranches waarop een risicogewicht van 1 250 % van toepassing is indien het te rapporteren bedrag gelijk is aan nul. N.B.: RW(SP) betreft niet alleen de onder kolom 330 gerapporteerde risicogewogen posten, maar ook de risicogewogen posten voor blootstellingen die via uitstromen naar andere templates zijn overgeheveld.

370-380

TOTAAL VAN RISICOGEWOGEN POSTEN: VÓÓR BEGRENZING/NA BEGRENZING

Het totaal van overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 5, afdeling 3, van de VKV berekende risicogewogen posten vóór (kolom 370)/na (kolom 380) toepassing van de begrenzingen als gespecificeerd in artikel 252 - securitisatie van op het actuele tijdstip achterstallige posten of posten waaraan een bijzonder hoog risico is verbonden - of artikel 256, lid 4 - additionele eigenvermogensvereisten voor securitisaties van revolverende blootstellingen met vervroegdeaflossingsbepalingen - van de VKV.

390

PRO-MEMORIEPOST: RISICOGEWOGEN POSTEN OVEREENKOMEND MET DE UITSTROMEN VAN DE SECURITISATIE IN HET KADER VAN DE STANDAARDBENADERING NAAR ANDERE BLOOTSTELLINGSCATEGORIEËN

De risicogewogen posten die voortvloeien uit naar de verschaffer van risicolimitering overgehevelde blootstellingen en derhalve in het desbetreffende template worden berekend en die bij de berekening van de begrenzing voor securitisatieposities in aanmerking worden genomen.

101.

De CR SEC SA-template is verdeeld in drie grote rijenblokken voor informatie over door initiators, beleggers en sponsors geïnitieerde/gefinancierde/behouden of gekochte blootstellingen. De informatie wordt voor elk van hen onderverdeeld in posten in de balanstelling/posten buiten de balanstelling en derivaten, en in securitisaties/hersecuritisaties.

102.

Ook de totale blootstellingen (op de verslagdatum) worden uitgesplitst, naar de bij aanvang toegepaste kredietkwaliteitscategorie (laatste rijenblok). Zowel initiators en sponsors als beleggers moeten deze informatie verstrekken.

Rijen

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

De totale blootstellingen betreffen het totaalbedrag van uitstaande securitisaties. Deze rij geeft een overzicht van alle informatie die in de volgende rijen door initiators, sponsors en beleggers wordt gerapporteerd.

020

WAARVAN: HERSECURITISATIES

Het totaalbedrag van uitstaande hersecuritisaties overeenkomstig de definities in artikel 4, lid 1, punten 63 en 64, van de VKV.

030

INITIATOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

Deze rij geeft een overzicht van posten binnen de balanstelling, posten buiten de balanstelling en derivaten alsook vervroegde aflossingen van securitisatieposities waarvoor de instelling optreedt als initiator zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 13, van de VKV.

040-060

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

Artikel 246, lid 1, onder a), van de VKV bepaalt dat voor instellingen die de risicogewogen posten berekenen overeenkomstig de standaardbenadering, de blootstellingswaarde van een securitisatiepositie op de balans de na het aanbrengen van bepaalde kredietrisicoaanpassingen resterende boekwaarde is.

Posten binnen de balanstelling worden onderverdeeld in securitisaties (rij 050) en hersecuritisaties (rij 060).

070-090

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

Deze rijen zijn bedoeld voor informatie over securitisatieposities buiten de balanstelling en securitisatieposities van derivaten waarop in het securitisatiekader een omrekeningsfactor wordt toegepast. De blootstellingswaarde van een securitisatiepositie buiten de balanstelling is haar nominale waarde, verminderd met een eventuele specifieke kredietrisicoaanpassing van die securitisatiepositie, vermenigvuldigd met een omrekeningsfactor van 100 %, tenzij anders is aangegeven.

De blootstellingswaarde voor het tegenpartijkredietrisico van een in bijlage II bij de VKV vermeld derivaat wordt bepaald overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV.

Voor liquiditeitsfaciliteiten, kredietfaciliteiten en voorschotten aan de beheerder vermelden de instellingen het niet-opgenomen bedrag.

Voor rente- en valutaswaps vermelden zij de blootstellingswaarde (overeenkomstig artikel 246, lid 1, van de VKV) als aangegeven in het CR SA Total-template.

Posten buiten de balanstelling en derivaten worden onderverdeeld in securitisaties (rij 080) en hersecuritisaties (rij 090) overeenkomstig tabel 1 in artikel 251 van de VKV.

100

VERVROEGDE AFLOSSING

Deze rij is alleen van toepassing op instellingen die optreden als initiator van revolverende securitisaties met vervroegdeaflossingsbepalingen, zoals omschreven in artikel 242, punten 13 en 14, van de VKV.

110

BELEGGER: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

Deze rij geeft een overzicht van posten binnen de balanstelling en posten buiten de balanstelling en derivaten van securitisatieposities waarvoor de instelling optreedt als belegger.

De VKV bevat geen expliciete definitie van „belegger”. Derhalve wordt in dit verband onder belegger verstaan een instelling die een securitisatiepositie aanhoudt in een securitisatietransactie waarvoor zij noch als initiator noch als sponsor optreedt.

120-140

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

Hier gelden voor de classificatie van securitisaties en hersecuritisaties dezelfde criteria als die welke bij initiators voor posten binnen de balanstelling worden gebruikt.

150-170

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

Hier gelden voor de classificatie van securitisaties en hersecuritisaties dezelfde criteria als die welke bij initiators voor posten buiten de balanstelling en derivaten worden gebruikt.

180

SPONSOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

Deze rij geeft een overzicht van posten binnen de balanstelling en posten buiten de balanstelling en derivaten van securitisatieposities waarvoor de instelling optreedt als sponsor zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 14, van de VKV. Indien een sponsor tevens zijn eigen activa securitiseert, vermeldt hij in de rijen voor de initiator de informatie omtrent die gesecuritiseerde eigen activa.

190-210

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

Hier gelden voor de classificatie van securitisaties en hersecuritisaties dezelfde criteria als die welke bij initiators voor posten binnen de balanstelling worden gebruikt.

220-240

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

Hier gelden voor de classificatie van securitisaties en hersecuritisaties dezelfde criteria als die welke bij initiators voor posten buiten de balanstelling en derivaten worden gebruikt.

250-290

UITSPLITSING VAN UITSTAANDE POSITIES NAAR KREDIETKWALITEITSCATEGORIE BIJ AANVANG

Deze rijen zijn bedoeld voor informatie over (op de verslagdatum) uitstaande posities, uitgesplitst naar de bij aanvang (op de initiatiedatum) toegepaste kredietkwaliteitscategorie (voor de standaardbenadering voorzien in tabel 1 in artikel 251 van de VKV). Is deze informatie niet beschikbaar, dan moeten de vroegste daaraan gelijkwaardige gegevens die voorhanden zijn worden gerapporteerd.

In deze rijen worden alleen gegevens voor de kolommen 190 tot en met 270 en de kolommen 330 tot en met 340 gerapporteerd.

3.8.   C 13.00 — KREDIETRISICO — SECURITISATIES: INTERNERATINGBENADERING VOOR EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CR SEC IRB)

3.8.1.   Algemene opmerkingen

103.

In deze template moet informatie worden verstrekt over alle volgens de interneratingbenadering behandelde securitisaties waarbij de rapporterende instelling betrokken is.

104.

Welke informatie moet worden gerapporteerd hangt af van de rol van de instelling ten aanzien van de securitisatie. Er zijn dan ook specifieke rapportageposten voor initiators, voor sponsors en voor beleggers.

105.

De CR SEC IRB-template bestrijkt hetzelfde terrein als de CR SEC SA-template: hij is bedoeld voor het bundelen van informatie over zowel traditionele als synthetische securitisaties in de bankportefeuille.

3.8.2.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

010

TOTAALBEDRAG VAN GEÏNITIEERDE GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN

Voor de rij „totale posten binnen de balanstelling” is het onder deze kolom te rapporteren bedrag het op de verslagdatum uitstaande bedrag van gesecuritiseerde blootstellingen.

Zie kolom 010 van CR SEC SA.

020-040

SYNTHETISCHE SECURITISATIES: KREDIETPROTECTIE VOOR GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN

De artikelen 249 en 250 van de VKV.

Er wordt geen rekening gehouden met looptijdmismatches bij de waardeaanpassing in verband met kredietrisicolimiteringstechnieken die met de securitisatiestructuur samenhangen.

020

(-) VOLGESTORTE KREDIETPROCTIE (CVA)

De uitgebreide procedure voor het berekenen van de voor volatiliteit gecorrigeerde waarde van de zekerheid (CVA) die in deze kolom moet worden gerapporteerd is vastgelegd in artikel 223, lid 2, van de VKV.

030

(-) TOTALE UITSTROMEN: VOOR NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE GECORRIGEERDE WAARDEN (G*)

Overeenkomstig de algemene regel voor „instromen” en „uitstromen” worden de in kolom 030 van de CR SEC IRB-template gerapporteerde bedragen als „instromen” opgenomen in de betreffende template voor kredietrisico (CR SA of CR IRB) en de voor de protectiegever (d.w.z. de derde waaraan de tranche door middel van niet-volgestorte kredietprotectie wordt overgedragen) relevante blootstellingscategorie.

De procedure voor het berekenen van het voor valutarisico gecorrigeerde nominale bedrag van de kredietprotectie (G*) is vastgelegd in artikel 233, lid 3, van de VKV.

040

BEHOUDEN OF TERUGGEKOCHT NOTIONEEL BEDRAG VAN KREDIETPROTECTIE

Alle behouden of teruggekochte tranches, zoals aangehouden eersteverliesposities, worden met hun nominale waarde gerapporteerd.

Met het effect van reglementaire reductiefactoren op de kredietprotectie wordt bij het berekenen van het behouden of teruggekochte bedrag van die protectie geen rekening gehouden.

050

SECURITISATIEPOSITIES: OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

De door de rapporterende instelling aangehouden securitisatieposities, berekend overeenkomstig artikel 246, leden 1 en 2, van de VKV, zonder toepassing van kredietomrekeningsfactoren en vóór aftrek van waardeaanpassingen en voorzieningen. Verrekening is alleen relevant in geval van meerdere aan dezelfde SSPE verstrekte derivatencontracten die onder een toelaatbare verrekeningsovereenkomst vallen.

De in deze kolom te rapporteren waardeaanpassingen en voorzieningen betreffen uitsluitend securitisatieposities. Waardeaanpassingen voor gesecuritiseerde posities blijven buiten beschouwing.

In geval van vervroegdeaflossingsbepalingen moeten instellingen het bedrag van het „belang van de initiator” specificeren zoals bepaald in artikel 256, lid 2, van de VKV.

Bij synthetische securitisaties zijn de posities die door de initiator in de vorm van posten in de balanstelling en/of in het belang van de beleggers (vervroegde aflossing) worden aangehouden het resultaat van samenvoeging van de kolommen 010 tot en met 040.

060-090

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

Zie artikel 4, lid 1, punt 57, en deel 3, titel II, hoofdstuk 4, van de VKV.

In dit kolommenblok wordt informatie verzameld over kredietrisicolimiteringstechnieken die het kredietrisico van een of meer blootstellingen via substitutie van blootstellingen beperken (zoals hieronder aangegeven voor instromen en uitstromen).

060

(-) NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE: AANGEPASTE WAARDEN (GA)

Niet-volgestorte kredietprotectie wordt omschreven in artikel 4, lid 1, punt 59, van de VKV.

Artikel 236 van de VKV beschrijft de procedure voor berekening van GA in geval van volledige protectie/gedeeltelijke protectie - gelijke rangordepositie.

Deze informatie houdt verband met de kolommen 040 en 050 van de CR IRB-template.

070

(-) VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

Volgestorte kredietprotectie wordt omschreven in artikel 4, lid 1, punt 58, van de VKV.

Aangezien de eenvoudige benadering van financiële zekerheden niet van toepassing is, wordt in deze kolom alleen volgestorte kredietprotectie overeenkomstig artikel 200 van de VKV gerapporteerd.

Deze informatie houdt verband met kolom 060 van de CR IRB-template.

080-090

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VIA KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN:

Ook instromen en uitstromen binnen dezelfde blootstellingscategorieën en, voor zover relevant, risicogewichten of debiteurenklassen worden gerapporteerd.

080

(-) TOTALE UITSTROMEN

Artikel 236 van de VKV

De uitstromen komen overeen met het gedekte deel van „Blootstelling na verrekening van waardeaanpassingen en voorzieningen”, dat in mindering wordt gebracht op de blootstellingscategorie en, voor zover relevant, het risicogewicht of de debiteurenklasse van de debiteur en vervolgens wordt ondergebracht in de blootstellingscategorie en, voor zover relevant, het risicogewicht of de debiteurenklasse van de protectiegever.

Dit bedrag wordt beschouwd als een „instroom” in de blootstellingscategorie en, voor zover relevant, het risicogewicht of de debiteurenklasse van de protectiegever.

Deze informatie houdt verband met kolom 070 van de CR IRB-template.

090

TOTALE INSTROMEN

Deze informatie houdt verband met kolom 080 van de CR IRB-template.

100

BLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIE-EFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN EN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

De blootstelling zoals die in het betreffende risicogewicht en de betreffende blootstellingscategorie is ondergebracht na inaanmerkingneming van uitstromen en instromen als gevolg van „Kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effect op de blootstelling”.

Deze informatie houdt verband met kolom 090 van de CR IRB-template.

110

(-) KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN DIE OP HET BEDRAG VAN DE BLOOTSTELLING VAN INVLOED ZIJN: VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE, AANGEPASTE WAARDE IN HET KADER VAN DE UITGEBREIDE BENADERING VAN FINANCIËLE ZEKERHEDEN (CVAM)

De artikelen 218 tot en met 222 van de VKV Deze post omvat ook credit linked notes (artikel 218 van de VKV).

120

VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*)

Securitisatieposities overeenkomstig artikel 246 van de VKV, dus zonder toepassing van de omrekeningsfactoren die in artikel 246, lid 1, onder c), van de VKV zijn vastgelegd.

130-160

UITSPLITSING VAN DE VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*) VAN POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING NAAR OMREKENINGSFACTOR

Artikel 246, lid 1, onder c), van de VKV bepaalt dat de blootstellingswaarde van een securitisatiepositie buiten de balanstelling gelijk is aan haar nominale waarde, vermenigvuldigd met een omrekeningsfactor. Het omrekeningspercentage is 100 %, tenzij anders is aangegeven;

Artikel 4, lid 1, punt 56, van de VKV geeft een omschrijving van „omrekeningsfactor”.

Volledig aangepaste blootstellingswaarden (E*) worden voor verslaggevingsdoeleinden gerapporteerd overeenkomstig de volgende vier, elkaar uitsluitende categorieën omrekeningsfactoren: 0 %, [0 %, 20 %], [20 %, 50 %] en [50 %, 100 %].

170

BLOOTSTELLINGSWAARDE

Securitisatieposities overeenkomstig artikel 246 van de VKV.

Deze informatie houdt verband met kolom 110 van de CR IRB-template.

180

(-) BLOOTSTELLINGSWAARDE AFGETROKKEN VAN HET EIGEN VERMOGEN

Artikel 266, lid 3, van de VKV voorziet in de mogelijkheid dat de instellingen ten aanzien van een securitisatiepositie waaraan een risicogewicht van 1 250 % toegekend is, in plaats van de positie in hun berekening van risicogewogen posten te betrekken, als alternatief de blootstellingswaarde van de positie in mindering brengen op het eigen vermogen.

190

BLOOTSTELLINGSWAARDE WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPAST

200-320

OP RATINGS GEBASEERDE METHODE (KREDIETKWALITEITSCATEGORIEËN)

Artikel 261 van de VKV

ÍRB-securitisatieposities met een afgeleide rating overeenkomstig artikel 259, lid 2, van de VKV worden als posities met een rating gerapporteerd.

Blootstellingswaarden waarvoor risicogewichten gelden, worden uitgesplitst overeenkomstig de kredietkwaliteitscategorieën waarin tabel 4 in artikel 261, lid 1, van de VKV voor de interneratingbenadering voorziet.

330

BENADERING MET TOEZICHTHOUDERSFORMULE

Zie voor de benadering met toezichthoudersformule artikel 262 van de VKV.

Het risicogewicht voor een securitisatiepositie is 7 % of het overeenkomstig de gegeven formules toe te passen risicogewicht, indien dat laatste hoger is.

340

BENADERING MET TOEZICHTHOUDERSFORMULE: GEMIDDELD RISICOGEWICHT

Kredietrisicolimitering voor securitisatieposities kan in aanmerking worden genomen overeenkomstig artikel 264 van de VKV. In dat geval geeft de instelling het „effectieve risicogewicht” van de positie aan wanneer volledige protectie is ontvangen, zoals bepaald in artikel 262, lid 2, van de VKV (het effectieve risicogewicht is gelijk aan de risicogewogen post voor de positie gedeeld door de blootstellingswaarde van de positie, vermenigvuldigd met 100).

Wanneer voor de positie gedeeltelijke protectie is ontvangen, moet de instelling de benadering met toezichthoudersformule toepassen met aanpassing van T, zoals bepaald in artikel 264, lid 3, van de VKV.

In deze kolom worden gewogen gemiddelde risicogewichten gerapporteerd.

350

DOORKIJKBENADERING

De kolommen inzake de doorkijkbenadering betreffen alle gevallen van blootstellingen zonder rating waarbij het risicogewicht uit de onderliggende portefeuille van blootstellingen wordt verkregen (hoogste risicogewicht van de pool).

Artikel 263, leden 2 en 3, van de VKV voorzien in een uitzonderingsbehandeling indien Kirb niet kan worden berekend.

Het niet-opgenomen bedrag van de liquiditeitsfaciliteiten wordt onder „Posten buiten de balanstelling en derivaten” gerapporteerd.

Zolang op een initiator de uitzonderingsbehandeling wordt toegepast (omdat KIRB niet kan worden berekend), is kolom 350 de juiste kolom voor rapportage over de risicowegingsbehandeling van de blootstellingswaarde van een liquiditeitsfaciliteit waarop de in artikel 263 van de VKV vastgestelde behandeling wordt toegepast.

Zie voor vervroegde aflossingen artikel 256, lid 5, en artikel 265 van de VKV.

360

DOORKIJKBENADERING: GEMIDDELD RISICOGEWICHT

Hier wordt het voor blootstellingswaarde gewogen gemiddelde risicogewicht vermeld.

370

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING

Artikel 259, leden 3 en 4, van de VKV voorziet in de „Internebeoordelingsbenadering” voor posities in ABCP-programma’s. INTERNEBEOORDELINGSBENADERING:

380

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING: GEMIDDELD RISICOGEWICHT

In deze kolom worden gewogen gemiddelde risicogewichten gerapporteerd.

390

(-) VERMINDERING WAARDE RISICOGEWOGEN POSTEN ALS GEVOLG VAN WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

Instellingen die de interneratingbenadering toepassen volgen artikel 266, leden 1 (alleen van toepassing voor initiators, wanneer de blootstellingswaarde niet op het eigen vermogen in mindering wordt gebracht) en 2, van de VKV.

Waardeaanpassingen en voorzieningen (artikel 159 van de VKV) voor kredietverliezen die zijn gerealiseerd overeenkomstig het kader voor financiële verslaggeving waaraan de rapporterende entiteit is onderworpen. Waardeaanpassingen omvatten alle in het resultaat opgenomen bedragen voor kredietverliezen inzake financiële activa vanaf de eerste opneming daarvan in de balans (met inbegrip van verliezen als gevolg van het kredietrisico van tegen reële waarde gemeten financiële activa die niet op de blootstellingswaarde in mindering worden gebracht) plus het disagio op blootstellingen die in staat van wanbetaling zijn gekocht, overeenkomstig artikel 166, lid 1, van de VKV. Voorzieningen omvatten geaccumuleerde bedragen voor kredietverliezen in posten buiten de balanstelling.

400

RISICOGEWOGEN POSTEN

Het totaal van overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 5, afdeling 3, van de VKV berekende risicogewogen posten vóór aanpassingen in verband met looptijdmismatches of overtredingen van de duediligencebepalingen en exclusief eventuele risicogewogen posten voor blootstellingen die via uitstromen naar een ander template zijn overgeheveld.

410

WAARVAN: SYNTHETISCHE SECURITISATIES

In geval van synthetische securitisaties met looptijdmismatches blijven voor het in deze kolom te rapporteren bedrag alle looptijdmismatches buiten beschouwing.

420

ALGEHEEL EFFECT (CORRECTIE) ALS GEVOLG VAN OVERTREDING VAN DE DUEDILIGENCEBEPALINGEN

Artikel 14, lid 2, artikel 406, lid 2, en artikel 407 van de VKV bepalen dat wanneer een instelling niet aan bepaalde vereisten voldoet, de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de bevoegde autoriteiten een evenredig additioneel risicogewicht opleggen van niet minder dan 250 % van het risicogewicht (met een maximum van 1 250 %) dat van toepassing is op de betrokken securitisatieposities overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 5, afdeling 3, van de VKV.

430

AANPASSING RISICOGEWOGEN POSTEN IN VERBAND MET LOOPTIJDMISMATCHES

Voor looptijdmismatches bij synthetische securitisaties wordt RW*-RW(SP) als omschreven in artikel 250 van de VKV vermeld, behalve in geval van tranches waarop een risicogewicht van 1 250 % van toepassing is indien het te rapporteren bedrag gelijk is aan nul. N.B.: RW(SP) betreft niet alleen de onder kolom 400 gerapporteerde risicogewogen posten, maar ook de risicogewogen posten voor blootstellingen die via uitstromen naar andere templates zijn overgeheveld.

In deze kolom worden negatieve waarden vermeld.

440-450

TOTAAL VAN RISICOGEWOGEN POSTEN: VÓÓR BEGRENZING/NA BEGRENZING

Het totaal van overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 5, afdeling 3, van de VKV berekende risicogewogen posten vóór (kolom 440)/na (kolom 450) toepassing van de begrenzingen als gespecificeerd in artikel 260 van de VKV. Ook moet met artikel 265 van de VKV (additionele eigenvermogensvereisten voor securitisaties van revolverende blootstellingen met vervroegdeaflossingsbepalingen) rekening worden gehouden.

460

PRO-MEMORIEPOST: RISICOGEWOGEN POSTEN OVEREENKOMEND MET DE UITSTROMEN VAN DE SECURITISATIE IN HET KADER VAN DE INTERNERATINGBENADERING NAAR ANDERE BLOOTSTELLINGSCATEGORIEËN

De risicogewogen posten die voortvloeien uit naar de verschaffer van risicolimitering overgehevelde blootstellingen en derhalve in het desbetreffende template worden berekend en die bij de berekening van de begrenzing voor securitisatieposities in aanmerking worden genomen.

106.

De CR SEC IRB-template is verdeeld in drie grote rijenblokken voor informatie over door initiators, beleggers en sponsors geïnitieerde/gefinancierde/behouden of gekochte blootstellingen. De informatie wordt voor elk van hen onderverdeeld in posten binnen de balanstelling/posten buiten de balanstelling en derivaten, en in risicogewichtgroepen van securitisaties respectievelijk hersecuritisaties.

107.

Ook de totale blootstellingen (op de verslagdatum) worden uitgesplitst, naar de bij aanvang toegepaste kredietkwaliteitscategorie (laatste rijenblok). Zowel initiators en sponsors als beleggers moeten deze informatie verstrekken.

Rijen

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

De totale blootstellingen betreffen het totaalbedrag van uitstaande securitisaties. Deze rij geeft een overzicht van alle informatie die in de volgende rijen door initiators, sponsors en beleggers wordt gerapporteerd.

020

WAARVAN: HERSECURITISATIES

Het totaalbedrag van uitstaande hersecuritisaties overeenkomstig de definities in artikel 4, lid 1, punten 63 en 64, van de VKV.

030

INITIATOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

Deze rij geeft een overzicht van posten binnen de balanstelling, posten buiten de balanstelling en derivaten alsook vervroegde aflossingen van securitisatieposities waarvoor de instelling optreedt als initiator zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 13, van de VKV.

040-090

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

Artikel 246, lid 1, onder b), van de VKV bepaalt dat voor instellingen die de risicogewogen posten berekenen overeenkomstig de interneratingbenadering, de blootstellingswaarde van een securitisatiepositie binnen de balans de boekwaarde is ongerekend aangebrachte kredietrisicoaanpassingen.

Posten binnen de balanstelling worden uitgesplitst naar risicogewichtgroep van securitisaties (A-B-C), rijen 050-070, en hersecuritisaties (D-E), rijen 080-090, overeenkomstig tabel 4 in artikel 261, lid 1, van de VKV.

100-150

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

Deze rijen zijn bedoeld voor informatie over securitisatieposities buiten de balanstelling en securitisatieposities van derivaten waarop in het securitisatiekader een omrekeningsfactor wordt toegepast. De blootstellingswaarde van een securitisatiepositie buiten de balans is haar nominale waarde, verminderd met een eventuele specifieke kredietrisicoaanpassing van die securitisatiepositie, vermenigvuldigd met een omrekeningsfactor van 100 %, tenzij anders is aangegeven. De blootstellingswaarde van securitisatieposities buiten de balanstelling die voortvloeien uit een in bijlage II bij de VKV vermeld afgeleid instrument wordt bepaald overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV.

Securitisatieposities buiten de balanstelling als gevolg van een afgeleid instrument dat is opgenomen in bijlage II van de VKV wordt bepaald overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV. De blootstellingswaarde voor het tegenpartijkredietrisico van een in bijlage II bij de VKV vermeld derivaat wordt bepaald overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV.

Voor liquiditeitsfaciliteiten, kredietfaciliteiten en voorschotten aan de beheerder vermelden de instellingen het niet-opgenomen bedrag.

Voor rente- en valutaswaps vermelden zij de blootstellingswaarde (overeenkomstig artikel 246, lid 1, van de VKV) als aangegeven in het CR SA Total-template.

Posten buiten de balanstelling worden uitgesplitst naar risicogewichtgroep van securitisaties (A-B-C), de rijen 110-130, en hersecuritisaties (D-E), de rijen 140-150, overeenkomstig tabel 4 in artikel 261, lid 1, van de VKV.

160

VERVROEGDE AFLOSSING

Deze rij is alleen van toepassing op instellingen die optreden als initiator van revolverende securitisaties met vervroegdeaflossingsbepalingen, zoals omschreven in artikel 242, punten 13 en 14, van de VKV.

170

BELEGGER: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

Deze rij geeft een overzicht van posten binnen de balanstelling en posten buiten de balanstelling en derivaten van securitisatieposities waarvoor de instelling optreedt als belegger.

De VKV bevat geen expliciete definitie van „belegger”. Derhalve wordt in dit verband onder belegger verstaan een instelling die een securitisatiepositie aanhoudt in een securitisatietransactie waarvoor zij noch als initiator noch als sponsor optreedt.

180-230

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

Hier gelden voor de classificatie van securitisaties (A-B-C) en hersecuritisaties (D-E) dezelfde criteria als die welke bij initiators voor posten binnen de balanstelling worden gebruikt.

240-290

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

Hier gelden voor de classificatie van securitisaties (A-B-C) en hersecuritisaties (D-E) dezelfde criteria als die welke bij initiators voor posten buiten de balanstelling en derivaten worden gebruikt.

300

SPONSOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

Deze rij geeft een overzicht van posten binnen de balanstelling en posten buiten de balanstelling en derivaten van securitisatieposities waarvoor de instelling optreedt als sponsor zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 14, van de VKV. Indien een sponsor tevens zijn eigen activa securitiseert, vermeldt hij in de rijen voor de initiator de informatie omtrent die gesecuritiseerde eigen activa.

310-360

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

Hier gelden voor de classificatie van securitisaties (A-B-C) en hersecuritisaties (D-E) dezelfde criteria als die welke bij initiators voor posten binnen de balanstelling worden gebruikt.

370-420

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

Hier gelden voor de classificatie van securitisaties (A-B-C) en hersecuritisaties (D-E) dezelfde criteria als die welke bij initiators voor posten buiten de balanstelling en derivaten worden gebruikt.

430-540

UITSPLITSING VAN UITSTAANDE POSITIES NAAR KREDIETKWALITEITSCATEGORIE BIJ AANVANG

Deze rijen zijn bedoeld voor informatie over (op de verslagdatum) uitstaande posities, uitgesplitst naar de bij aanvang (op de initiatiedatum) toegepaste kredietkwaliteitscategorie (voor de interneratingbenadering voorzien in tabel 4 in artikel 261 van de VKV). Is deze informatie niet beschikbaar, dan moeten de vroegste daaraan gelijkwaardige gegevens die voorhanden zijn worden gerapporteerd.

In deze rijen worden alleen gegevens voor de kolommen 170 tot en met 320 en de kolommen 400 tot en met 410 gerapporteerd.

3.9.   C 14.00 — NADERE INFORMATIE OVER SECURITISATIES (SEC-INFORMATIE)

3.9.1.   Algemene opmerkingen

108.

Deze template vergaart informatie op transactiebasis (in tegenstelling tot de informatie die geaggregeerd wordt gerapporteerd in de templates CR SEC SA, CR SEC IRB, MKR SA SEC en MKR SA CTP) over alle securitisaties waarbij de rapporterende instelling betrokken is. De belangrijkste kenmerken van elke securitisatie, zoals de aard van de onderliggende pool en de eigenvermogensvereisten, worden gevraagd.

109.

Deze template wordt gerapporteerd voor:

a.

securitisaties waarvan de rapporterende instelling initiator/sponsor is en waarin zij ten minste één positie heeft. Dat betekent dat de instellingen, ongeacht of een aanzienlijk deel van het risico is overgedragen, informatie moeten verstrekken over alle door hen ingenomen posities (hetzij in de bankportefeuille hetzij in de handelsportefeuille). Ingenomen posities zijn posities die worden aangehouden als gevolg van artikel 405 van de VKV;

b.

securitisaties die in het verslagjaar door de rapporterende instelling zijn geïnitieerd/gesponsord (1), ingeval zij geen positie inneemt;

c.

Securitisaties, waarvan de uiteindelijke onderliggende waarde financiële passiva zijn die oorspronkelijk door de rapporterende instelling zijn uitgegeven en (gedeeltelijk) door een securitisatievehikel zijn verworven. Deze onderliggende waarde zou gedekte obligaties of andere passiva kunnen omvatten en wordt als zodanig geïdentificeerd in kolom 160.

d.

posities die de rapporterende instelling inneemt in securitisaties en waarvan zij initiator noch sponsor is (d.w.z. beleggers en oorspronkelijke kredietverstrekkers).

110.

Deze template wordt gerapporteerd door geconsolideerde groepen en zelfstandige instellingen (2) die zich bevinden in het land waar zij onderworpen zijn aan eigenvermogensvereisten. Als er meer dan één entiteit van dezelfde geconsolideerde groep betrokken is bij securitisaties, moet de informatie worden uitgesplitst per entiteit.

111.

Overeenkomstig artikel 406, lid 1, van de VKV, waarin is bepaald dat instellingen die beleggen in securitisatieposities veel informatie moeten verzamelen over die blootstellingen om te voldoen aan de verplichtingen op het gebied van due diligence, is de reikwijdte van de rapportage van de template in beperkte mate van toepassing op beleggers. Met name rapporteren zij de kolommen 010-040; 070-110; 160; 190; 290-400; 420-470.

112.

Instellingen in de rol van oorspronkelijke kredietverstrekker (die in dezelfde securitisatie niet tevens de rol van initiator of sponsor vervullen) rapporteren de template in het algemeen in dezelfde mate als beleggers.

3.9.2.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

005

RIJNUMMER

Het rijnummer is een identificatiecode van een rij en is uniek voor elke rij in de tabel. Zij volgt de numerieke orde 1, 2, 3, enz.

010

INTERNE CODE

Interne (alfanumerieke) code waarmee de instelling de securitisatie identificeert. De interne code moet gekoppeld zijn aan de identificatiecode van de securitisatie.

020

IDENTIFICATIECODE VAN DE SECURITISATIE (Code/naam)

De code die wordt gebruikt voor de wettelijke registratie van de securitisatie of, indien die niet beschikbaar is, de naam waaronder de securitisatie bekend is op de markt. Als het International Securities Identification Number (ISIN) beschikbaar is (d.w.z. voor openbare transacties), worden in deze kolom de acht tekens gerapporteerd die in alle tranches van de securitisatie voorkomen.

030

IDENTIFICATIECODE VAN DE INITIATOR (Code/naam)

Voor deze kolom moet de door de toezichthouder aan de initiator gegeven code of, indien die niet beschikbaar is, de naam van de instelling zelf worden verstrekt.

In het geval van securitisaties van meerdere verkopers verstrekt de rapporterende identiteit de identificatiecode van alle entiteiten binnen haar geconsolideerde groep die bij de transactie betrokken zijn. Als de code niet beschikbaar is of niet bekend is bij de rapporterende entiteit, wordt de naam van de instelling gerapporteerd.

040

SOORT SECURITISATIE: (TRADITIONEEL/SYNTHETISCH)

Rapporteer de volgende afkortingen:

„t” voor Traditioneel;

„S” voor Synthetisch.

De termen „traditionele securitisatie” en „synthetische securitisatie” zijn gedefinieerd in artikel 242, punt 10 respectievelijk punt 11, van de VKV.

050

BOEKHOUDKUNDIGE BEHANDELING: GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN BINNEN OF BUITEN DE BALANSTELLING?

Rapporteer de volgende afkortingen:

„K” indien volledig binnen de balanstelling

„P’ indien deels buiten de balanstelling

„R’ indien geheel buiten de balanstelling

„N” indien niet van toepassing.

Deze kolom geeft een overzicht van de boekhoudkundige behandeling van de transactie.

In het geval van synthetische securitisaties rapporteert de initiator dat gesecuritiseerde blootstellingen buiten de balanstelling worden gehouden.

In alle gevallen wordt door beleggers „N” (niet van toepassing) gerapporteerd.

In het geval van de securitisaties van verplichtingen moeten initiatoren deze kolom niet rapporteren.

Optie „P” (deels buiten de balanstelling) wordt gerapporteerd wanneer de gesecuritiseerde activa op de balans worden verantwoord voor zover de rapporterende entiteit erbij betrokken blijft, zoals is bepaald in IAS 39.30-35.

060

BEHANDELING VAN SOLVABILITEIT: SECURITISATIEPOSITIES ONDERWORPEN AAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN?

Uitsluitend initiatoren rapporteren de volgende afkortingen:

„N” niet onderworpen aan eigenvermogensvereisten;

„B” bankportefeuille;

„t” handelsportefeuille;

„A” deels in beide portefeuilles.

De artikelen 109, 243 en 244 van de VKV

Deze kolom geeft een overzicht van de solvabiliteitsbehandeling van de securitisatieregeling van de initiator. Hij geeft weer of eigenvermogensvereisten worden berekend op grond van gesecuritiseerde blootstellingen of gesecuritiseerde posities (bankportefeuille/handelsportefeuille).

Als de eigenvermogensvereisten gebaseerd zijn op gesecuritiseerde blootstellingen (omdat er geen aanzienlijk deel van het risico is overgedragen), wordt de berekening van de eigenvermogensvereisten voor kredietrisico gerapporteerd in de CR SA-template, indien de instelling de standaardbenadering volgt, of in de CR IRB-template, indien zij de interneratingbenadering volgt.

Daarentegen wordt de berekening van de eigenvermogensvereisten voor kredietrisico gerapporteerd in de CR SEC SA-template of in de CR SEC IRB-template als de eigenvermogensvereisten gebaseerd zijn op in de bankportefeuille ingenomen gesecuritiseerde posities (omdat een aanzienlijk deel van het risico is overgedragen). In het geval van in de handelsportefeuille ingenomen securitisatieposities wordt de berekening van de eigenvermogensvereisten voor het marktrisico gerapporteerd in de MKR SA TDI-template (standaard algemeen positierisico) en in de MKR SA SEC- of MKR SA CTP-template (gestandaardiseerd specifiek positierisico) of in de MKR IM-template (interne modellen).

In het geval van de securitisaties van verplichtingen moeten initiatoren deze kolom niet rapporteren.

070

SECURITISATIE OF HERSECURITISATIE?

Rapporteer het soort onderliggende waarde overeenkomstig de definities van „securitisatie” en „hersecuritisatie” zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 61, respectievelijk artikel 4, lid 1, punten 62, 63 en 64, van de VKV, met behulp van de volgende afkortingen:

„S” voor securitisatie;

„R” voor hersecuritisatie.

080-100

AANGEHOUDEN BELANG

De artikelen 404 tot en met 410 van de VKV

080

SOORT AANGEHOUDEN BELANG

Voor elke geïnitieerde securitisatieregeling wordt de desbetreffende soort van het aangehouden netto economisch belang gerapporteerd, zoals beschreven in artikel 405 van de VKV:

A

Vertical slice (securitisatieposities): „het aanhouden van niet minder dan 5 % van de nominale waarde van elk van de tranches die aan de beleggers zijn verkocht of overgedragen”.

V

Vertical slice (gesecuritiseerde posities): „het aanhouden van niet minder dan 5 % van het kredietrisico van elke gesecuritiseerde blootstelling, als het aldus met betrekking tot die gesecuritiseerde blootstellingen aangehouden kredietrisico altijd dezelfde rangorde heeft als, of achtergesteld is bij het met betrekking tot diezelfde blootstellingen gesecuritiseerde kredietrisico”.

B

Revolverende blootstellingen: „in het geval van securitisaties van revolverende blootstellingen, het aanhouden van een initiatorbelang van niet minder dan 5 % van de nominale waarde van de gesecuritiseerde blootstellingen”.

C

Op de balans: „het aanhouden van willekeurig gekozen blootstellingen die niet minder dan 5 % van de nominale waarde van de gesecuritiseerde blootstellingen vertegenwoordigen, indien zulke blootstellingen anders in de securitisatie zouden zijn betrokken, mits het aantal potentieel gesecuritiseerde blootstellingen bij het initiëren niet minder dan 100 bedraagt”.

D

Eerste verlies: „het aanhouden van de eersteverliestranche en indien nodig andere tranches met hetzelfde of een hoger risicoprofiel die geen vroegere vervaldag hebben dan die welke aan beleggers zijn overgedragen of verkocht, zodat de aangehouden waarde in het totaal niet minder is dan 5 % van de nominale waarde van de gesecuritiseerde blootstellingen”.

E

Vrijgesteld. Deze code wordt gerapporteerd voor securitisaties die vallen onder de bepalingen van artikel 405, lid 3, van de VKV.

N

Niet van toepassing. Deze code wordt gerapporteerd voor securitisaties die vallen onder de bepalingen van artikel 404 van de VKV.

U

In strijd of onbekend. Deze code wordt gerapporteerd als de rapporterende entiteit niet met zekerheid weet welke soort aanhouding wordt toegepast of als het aanhouden in strijd met de regelgeving is.

090

% VAN HET AANGEHOUDEN BELANG OP DE VERSLAGDATUM

Het aanhouden van een wezenlijk netto economisch belang door de initiator, sponsor of oorspronkelijke kredietverstrekker van de securitisatie mag niet minder dan 5 % bedragen (op de datum van initiëring).

Niettegenstaande artikel 405, lid 1, van de VKV, kan meting van het bij het initiëren aangehouden belang gewoonlijk worden uitgelegd als betrekking hebbend op het moment van eerste securitisatie van de blootstellingen, niet op het moment dat zij ontstonden (bijvoorbeeld niet op het moment van eerste verstrekking van de onderliggende leningen). Meting van het bij het initiëren aangehouden belang betekent dat 5 % het aanhoudpercentage is dat vereist is op het moment van meting van dat aanhoudpercentage en nakoming van de vereiste (bijvoorbeeld, op het moment van eerste securitisatie van de blootstellingen); het is niet noodzakelijkerwijs vereist het aangehouden percentage gedurende de gehele looptijd van de transactie voortdurend opnieuw te meten en aan te passen.

Deze kolom wordt niet gerapporteerd ingeval de code E (vrijgesteld) of N (niet van toepassing) wordt gerapporteerd in kolom 080 (Soort aangehouden belang).

100

NALEVING VAN DE AANHOUDVEREISTE?

Artikel 405, lid 1, van de VKV

Rapporteer de volgende afkortingen:

Y

Ja;

N

Nee.

Deze kolom wordt niet gerapporteerd ingeval de code E (vrijgesteld) of N (niet van toepassing) wordt gerapporteerd in kolom 080 (Soort aangehouden belang).

110

ROL VAN DE INSTELLING: (INITIATOR/SPONSOR/OORSPRONKELIJKE KREDIETVERSTREKKER/BELEGGER)

Rapporteer de volgende afkortingen:

„O” voor initiator;

„S” voor sponsor;

„L” voor oorspronkelijke kredietverstrekker;

„I” voor belegger.

Zie de definities van artikel 4, lid 1, punt 13 (initiator) en artikel 4, lid 1, punt 14 (sponsor), van de VKV. Beleggers zijn instellingen die vallen onder de bepalingen van de artikelen 406 en 407 van de VKV.

120-130

NIET-ABCP-PROGRAMMA’S

ABCP-programma’s (zoals omschreven in artikel 242, punt 9, van de VKV) bestaan uit diverse enkelvoudige securitisatieposities en zijn vanwege deze bijzondere aard vrijgesteld van rapportage in de kolommen 120 en 130.

120

DATUM VAN INITIËRING (mm/jjjj)

De maand en het jaar van de datum van initiëring (d.w.z. de afsluit- of einddatum van de pool) van de securitisatie worden gerapporteerd in het volgende format: „mm/jjjj”.

Voor elke securitisatieregeling geldt dat de datum van initiëring niet kan veranderen tussen rapportagedata. In het specifieke geval van door open pools gedekte securitisatieregelingen is de datum van initiëring de datum van de eerste uitgifte van effecten.

Deze informatie moet ook worden gerapporteerd als de rapporterende entiteit geen posities inneemt in de securitisatie.

130

TOTALE WAARDE VAN GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN OP DE DATUM VAN INITIËRING

Deze kolom bevat de waarde (volgens factoren inzake de oorspronkelijke blootstellingen vóór toepassing van de omrekeningsfactoren) van de gesecuritiseerde portefeuille op de datum van initiëring.

In het geval van door open pools gedekte securitisatieregelingen wordt de waarde gerapporteerd die betrekking heeft op de datum van initiëring van de eerste uitgifte van effecten. In het geval van traditionele securitisaties worden geen andere activa van de securitisatiepool opgenomen. In het geval van securitisatieregelingen van meerdere verkopers (d.w.z. met meer dan één initiator) wordt uitsluitend de waarde van de bijdrage van de rapporterende entiteit aan de gesecuritiseerde portefeuille gerapporteerd. In het geval van de securitisatie van verplichtingen worden uitsluitend de door de rapporterende entiteit uitgegeven bedragen vermeld.

Deze informatie moet ook worden gerapporteerd als de rapporterende entiteit geen posities inneemt in de securitisatie.

140-220

GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN

In de kolommen 140 tot en met 220 moet de rapporterende entiteit informatie verstrekken over diverse kenmerken van de gesecuritiseerde portefeuille.

140

TOTALE WAARDE

De instellingen rapporteren de waarde van de gesecuritiseerde portefeuille op de verslagdatum, d.w.z. het uitstaande bedrag van de gesecuritiseerde blootstellingen. In het geval van traditionele securitisaties worden geen andere activa van de securitisatiepool opgenomen. In het geval van securitisatieregelingen van meerdere verkopers (d.w.z. met meer dan één initiator) wordt uitsluitend de waarde van de bijdrage van de rapporterende entiteit aan de gesecuritiseerde portefeuille gerapporteerd. In het geval van door gesloten pools gedekte securitisatieregelingen (d.w.z. de portefeuille van gesecuritiseerde activa kan na de datum van initiëring niet worden uitgebreid) wordt het bedrag geleidelijk verlaagd.

Deze informatie moet ook worden gerapporteerd als de rapporterende entiteit geen posities inneemt in de securitisatie.

150

AANDEEL VAN DE INSTELLING (%)

Het aandeel van de instelling in de gesecuritiseerde portefeuille op de verslagdatum (uitgedrukt als percentage met twee cijfers achter de komma) wordt gerapporteerd. Het in deze kolom te rapporteren percentage is standaard 100 %, behalve voor securitisatieregelingen van meerdere verkopers. In dat geval vermeldt de rapporterende entiteit haar huidige bijdrage aan de gesecuritiseerde portefeuille (verhoudingsgewijs gelijkwaardig aan kolom 140).

Deze informatie moet ook worden gerapporteerd als de rapporterende entiteit geen posities inneemt in de securitisatie.

160

TYPE

Deze kolom bevat informatie over het type activa („1” tot en met „8”) of passiva („9” en „10”) van de gesecuritiseerde portefeuille. De instelling rapporteert een van de volgende nummercodes:

1

hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed;

2

hypotheken op zakelijke onroerend goed;

3

kredietkaartvorderingen;

4

leasing;

5

leningen aan ondernemingen of kmo’s (behandeld als ondernemingen);

6

consumptief krediet;

7

handelsvorderingen;

8

andere activa;

9

gedekte obligaties;

10

andere passiva.

Indien de pool gesecuritiseerde blootstellingen een combinatie van de voorgaande typen is, moet de instelling het belangrijkste type rapporteren. In het geval van hersecuritisaties vermeldt de instelling de uiteindelijke onderliggende pool van activa. Type 10 (andere passiva) omvat schatkistpapier en credit-linked notes.

Voor door gesloten pools gedekte securitisatieregelingen kan het type niet veranderen tussen verslagdata.

170

GEVOLGDE BENADERING (standaard/interne rating/combinatie)

Deze kolom bevat informatie over de benadering die de instelling op de verslagdatum zou volgen voor de gesecuritiseerde blootstellingen.

Rapporteer de volgende afkortingen:

„S” voor standaardbenadering;

„I” voor interneratingbenadering;

„M’ voor een combinatie van beide benaderingen (standaard/interne rating).

Bij rapportage van „P” in kolom 050 volgens de standaardbenadering wordt de berekening van de eigenvermogensvereisten gerapporteerd in de CR SEC SA-template.

Bij rapportage van „P” in kolom 050 volgens de interneratingbenadering wordt de berekening van de eigenvermogensvereisten gerapporteerd in de CR SEC IRB-template.

Bij rapportage van „P” in kolom 050 volgens een combinatie van de standaardbenadering en de interneratingbenadering wordt de berekening van de eigenvermogensvereisten gerapporteerd in zowel de CR SEC SA-template als de CR SEC IRB-template.

Deze informatie moet ook worden gerapporteerd als de rapporterende entiteit geen posities inneemt in de securitisatie. Deze kolom is evenwel niet van toepassing op securitisaties van verplichtingen. Sponsors moeten deze kolom niet rapporteren.

180

AANTAL BLOOTSTELLINGEN

Artikel 261, lid 1, van de VKV

Deze kolom is alleen verplicht voor instellingen die de interneratingbenadering volgen voor securitisatieposities (en derhalve „I” rapporteren in kolom 170). De instelling rapporteert het effectieve aantal blootstellingen.

Deze kolom wordt niet gerapporteerd in het geval van securitisatie van verplichtingen of als de eigenvermogensvereisten op de gesecuritiseerde blootstellingen zijn gebaseerd (bij securitisatie van activa). Deze kolom moet niet worden ingevuld als de rapporterende entiteit geen posities inneemt in de securitisatie. Deze kolom wordt niet ingevuld door beleggers.

190

LAND

Rapporteer de code (ISO 3166-1 alfa-2) van het land van oorsprong van de uiteindelijke onderliggende [?] van de transactie, d.w.z. het land van de directe debiteur van de oorspronkelijke gesecuritiseerde blootstellingen (doorkijk). Indien de pool van de securitisatie uit verschillende landen bestaat, moet de instelling het belangrijkste land rapporteren. Als geen enkel land boven een drempel van 20 % op basis van het bedrag aan activa/passiva uitkomt, wordt „OT” (overig) gerapporteerd.

200

ELGD (%)

Het risicogewogen gemiddelde verlies bij wanbetaling (ELGD) wordt uitsluitend gerapporteerd door instellingen die de benadering met toezichthoudersformule volgen (en derhalve in kolom 170 een „I” rapporteren). Het ELGD wordt berekend zoals is beschreven in artikel 262, lid 1, van de VKV.

Deze kolom wordt niet gerapporteerd in het geval van securitisatie van verplichtingen of als de eigenvermogensvereisten op de gesecuritiseerde blootstellingen zijn gebaseerd (bij securitisatie van activa). Deze kolom wordt evenmin ingevuld als de rapporterende entiteit geen posities inneemt in de securitisatie. Sponsors moeten deze kolom niet rapporteren.

210

(-) WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

Zie kolom 060 in CR SEC SA en kolom 390 in CR SEC IRB.

Deze kolom bevat informatie over de op de gesecuritiseerde blootstellingen toegepaste waardeaanpassingen en voorzieningen. Deze kolom wordt niet gerapporteerd in het geval van securitisatie van verplichtingen.

Deze informatie moet ook worden gerapporteerd als de rapporterende entiteit geen posities inneemt in de securitisatie.

Sponsors moeten deze kolom niet rapporteren.

220

EIGENVERMOGENSVEREISTEN VÓÓR SECURITISATIE (%)

Deze kolom bevat informatie over de eigenvermogensvereisten van de gesecuritiseerde portefeuille ingeval er geen sprake was van securitisatie plus de verwachte verliezen in verband met die risico’s (kirb), als percentage (met twee cijfers achter de komma) van het totaal aan gesecuritiseerde blootstellingen op de datum van initiëring. kirb wordt omschreven in artikel 242, punt 4, van de VKV.

Deze kolom wordt niet gerapporteerd in het geval van securitisatie van verplichtingen. In het geval van de securitisatie van activa moet deze informatie ook worden verstrekt als de rapporterende entiteit geen posities inneemt in de securitisatie.

Sponsors moeten deze kolom niet rapporteren.

230-300

SECURITISATIESTRUCTUUR

Dit blok van zes kolommen bevat informatie over de structuur van de securitisatie overeenkomstig posities binnen en buiten de balans, tranches (hoogste rang/mezzanine/eerste verlies) en looptijd.

In het geval van securitisaties van meerdere verkopers wordt voor de eersteverliestranche uitsluitend het bedrag gerapporteerd dat overeenkomt met, of is toegerekend aan de rapporterende instelling.

230-250

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

Dit kolommenblok bevat informatie over posten binnen de balanstelling uitgesplitst naar tranches (hoogste rang/mezzanine/eerste verlies).

230

HOOGSTE RANG

Alle tranches die niet worden aangemerkt als mezzanine of eerste verlies, worden in deze categorie opgenomen.

240

MEZZANINE

Zie artikel 243, lid 3 (traditionele securitisaties), en artikel 244, lid 3 (synthetische securitisaties), van de VKV.

250

EERSTE VERLIES

Eersteverliestranche wordt omschreven in artikel 242, punt 15, van de VKV.

260-280

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

Dit kolommenblok bevat informatie over posten buiten de balanstelling en derivaten uitgesplitst naar tranches (hoogste rang/mezzanine/eerste verlies).

Hier worden dezelfde criteria voor tranche-indeling toegepast als voor posten binnen de balanstelling.

290

EERSTE TE VERWACHTEN DATUM VAN BEËINDIGING

De datum waarop, gezien de contractuele bepalingen en de op dat moment verwachte financiële omstandigheden, de gehele securitisatie waarschijnlijk wordt beëindigd. In het algemeen zou dat de eerste van de volgende data zijn:

i)

de datum waarop een opschoon-calloptie (zoals gedefinieerd in artikel 242, punt 2, van de VKV) voor het eerst zou kunnen worden uitgeoefend, rekening houdend met de looptijd van de onderliggende blootstelling(en) en het verwachte percentage vervroegde aflossingen of potentiële heronderhandelingsactiviteiten;

ii)

de datum waarop de initiator uit hoofde van de contractuele bepalingen van de securitisatie voor het eerst recht heeft op uitoefening van een andere calloptie waardoor de securitisatie volledig zou worden afgelost.

De maand en het jaar van de eerste te verwachte datum van beëindiging worden in het volgende format gerapporteerd: „mm/jjjj”.

300

WETTELIJKE EINDVERVALDATUM

De datum waarop de gehele hoofdsom en rente van de securitisatie wettelijk moet zijn terugbetaald (op basis van de documentatie van de transactie).

De maand en het jaar van de wettelijke eindvervaldatum worden in het volgende format gerapporteerd: „mm/jjjj”.

310-400

SECURITISATIEPOSITIES: OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

Dit kolommenblok bevat informatie over de securitisatieposities overeenkomstig posities binnen en buiten de balanstelling en de tranches (hoogste rang/mezzanine/eerste verlies) op de verslagdatum.

310-330

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

Hier worden dezelfde criteria voor tranche-indeling toegepast als voor posten binnen de balanstelling.

340-360

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

Hier worden dezelfde criteria voor tranche-indeling toegepast als voor posten buiten de balanstelling.

370-400

PRO-MEMORIEPOSTEN: POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

Dit kolommenblok bevat aanvullende informatie over de totale posten buiten de balanstelling en derivaten (die in de kolommen 340-360 al worden gerapporteerd volgens een andere uitsplitsing).

370

DIRECTE KREDIETVERVANGINGEN (DCS)

Deze kolom is van toepassing op door de initiator ingenomen securitisatieposities die zijn gegarandeerd met directe kredietvervangingen (DCS).

Overeenkomstig bijlage I bij de VKV worden de volgende posten buiten de balanstelling met een volledig risico beschouwd als DCS:

garanties met het karakter van kredietvervangingen;

onherroepelijke „stand by”-accreditieven met het karakter van kredietvervangingen.

380

IRS/CRS

IRS staat voor renteswaps en CRS staat voor valutaswaps. Deze derivaten worden genoemd in bijlage II bij de VKV.

390

IN AANMERKING KOMENDE LIQUIDITEITSFACILITEITEN

De in artikel 242, punt 3, van de VKV omschreven liquiditeitsfaciliteiten moeten voldoen aan een lijst van zes voorwaarden die zijn vastgelegd in artikel 255, lid 1, van de VKV om beschouwd te worden als in aanmerking komend (ongeacht de door de instelling gevolgde methode, d.w.z. standaardmethode of interneratingmethode).

400

OVERIGE (MET IN BEGRIP VAN NIET IN AANMERKING KOMENDE LF)

Deze kolom is bestemd voor overige posten buiten de balanstelling, zoals niet in aanmerking komende liquiditeitsfaciliteiten (d.w.z. LF’s die niet voldoen aan de in artikel 255, lid 1, van de VKV genoemde voorwaarden).

410

VERVROEGDE AFLOSSING: TOEGEPASTE OMREKENINGSFACTOR

Artikel 242, punt 12, en artikel 256, lid 5 (standaardbenadering), en artikel 265, lid 1 (interneratingbenadering), van de VKV voorzien in een reeks omrekeningsfactoren voor toepassing op het belang van de beleggers (om de risicogewogen posten te berekenen).

Deze kolom is van toepassing op securitisatieregelingen met clausules inzake vervroegde aflossing (d.w.z. revolverende securitisaties).

Overeenkomstig artikel 256, lid 6, van de VKV wordt de toe te passen omrekeningsfactor bepaald door het niveau van het feitelijke driemaandsgemiddelde van de overgebleven rentemarge.

In het geval van de securitisaties van verplichtingen wordt deze kolom niet gerapporteerd. Deze informatie heeft betrekking op rij 100 in de CR SEC SA-template en rij 160 in de CR SEC IRB-template.

420

(-) BLOOTSTELLINGSWAARDE AFGETROKKEN VAN HET EIGEN VERMOGEN

Deze informatie is nauw verbonden aan kolom 200 in de CR SEC SA-template en kolom 180 in de CR SEC IRB-template.

In deze kolom moet een negatieve waarde worden gerapporteerd.

430

TOTALE RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR BEGRENZING

Deze kolom bevat informatie over de risicogewogen posten vóór de op de securitisatieposities van toepassing zijnde begrenzing (d.w.z. in het geval van securitisatieregelingen met overdracht van een aanzienlijk deel van het risico). In het geval van securitisatieregelingen zonder overdracht van een aanzienlijk deel van het risico (d.w.z. risicogewogen posten berekend volgens gesecuritiseerde blootstellingen) worden in deze kolom geen gegevens gerapporteerd.

In het geval van de securitisaties van verplichtingen wordt deze kolom niet gerapporteerd.

440

TOTALE RISICOGEWOGEN POSTEN NA BEGRENZING

Deze kolom bevat informatie over de risicogewogen posten na de op de securitisatieposities van toepassing zijnde begrenzing (d.w.z. in het geval van securitisatieregelingen met overdracht van een aanzienlijk deel van het risico). In het geval van securitisatieregelingen zonder overdracht van een aanzienlijk deel van het risico (d.w.z. eigenvermogensvereisten berekend volgens gesecuritiseerde blootstellingen) worden in deze kolom geen gegevens gerapporteerd.

In het geval van de securitisaties van verplichtingen wordt deze kolom niet gerapporteerd.

450-510

SECURITISATIEPOSITIES - HANDELSPORTEFEUILLE

450

CTP OF NIET-CTP?

Rapporteer de volgende afkortingen:

C

correlatiehandelsportefeuille (CTP);

N

niet-CTP

460-470

NETTOPOSITIES - LONG/SHORT

Zie kolom 050 van MKR SA SEC of kolom 060 van MKR SA CTP.

480

TOTAAL EIGENVERMOGENSVEREISTEN (SA) - SPECIFIEK RISICO

Zie kolom 610 van MKR SA SEC of kolom 450 van MKR SA CTP.

4.   TEMPLATES VOOR OPERATIONEEL RISICO

4.1.   C 16.00 — OPERATIONEEL RISICO (OPR)

4.1.1.   Algemene opmerkingen

113.

Deze template bevat informatie over de berekening van eigenvermogensvereisten overeenkomstig de artikelen 312 tot en met 324 van de VKV voor operationeel risico in het kader van de basisindicatorbenadering (BIA), de standaardbenadering (TSA), de alternatieve standaardbenadering (ASA) en de geavanceerde meetbenadering (AMA). Voor individuele rapportage kunnen de instellingen niet zowel de TSA als de ASA toepassen voor de bedrijfsonderdelen bankdiensten ten behoeve van particulieren en kleine partijen en zakelijke bankdiensten.

114.

Instellingen die de BIA, de TSA en/of de ASA hanteren, moeten hun eigenvermogensvereisten berekenen op basis van de informatie aan het eind van het boekjaar. Indien geen gecontroleerde cijfers beschikbaar zijn, kunnen de instellingen gebruikmaken van bedrijfsramingen. Bij gebruik van gecontroleerde cijfers moeten de instellingen de gecontroleerde cijfers in ongewijzigde vorm rapporteren. Afwijkingen van dit beginsel van „ongewijzigde” cijfers zijn mogelijk, bijvoorbeeld indien tijdens de verslagperiode sprake is van uitzonderlijke omstandigheden, zoals recente verwervingen of afstotingen van entiteiten of activiteiten.

115.

Indien een instelling ten genoegen van haar bevoegde autoriteit kan aantonen dat wegens uitzonderlijke omstandigheden, zoals een fusie of een afstoting van entiteiten of activiteiten, de berekening van de relevante indicator aan de hand van een driejaarsgemiddelde zou leiden tot een vertekende raming van de eigenvermogensvereiste voor het operationeel risico, kan de bevoegde autoriteit de instelling toestaan de berekening zodanig te wijzigen dat deze gebeurtenissen in aanmerking worden genomen. De bevoegde autoriteit kan ook eigener beweging van een instelling verlangen dat zij de berekening wijzigt. Indien een instelling nog geen drie jaar actief is, kan zij toekomstgerichte bedrijfsramingen gebruiken voor het berekenen van de relevante indicator, mits zij historische gegevens gebruikt zodra deze beschikbaar zijn.

116.

Deze template bevat kolomsgewijs voor de drie meest recente jaren informatie over het bedrag van de relevante indicator van de aan operationeel risico onderworpen bankactiviteiten en over het bedrag aan leningen en voorschotten (laatstgenoemde is alleen van toepassing in het geval van ASA). Verder wordt informatie over het bedrag van de eigenvermogensvereiste voor operationeel risico gerapporteerd. Indien van toepassing moet worden gespecificeerd welk deel van dat bedrag het gevolg is van een allocatiemechanisme. Ten aanzien van de AMA worden pro-memorieposten toegevoegd om de gevolgen van verwacht verlies, diversificatie en limiteringstechnieken op de eigenvermogensvereiste voor operationeel risico te specificeren.

117.

De rijen bevatten informatie op basis van de methode voor berekening van de eigenvermogensvereiste voor operationeel risico en een specificatie van bedrijfsonderdelen voor de TSA en de ASA.

118.

Deze template moet worden ingediend door alle instellingen die onderworpen zijn aan de eigenvermogensvereiste voor operationeel risico.

4.1.2.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

010-030

RELEVANTE INDICATOR

Instellingen die de eigenvermogensvereiste voor operationeel risico berekenen met de relevante indicator (BIA, TSA en ASA) rapporteren de relevante indicator voor elk jaar in de kolommen 010 tot en met 030. In het geval van een combinatie van benaderingen zoals bedoeld in artikel 314 van de VKV rapporteren de instellingen ter informatie bovendien de relevante indicator voor de aan de AMA onderworpen activiteiten. Dit geldt tevens voor alle overige AMA-banken.

Hierna wordt onder „relevante indicator” verstaan „de som van de bestanddelen” aan het eind van het boekjaar zoals omschreven in artikel 316, lid 1, tabel 1, van de VKV.

Als de gegevens over de relevante indicator waarover de instelling beschikt, minder dan drie jaar bestrijken, worden de beschikbare historische gegevens (gecontroleerde gegevens) bij voorrang toegewezen aan de desbetreffende kolommen in de tabel. Als er bijvoorbeeld slechts voor één jaar historische gegevens zijn, worden die in kolom 030 gerapporteerd. Indien dat redelijk lijkt, moeten de toekomstgerichte ramingen dan worden opgenomen in kolom 020 (raming voor het eerstvolgende jaar) en kolom 010 (raming van jaar + 2).

Verder mag de instelling zich baseren op toekomstgerichte bedrijfsramingen als er geen historische gegevens over de „relevante indicator” beschikbaar zijn.

040-060

LENINGEN EN VOORSCHOTTEN (BIJ TOEPASSING VAN DE ASA)

Deze kolommen worden gebruikt om de bedragen van de leningen en voorschotten te rapporteren voor de bedrijfsonderdelen „zakelijke bankdiensten” en „bankdiensten ten behoeve van particulieren en kleine partijen”, zoals bedoeld in artikel 319, lid 1, onder b), van de VKV. Aan de hand van die bedragen wordt de alternatieve relevante indicator berekend die ten grondslag ligt aan de eigenvermogensvereisten voor de activiteiten waarop de ASA van toepassing is (artikel 319, lid 1, onder a), van de VKV).

Voor het bedrijfsonderdeel „zakelijke bankdiensten” moeten tevens in de niet-handelsportefeuille aangehouden effecten worden opgenomen.

070

EIGENVERMOGENSVEREISTE

De eigenvermogensvereiste wordt berekend in overeenstemming met de gevolgde benadering, overeenkomstig de artikelen 312 tot en met 324 van de VKV. De uitkomst wordt vermeld in kolom 070.

071

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN VOOR OPERATIONEEL RISICO

Artikel 92, lid 4, van de VKV Eigenvermogensvereisten in kolom 070 vermenigvuldigd met 12,5.

080

WAARVAN: ALS GEVOLG VAN EEN ALLOCATIEMECHANISME

Artikel 18, lid 1, van de VKV (inzake het opnemen, in de in artikel 312, lid 2, van de VKV bedoelde aanvraag, van de methode die wordt gehanteerd voor het toewijzen van operationeel risicokapitaal aan de verschillende entiteiten van de groep en van informatie over de vraag of, en zo ja, hoe de instelling de gevolgen van diversificatie verwerkt in het systeem van risicometing dat wordt gebruikt door een EU-moederkredietinstelling en haar dochterondernemingen of gezamenlijk door de dochterondernemingen van een financiële EU-moederholding of een gemengde financiële EU-moederholding).

090-120

TE RAPPORTEREN AMA-PRO-MEMORIEPOSTEN, INDIEN VAN TOEPASSING

090

EIGENVERMOGENSVEREISTE VÓÓR VERMINDERING VANWEGE VERWACHT VERLIES, DIVERSIFICATIE EN RISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN

De in kolom 090 te rapporteren eigenvermogensvereiste is die van kolom 070 maar moet worden berekend vóór inaanmerkingneming van de vermindering vanwege verwacht verlies, diversificatie en risicolimiteringstechnieken (zie hierna).

100

(-) VERMINDERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN VANWEGE HET IN DE BEDRIJFSPRAKTIJK IN AANMERKING GENOMEN VERWACHTE VERLIES

In kolom 100 rapporteert de instelling de vermindering van eigenvermogensvereisten vanwege verwacht verlies waarmee in de interne bedrijfspraktijk rekening is gehouden (zoals bedoeld in artikel 322, lid 2, onder a), van de VKV).

110

(-) VERMINDERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN VANWEGE DIVERSIFICATIE

Het in kolom 110 te rapporteren diversificatie-effect is het verschil tussen de som van de per categorie van operationeel risico apart berekende eigenvermogensvereisten (d.w.z. een situatie van „volmaakte afhankelijkheid”) en de gediversificeerde eigenvermogensvereiste die is berekend door rekening te houden met de correlaties en afhankelijkheden (d.w.z. op basis van de aanname van een minder dan „volmaakte afhankelijkheid” tussen de risicocategorieën). De situatie van „volmaakte afhankelijkheid” doet zich voor in het „standaardgeval”, d.w.z. als de instelling niet uitgaat van een expliciete correlatiestructuur tussen de risicocategorieën, zodat het AMA-vermogen wordt berekend als de som van de afzonderlijke maatregelen voor operationeel risico van de gekozen risicocategorieën. In dat geval wordt aangenomen dat de correlatie tussen de risicocategorieën 100 % is en moet de waarde in de kolom op nul worden gesteld. Als de instelling wel een expliciete correlatiestructuur tussen de risicocategorieën berekent, moet zij in deze kolom het verschil opnemen tussen het AMA-vermogen dat voortkomt uit het „standaardgeval” en het vermogen verkregen na toepassing van de correlatiestructuur tussen de risicocategorieën. De waarde geeft de „diversificatiecapaciteit” van het AMA-model weer, d.w.z. de mate waarin het model in staat is rekening te houden met het niet-gelijktijdige optreden van ernstige verliesgebeurtenissen die ontstaan door operationeel risico. In kolom 110 rapporteert de instelling de verlaging van het AMA-vermogen ten opzichte van de veronderstelde correlatie van 100 % als gevolg van de veronderstelde correlatiestructuur.

120

(-) VERMINDERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTE VANWEGE RISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN (VERZEKERING EN ANDERE MECHANISMEN VOOR RISICO-OVERDRACHT)

In kolom 120 wordt het effect van verzekering en andere mechanismen voor risico-overdracht gerapporteerd overeenkomstig artikel 323, leden 1 tot en met 5, van de VKV.


Rijen

010

BANKACTIVITEITEN IN HET KADER VAN DE BASISINDICATORBENADERING (BIA)

Deze rij bevat de bedragen van activiteiten in het kader van de BIA om de eigenvermogensvereiste voor operationeel risico te berekenen (de artikelen 315 en 316 van de VKV).

020

BANKACTIVITEITEN IN HET KADER VAN DE STANDAARDBENADERING (TSA)/ALTERNATIEVE STANDAARDBENADERING (ASA)

De eigenvermogensvereiste berekend volgens de TSA en de ASA (de artikelen 317 tot en met 319 van de VKV) moet worden gerapporteerd.

030-100

IN HET KADER VAN DE TSA

Bij toepassing van de TSA moet de relevante indicator voor elk jaar in de rijen 030 tot en met 100 over de bedrijfsonderdelen worden verdeeld overeenkomstig artikel 317, tabel 2, van de VKV. Het koppelen van activiteiten aan bedrijfsonderdelen moet in overeenkomst zijn met de in artikel 318 van de VKV beschreven beginselen.

110-120

IN HET KADER VAN DE ASA

Instellingen die de ASA hanteren (artikel 319 van de VKV) rapporteren de relevante indicator voor de desbetreffende jaren afzonderlijk voor elk bedrijfsonderdeel in de rijen 030 tot en met 050 en 080 tot en met 100, en voor de bedrijfsonderdelen zakelijke bankdiensten en bankdiensten ten behoeve van particulieren en kleine partijen in de rijen 110 en 120.

De rijen 110 en 120 bevatten het bedrag van de relevante indicator van ASA-activiteiten voor respectievelijk het bedrijfsonderdeel zakelijke bankdiensten en het bedrijfsonderdeel bankdiensten ten behoeve van particulieren en kleine partijen (artikel 319 van de VKV). Er kunnen bedragen zijn voor de rijen voor zakelijke bankdiensten en bankdiensten ten behoeve van particulieren en kleine partijen in het kader van de TSA (de rijen 060 en 070) evenals in het kader van de ASA (rijen 110 en 120), bv. als een dochteronderneming onderworpen is aan de TSA maar de moederonderneming onderworpen is aan de ASA.

130

BANKACTIVITEITEN DIE ZIJN ONDERWORPEN AAN DE AMA

De desbetreffende gegevens voor AMA-instellingen (artikel 312, lid 2, en de artikelen 321, 322 en 323 van de VKV) moeten worden gerapporteerd.

Ingeval verschillende benaderingen in combinatie worden gehanteerd zoals omschreven in artikel 314 van de VKV, wordt informatie over de relevante indicator voor aan de AMA onderworpen activiteiten gerapporteerd. Dit geldt tevens voor alle overige AMA-banken.

4.2.   C 17.00 — OPERATIONEEL RISICO: BRUTOVERLIES PER BEDRIJFSONDERDEEL EN SOORT GEBEURTENIS IN HET LAATSTE JAAR (OPR-BIJZONDERHEDEN)

4.2.1.   Algemene opmerkingen

119.

Deze template geeft een overzicht van de informatie over de brutoverliezen die een instelling in het afgelopen jaar heeft genoteerd naar soort gebeurtenis en bedrijfsonderdeel, op basis van de datum waarop het verlies voor het eerst is geboekt.

120.

De informatie wordt zodanig verstrekt dat de brutoverliezen boven interne drempels worden verdeeld over bedrijfsonderdelen (zoals gedefinieerd in artikel 317, tabel 2, van de VKV, met inbegrip van het extra bedrijfsonderdeel „ondernemingsaangelegenheden” zoals bedoeld in artikel 322, lid 3, onder b), van de VKV), en soorten gebeurtenis (zoals omschreven in artikel 324 van de VKV), waarbij het mogelijk is de verliezen van een bepaalde gebeurtenis over diverse bedrijfsonderdelen te verdelen.

121.

De kolommen bevatten de verschillende soorten gebeurtenis en de totalen per bedrijfsonderdeel, samen met een pro-memoriepost die de laagste in de verzameling verliesgegevens toegepaste interne drempel laat zien. Als er meer dan een drempel is, moeten binnen elk bedrijfsonderdeel de laagste en de hoogste drempel worden vermeld.

122.

De rijen bevatten de bedrijfsonderdelen en, binnen elk bedrijfsonderdeel, informatie over het aantal gebeurtenissen, het bedrag van het totale verlies, het grootste afzonderlijke verlies en de som van de vijf grootste verliezen (ongeacht het aantal verliezen).

123.

Deze template moet worden gerapporteerd door instellingen die hun eigenvermogensvereisten berekenen met de AMA of de TSA/ASA.

124.

Aan artikel 5, onder b), punt 2, ii), van deze verordening onderworpen instellingen mogen alleen de volgende informatie rapporteren voor de som van alle soorten gebeurtenis (kolom 080) van de template OPR Bijzonderheden:

a)

aantal gebeurtenissen (rij 910);

b)

totale bedrag aan verliezen (rij 920);

c)

het grootste afzonderlijke verlies (rij 930); en

d)

de som van de vijf grootste verliezen (rij 940).

4.2.2.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

010-070

SOORTEN GEBEURTENIS

De instellingen rapporteren de verliezen in de kolommen 010 tot en met 070 overeenkomstig de in artikel 324 van de VKV omschreven soorten gebeurtenis.

Instellingen die hun eigenvermogensvereiste berekenen volgens de TSA of de ASA, kunnen de verliezen rapporteren waarvoor de soort gebeurtenis niet wordt vermeld in kolom 080.

080

TOTAAL VAN SOORTEN GEBEURTENIS

In kolom 080 rapporteren de instellingen per bedrijfsonderdeel het totale „aantal gebeurtenissen” en het „totale verliesbedrag” als de eenvoudige som van respectievelijk het aantal verliesgebeurtenissen en de totale bedragen aan brutoverliezen die zijn gerapporteerd in de kolommen 010 tot en met 070. Het „grootste afzonderlijke verlies” in kolom 080 is het grootste van de „grootste afzonderlijke verliezen” die zijn gerapporteerd in de kolommen 010 tot en met 070. Voor de som van de vijf grootste verliezen wordt in kolom 080 de som van de vijf grootste verliezen binnen één bedrijfsonderdeel gerapporteerd.

090-100

PRO-MEMORIEPOST: IN GEGEVENSVERZAMELING TOEGEPASTE DREMPEL

De instellingen rapporteren in kolom 090 en kolom 100 overeenkomstig artikel 322, lid 3, onder c), laatste zin, van de VKVde minimumverliesdrempels die zij hanteren voor de verzameling van interne verliesgegevens. instellingen die slechts één drempel hanteren per bedrijfsonderdeel, vullen alleen kolom 090 in. Bij hantering van verschillende drempels binnen hetzelfde reglementaire bedrijfsonderdeel moet tevens de hoogste toepasselijke drempel (kolom 100) worden vermeld.


Rijen

010-840

BEDRIJFSONDERDELEN: ONDERNEMINGSFINANCIERING, HANDEL EN VERKOOP, COURTAGEDIENSTEN TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN EN KLEINE PARTIJEN, ZAKELIJKE BANKDIENSTEN, BANKDIENSTEN TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN EN KLEINE PARTIJEN, BETALING EN AFWIKKELING, BEMIDDELINGSDIENSTEN, BEHEER VAN ACTIVA, ONDERNEMINGSAANGELEGENHEDEN

Voor elk bedrijfsonderdeel zoals omschreven in artikel 317, lid 4, tabel 2, van de VKV, met inbegrip van het extra bedrijfsonderdeel „ondernemingsaangelegenheden” zoals bedoeld in artikel 322, lid 3, onder b), van de VKV), en voor elke soort gebeurtenis, moet de instelling de volgende informatie rapporteren overeenkomstig de drempels: aantal gebeurtenissen, totale verliesbedrag, grootste afzonderlijk verlies en de som van de vijf grootste verliezen. Voor een verliesgebeurtenis die betrekking heeft op meerdere bedrijfsonderdelen wordt het totale verliesbedrag verdeeld over alle betrokken bedrijfsonderdelen.

910-940

TOTAAL VAN BEDRIJFSONDERDELEN

Voor elke soort gebeurtenis (de kolommen 010 tot en met 080) moet overeenkomstig artikel 322, lid 3, onder b), c) en e), van de VKV de volgende informatie over het totaal van de bedrijfsonderdelen (de rijen 910 tot en met 940) worden gerapporteerd:

Aantal gebeurtenissen (rij 910): het aantal gebeurtenissen boven de drempel naar soorten gebeurtenis voor het totaal van de bedrijfsonderdelen. Dit aantal kan lager zijn dan de som van het aantal gebeurtenissen naar bedrijfsonderdeel, aangezien gebeurtenissen met meerdere gevolgen (gevolgen in verschillende bedrijfsonderdelen) als één gebeurtenis moeten worden beschouwd;

Totale bedrag aan verliezen (rij 920): het totale verliesbedrag is de eenvoudige som van de totale verliesbedragen voor alle bedrijfsonderdelen.

Grootste afzonderlijke verlies (rij 930): het grootste afzonderlijke verlies is het grootste verlies boven de drempel voor elke soort gebeurtenissen en onder alle bedrijfsonderdelen. Indien een gebeurtenis gevolgen heeft voor verschillende bedrijfsonderdelen, kunnen deze bedragen hoger zijn dan het hoogste afzonderlijke verlies dat in elk bedrijfsonderdeel is geboekt;

De som van de vijf grootste verliezen (rij 940): de som van de vijf grootste brutoverliezen voor elke soort gebeurtenis en onder alle bedrijfsonderdelen wordt gerapporteerd. Deze som kan groter zijn dan de grootste som van de vijf grootste verliezen die zijn geboekt in elk bedrijfsonderdeel. Deze som moet worden gerapporteerd ongeacht het aantal verliezen.

910-940/080

TOTAAL VAN BEDRIJFSONDERDELEN - TOTAAL SOORTEN GEBEURTENIS

Aantal gebeurtenissen: is gelijk aan de horizontale som van het aantal gebeurtenissen in rij 910, aangezien in die gegevens de gebeurtenissen met gevolgen in verschillende bedrijfsonderdelen al als één gebeurtenis zijn beschouwd. Dit aantal is niet noodzakelijkerwijs gelijk aan de verticale som van het aantal gebeurtenissen die zijn opgenomen in kolom 080, aangezien één gebeurtenis tegelijkertijd gevolgen kan hebben in verschillende bedrijfsonderdelen;

Totaal verliesbedrag: dit is gelijk aan zowel de horizontale som van de totale verliesbedragen naar soort gebeurtenis in rij 920 als de verticale som van de totale verliesbedragen naar bedrijfsonderdeel in kolom 080;

Grootste afzonderlijk verlies: zoals reeds gesteld, indien een gebeurtenis gevolgen heeft voor verschillende bedrijfsonderdelen, kan het bedrag van het „grootste afzonderlijk verlies” in het „totaal van bedrijfsonderdelen” voor de betrokken soort gebeurtenis hoger zijn dan de bedragen van het „hoogste afzonderlijke verlies” in elk bedrijfsonderdeel. Het bedrag in deze cel moet dan ook gelijk zijn aan de hoogste van de waarden van „hoogste afzonderlijk verlies” in „totaal van bedrijfsonderdelen”, die niet noodzakelijkerwijs gelijk is aan de hoogste waarde van „hoogste afzonderlijk verlies” in de bedrijfsonderdelen in kolom 080;

De som van de vijf grootste verliezen: dit is de som van de vijf grootste verliezen in de gehele matrix, hetgeen betekent dat dit bedrag niet noodzakelijkerwijs gelijk is aan de hoogste waarde van de „som van de vijf grootste verliezen” in „totaal van bedrijfsonderdelen” of de hoogste waarde van de „som van de vijf grootste verliezen” in kolom 080.

5.   TEMPLATES VOOR MARKTRISICO

125.

Deze instructies hebben betrekking op de templates voor rapportage over de berekening van eigenvermogensvereisten volgens de standaardbenadering voor valutarisico (MKR SA FX), grondstoffenrisico (MKR SA COM), renterisico (MKR SA TDI, MKR SA SEC, MKR SA CTP) en aandelenrisico (MKR SA EQU). Daarnaast bevat dit deel instructies voor de templaterapportage van de berekening van eigenvermogensvereisten volgens de internemodellenbenadering (MKR IM).

126.

Het positierisico voor een verhandelbaar schuldinstrument of aandeel (of een van een schuldinstrument of een aandeel afgeleid instrument) moet in twee componenten worden gesplitst om het daarvoor benodigde kapitaal te berekenen. De eerste component betreft het specifieke risico - dit is het risico van een prijsverandering in het betrokken instrument als gevolg van factoren die verband houden met de emittent ervan of, in het geval van een afgeleid instrument, de emittent van het onderliggende instrument. De tweede component betreft het algemeen risico - dit is het risico van een prijsverandering van het instrument als gevolg van (bij een verhandelbaar schuldinstrument of van een schuldinstrument afgeleid instrument) een wijziging in de rentestand of (bij een aandeel of van een aandeel afgeleid instrument) een algemene koersontwikkeling op de aandelenmarkt die geen verband houdt met enigerlei specifieke aspecten van de betrokken waardepapieren. De algemene behandeling van specifieke instrumenten en verrekeningsprocedures wordt beschreven in de artikelen 326 tot en met 333 van de VKV.

5.1.   C 18.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VAN POSITIERISICO’S IN VERHANDELBARE SCHULDINSTRUMENTEN (MKR SA TDI)

5.1.1.   Algemene opmerkingen

127.

Deze template geeft de posities en de bijbehorende eigenvermogensvereisten weer voor risico’s van posities in verhandelbare schuldinstrumenten in het kader van de standaardbenadering (artikel 102 en artikel 105, lid 1, van de VKV). De verschillende risico’s en methoden die zijn voorzien in de VKV, worden in rijen gerapporteerd. Het specifieke risico in verband met blootstellingen die zijn opgenomen in MKR SA SEC en MKR SA CTP moet alleen in de Totale template van de MKR SA TDI worden gerapporteerd. De in die templates gerapporteerde eigenvermogensvereisten moeten worden overgebracht naar respectievelijk cel {325;060} (securitisaties) en cel {330;060} (CTP).

128.

De template moet afzonderlijk worden ingevuld voor het „Totaal”; daarnaast moet een vooraf bepaalde lijst van de volgende valuta’s worden verstrekt: EUR, ALL, BGN, CZK, DKK, EGP, GBP, HUF, ISK, JPY, LTL, MKD, NOK, PLN, RON, RUB, RSD, SEK, CHF, TRY, UAH, USD en een resttemplate voor alle overige valuta.

5.1.2.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

010-020

ALLE POSITIES (LONG EN SHORT)

Artikel 102 en artikel 105, lid 1, van de VKV. Dit zijn brutoposities die niet worden gesaldeerd door instrumenten maar met uitsluiting van bij derden geplaatste of door derden herovergenomen overnemingsposities (artikel 345, lid 1, tweede zin, van de VKV). Zie artikel 328, lid 2, van de VKV voor het verschil tussen long- en shortposities, dat eveneens van toepassing is op deze brutoposities.

030-040

NETTOPOSITIES (LONG EN SHORT)

De artikelen 327, 328, 329 en 334 van de VKV. Zie artikel 328, lid 2, van de VKV voor het verschil tussen long- en shortposities.

050

POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPEN

Dit zijn nettoposities waarop overeenkomstig de verschillende in deel 3, titel IV, hoofdstuk 2, van de VKV beschreven benaderingen een kapitaalopslag van toepassing is.

060

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

De kapitaalopslag voor een toepasselijke positie overeenkomstig deel 3, titel IV, hoofdstuk 2, van de VKV.

070

HET TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

Artikel 92, lid 4, onder b), van de VKV. De uitkomst van de vermenigvuldiging van de eigenvermogensvereisten met 12,5.


Rijen

010-350

VERHANDELBARE SCHULDINSTRUMENTEN IN DE HANDELSPORTEFEUILLE

Posities in verhandelbare schuldinstrumenten in de handelsportefeuille en de bijbehorende eigenvermogensvereisten voor positierisico overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder b), i), van de VKV, en deel 3, titel IV, hoofdstuk 2, van de VKV worden gerapporteerd naargelang de risicocategorie, looptijd en toegepaste benadering.

011

ALGEMEEN RISICO

012

Derivaten

Derivaten die zijn opgenomen in de berekening van renterisico van posities in de handelsportefeuille, waarbij, indien van toepassing, de artikelen 328 tot en met 331 in acht worden genomen.

013

Andere activa en passiva

Andere instrumenten dan derivaten die zijn opgenomen in de berekening van renterisico van posities in de handelsportefeuille.

020-200

BENADERING OP GROND VAN DE LOOPTIJD

Posities in verhandelbare schuldinstrumenten die onderworpen zijn aan de benadering op grond van de looptijd overeenkomstig artikel 339, lid 1 tot en met lid 8, van de VKV en de bijbehorende eigenvermogensvereisten als beschreven in artikel 339, lid 9, van de VKV. De positie moet worden uitgesplitst in zones 1, 2 en 3, en deze zones moeten worden uitgesplitst naar de looptijd van de instrumenten.

210-240

ALGEMEEN RISICO BENADERING OP GROND VAN DE DURATION

Posities in verhandelbare schuldinstrumenten die onderworpen zijn aan de benadering op grond van de duration overeenkomstig artikel 340, leden 1 tot en met 6, van de VKV en de bijbehorende eigenvermogensvereisten als beschreven in artikel 340, lid 7, van de VKV. De positie moet worden uitgesplitst in zones 1, 2 en 3.

250

SPECIFIEK RISICO

De som van de bedragen die zijn gerapporteerd in de rijen 251, 325 en 330.

Posities in verhandelbare schuldinstrumenten die zijn onderworpen aan de kapitaalopslag voor specifiek risico en de bijbehorende kapitaalopslag overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder b), artikel 335, artikel 336, leden 1 tot en met 3, artikel 337 en artikel 338, van de VKV. Let tevens op de laatste zin van artikel 327, lid 1, van de VKV.

251-321

Eigenvermogensvereiste voor niet-gesecuritiseerde schuldinstrumenten

De som van de bedragen die zijn gerapporteerd in de rijen 260 tot en met 321.

De eigenvermogensvereiste van de kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim zonder externe rating moet worden berekend door de risicogewichten van de referentie-entiteiten bij elkaar op te tellen (artikel 332, lid 1, onder e), eerste en tweede alinea, van de VKV - „doorkijk”). Kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim met een externe rating (artikel 332, lid 1, onder e), derde alinea, van de VKV) moeten afzonderlijk in regel 321 worden gerapporteerd.

Rapportage van posities die onderworpen zijn aan artikel 336, lid 3, van de VKV:

Er is een speciale behandeling voor obligaties die in aanmerking komen voor een risicogewicht van 10 % in de bankportefeuille overeenkomstig artikel 129, lid 3, van de VKV (gedekte obligaties). De specifieke eigenvermogensvereisten bedragen de helft van het percentage van de tweede categorie van tabel 1 van artikel 336 VKV. Die posities moeten worden toegewezen aan de rijen 208-300 volgens de resterende looptijd tot eindvervaldatum.

Bij afdekking van het algemene risico van renteposities met een kredietderivaat moeten artikel 346 en artikel 346 worden toegepast.

325

Eigenvermogensvereiste voor securitisatie-instrumenten

Het totaal van de eigenvermogensvereisten gerapporteerd in kolom 610 van template MKR SA SEC. Dit wordt uitsluitend op totaalniveau van de MKR SA TDI gerapporteerd.

330

Eigenvermogensvereiste voor de correlatiehandelsportefeuille

Het totaal van de eigenvermogensvereisten gerapporteerd in kolom 450 van template MKR SA CTP. Dit wordt uitsluitend op totaalniveau van de MKR SA TDI gerapporteerd.

340

BEPAALDE BENADERING VAN POSITIERISICO IN ICB’s

De artikelen 348 tot en met 350 van de VKV Is van toepassing wanneer posities in icb’s of de onderliggende instrumenten niet worden behandeld volgens de in deel 3, titel IV, hoofdstuk 5, van de VKV beschreven methoden. Hieronder vallen in voorkomend geval de effecten van toepasselijke begrenzingen in de eigenvermogensvereisten.

Bij gebruik van de bepaalde benadering overeenkomstig artikel 348, lid 1, eerste zin, van de VKV is het te rapporteren bedrag 32 % van de nettopositie van de betrokken icb-blootstelling. Bij gebruik van de bepaalde benadering overeenkomstig artikel 348, lid 1, tweede zin, van de VKV is het te rapporteren bedrag het laagste van 32 % van de nettopositie van de betrokken icb-blootstelling en het verschil tussen 40 % van die nettopositie en de eigenvermogensvereisten die voortvloeiende uit het met die icb-blootstelling samenhangende valutarisico.

350-390

AANVULLENDE VEREISTEN VOOR OPTIES (NIET-DELTARISICO’S)

Artikel 329, lid 3, van de VKV

De aanvullende vereisten voor opties in verband met niet-deltarisico’s worden gerapporteerd volgens de voor de berekening ervan gevolgde methode.

5.2.   C 19.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR SPECIFIEK RISICO IN SECURITISATIES (MKR SA SEC)

5.2.1.   Algemene opmerkingen

129.

In deze template wordt gevraagd om informatie over posities (alle/netto en long/short) en de bijbehorende eigenvermogensvereisten voor de component specifiek risico van het positierisico in securitisaties/hersecuritisaties die in de handelsportefeuille worden ingenomen (niet in aanmerking komend voor de correlatiehandelsportefeuille) in het kader van de standaardbenadering.

130.

De MKR SA SEC-template bepaalt de eigenvermogensvereiste uitsluitend voor het specifieke risico van securitisatieposities overeenkomstig artikel 335, juncto artikel 337, van de VKV. Bij afdekking van securitisatieposities in de handelsportefeuille met kredietderivaten zijn de artikelen 346 en 347 van de VKV van toepassing. Er is maar één template voor alle posities van de handelsportefeuille, ongeacht de vraag of de instelling de standaardbenadering of de interneratingbenadering hanteert om het risicogewicht voor elke positie te bepalen overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 5, van de VKV. De rapportage van de eigenvermogensvereisten van het algemene risico van deze posities vindt plaats in de MKR SA TDI-template of de MKR IM-template.

131.

Posities met een risicogewicht van 1.250 % kunnen bij wijze van alternatief van CET1 worden afgetrokken (zie de artikelen 243, lid 1, onder b), 244, lid 1, onder b), en 258 van de VKV). In dat geval moeten die posities in 460 van CA1 worden vermeld.

5.2.2.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

010-020

ALLE POSITIES (LONG EN SHORT)

Artikel 102 en artikel 105, lid 1, van de VKV, in samenhang met artikel 337 van de VKV (securitisatieposities). Zie artikel 328, lid 2, van de VKV voor het verschil tussen long- en shortposities, dat eveneens van toepassing is op deze brutoposities.

030-040

(-) OP HET EIGEN VERMOGEN IN MINDERING GEBRACHTE POSITIES (LONG EN SHORT)

Artikel 258 van de VKV

050-060

NETTOPOSITIES (LONG EN SHORT)

De artikelen 327, 328, 329 en 334 van de VKV. Zie artikel 328, lid 2, van de VKV voor het verschil tussen long- en shortposities.

070-520

UITSPLITSING VAN DE NETTOPOSITIES NAAR RISICOGEWICHT

Artikel 251 (tabel 1) en artikel 261, lid 1 (tabel 4), van de VKV. De long- en shortposities moeten afzonderlijk worden uitgesplitst.

230-240 en 460-470

1 250 %

Artikel 251 (tabel 1) en artikel 261, lid 1 (tabel 4), van de VKV.

250-260 en 480-490

BENADERING MET TOEZICHTHOUDERSFORMULE

Artikel 337, lid 2, van de VKV, juncto artikel 262 van de VKV.

Deze kolommen worden gerapporteerd als de instelling gebruik maakt van de alternatieve benadering met toezichthoudersformule (SFA), volgens welke de eigenvermogensvereisten worden bepaald als functie van de kenmerken van de pool van zekerheden en contractuele eigenschappen van de tranche.

270 en 500

DOORKIJK

Standaardbenadering: de artikelen 253 en 254 en artikel 256, lid 5, van de VKV. De kolommen inzake de doorkijkbenadering betreffen alle gevallen van blootstellingen zonder rating waarbij het risicogewicht uit de onderliggende portefeuille van blootstellingen wordt verkregen (gemiddeld risicogewicht van de pool, hoogste risicogewicht van de pool of gebruik van een concentratiefactor).

Interneratingbenadering: Artikel 263, leden 2 en 3, van de VKV. Zie voor vervroegde aflossing artikel 265, lid 1, en artikel 256, lid 5, van de VKV.

280-290/510-520

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING

Artikel 109, lid 1, tweede zin, en artikel 259, leden 3 en 4, van de VKV.

Deze kolommen worden gerapporteerd als de instelling de internebeoordelingsbenadering gebruikt om de kapitaalopslagen te bepalen voor liquiditeitsfaciliteiten en kredietverbeteringen die banken (waaronder derde banken) aan doorstroomlichamen voor door activa gedekt commercieel papier verstrekken. De op EKBI-methodiek gebaseerde internebeoordelingsbenadering is alleen van toepassing op blootstellingen aan doorstroomlichamen voor door activa gedekt commercieel papier met een interne rating die bij aanvang een niveau heeft van goede kwaliteit („investment grade”).

530-540

ALGEHEEL EFFECT (CORRECTIE) ALS GEVOLG VAN OVERTREDING VAN DE DUEDILIGENCEBEPALINGEN

Artikel 337, lid 3, van de VKV, juncto artikel 407 van de VKV. Artikel 14, lid 1, punt 2, van de VKV.

550-570

VÓÓR BEGRENZING - GEWOGEN NETTO LONG-/SHORTPOSITIES EN SOM VAN GEWOGEN NETTO LONG- EN SHORTPOSITIES

Artikel 337 van de VKV zonder inaanmerkingneming van de in artikel 335 van de VKV voorziene keuzemogelijkheid voor instellingen om het product van het gewicht en de nettopositie te begrenzen op het grootst mogelijke met het verzuimrisico samenhangende verlies.

580-600

NA BEGRENZING - GEWOGEN NETTO LONG-/SHORTPOSITIES EN SOM VAN GEWOGEN NETTO LONG- EN SHORTPOSITIES

Artikel 337 van de VKV met inaanmerkingneming van de in artikel 335 van de VKV voorziene keuzemogelijkheid.

610

TOTAAL EIGENVERMOGENSVEREISTEN

Overeenkomstig artikel 337, lid 4, van de VKV moet de instelling, gedurende een overgangsperiode die eindigt op 31 december 2014, de som van haar gewogen netto longposities (kolom 580) en de som van haar gewogen netto shortposities (kolom 590) afzonderlijk bepalen. Het hoogste van deze bedragen (na begrenzing) vormt de eigenvermogensvereiste. Met ingang van 2015 bepaalt de instelling overeenkomstig artikel 337, lid 4, van de VKV de som van haar gewogen nettoposities, ongeacht of het long- dan wel shortposities betreft (kolom 600), teneinde haar eigenvermogensvereiste te berekenen.


Rijen

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

Totale bedrag aan uitstaande (in de handelsportefeuille aangehouden) securitisaties gerapporteerd door de instelling in de rol van initiator en/of belegger en/of sponsor.

040, 070 en 100

SECURITISATIES

Artikel 4, leden 61 en 62, van de VKV

020, 050, 080 en 110

HERSECURITISATIES

Artikel 4, lid 63, van de VKV

030-050

INITIATOR

Artikel 4, lid 13, van de VKV

060-080

BELEGGER

Kredietinstelling die securitisatieposities inneemt in een securitisatietransactie waarvoor zij initiator noch sponsor is.

090-110

SPONSOR

Artikel 4, lid 14, van de VKV Als een sponsor ook zijn eigen activa securitiseert, kan hij de rijen van de initiator invullen met de informatie over zijn eigen gesecuritiseerde activa.

120-210

UITSPLITSING VAN DE TOTALE SOM VAN GEWOGEN NETTO LONG- EN NETTO SHORTPOSITIES NAAR ONDERLIGGENDE SOORTEN ACTIVA

Artikel 337, lid 4, laatste zin, van de VKV.

De uitsplitsing van de onderliggende activa volgt de indeling die wordt gebruikt in de template SEC-bijzonderheden (kolom „SOORT”):

1 - niet-zakelijke hypotheken;

2 - zakelijke hypotheken;

3 - kredietkaartvorderingen;

4 - leasing;

5 - leningen aan ondernemingen of kmo’s (behandeld als ondernemingen);

6 - consumptief krediet;

7 - handelsvorderingen;

8 - andere activa;

9 - gedekte obligaties;

10 - andere passiva.

Voor elke securitisatie moet de instelling, indien de pool uit verschillende soorten activa bestaat, de belangrijkste soort vermelden.

5.3.   C 20.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR SPECIFIEK RISICO VOOR AAN DE CORRELATIEHANDELSPORTEFEUILLE TOEGEWEZEN POSITIES (MKR SA CTP)

5.3.1.   Algemene opmerkingen

132.

In deze template wordt om informatie gevraagd over CTP-posities (bestaande uit securitisaties, kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim en andere overeenkomstig artikel 338, lid 3, opgenomen CTP-posities) en de bijbehorende eigenvermogensvereisten in het kader van de standaardbenadering.

133.

De MKR SA CTP-template bepaalt de eigenvermogensvereiste uitsluitend voor het specifieke risico van overeenkomstig artikel 335 juncto artikel 338, leden 2 en 3, van de VKV aan de CTP toegewezen posities. Bij afdekking van CTP-posities in de handelsportefeuille met kredietderivaten zijn de artikelen 346 en 347 van de VKV van toepassing. Er is maar één template voor alle CTP-posities in de handelsportefeuille, ongeacht de vraag of de instelling de standaardbenadering of de interneratingbenadering hanteert om het risicogewicht voor elke positie te bepalen overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 5, van de VKV. De rapportage van de eigenvermogensvereisten van het algemene risico van deze posities vindt plaats in de MKR SA TDI-template of de MKR IM-template.

134.

Deze structuur van de template scheidt securitisatieposities, kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim en andere CTP-posities. Bijgevolg worden securitisatieposities altijd gerapporteerd in de rijen 030, 060 of 090 (naargelang de rol van de instelling in de securitisatie). Kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim worden altijd gerapporteerd in regel 110. De „andere CTP-posities” zijn noch securitisatieposities noch kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim (zie definitie in artikel 338, lid 3, van de VKV), maar zij zijn uitdrukkelijk „gekoppeld” (vanwege de beoogde afdekking) aan een van beide posities. Daarom worden zij ofwel onder „securitisatie” ofwel onder „kredietderivaat voor het n-de kredietverzuim” toegewezen.

135.

Posities met een risicogewicht van 1.250 % kunnen bij wijze van alternatief van CET1 worden afgetrokken (zie de artikelen 243, lid 1, onder b), 244, lid 1, onder b), en 258 van de VKV). In dat geval moeten die posities in 460 van CA1 worden vermeld.

5.3.2.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

010-020

ALLE POSITIES (LONG EN SHORT)

Artikel 102 en artikel 105, lid 1, van de VKV in verband met posities die zijn toegewezen aan de CTP overeenkomstig artikel 338, leden 2 en 3, van de VKV. Zie artikel 328, lid 2, van de VKV voor het verschil tussen long- en shortposities, dat eveneens van toepassing is op deze brutoposities.

030-040

(-) OP HET EIGEN VERMOGEN IN MINDERING GEBRACHTE POSITIES (LONG EN SHORT)

Artikel 258 van de VKV

050-060

NETTOPOSITIES (LONG EN SHORT)

De artikelen 327, 328, 329 en 334 van de VKV. Zie artikel 328, lid 2, van de VKV voor het verschil tussen long- en shortposities.

070-400

UITSPLITSING VAN DE NETTOPOSITIES NAAR RISICOGEWICHT (SA EN IRB)

Artikel 251 (tabel 1) en artikel 261, lid 1 (tabel 4), van de VKV.

160 en 330

OVERIGE

Andere risicogewichten die niet uitdrukkelijk zijn genoemd in de voorgaande kolommen.

Voor kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim alleen die zonder externe rating. Extern beoordeelde kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim worden ofwel in de MKR SA TDI-template gerapporteerd (rij 321) ofwel - indien zij zijn opgenomen in de CTP - toegewezen aan de kolom van het betrokken risicogewicht.

170-180 en 360-370

1 250 %

Artikel 251 (tabel 1) en artikel 261, lid 1 (tabel 4), van de VKV.

190-200 en 340-350

BENADERING MET TOEZICHTHOUDERSFORMULE

Artikel 337, lid 2, van de VKV, juncto artikel 262 van de VKV.

210/380

DOORKIJK

Standaardbenadering: de artikelen 253 en 254 en artikel 256, lid 5, van de VKV. De kolommen inzake de doorkijkbenadering betreffen alle gevallen van blootstellingen zonder rating waarbij het risicogewicht uit de onderliggende portefeuille van blootstellingen wordt verkregen (gemiddeld risicogewicht van de pool, hoogste risicogewicht van de pool of gebruik van een concentratiefactor).

Interneratingbenadering: Artikel 263, leden 2 en 3, van de VKV. Zie voor vervroegde aflossing artikel 265, lid 1, en artikel 256, lid 5, van de VKV.

220-230 en 390-400

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING

Artikel 259, leden 3 en 4, van de VKV

410-420

VÓÓR BEGRENZING - GEWOGEN NETTO LONG-/SHORTPOSITIES

Artikel 338 van de VKV zonder inaanmerkingneming van de in artikel 335 van de VKV voorziene keuzemogelijkheid

430-440

NA BEGRENZING - GEWOGEN NETTO LONG-/SHORTPOSITIES

Artikel 338 van de VKV met inaanmerkingneming van de in artikel 335 van de VKV voorziene keuzemogelijkheid

450

TOTAAL EIGENVERMOGENSVEREISTEN

De eigenvermogensvereiste is bepaald als de grootste van (i) de specifieke risico-opslag die uitsluitend op de netto longposities van toepassing zou zijn (kolom 430) of (ii) de specifieke risico-opslag die alleen op de netto shortposities van toepassing zou zijn (kolom 440).


Rijen

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

Totale bedrag aan uitstaande (in de correlatiehandelsportefeuille aangehouden) posities gerapporteerd door de instelling in de rol van initiator, belegger of sponsor.

020-040

INITIATOR

Artikel 4, lid 1, punt 13, van de VKV.

050-070

BELEGGER

Kredietinstelling die securitisatieposities inneemt in een securitisatietransactie waarvoor zij initiator noch sponsor is.

080-100

SPONSOR

Artikel 4, lid 14, van de VKV Als een sponsor ook zijn eigen activa securitiseert, kan hij de rijen van de initiator invullen met de informatie over zijn eigen gesecuritiseerde activa.

030, 060 en 090

SECURITISATIES

De correlatiehandelsportefeuille omvat securitisaties, kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim en mogelijk andere afdekkingsposities die voldoen aan de in artikel 338, leden 2 en 3, van de VKV beschreven criteria.

Derivaten van securitisatieblootstellingen die een evenredig aandeel bieden moeten, alsook posities die dienen ter afdekking van CTP-posities, worden opgenomen in de rij „Andere CTP-posities”.

110

KREDIETDERIVATEN VOOR HET N-DE KREDIETVERZUIM

Kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim worden hier samen met overeenkomstig artikel 347 van de VKV ter afdekking daarvan dienende kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim gerapporteerd.

De posities van initiator, belegger en sponsor zijn niet geschikt voor kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim. Bijgevolg is met betrekking tot securitisatieposities geen uitsplitsing mogelijk voor kredietderivaten voor het n-de verzuim.

040, 070, 100 en 120

ANDERE CTP-POSITIES

De posities in:

derivaten van securitisatieblootstellingen die een evenredig aandeel bieden moeten, alsook posities die dienen ter afdekking van CTP-posities, worden opgenomen in de rij „Andere CTP-posities”.

CTP-posities die overeenkomstig artikel 346 van de VKV zijn afgedekt door kredietderivaten; en

andere posities die voldoen aan artikel 338, lid 3, van de VKV;

worden opgenomen.

5.4.   C 21.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR POSITIERISICO IN AANDELEN (MKR SA EQU)

5.4.1.   Algemene opmerkingen

136.

In deze template wordt gevraagd om informatie over de posities en de bijbehorende eigenvermogensvereisten voor positierisico in aandelen in de handelsportefeuille die worden behandeld in het kader van de standaardbenadering.

137.

De template moet apart worden ingevuld voor het „totaal”; daarnaast moet een statische, vooraf bepaalde lijst van de volgende markten worden verstrekt: Albanië, België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Egypte, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Japan, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oekraïne, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Russische Federatie, Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten van Amerika, voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, IJsland, Zweden, Zwitserland, plus één resttemplate voor alle andere markten. Voor de toepassing van deze rapportagevereiste moet „markt” gelezen worden als „land”.

5.4.2.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

010-020

ALLE POSITIES (LONG EN SHORT)

Artikel 102 en artikel 105, lid 1, van de VKV. Dit zijn brutoposities die niet worden gesaldeerd door instrumenten maar met uitsluiting van bij derden geplaatste of door derden herovergenomen overnemingsposities (artikel 345, lid 1, tweede zin, van de VKV).

030-040

NETTOPOSITIES (LONG EN SHORT)

De artikelen 327, 329, 332, 341 en 345, van de VKV.

050

POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPEN

Dit zijn nettoposities waarop overeenkomstig de verschillende in deel 3, titel IV, hoofdstuk 2, van de VKV beschreven benaderingen een kapitaalopslag van toepassing is. De kapitaalopslag moet voor elke nationale markt apart worden berekend.

060

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

De kapitaalopslag voor een toepasselijke positie overeenkomstig deel 3, titel IV, hoofdstuk 2, van de VKV.

070

HET TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

Artikel 92, lid 4, onder b), van de VKV. De uitkomst van de vermenigvuldiging van de eigenvermogensvereisten met 12,5.


Rijen

010-130

AANDELEN IN DE HANDELSPORTEFEUILLE

Eigenvermogensvereisten voor positierisico overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder b), i), van de VKV, en deel 3, titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 3, van de VKV.

020-040

ALGEMEEN RISICO

Posities in aandelen die onderworpen zijn aan algemeen risico (artikel 343 van de VKV) en de bijbehorende eigenvermogensvereisten overeenkomstig deel 3, titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 3, van de VKV.

Beide uitsplitsingen (021/022 en 030/040) hebben betrekking op alle aan algemeen risico onderworpen posities.

In de rijen 021 en 022 wordt om informatie over de uitsplitsing naar instrumenten gevraagd. Uitsluitend de uitsplitsing in de rijen 030 en 040 dient als uitgangspunt voor de berekening van eigenvermogensvereisten.

021

Derivaten

Derivaten die zijn opgenomen in de berekening van aandelenrisico van posities in de handelsportefeuille, waarbij, indien van toepassing, de artikelen 329 en 332 in acht worden genomen.

022

Andere activa en passiva

Andere instrumenten dan derivaten die zijn opgenomen in de berekening van aandelenrisico van posities in de handelsportefeuille.

030

Op de beurs verhandelde aandelenindexfutures die ruim zijn gediversificeerd en onderworpen zijn aan een bepaalde benadering

Op de beurs verhandelde aandelenindexfutures die ruim zijn gediversificeerd en onderworpen zijn aan een bepaalde benadering overeenkomstig artikel 344, leden 1 en 4, van de VKV. Deze posities zijn uitsluitend onderworpen aan algemeen risico en moeten derhalve niet worden gerapporteerd in rij (050).

040

Andere aandelen dan op de beurs verhandelde aandelenindexfutures die ruim zijn gediversificeerd

Andere posities in aandelen die onderworpen zijn aan specifiek risico en de bijbehorende eigenvermogensvereisten overeenkomstig artikel 343 en artikel 344, lid 3, van de VKV.

050

SPECIFIEK RISICO

Posities in aandelen die onderworpen zijn aan specifiek risico en de bijbehorende eigenvermogensvereiste overeenkomstig artikel 342 en artikel 344, lid 4, van de VKV.

080

BEPAALDE BENADERING VAN POSITIERISICO IN ICB’s

De VKV wijst die posities niet uitdrukkelijk toe aan hetzij het renterisico hetzij het aandelenrisico. Voor rapportagedoeleinden moeten die posities worden gerapporteerd in de MKR SA EQU-template.

Posities in icb’s indien kapitaalvereisten worden berekend overeenkomstig artikel 348, lid 1, van de VKV. Is van toepassing wanneer posities in icb’s of de onderliggende instrumenten niet worden behandeld volgens de in deel 3, titel IV, hoofdstuk 5, van de VKV beschreven methoden (zie „Gebruik van interne modellen voor de berekening van eigenvermogensvereisten”).

Bij gebruik van de bepaalde benadering overeenkomstig artikel 348, lid 1, eerste zin, van de VKV is het te rapporteren bedrag 32 % van de nettopositie van de betrokken icb-blootstelling. Bij gebruik van de bepaalde benadering overeenkomstig artikel 348, lid 1, tweede zin, van de VKV is het te rapporteren bedrag het laagste van 32 % van de nettopositie van de betrokken icb-blootstelling en het verschil tussen 40 % van die nettopositie en de eigenvermogensvereisten die voortvloeien uit het met die icb-blootstelling samenhangende valutarisico.

Als de specifieke methoden van artikel 350 van de VKV van toepassing zijn, moeten die posities worden gerapporteerd op grond van de onderliggende beleggingen. Daarom zouden die posities worden gerapporteerd in de desbetreffende rijen van hetzij de MKR SA TDI-template hetzij de MKR SA EQU-template.

090-130

AANVULLENDE VEREISTEN VOOR OPTIES (NIET-DELTARISICO’S)

Artikel 329, lid 3, van de VKV

De aanvullende vereisten voor opties in verband met niet-deltarisico’s worden gerapporteerd volgens de voor de berekening ervan gevolgde methode.

5.5.   C 22.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERINGEN VOOR VALUTARISICO (MKR SA FX)

5.5.1.   Algemene opmerkingen

138.

De instellingen rapporteren informatie over de posities in elke valuta (met inbegrip van de rapportagevaluta) en de bijbehorende eigenvermogensvereisten voor valuta’s, behandeld in het kader van de standaardbenadering. De positie wordt berekend voor elke valuta (met inbegrip van EUR), goud en posities in icb’s. De rijen 100 tot 470 van deze template worden gerapporteerd ook al zijn instellingen niet verplicht eigenvermogenvereisten voor valutarisico te berekenen overeenkomstig artikel 351 van de CCR.

139.

De pro-memorieposten van de template moeten apart worden ingevuld voor alle valuta’s van de lidstaten van de Europese Unie en de volgende valuta’s: USD, CHF, JPY, RUB, TRY, AUD, CAD, RSD, ALL, UAH, MKD, EGP, ARS, BRL, MXN, HKD, ICK, TWD, NZD, NOK, SGD, KRW, CNY en alle overige valuta’s.

5.5.2.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

020-030

ALLE POSITIES (LONG EN SHORT)

Brutoposities als gevolg van activa, te ontvangen bedragen en vergelijkbare in artikel 352, lid 1, van de VKV bedoelde posten. Overeenkomstig artikel 352, lid 2, en behoudens toestemming van de bevoegde autoriteiten worden posities die zijn ingenomen om het negatieve effect van de wisselkoers op hun ratio’s af te dekken overeenkomstig artikel 92, lid 1, en posities betreffende posten die reeds worden afgetrokken bij de berekening van het eigen vermogen niet gerapporteerd.

040-050

NETTOPOSITIES (LONG EN SHORT)

Artikel 352, leden 3 en 4, eerste en tweede zin, en artikel 353 van de VKV.

De nettoposities worden per valuta berekend, zodat long- en shortposities gelijktijdig kunnen optreden.

060-080

POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPEN

Artikel 352, lid 4, derde zin, en de artikelen 353 en 354 van de VKV

060-070

POSITIES DIE AAN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPEN (LONG EN SHORT)

De netto long- en shortposities worden per valuta berekend door het totaal aan shortposities in mindering te brengen op het totaal aan longposities.

De netto longposities voor elke transactie in een valuta worden opgeteld om de netto longpositie in die valuta te verkrijgen.

De netto shortposities voor elke transactie in een valuta worden opgeteld om de netto shortpositie in die valuta te verkrijgen.

Niet-gematchte posities worden bij posities onderworpen aan kapitaalopslagen voor andere valuta’s (rij 030) opgeteld in kolom (060) of (070), naargelang of de regeling short of long is.

080

POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPEN (GEMATCHT)

Gematchte posities voor nauw gecorreleerde valuta’s.

 

KAPITAALOPSLAG VOOR RISICO (%)

Overeenkomstig de artikelen 351 en 354 worden kapitaalopslagen voor risico uitgedrukt als percentage.

090

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

De kapitaalopslag voor een toepasselijke positie overeenkomstig deel 3, titel IV, hoofdstuk 3, van de VKV.

100

HET TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

Artikel 92, lid 4, onder b), van de VKV. De uitkomst van de vermenigvuldiging van de eigenvermogensvereisten met 12,5.


Rijen

010

TOTAAL POSITIES IN NIET-RAPPORTAGEVALUTA’S

Posities in niet-rapportagevaluta’s en de bijbehorende eigenvermogensvereisten overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder c), i), en artikel 352, leden 2 en 4, van de VKV (voor omrekening naar de rapportagevaluta).

020

NAUW GECORRELEERDE VALUTA’S

Posities en de bijbehorende eigenvermogensvereisten voor in artikel 354 van de VKV genoemde valuta’s.

030

ALLE OVERIGE VALUTA’S (met inbegrip van als andere valuta’s behandelde icb’s)

Posities en de bijbehorende eigenvermogensvereisten voor valuta’s die onderworpen zijn aan de algemene procedure bedoeld in artikel 351 en artikel 352, leden 2 en 4, van de VKV.

Rapportage van icb’s die worden behandeld als afzonderlijke valuta’s overeenkomstig artikel 353 van de VKV:

Er zijn twee verschillende behandelingen van icb’s als afzonderlijke valuta’s voor het berekenen van de kapitaalvereisten:

1.

de gewijzigde behandeling van goud, als de richting van de belegging van de icb niet beschikbaar is (die icb’s moeten worden opgeteld bij de totale nettovalutapositie van een instelling);

2.

als de richting van de belegging van de icb wel beschikbaar is, moeten de icb’s worden opgeteld bij de totale openstaande valutapositie (long of short, naargelang de richting van de icb).

De rapportage van die icb’s volgt de berekening van de kapitaalvereisten dienovereenkomstig.

040

GOUD

Posities en de bijbehorende eigenvermogensvereisten voor valuta’s die onderworpen zijn aan de algemene procedure bedoeld in artikel 351 en artikel 352, leden 2 en 4, van de VKV.

050-090

AANVULLENDE VEREISTEN VOOR OPTIES (NIET-DELTARISICO’S)

Artikel 352, leden 5 en 6, van de VKV

De aanvullende vereisten voor opties in verband met niet-deltarisico’s worden gerapporteerd volgens de voor de berekening ervan gevolgde methode.

100-120

Uitsplitsing van totale posities (rapportagevaluta inbegrepen) naar soort blootstelling

De totale posities moeten worden uitgesplitst naar derivaten, andere activa en passiva en posten buiten de balanstelling.

100

Andere activa en passiva niet zijnde posten buiten de balanstelling en derivaten

Posities die niet in rij 110 of rij 120 zijn opgenomen, moeten hier worden vermeld.

110

Posten buiten de balanstelling

In bijlage I bij de VKV opgenomen posten behalve die welke zijn opgenomen als effectenfinancieringstransacties en transacties met afwikkeling op lange termijn of voortvloeien uit productoverschrijdende contractuele verrekening.

120

Derivaten

Overeenkomstig artikel 352 van de VKV gewaardeerde posities.

130-470

PRO-MEMORIEPOSTEN: VALUTAPOSITIES

De pro-memorieposten van de template moeten apart worden ingevuld voor alle valuta’s van de lidstaten van de Europese Unie en de volgende valuta’s: USD, CHF, JPY, RUB, TRY, AUD, CAD, RSD, ALL, UAH, MKD, EGP, ARS, BRL, MXN, HKD, ICK, TWD, NZD, NOK, SGD, KRW, CNY en alle overige valuta’s.

5.6.   C 23.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERINGEN VOOR GRONDSTOFFEN (MKR SA COM)

5.6.1.   Algemene opmerkingen

140.

In deze template wordt gevraagd om informatie over de posities in grondstoffen en de bijbehorende eigenvermogensvereisten behandeld in het kader van de standaardbenadering.

5.6.2.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

010-020

ALLE POSITIES (LONG EN SHORT)

Bruto long/shortposities die overeenkomstig artikel 357, leden 1 en 4, van de VKV beschouwd worden als posities in dezelfde grondstof (zie ook artikel 359, lid 1, van de VKV).

030-040

NETTOPOSITIES (LONG EN SHORT)

Overeenkomstig artikel 357, lid 3, van de VKV

050

POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPEN

Dit zijn nettoposities waarop overeenkomstig de verschillende in deel 3, titel IV, hoofdstuk 4, van de VKV beschreven benaderingen een kapitaalopslag van toepassing is.

060

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

De kapitaalopslag voor een toepasselijke positie overeenkomstig deel 3, titel IV, hoofdstuk 4, van de VKV.

070

HET TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

Artikel 92, lid 4, onder b), van de VKV. De uitkomst van de vermenigvuldiging van de eigenvermogensvereisten met 12,5.


Rijen

010

TOTAAL POSITIES IN GRONDSTOFFEN

Posities in grondstoffen en de bijbehorende eigenvermogensvereisten voor marktrisico overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder c), iii), van de VKV, en deel 3, titel IV, hoofdstuk 4, van de VKV

020-060

POSITIES NAAR CATEGORIE GRONDSTOFFEN

Voor rapportagedoeleinden worden grondstoffen ingedeeld in de vier hoofdgroepen die genoemd worden in tabel 2 in artikel 361 van de VKV

070

BENADERING OP GROND VAN LOOPTIJDKLASSEN

Posities in grondstoffen die onderworpen zijn aan de benadering op grond van looptijdklassen zoals bedoeld in artikel 359 van de VKV

080

UITGEBREIDE BENADERING OP GROND VAN LOOPTIJDKLASSEN

Posities in grondstoffen die onderworpen zijn aan de uitgebreide benadering op grond van looptijdklassen zoals bedoeld in artikel 361 van de VKV

090

VEREENVOUDIGDE BENADERING

Posities in grondstoffen die onderworpen zijn aan de vereenvoudigde benadering zoals beschreven in artikel 360 van de VKV

100-140

AANVULLENDE VEREISTEN VOOR OPTIES (NIET-DELTARISICO’S)

Artikel 358, lid 4, van de VKV

De aanvullende vereisten voor opties in verband met niet-deltarisico’s moeten worden gerapporteerd in het kader van de voor de berekening ervan gevolgde methode.

5.7.   C 24.00 — INTERNE MODEL VOOR MARKTRISICO (MKR IM)

5.7.1.   Algemene opmerkingen

141.

Deze template bevat een uitsplitsing van de cijfers van de VaR en de stressed VaR (sVaR) naar de verschillende marktrisico’s (schuld, aandelen, valuta’s, grondstoffen) en andere voor de berekening van de eigenvermogensvereisten relevante informatie.

142.

In het algemeen hangt de rapportage af van de structuur van het model van de instellingen, d.w.z. of zij de cijfers voor algemeen en specifiek risico afzonderlijk of gezamenlijk rapporteren. Hetzelfde geldt voor de uitsplitsing van de VaR/stressed VaR naar risicocategorie (renterisico, aandelenrisico, grondstoffenrisico en valutarisico). Een instelling kan afzien van rapportage van voornoemde uitsplitsingen als zij aantoont dat rapportage van die cijfers te belastend zou zijn.

5.7.2.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

030-040

VaR

Dit is het grootste potentiële verlies dat met een gegeven waarschijnlijkheid over een bepaalde tijdhorizon zou ontstaan door een prijsverandering.

030

Vermenigvuldigingsfactor (mc) x gemiddelde VaR van voorgaande zestig werkdagen (VaRavg)

Artikel 364, lid 1, onder a), ii), en artikel 365, lid 1, van de VKV

040

VaR voorgaande dag (VaRt-1)

Artikel 364, lid 1, onder a), i), en artikel 365, lid 1, van de VKV

050-060

Stressed VaR

Dit is het grootste potentiële verlies dat met een gegeven waarschijnlijkheid over een bepaalde tijdhorizon zou ontstaan door een prijsverandering, verkregen met aan de hand van historische gegevens geijkte invoergegevens uit een ononderbroken periode van twaalf maanden van voor de portefeuille van die instelling relevante financiële spanningen.

050

Vermenigvuldigingsfactor (ms) x gemiddelde van voorgaande zestig werkdagen (SVaRavg)

Artikel 364, lid 1, onder b), ii), en artikel 365, lid 1, van de VKV

060

Meest recent beschikbare (SVaRt-1)

Artikel 364, lid 1, onder b), i), en artikel 365, lid 1, van de VKV

070-080

KAPITAALOPSLAG VOOR ADDITIONEEL WANBETALINGSRISICO EN MIGRATIERISICO

Dit is het grootste potentiële verlies dat zou ontstaan door een prijsverandering in verband met wanbetalingsrisico en migratierisico berekend overeenkomstig artikel 364, lid 2, onder b) juncto deel 3, titel IV, hoofdstuk 5, afdeling 4, van de VKV.

070

Gemiddelde waarde over de voorgaande twaalf weken

Artikel 364, lid 2, onder b) juncto deel 3, titel IV, hoofdstuk 5, afdeling 4, van de VKV

080

Meest recente waarde

Artikel 364, lid 2, onder b), i) juncto deel 3, titel IV, hoofdstuk 5, afdeling 4, van de VKV.

090-110

KAPITAALOPSLAG VOOR ALLE PRIJSRISICO’S VOOR CTP

090

VLOER

Artikel 364, lid 3, onder c), van de VKV

= 8 % van de kapitaalopslag die overeenkomstig artikel 338, lid 1, van de VKV zou zijn berekend voor alle posities in de kapitaalopslag voor alle prijsrisico’s.

100-110

GEMIDDELDE OVER DE VOORGAANDE TWAALF WEKEN EN MEEST RECENTE WAARDE

Artikel 364, lid 3, onder b)

110

MEEST RECENTE WAARDE

Artikel 364, lid 3, onder a)

120

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

Artikel 364 van de VKV verwijst hiernaar in verband met alle risicofactoren, rekening houdend met correlatie-effecten, indien van toepassing, additioneel wanbetalings- en migratierisico en alle prijsrisico’s voor CTP, maar niet met de kapitaalopslagen voor securitisatie en kredietderivaat voor het n-de kredietverzuim overeenkomstig artikel 364, lid 2, van de VKV.

130

HET TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

Artikel 92, lid 4, onder b), van de VKV. De uitkomst van de vermenigvuldiging van de eigenvermogensvereisten met 12,5.

140

Aantal overschrijdingen (tijdens voorgaande 250 werkdagen)

Zie artikel 366 van de VKV.

150-160

VaR-vermenigvuldigingsfactor (mc) en SvaR-vermenigvuldigingsfactor (ms)

Zoals bedoeld in artikel 366 van de VKV.

170-180

GESTELDE OPSLAG VOOR CTP-VLOER - GEWOGEN NETTO LONG/SHORTPOSITIES NA BEGRENZING

De gerapporteerde bedragen die dienst doen als basis voor het berekenen van de kapitaalopslagvloer voor alle prijsrisico’s overeenkomstig artikel 364, lid 3, onder c), van de VKV, houden rekening met de in artikel 335 van de VKV voorziene keuzemogelijkheid voor instellingen om het product van het gewicht en de nettopositie te begrenzen op het grootst mogelijke met het verzuimrisico samenhangende verlies.


Rijen

010

TOTAAL POSITIES

Betreft het deel van positie-, valuta- en grondstoffenrisico’s bedoeld in artikel 363, lid 1, van de VKV in verband met de in artikel 367, lid 2, van de VKV beschreven risicofactoren.

Ten aanzien van de kolommen 030 tot en met 060 (VAR en Stress-VAR) zijn de cijfers in de totaal-rij niet gelijk aan de uitsplitsing van de cijfers voor de VAR/Stress-VAR van de betrokken risicocomponenten. Daarom betreft de uitsplitsing pro-memorieposten.

020

VERHANDELBARE SCHULDINSTRUMENTEN

Betreft het deel van positierisico bedoeld in artikel 363, lid 1, van de VKV in verband met de in artikel 367, lid 2, van de VKV beschreven renterisicofactoren.

030

TDI - ALGEMEEN RISICO

Algemeen risico zoals omschreven in artikel 362 van de VKV.

040

TDI - SPECIFIEK RISICO

Specifiek risico zoals omschreven in artikel 362 van de VKV.

050

AANDELEN

Betreft het deel van positierisico bedoeld in artikel 363, lid 1, van de VKV in verband met de in artikel 367, lid 2, van de VKV beschreven aandelenrisicofactoren.

060

AANDELEN - ALGEMEEN RISICO

Algemeen risico zoals omschreven in artikel 362 van de VKV.

070

AANDELEN - SPECIFIEK RISICO

Specifiek risico zoals omschreven in artikel 362 van de VKV.

080

VALUTARISICO

Artikel 363, lid 1, en artikel 367, lid 2, van de VKV.

090

GRONDSTOFFENRISICO

Artikel 363, lid 1, en artikel 367, lid 2, van de VKV.

100

TOTAALBEDRAG VOOR ALGEMEEN RISICO

Marktrisico dat het gevolg is van algemene marktontwikkelingen van verhandelbare schuldinstrumenten, aandelen, valuta’s en grondstoffen. VAR voor algemeen risico van alle risicofactoren (rekening houdend met correlatie-effecten, indien van toepassing).

110

TOTAALBEDRAG VOOR SPECIFIEK RISICO

De component specifiek risico van verhandelbare schuldinstrumenten en aandelen. VAR voor specifiek risico van aandelen en verhandelbare schuldinstrumenten van de handelsportefeuille (rekening houdend met correlatie-effecten, indien van toepassing).

5.8.   C 25.00 — RISICO VAN AANPASSING VAN KREDIETWAARDERING (CVA)

5.8.1.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

010

Blootstellingswaarde

Artikel 271 van de VKV, in overeenstemming met artikel 382 van de VKV.

Totaal EAD uit alle transacties onderworpen aan CVA-vereiste.

020

Waarvan: otc-derivaten

Artikel 271 van de VKV, in overeenstemming met artikel 382, lid 1, van de VKV.

Het uit otc-derivaten voortkomende deel van de totale blootstelling aan tegenpartijkredietrisico. Deze informatie wordt niet gevraagd van instellingen die de IMM toepassen en otc-derivaten en effectenfinancieringstransacties aanhouden in hetzelfde samenstel van verrekenbare transacties.

030

Waarvan: effectenfinancieringstransacties (SFT)

Artikel 271 van de VKV, in overeenstemming met artikel 382, lid 2, van de VKV.

Het uitsluitend uit sft-derivaten voortkomende deel van de totale blootstelling aan tegenpartijkredietrisico. Deze informatie wordt niet gevraagd van instellingen die de IMM toepassen en otc-derivaten en effectenfinancieringstransacties aanhouden in hetzelfde samenstel van verrekenbare transacties.

040

VERMENIGVULDIGINGSFACTOR (mc) x GEMIDDELDE VAN VOORGAANDE ZESTIG WERKDAGEN (VaRavg)

Artikel 383 van de VKV, in overeenstemming met artikel 363, lid 1, onder d), van de VKV.

VaR-berekening op basis van interne modellen voor marktrisico.

050

VOORGAANDE DAG (VaRt-1)

Zie instructies die naar kolom 040 verwijzen.

060

VERMENIGVULDIGINGSFACTOR (ms) x GEMIDDELDE VAN VOORGAANDE ZESTIG WERKDAGEN (SVaRavg)

Zie instructies die naar kolom 040 verwijzen.

070

MEEST RECENT BESCHIKBARE (SVaRt-1)

Zie instructies die naar kolom 040 verwijzen.

080

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

Artikel 92, lid 3, onder d), van de VKV

Eigenvermogensvereisten voor het CVA-risico, berekend met de gekozen methode.

090

HET TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

Artikel 92, lid 4, onder b), van de VKV

Eigenvermogensvereisten vermenigvuldigd met 12,5.

 

Pro-memorieposten

100

Aantal tegenpartijen

Artikel 382 van de VKV

Aantal tegenpartijen dat is opgenomen in de berekening van de eigenvermogensvereisten voor het CVA-risico.

Tegenpartijen zijn een subgroep van debiteuren. Zij komen alleen voor in derivatentransacties of effectenfinancieringstransacties en zijn dan eenvoudigweg de andere partij bij de overeenkomst.

110

Waarvan: de creditspread is bepaald aan de hand van een vervangende waarde

aantal tegenpartijen waarbij de creditspread is bepaald op grond van een vervangende waarde in plaats van rechtstreeks waargenomen marktgegevens.

120

AANGEGANE CVA

Boekhoudkundige voorzieningen in verband met verlaagde kredietwaardigheid van tegenpartijen bij derivatentransacties.

130

SINGLE-NAME-KREDIETVERZUIMSWAPS

Artikel 386, lid 1, onder a), van de VKV

Totaal van notionele bedragen van single-name-kredietverzuimswaps ter afdekking van CVA-risico.

140

INDEX-KREDIETVERZUIMSWAPS

Artikel 386, lid 1, onder b), van de VKV

Totaal van notionele bedragen van index-kredietverzuimswaps ter afdekking van CVA-risico.


Rijen

010

Totaal CVA-risico

Som van de rijen 020-040, indien van toepassing

020

Volgens de geavanceerde methode

Geavanceerde methode voor CVA-risico zoals bepaald in artikel 383 van de VKV.

030

Volgens de standaardmethode

Standaardmethode voor CVA-risico zoals voorgeschreven in artikel 384 van de VKV.

040

Op basis van de oorspronkelijkeblootstellingsmethode

Bedragen onderworpen aan de toepassing van artikel 385 van de VKV.

BIJLAGE III

RAPPORTAGE VAN FINANCIËLE INFORMATIE OVEREENKOMSTIG IFRS

FINREP-TEMPLATES VOOR IFRS

TEMPLATENUMMER

TEMPLATECODE

NAAM VAN DE TEMPLATE OF VAN DE GROEP TEMPLATES

 

 

DEEL 1 [DRIEMAANDELIJKSE FREQUENTIE]

Balans [overzicht van financiële positie]

1.1

F 01.01

Balans: activa

1.2

F 01.02

Balans: verplichtingen

1.3

F 01.03

Balans: aandelenvermogen

2

F 02.00

Winst-en-verliesrekening

3

F 03.00

Overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij

4.1

F 04.01

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

4.2

F 04.02

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: via de winst-en-verliesrekening tegen reële waarde gewaardeerde financiële activa

4.3

F 04.03

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: financiële activa beschikbaar voor verkoop

4.4

F 04.04

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: leningen en kortlopende vorderingen en tot einde looptijd aangehouden beleggingen

4.5

F 04.05

Achtergestelde financiële activa

5

F 05.00

Uitsplitsing van leningen en voorschotten naar product

6

F 06.00

Uitsplitsing van leningen en voorschotten aan niet-financiële ondernemingen naar NACE-code

7

F 07.00

Aan een bijzondere waardevermindering onderhevige financiële activa die vervallen of dubieus zijn

Uitsplitsing van financiële verplichtingen

8.1

F 08.01

Uitsplitsing van financiële verplichtingen naar product en naar sector van de tegenpartij

8.2

F 08.02

Achtergestelde financiële verplichtingen

Toegezegde leningen, financiële garanties en andere toezeggingen

9.1

F 09.01

Blootstellingen buiten de balanstelling: toegezegde leningen, financiële garanties en andere gedane toezeggingen

9.2

F 09.02

Toegezegde leningen, financiële garanties en andere ontvangen toezeggingen

10

F 10.00

Derivaten - handel

Derivaten - hedge accounting

11.1

F 11.01

Derivaten - hedge accounting: uitsplitsing naar soort risico en soort afdekking

12

F 12.00

Wijzigingen in voorzieningen voor kredietverliezen en bijzondere waardeverminderingen van aandeleninstrumenten

Ontvangen zekerheden en garanties

13.1

F 13.01

Uitsplitsing van leningen en voorschotten naar zekerheden en garanties

13.2

F 13.02

Zekerheden die zijn verkregen door uitwinning gedurende de verslagperiode [aangehouden op de verslagdatum]

13.3

F 13.03

Zekerheden die zijn verkregen door uitwinning [materiële activa] gecumuleerd

14

F 14.00

Reëlewaardehiërarchie: tegen reële waarde gewaardeerde financiële instrumenten

15

F 15.00

Verwijdering uit de balans en financiële verplichtingen in verband met overgedragen financiële activa

Uitsplitsing van geselecteerde posten in de winst-en-verliesrekening

16.1

F 16.01

Rentebaten en -lasten naar instrument en naar sector van de tegenpartij

16.2

F 16.02

Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van financiële activa en verplichtingen die niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar instrument

16.3

F 16.03

Winsten of verliezen uit financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, naar instrument

16.4

F 16.04

Winsten of verliezen uit financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, naar risico

16.5

F 16.05

Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar instrument

16.6

F 16.06

Uit hedge accounting voortvloeiende winsten of verliezen

16.7

F 16.07

Bijzondere waardevermindering van financiële en niet-financiële activa

Aansluiting tussen de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie onder de VKV: balans

17.1

F 17.01

Aansluiting tussen de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie onder de VKV: activa

17.2

F 17.02

Aansluiting tussen de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie onder de VKV: blootstellingen buiten de balanstelling - toegezegde leningen, financiële garanties en andere gedane toezeggingen

17.3

F 17.03

Aansluiting tussen de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie onder de VKV: verplichtingen

18

F 18.00

Renderende en niet-renderende blootstellingen

19

F 19.00

Respijtblootstellingen

 

 

DEEL 2 [DRIEMAANDELIJKS MET DREMPEL: DRIEMAANDELIJKSE FREQUENTIE OF GEEN RAPPORTAGE]

Geografische uitsplitsing

20.1

F 20.01

Geografische uitsplitsing van activa naar locatie van de activiteiten

20.2

F 20.02

Geografische uitsplitsing van verplichtingen naar locatie van de activiteiten

20.3

F 20.03

Geografische uitsplitsing van belangrijkste posten op de winst-en-verliesrekening naar locatie van de activiteiten

20.4

F 20.04

Geografische uitsplitsing van activa naar vestigingsplaats van de tegenpartij

20.5

F 20.05

Geografische uitsplitsing van blootstellingen buiten de balanstelling naar vestigingsplaats van de tegenpartij

20.6

F 20.06

Geografische uitsplitsing van verplichtingen naar vestigingsplaats van de tegenpartij

20.7

F 20.07

Geografische uitsplitsing van leningen en voorschotten aan niet-financiële ondernemingen naar NACE-code en naar vestigingsplaats van de tegenpartij

21

F 21.00

Materiële en immateriële activa: activa die zijn onderworpen aan een operationele lease

Vermogensbeheer, bewaarneming en andere diensten

22.1

F 22.01

Vergoedings- en provisiebaten en -lasten naar activiteit

22.2

F 22.02

Bij de verleende diensten betrokken activa

 

 

DEEL 3 [HALFJAARLIJKS]

Activiteiten buiten de balanstelling: belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten

30.1

F 30.01

Belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten

30.2

F 30.02

Uitsplitsing van belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten naar aard van de activiteiten

Verbonden partijen

31.1

F 31.01

Verbonden partijen: te betalen bedragen aan en te ontvangen bedragen van

31.2

F 31.02

Verbonden partijen: baten en lasten uit transacties met

 

 

DEEL 4 [JAARLIJKS]

Groepsstructuur

40.1

F 40.01

Groepsstructuur: "per entiteit"

40.2

F 40.02

Groepsstructuur: "per instrument"

Reële waarde

41.1

F 41.01

Reëlewaardehiërarchie: tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële instrumenten

41.2

F 41.02

Gebruik van de reëlewaardeoptie

41.3

F 41.03

Hybride financiële instrumenten die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

42

F 42.00

Materiële en immateriële activa: boekwaarde naar waarderingsmethode

43

F 43.00

Voorzieningen

Op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenregelingen en personeelsbeloningen

44.1

F 44.01

Componenten van netto activa en verplichtingen uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenregelingen

44.2

F 44.02

Verloop van op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenregelingen

44.3

F 44.03

Pro-memorieposten [gerelateerd aan personeelslasten]

Uitsplitsing van geselecteerde posten in de winst-en-verliesrekening

45.1

F 45.01

Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar boekhoudkundige portefeuille

45.2

F 45.02

Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa die niet voor verkoop worden aangehouden

45.3

F 45.03

Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten

46

F 46.00

Mutatieoverzicht van het aandelenvermogen

1.   Balans [overzicht van financiële positie]

1.1   Activa

 

Verwijzingen

Uitsplitsing in tabel

Boekwaarde

010

010

Kasmiddelen, tegoeden bij centrale banken en overige direct opvraagbare deposito's

IAS 1.54 (i)

 

 

020

Kasmiddelen

Bijlage V.deel 2.1

 

 

030

Tegoeden bij centrale banken

Bijlage V.deel 2.2

 

 

040

Overige direct opvraagbare deposito's

Bijlage V.deel 2.3

5

 

050

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

IFRS 7.8(a)(ii); IAS 39.9, AG 14

 

 

060

Derivaten

IAS 39.9

10

 

070

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

4

 

080

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

4

 

090

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

4

 

100

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

4

 

110

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

4

 

120

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

4

 

130

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

4

 

140

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.8(d); IAS 39.9

4

 

150

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

4

 

160

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

4

 

170

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

4

 

180

Leningen en kortlopende vorderingen

IFRS 7.8 (c); IAS 39.9, AG16, AG26; bijlage V.deel 1.16

4

 

190

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

4

 

200

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

4

 

210

Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen

IFRS 7.8(b); IAS 39.9, AG16, AG26

4

 

220

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

4

 

230

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

4

 

240

Derivaten – hedge accounting

IFRS 7.22(b); IAS 39.9

11

 

250

Veranderingen in de reële waarde van afgedekte posten in de portefeuille - afdekking van renterisico

IAS 39.89A(a)

 

 

260

Deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 1.54(e); bijlage V.deel 2.4

4, 40

 

270

Materiële activa

 

 

 

280

Materiële vaste activa

IAS 16.6; IAS 1.54(a)

21, 42

 

290

Vastgoedbeleggingen

IAS 40.5; IAS 1.54(b)

21, 42

 

300

Immateriële activa

IAS 1.54(c); artikel 4, lid 1, punt 115, van de VKV

 

 

310

Goodwill

IFRS 3.B67(d); artikel 4, lid 1, punt 113, van de VKV

 

 

320

Overige immateriële activa

IAS 38.8,118

21, 42

 

330

Belastingvorderingen

IAS 1.54(n-o)

 

 

340

Actuele belastingvorderingen

IAS 1.54(n); IAS 12.5

 

 

350

Uitgestelde belastingvorderingen

IAS 1.54(o); IAS 12.5; artikel 4, lid 1, punt 106 van de VKV

 

 

360

Overige activa

Bijlage V.deel 2.5

 

 

370

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IAS 1.54(j); IFRS 5.38; bijlage V.deel 2.6

 

 

380

TOTAAL ACTIVA

IAS 1.9(a), IG 6

 

 

1.2   Verplichtingen

 

Verwijzingen

Uitsplitsing in tabel

Boekwaarde

010

010

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

IFRS 7.8 (e) (ii); IAS 39.9, AG 14-15

8

 

020

Derivaten

IAS 39.9, AG 15(a)

10

 

030

Shortposities

IAS 39.AG 15(b)

8

 

040

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

8

 

050

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

8

 

060

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

8

 

070

Financiële verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(e)(i); IAS 39.9

8

 

080

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

8

 

090

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

8

 

100

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

8

 

110

Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen

IFRS 7.8(f); IAS 39.47

8

 

120

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

8

 

130

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

8

 

140

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

8

 

150

Derivaten – hedge accounting

IFRS 7.22(b); IAS 39.9; bijlage V.deel 1.23

8

 

160

Veranderingen in de reële waarde van afgedekte posten in de portefeuille - afdekking van renterisico

IAS 39.89A(b)

 

 

170

Voorzieningen

IAS 37.10; IAS 1.54(l)

43

 

180

Pensioenen en andere op vaste toezeggingen gebaseerde verplichtingen na uitdiensttreding

IAS 19.63; IAS 1.78(d); bijlage V.deel 2.7

43

 

190

Overige langetermijnpersoneelsbeloningen

IAS 19.153; IAS 1.78(d); bijlage V.deel 2.8

43

 

200

Herstructurering

IAS 37.71, 84(a)

43

 

210

Lopende juridische zaken en belastinggeschillen

IAS 37.Appendix C. Voorbeelden 6 en 10

43

 

220

Gedane toezeggingen en verstrekte garanties

IAS 37.Appendix C.9

43

 

230

Overige voorzieningen

 

43

 

240

Belastingverplichtingen

IAS 1.54(n-o)

 

 

250

Actuele belastingverplichtingen

IAS 1.54(n); IAS 12.5

 

 

260

Uitgestelde belastingverplichtingen

IAS 1.54(o); IAS 12.5; artikel 4, lid 1, punt 108, van de VKV

 

 

270

Direct opvraagbaar aandelenkapitaal

IAS 32 IE 33; IFRIC 2; bijlage V.deel 2.9

 

 

280

Overige verplichtingen

Bijlage V.deel 2.10

 

 

290

Verplichtingen die deel uitmaken van voor verkoop aangehouden groepen activa die worden afgestoten

IAS 1.54 (p); IFRS 5.38, bijlage V.deel 2.11

 

 

300

TOTAAL VERPLICHTINGEN

IAS 1.9(b); IG 6

 

 

1.3   Aandelenvermogen

 

Verwijzingen

Uitsplitsing in tabel

Boekwaarde

010

010

Kapitaal

IAS 1.54(r), BAD artikel 22

46

 

020

Gestort kapitaal

IAS 1.78 (e)

 

 

030

Opgevraagd niet-gestort kapitaal

IAS 1.78(e); bijlage V.deel 2.14

 

 

040

Agio

IAS 1.78(e); artikel 4, lid 1, punt 124, van de VKV

46

 

050

Andere uitgegeven aandeleninstrumenten dan kapitaal

Bijlage V.deel 2.15-16

46

 

060

Aandelencomponent van samengestelde financiële instrumenten

IAS 32.28-29; bijlage V.deel 2.15

 

 

070

Overige uitgegeven aandeleninstrumenten

Bijlage V.deel 2.16

 

 

080

Ander aandelenvermogen

IFRS 2.10; bijlage V.deel 2.17

 

 

090

Gecumuleerde overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

Artikel 4, lid 1, punt 100, van de VKV

46

 

095

Posten die niet opnieuw worden ingedeeld bij winst of verlies

IAS 1.82A(a)

 

 

100

Materiële activa

IAS 16.39-41

 

 

110

Immateriële activa

IAS 38.85-87

 

 

120

Actuariële winsten of (-) verliezen over op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenverplichtingen

IAS 1.7

 

 

122

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IFRS 5.38, IG Voorbeeld 12

 

 

124

Aandeel van overige opgenomen baten en lasten van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 1.82(h); IAS 28.11

 

 

128

Posten die opnieuw kunnen worden ingedeeld bij winst of verlies

IAS 1.82A(a)

 

 

130

Afdekking van nettodeelnemingen in buitenlandse activiteiten [effectief deel]

IAS 39.102(a)

 

 

140

Omrekening valuta

IAS 21.52.(b); IAS 21.32, 38-49;

 

 

150

Afdekkingsderivaten. Kasstroomafdekkingen [effectief deel]

IFRS 7.23(c); IAS 39.95-101

 

 

160

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.20(a)(ii); IAS 39.55(b)

 

 

170

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IFRS 5.38, IG Voorbeeld 12

 

 

180

Aandeel van overige opgenomen baten en lasten van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 1.82(h); IAS 28.11

 

 

190

Ingehouden winsten

Artikel 4, lid 1, punt 123, van de VKV

 

 

200

Herwaarderingsreserves

IFRS 1.30, D5-D8; bijlage V.deel 2.18

 

 

210

Overige reserves

IAS 1.54; IAS 1.78(e)

 

 

220

Reserves of gecumuleerde verliezen op deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 28.11; bijlage V.deel 2.19

 

 

230

Overige

Bijlage V.deel 2.19

 

 

240

(-) Eigen aandelen

IAS 1.79(a)(vi); IAS 32.33-34, AG 14, AG 36; bijlage V.deel 2.20

46

 

250

Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen winsten of verliezen

IAS 27.28; IAS 1.81B (b)(ii)

2

 

260

(-) Tussentijds dividend

IAS 32.35

 

 

270

Minderheidsbelangen [belangen zonder zeggenschap]

IAS 27.4; IAS 1.54(q); IAS 27.27

 

 

280

Gecumuleerde overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

IAS 27.27-28; artikel 4, lid 1, punt 100, van de VKV

46

 

290

Overige posten

IAS 27.27-28

46

 

300

TOTAAL AANDELENVERMOGEN

IAS 1.9(c), IG 6

46

 

310

TOTAAL AANDELENVERMOGEN EN TOTAAL VERPLICHTINGEN

IAS 1.IG6

 

 

2.   Winst-en-verliesrekening

 

Verwijzingen

Uitsplitsing in tabel

Lopende periode

010

010

Rentebaten

IAS 1.97; IAS 18.35(b)(iii); bijlage V.deel 2.21

16

 

020

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

IFRS 7.20(a)(i), B5(e); bijlage V.deel 2.24

 

 

030

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.20(a)(i), B5(e);

 

 

040

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.20(b); IAS 39.55(b); IAS 39.9

 

 

050

Leningen en kortlopende vorderingen

IFRS 7.20(b); IAS 39.9, 39.46(a)

 

 

060

Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen

IFRS 7.20(b); IAS 39.9, 39.46(b)

 

 

070

Derivaten - hedge accounting, renterisico

IAS 39.9; bijlage V.deel 2.23

 

 

080

Overige activa

Bijlage V.deel 2.25

 

 

090

(Rentelasten)

IAS 1.97; bijlage V.deel 2.21

16

 

100

(Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

IFRS 7.20(a)(i), B5(e); bijlage V.deel 2.24

 

 

110

(Financiële verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.20(a)(i), B5(e)

 

 

120

(Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen)

IFRS 7.20(b); IAS 39.47

 

 

130

(Derivaten - hedge accounting, renterisico)

IAS 39.9; bijlage V.deel 2.23

 

 

140

(Overige verplichtingen)

Bijlage V.deel 2.26

 

 

150

(Lasten uit hoofde van direct opvraagbaar aandelenkapitaal)

IFRIC 2.11

 

 

160

Dividendinkomsten

IAS 18.35(b)(v); bijlage V.deel 2.28

 

 

170

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

IFRS 7.20(a)(i), B5(e)

 

 

180

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.20(a)(i), B5(e); IAS 39.9

 

 

190

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.20(a)(ii); IAS 39.9, 39.55(b)

 

 

200

Vergoedings- en provisiebaten

IFRS 7.20(c)

22

 

210

(Vergoedings- en provisielasten)

IFRS 7.20(c)

22

 

220

Winsten of (-) verliezen bij verwijdering uit de balans van financiële activa en verplichtingen die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, netto

IFRS 7.20(a)(ii-v); bijlage V.deel 2.97

16

 

230

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.20(a)(ii); IAS 39.9, 39.55(b)

 

 

240

Leningen en kortlopende vorderingen

IFRS 7.20(a)(iv); IAS 39.9, 39.56

 

 

250

Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen

IFRS 7.20(a)(iii); IAS 39.9, 39.56

 

 

260

Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen

IFRS 7.20(a)(v); IAS 39.56

 

 

270

Overige

 

 

 

280

Winsten of (-) verliezen uit financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, netto

IFRS 7.20(a)(i); IAS 39.55(a)

16

 

290

Winsten of (-) verliezen op financiële activa en verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, netto

IFRS 7.20(a)(i); IAS 39.55(a)

16, 45

 

300

Winsten of (-) verliezen voortvloeiende uit hedge accounting, netto

IFRS 7.24; bijlage V.deel 2.30

16

 

310

Wisselkoersverschillen [winst of (-) verlies], netto

IAS 21.28, 52 (a)

 

 

330

Winsten of (-) verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa, netto

IAS 1.34

45

 

340

Overige bedrijfsopbrengsten

Bijlage V.deel 2.141-143

45

 

350

(Overige bedrijfskosten)

Bijlage V.deel 2.141-143

45

 

355

TOTAAL BEDRIJFSOPBRENGSTEN, NETTO

 

 

 

360

(Administratieve lasten)

 

 

 

370

(Personeelslasten)

IAS 19.7; IAS 1.102, IG 6

44

 

380

(Overige administratieve lasten)

 

 

 

390

(Afschrijving)

IAS 1.102, 104

 

 

400

(Materiële vaste activa)

IAS 1.104; IAS 16.73(e)(vii)

 

 

410

(Vastgoedbeleggingen)

IAS 1.104; IAS 40.79(d)(iv)

 

 

420

(Overige immateriële activa)

IAS 1.104; IAS 38.118(e)(vi)

 

 

430

(Voorzieningen of (-) terugboeking van voorzieningen)

IAS 37.59, 84; IAS 1.98(b)(f)(g)

43

 

440

(Gedane toezeggingen en verstrekte garanties)

 

 

 

450

(Overige voorzieningen)

 

 

 

460

(Bijzondere waardevermindering of (-) terugneming van bijzondere waardevermindering van financiële activa die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening)

IFRS 7.20(e)

16

 

470

(Tegen kostprijs gewaardeerde financiële activa)

IFRS 7.20(e); IAS 39.66

 

 

480

(Financiële activa beschikbaar voor verkoop)

IFRS 7.20(e); IAS 39.67

 

 

490

(Leningen en kortlopende vorderingen

IFRS 7.20(e); IAS 39.63

 

 

500

(Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen)

IFRS 7.20(e); IAS 39.63

 

 

510

(Bijzondere waardevermindering of (-) terugneming van bijzondere waardevermindering van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen)

IAS 28.40-43

16

 

520

(Bijzondere waardevermindering of (-) terugneming van bijzondere waardevermindering van niet-financiële activa)

IAS 36.126(a)(b)

16

 

530

(Materiële vaste activa)

IAS 16.73(e)(v-vi)

 

 

540

(Vastgoedbeleggingen)

IAS 40.79(d)(v)

 

 

550

(Goodwill)

IFRS 3.Appendix B67(d)(v); IAS 36.124

 

 

560

(Overige immateriële activa)

IAS 38.118 (e)(iv)(v)

 

 

570

(Overige)

IAS 36.126(a)(b)

 

 

580

Negatieve goodwill opgenomen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 3.Appendix B64(n)(i)

 

 

590

Aandeel van winst of (-) verlies van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 1.82(c)

 

 

600

Winst of (-) verlies uit hoofde van als aangehouden voor verkoop geclassificeerde en niet als beëindigde bedrijfsactiviteiten in aanmerking komende vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IFRS 5.37; bijlage V.deel 2.27

 

 

610

WINST OF (-) VERLIES VÓÓR BELASTING UIT DOORLOPENDE ACTIVITEITEN

IAS 1.102, IG 6; IFRS 5.33 A

 

 

620

(Belastinglasten of (-) -baten in verband met winst en verlies uit doorlopende activiteiten)

IAS 1.82(d); IAS 12.77

 

 

630

WINST OF (-) VERLIES NA BELASTING UIT DOORLOPENDE ACTIVITEITEN

IAS 1, IG 6

 

 

640

Winst of (-) verlies na belasting uit beëindigde activiteiten

IAS 1.82(e); IFRS 5.33(a), 5.33 A

 

 

650

Winst of (-) verlies vóór belasting uit beëindigde activiteiten

IFRS 5.33(b)(i)

 

 

660

(Belastinglasten of (-) -baten in verband met beëindigde activiteiten)

IFRS 5.33 (b)(ii)(iv)

 

 

670

WINST OF (-) VERLIES OVER HET JAAR

IAS 1.81A(a)

 

 

680

Aan minderheidsbelangen [belangen zonder zeggenschap] toe te rekenen

IAS 1.83(a)(i)

 

 

690

Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen

IAS 1.81B(b)(ii)

 

 

3.   Overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

 

Verwijzingen

Lopende periode

010

010

Winst of (-) verlies over het jaar

IAS 1.7, 81(b), 83(a), IG6

 

020

Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

IAS 1.7, 81(b), IG6

 

030

Posten die niet opnieuw worden ingedeeld bij winst of verlies

IAS 1.82A(a)

 

040

Materiële activa

IAS 1.7, IG6; IAS 16.39-40

 

050

Immateriële activa

IAS 1.7; IAS 38.85-86

 

060

Actuariële winsten of (-) verliezen over op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenverplichtingen

IAS 1.7, IG6; IAS 19.93A

 

070

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IFRS 5.38

 

080

Aandeel van overige opgenomen baten en lasten van op basis van de vermogensmutatiemethode verantwoorde entiteiten

IAS 1.82(h), IG6; IAS 28.11

 

090

Inkomstenbelasting gerelateerd aan posten die niet opnieuw worden ingedeeld

IAS 1.91(b); bijlage V.deel 2.31

 

100

Posten die opnieuw kunnen worden ingedeeld bij winst of verlies

IAS 1.82A(b)

 

110

Afdekking van nettodeelnemingen in buitenlandse activiteiten [effectief deel]

IAS 39.102(a)

 

120

Waarderingswinsten of (-) -verliezen geboekt onder aandelenvermogen

IAS 39.102(a)

 

130

Overgeboekt naar winst-en-verliesrekening

IAS 1.7, 92-95; IAS 39.102(a)

 

140

Overige herindelingen

 

 

150

Omrekening valuta

IAS 1.7, IG6; IAS 21.52(b)

 

160

Omrekeningswinsten of (-) -verliezen geboekt onder aandelenvermogen

IAS 21.32, 38-47

 

170

Overgeboekt naar winst-en-verliesrekening

IAS 1.7, 92-95; IAS 21.48-49

 

180

Overige herindelingen

 

 

190

Kasstroomafdekkingen [effectief deel]

IAS 1.7, IG6; IFRS 7.23(c); IAS 39.95(a)-96

 

200

Waarderingswinsten of (-) -verliezen geboekt onder aandelenvermogen

IAS 1.IG6; IAS 39.95(a)-96

 

210

Overgeboekt naar winst-en-verliesrekening

IAS 1.7, 92-95, IG6; IAS 39.97-101

 

220

Overgeboekt naar aanvankelijke boekwaarde van afgedekte posten

IAS 1.IG6; IAS 39.97-101

 

230

Overige herindelingen

 

 

240

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IAS 1.7, IG 6; IFRS 7.20(a)(ii); IAS 1.IG6; IAS 39.55(b)

 

250

Waarderingswinsten of (-) -verliezen geboekt onder aandelenvermogen

IFRS 7.20(a)(ii); IAS 1.IG6; IAS 39.55(b)

 

260

Overgeboekt naar winst-en-verliesrekening

IFRS 7.20(a)(ii); IAS 1.7, IAS 1.92-95, IAS 1.IG6; IAS 39.55(b)

 

270

Overige herindelingen

IFRS 5.IG Voorbeeld 12

 

280

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IFRS 5.38

 

290

Waarderingswinsten of (-) -verliezen geboekt onder aandelenvermogen

IFRS 5.38

 

300

Overgeboekt naar winst-en-verliesrekening

IAS 1.7, 92-95; IFRS 5.38

 

310

Overige herindelingen

IFRS 5.IG Voorbeeld 12

 

320

Aandeel van overige opgenomen baten en lasten van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 1.82(h), IG6; IAS 28.11

 

330

Inkomstenbelasting gerelateerd aan posten die opnieuw kunnen worden ingedeeld bij winst of (-) verlies

IAS 1.91(b), IG6; bijlage V.deel 2.31

 

340

Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over het jaar

IAS 1.7, 81A(a), IG6

 

350

Aan minderheidsbelang [belang zonder zeggenschap] toe te rekenen

IAS 1.83(b)(i), IG6

 

360

Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen

IAS 1.83(b)(ii), IG6

 

4.   Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij

4.1   Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

 

Verwijzingen

Boekwaarde

Gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico

Bijlage V.deel 2.46

010

020

010

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

020

waarvan: tegen kostprijs

IAS 39.46(c)

 

 

030

waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

040

waarvan: overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

050

waarvan: niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

060

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

070

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

080

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

090

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

100

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

110

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

130

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

140

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

150

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

160

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

170

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

180

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

4.2   Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

 

Verwijzingen

Boekwaarde

Gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico

IFRS 7.9(c); bijlage V.deel 2.46

010

020

010

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

020

waarvan: tegen kostprijs

IAS 39.46(c)

 

 

030

waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

040

waarvan: overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

050

waarvan: niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

060

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

070

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

080

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

090

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

100

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

110

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

130

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

140

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

150

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

160

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

170

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

180

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

190

FINANCIËLE ACTIVA GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN IN DE WINST-EN-VERLIESREKENING

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

 

 

4.3   Financiële activa beschikbaar voor verkoop

 

Verwijzingen

Boekwaarde van niet aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa

Boekwaarde van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa

Boekwaarde

Gecumuleerde bijzondere waardevermindering

IAS 39.58-62

Bijlage V.deel 2.34

Bijlage V.deel 2.46

010

020

030

040

010

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

020

waarvan: tegen kostprijs

IAS 39.46(c)

 

 

 

 

030

waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

040

waarvan: overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

050

waarvan: niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

060

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

070

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

080

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

090

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

100

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

110

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

130

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

140

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

150

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

160

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

170

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

180

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

190

FINANCIËLE ACTIVA BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP

IFRS 7.8(d); IAS 39.9

 

 

 

 

4.4   Leningen en kortlopende vorderingen en tot einde looptijd aangehouden deelnemingen

 

Verwijzingen

Niet aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa [brutoboekwaarde]

Aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa [brutoboekwaarde]

Specifieke voorzieningen voor individueel beoordeelde financiële activa

Specifieke voorzieningen voor collectief beoordeelde financiële activa

Collectieve voorzieningen voor geleden maar niet gerapporteerde verliezen

Boekwaarde

 

IFRS 7.37(b); IFRS 7.IG 29 (a); IAS 39.58-59

IAS 39.AG 84-92; bijlage V.deel 2.36

IAS 39.AG 84-92; bijlage V.deel 2.37

IAS 39.AG 84-92; bijlage V.deel 2.38

Bijlage V.deel 2.39

010

020

030

040

050

060

010

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

020

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

030

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

040

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

050

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

060

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

070

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

080

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

090

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

100

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

110

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

120

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

130

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

140

LENINGEN EN KORTLOPENDE VORDERINGEN

IAS 39,9 AG 16, AG26; bijlage V.deel 1.16

 

 

 

 

 

 

150

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

160

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

170

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

180

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

190

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

200

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

210

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

220

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

230

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

240

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

250

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

260

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

270

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

280

TOT EINDE LOOPTIJD AANGEHOUDEN

IFRS 7.8(c); IAS 39.9, AG16, AG26

 

 

 

 

 

 

4.5   Achtergestelde financiële activa

 

Verwijzingen

Boekwaarde

010

010

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

020

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

030

[VOOR DE UITGEVENDE INSTELLING] ACHTERGESTELDE FINANCIËLE ACTIVA

Bijlage V.deel 2.40, 54

 

5.   Uitsplitsing van leningen en voorschotten naar product

 

 

Verwijzingen

Centrale banken

Algemene overheden

Kredietinstellingen

Overige financiële ondernemingen

Niet-financiële ondernemingen

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(a)

Bijlage V.deel 1.35(b)

Bijlage V.deel 1.35(c)

Bijlage V.deel 1.35(d)

Bijlage V.deel 1.35(e)

Bijlage V.deel 1.35(f)

010

020

030

040

050

060

Naar product

010

Opvraagbaar [call] en korte termijn [rekening-courant]

Bijlage V.deel 2.41(a)

 

 

 

 

 

 

020

Schuld op kredietkaarten

Bijlage V.deel 2.41(b)

 

 

 

 

 

 

030

Handelsvorderingen

Bijlage V.deel 2.41(c)

 

 

 

 

 

 

040

Financiële leases

Bijlage V.deel 2.41(d)

 

 

 

 

 

 

050

Omgekeerde retrocessieovereenkomsten

Bijlage V.deel 2.41(e)

 

 

 

 

 

 

060

Leningen met andere voorwaarden

Bijlage V.deel 2.41(f)

 

 

 

 

 

 

070

Voorschotten die geen leningen zijn

Bijlage V.deel 2.41(g)

 

 

 

 

 

 

080

LENINGEN EN VOORSCHOTTEN

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

Naar zekerheid

090

waarvan: hypotheekleningen [door onroerend goed gedekte leningen]

Bijlage V.deel 2.41(h)

 

 

 

 

 

 

100

waarvan: overige tegen zekerheid verstrekte leningen

Bijlage V.deel 2.41(i)

 

 

 

 

 

 

Naar doeleinde

110

waarvan: consumptief krediet

Bijlage V.deel 2.41(j)

 

 

 

 

 

 

120

waarvan: lening voor huisaankoop

Bijlage V.deel 2.41(k)

 

 

 

 

 

 

Naar rangorde

130

waarvan: leningen voor projectfinanciering

Bijlage V.deel 2.41(l)

 

 

 

 

 

 

6.   Uitsplitsing van leningen en voorschotten aan niet-financiële ondernemingen naar NACE-code

 

Verwijzingen

Niet-financiële ondernemingen

Brutoboekwaarde

Waarvan: niet-renderend

Gecumuleerde bijzondere waardevermindering of gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico

Bijlage V.deel 2.45

Bijlage V.deel 2.145-162

Bijlage V.deel 2.46

010

012

020

010

A

Landbouw, bosbouw en visserij

NACE-verordening

 

 

 

020

B

Winning van delfstoffen

NACE-verordening

 

 

 

030

C

Industrie

NACE-verordening

 

 

 

040

D

Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht

NACE-verordening

 

 

 

050

E

Distributie van water

NACE-verordening

 

 

 

060

F

Bouwnijverheid

NACE-verordening

 

 

 

070

G

Groot- en detailhandel

NACE-verordening

 

 

 

080

H

Vervoer en opslag

NACE-verordening

 

 

 

090

I

Verschaffen van accommodatie en maaltijden

NACE-verordening

 

 

 

100

J

Informatie en communicatie

NACE-verordening

 

 

 

110

L

Exploitatie van en handel in onroerend goed

NACE-verordening

 

 

 

120

M

Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten

NACE-verordening

 

 

 

130

N

Administratieve en ondersteunende diensten

NACE-verordening

 

 

 

140

O

Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen

NACE-verordening

 

 

 

150

P

Onderwijs

NACE-verordening

 

 

 

160

Q

Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening

NACE-verordening

 

 

 

170

R

Kunst, amusement en recreatie

NACE-verordening

 

 

 

180

S

Overige diensten

NACE-verordening

 

 

 

190

LENINGEN EN VOORSCHOTTEN

Bijlage V.deel 1.24, 27, 42, 43

 

 

 

7.   Aan een bijzondere waardevermindering onderhevige financiële activa die vervallen of dubieus zijn

 

Verwijzingen

Vervallen maar niet dubieus

Boekwaarde van de aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa

Specifieke voorzieningen voor individueel beoordeelde financiële activa

Specifieke voorzieningen voor collectief beoordeelde financiële activa

Collectieve voorzieningen voor geleden maar niet gerapporteerde verliezen

Gecumuleerde afschrijvingen

≤ 30 dagen

> 30 dagen ≤ 60 dagen

> 60 dagen ≤ 90 dagen

> 90 dagen ≤ 180 dagen

> 180 dagen ≤ 1 jaar

> 1 jaar

IFRS 7.37(a); IG 26-28; bijlage V.deel 2.47-48

IAS 39.58-70

IAS 39 AG 84-92; IFRS 7.37(b); bijlage V.deel 2.36

IAS 39 AG 84-92; bijlage V.deel 2.37

IAS 39 AG 84-92; bijlage V.deel 2.38

IAS 39 AG 84-92; IFRS 7.16,37(b); B5(d); bijlage V.deel 2.49-50

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

010

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

waarvan: tegen kostprijs

IAS 39.46(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

waarvan: overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

waarvan: niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Leningen en voorschotten naar product, naar zekerheid en naar rangorde

200

Opvraagbaar [call] en korte termijn [rekening-courant]

Bijlage V.deel 2.41(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Schuld op kredietkaarten

Bijlage V.deel 2.41(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Handelsvorderingen

Bijlage V.deel 2.41(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Financiële leases

Bijlage V.deel 2.41(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Omgekeerde retrocessieovereenkomsten

Bijlage V.deel 2.41(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Leningen met andere voorwaarden

Bijlage V.deel 2.41(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

Voorschotten die geen leningen zijn

Bijlage V.deel 2.41(g)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

waarvan: hypotheekleningen [door onroerend goed gedekte leningen]

Bijlage V.deel 2.41(h)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

waarvan: overige tegen zekerheid verstrekte leningen

Bijlage V.deel 2.41(i)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

waarvan: consumptief krediet

Bijlage V.deel 2.41(j)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

waarvan: lening voor huisaankoop

Bijlage V.deel 2.41(k)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

waarvan: leningen voor projectfinanciering

Bijlage V.deel 2.41(l)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8.   Uitsplitsing van financiële verplichtingen

8.1   Uitsplitsing van financiële producten naar product en naar sector van de tegenpartij

 

Verwijzingen

Boekwaarde

Bedrag van de cumulatieve verandering in de reële waarde wegens veranderingen in het kredietrisico

Contractueel te betalen bedrag op vervaldag

Voor handelsdoeleinden aangehouden

Tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Geamortiseerde kostprijs

Hedge accounting

IFRS 7.8(e)(ii); IAS 39.9, AG 14-15

IFRS 7.8(e)(i); IAS 39.9

IFRS 7.8(f); IAS 39.47

IFRS 7.22(b); IAS 39.9

Artikel 30, onder b), artikel 424, lid 1, onder d), i), van de VKV

 

010

020

030

037

040

050

010

Derivaten

IAS 39.9, AG 15(a)

 

 

 

 

 

 

020

Shortposities

IAS 39 AG 15(b)

 

 

 

 

 

 

030

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

040

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

050

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

 

 

 

 

 

060

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

070

Rekeningen-courant / girale deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.1

 

 

 

 

 

 

080

Deposito's met overeengekomen looptijd

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.2

 

 

 

 

 

 

090

Deposito’s met opzegtermijn

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.3; bijlage V.deel 2.51

 

 

 

 

 

 

100

Retrocessieovereenkomsten

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.4

 

 

 

 

 

 

110

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

120

Rekeningen-courant / girale deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.1

 

 

 

 

 

 

130

Deposito's met overeengekomen looptijd

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.2

 

 

 

 

 

 

140

Deposito’s met opzegtermijn

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.3; bijlage V.deel 2.51

 

 

 

 

 

 

150

Retrocessieovereenkomsten

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.4

 

 

 

 

 

 

160

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

170

Rekeningen-courant / girale deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.1

 

 

 

 

 

 

180

Deposito's met overeengekomen looptijd

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.2

 

 

 

 

 

 

190

Deposito’s met opzegtermijn

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.3; bijlage V.deel 2.51

 

 

 

 

 

 

200

Retrocessieovereenkomsten

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.4

 

 

 

 

 

 

210

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

220

Rekeningen-courant / girale deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.1

 

 

 

 

 

 

230

Deposito's met overeengekomen looptijd

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.2

 

 

 

 

 

 

240

Deposito’s met opzegtermijn

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.3; bijlage V.deel 2.51

 

 

 

 

 

 

250

Retrocessieovereenkomsten

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.4

 

 

 

 

 

 

260

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

270

Rekeningen-courant / girale deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.1

 

 

 

 

 

 

280

Deposito's met overeengekomen looptijd

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.2

 

 

 

 

 

 

290

Deposito’s met opzegtermijn

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.3; bijlage V.deel 2.51

 

 

 

 

 

 

300

Retrocessieovereenkomsten

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.4

 

 

 

 

 

 

310

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

320

Rekeningen-courant / girale deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.1

 

 

 

 

 

 

330

Deposito's met overeengekomen looptijd

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.2

 

 

 

 

 

 

340

Deposito’s met opzegtermijn

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.3; bijlage V.deel 2.51

 

 

 

 

 

 

350

Retrocessieovereenkomsten

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.4

 

 

 

 

 

 

360

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31; bijlage V.deel 2.52

 

 

 

 

 

 

370

Depositocertificaten

Bijlage V.deel 2.52(a)

 

 

 

 

 

 

380

Door activa gedekte effecten

Artikel 4, lid 1, punt 61, van de VKV

 

 

 

 

 

 

390

Gedekte obligaties

Artikel 129, lid 1, van de VKV

 

 

 

 

 

 

400

Hybride contracten

IAS 39.10-11, AG27, AG29; IFRIC 9; bijlage V.deel 2.52(d)

 

 

 

 

 

 

410

Overige uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 2.52(e)

 

 

 

 

 

 

420

Converteerbare samengestelde financiële instrumenten

IAS 32.AG 31

 

 

 

 

 

 

430

Niet-converteerbaar

 

 

 

 

 

 

 

440

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

 

 

 

 

 

450

FINANCIËLE VERPLICHTINGEN

 

 

 

 

 

 

 

8.2   Achtergestelde financiële verplichtingen

 

Boekwaarde

 

Verwijzingen

Tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Tegen geamortiseerde kostprijs

IFRS 7.8(e)(i); IAS 39.9

IFRS 7.8(f); IAS 39.47

010

020

010

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

 

020

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

 

030

ACHTERGESTELDE FINANCIËLE VERPLICHTINGEN

Bijlage V.deel 2.53-54

 

 

9.   Toegezegde leningen, financiële garanties en andere toezeggingen

9.1   Blootstellingen buiten de balanstelling: toegezegde leningen, financiële garanties en andere gedane toezeggingen

 

Verwijzingen

Nominaal bedrag

IFRS 7.36(a), B10(c)(d); bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.62

010

010

Toegezegde leningen

IAS 39.2(h), 4(a)(c), BC 15; bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56-57

 

021

waarvan: niet-renderend

Bijlage V.deel 2. 145-162

 

030

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

040

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

050

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

060

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

070

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

080

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

090

Verstrekte financiële garanties

IAS 39.9 AG 4, BC 21; IFRS 4 A; bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56, 58

 

101

waarvan: niet-renderend

Bijlage V.deel 2. 145-162

 

110

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

120

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

130

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

140

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

150

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

160

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

170

Overige gedane toezeggingen

Bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56, 59

 

181

waarvan: niet-renderend

Bijlage V.deel 2. 145-162

 

190

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

200

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

210

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

220

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

230

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

240

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

9.2   LToegezegde leningen, financiële garanties en andere ontvangen toezeggingen

 

Verwijzingen

Maximaal in aanmerking te nemen bedrag van de garantie

Nominaal bedrag

IFRS 7.36(b); bijlage V.deel 2.63

Bijlage V.deel 2.63

010

020

010

Ontvangen toegezegde leningen

IAS 39.2(h), 4(a)(c), BC 15; bijlage V.deel 2.56-57

 

 

020

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

030

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

040

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

050

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

060

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

070

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

080

Ontvangen financiële garanties

IAS 39.9 AG 4, BC 21; IFRS 4 bijlage A; bijlage V.deel 2.56, 58

 

 

090

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

100

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

110

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

120

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

130

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

140

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

150

Overige ontvangen toezeggingen

Bijlage V.deel 2.56, 59

 

 

160

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

170

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

180

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

190

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

200

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

210

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

10.   Derivaten — Handel

Naar soort risico / Naar product of soort markt

Verwijzingen

Boekwaarde

Nominaal bedrag

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

Totaal handel

Waarvan: verkocht

Bijlage V.deel 2.69

Bijlage V.deel 2.69

Bijlage V.deel 2.70-71

Bijlage V.deel 2.72

010

020

030

040

010

Rentetarieven

Bijlage V.deel 2.67(a)

 

 

 

 

020

waarvan: economische afdekkingen

Bijlage V.deel 2.74

 

 

 

 

030

Otc-opties

 

 

 

 

 

040

Otc overige

 

 

 

 

 

050

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

060

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

070

Aandelenvermogen

Bijlage V.deel 2.67(b)

 

 

 

 

080

waarvan: economische afdekkingen

Bijlage V.deel 2.74

 

 

 

 

090

Otc-opties

 

 

 

 

 

100

Otc overige

 

 

 

 

 

110

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

120

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

130

Buitenlandse valuta en goud

Bijlage V.deel 2.67(c)

 

 

 

 

140

waarvan: economische afdekkingen

Bijlage V.deel 2.74

 

 

 

 

150

Otc-opties

 

 

 

 

 

160

Otc overige

 

 

 

 

 

170

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

180

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

190

Krediet

Bijlage V.deel 2.67(d)

 

 

 

 

200

waarvan: economische afdekkingen

Bijlage V.deel 2.74

 

 

 

 

210

Kredietverzuimswap

 

 

 

 

 

220

Creditspreadoptie

 

 

 

 

 

230

Totaleopbrengstenswap

 

 

 

 

 

240

Overige

 

 

 

 

 

250

Grondstoffen

Bijlage V.deel 2.67(e)

 

 

 

 

260

waarvan: economische afdekkingen

Bijlage V.deel 2.74

 

 

 

 

270

Overige

Bijlage V.deel 2.67(f)

 

 

 

 

280

waarvan: economische afdekkingen

Bijlage V.deel 2.74

 

 

 

 

290

DERIVATEN

IAS 39.9

 

 

 

 

300

waarvan: Otc - kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c), 2.75(a)

 

 

 

 

310

waarvan: Otc - overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d), 2.75(b)

 

 

 

 

320

waarvan: Otc - overige

Bijlage V.deel 2.75(c)

 

 

 

 

11.   Derivaten — Hedge accounting

11.1   Derivaten — Hedge accounting: uitsplitsing naar soort risico en soort afdekking

Naar product of naar type markt

Verwijzingen

Boekwaarde

Nominaal bedrag

Activa

Verplichtingen

Totaal afdekking

Waarvan: verkocht

Bijlage V.deel 2.69

Bijlage V.deel 2.69

Bijlage V.deel 2.70, 71

Bijlage V.deel 2.72

010

020

030

040

010

Rentetarieven

Bijlage V.deel 2.67(a)

 

 

 

 

020

Otc-opties

 

 

 

 

 

030

Otc overige

 

 

 

 

 

040

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

050

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

060

Aandelenvermogen

Bijlage V.deel 2.67(b)

 

 

 

 

070

Otc-opties

 

 

 

 

 

080

Otc overige

 

 

 

 

 

090

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

100

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

110

Buitenlandse valuta en goud

Bijlage V.deel 2.67(c)

 

 

 

 

120

Otc-opties

 

 

 

 

 

130

Otc overige

 

 

 

 

 

140

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

150

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

160

Krediet

Bijlage V.deel 2.67(d)

 

 

 

 

170

Kredietverzuimswap

 

 

 

 

 

180

Creditspreadoptie

 

 

 

 

 

190

Totaleopbrengstenswap

 

 

 

 

 

200

Overige

 

 

 

 

 

210

Grondstoffen

Bijlage V.deel 2.67(e)

 

 

 

 

220

Overige

Bijlage V.deel 2.67(f)

 

 

 

 

230

AFDEKKING REËLE WAARDE

IFRS 7.22(b); IAS 39.86(a)

 

 

 

 

240

Rentetarieven

Bijlage V.deel 2.67(a)

 

 

 

 

250

Otc-opties

 

 

 

 

 

260

Otc overige

 

 

 

 

 

270

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

280

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

290

Aandelenvermogen

Bijlage V.deel 2.67(b)

 

 

 

 

300

Otc-opties

 

 

 

 

 

310

Otc overige

 

 

 

 

 

320

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

330

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

340

Buitenlandse valuta en goud

Bijlage V.deel 2.67(c)

 

 

 

 

350

Otc-opties

 

 

 

 

 

360

Otc overige

 

 

 

 

 

370

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

380

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

390

Krediet

Bijlage V.deel 2.67(d)

 

 

 

 

400

Kredietverzuimswap

 

 

 

 

 

410

Creditspreadoptie

 

 

 

 

 

420

Totaleopbrengstenswap

 

 

 

 

 

430

Overige

 

 

 

 

 

440

Grondstoffen

Bijlage V.deel 2.67(e)

 

 

 

 

450

Overige

Bijlage V.deel 2.67(f)

 

 

 

 

460

AFDEKKING KASSTROOM

IFRS 7.22(b); IAS 39.86(b)

 

 

 

 

470

AFDEKKING VAN NETTODEELNEMINGEN IN BUITENLANDSE ACTIVITEITEN

IFRS 7.22(b); IAS 39.86(c)

 

 

 

 

480

REËLEWAARDEAFDEKKINGEN VAN RENTERISICO IN PORTEFEUILLE

IAS 39.89A, IE 1-31

 

 

 

 

490

KASSTROOMAFDEKKINGEN VAN RENTERISICO IN PORTEFEUILLE

IAS 39 IG F6 1-3

 

 

 

 

500

DERIVATEN-HEDGE ACCOUNTING

IFRS 7.22(b); IAS 39.9

 

 

 

 

510

waarvan: Otc - kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c), 2.75(a)

 

 

 

 

520

waarvan: Otc - overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d), 2.75(b)

 

 

 

 

530

waarvan: Otc - overige

Bijlage V.deel 2.75(c)

 

 

 

 

12.   Wijzigingen in voorzieningen voor kredietverliezen en bijzondere waardeverminderingen van aandeleninstrumenten

 

Verwijzingen

Openingssaldo

Toenames als gevolg van bedragen die zijn gereserveerd voor geraamde verliezen op leningen gedurende de verslagperiode

Afnames als gevolg van teruggeboekte bedragen voor geraamde verliezen op leningen gedurende de verslagperiode

Afnames als gevolg van bedragen die ten laste worden gebracht van voorzieningen

Overdrachten tussen voorzieningen

Overige aanpassingen

Eindsaldo

Ontvangsten op afgeboekte vorderingen die rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen

Waardeaanpassingen die rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen

 

Bijlage V.deel 2.77

Bijlage V.deel 2.77

Bijlage V.deel 2.78

 

 

 

 

Bijlage V.deel 2.78

010

020

030

040

050

060

070

080

090

010

Aandeleninstrumenten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Specifieke voorzieningen voor individueel beoordeelde financiële activa

IAS 39.63-70, AG 84-92; IFRS 7.37(b); bijlage V.deel 2.36

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Specifieke voorzieningen voor collectief beoordeelde financiële activa

IAS 39.59, 64; bijlage V.deel 2.37

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

Collectieve voorzieningen voor geleden maar niet gerapporteerde verliezen op financiële activa

IAS 39.59, 64; bijlage V.deel 2.38

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

530

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

13.   Ontvangen zekerheden en garanties

13.1   Uitsplitsing van leningen en voorschotten naar zekerheden en garanties

 

Maximaal in aanmerking te nemen bedrag van de zekerheid of garantie

Garanties en zekerheden

Verwijzingen

Hypotheekleningen [Door onroerend goed gedekte leningen]

Overige door zekerheden gedekte leningen

Ontvangen financiële garanties

Woningen

Zakelijk

Contanten [uitgegeven schuldinstrumenten]

Overige

IFRS 7.36(b)

Bijlage V.deel 2.81(a)

Bijlage V.deel 2.81(a)

Bijlage V.deel 2.81(b)

Bijlage V.deel 2.81(b)

Bijlage V.deel 2.81(c)

010

020

030

040

050

010

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 2.81

 

 

 

 

 

020

waarvan: overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

030

waarvan: niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

040

waarvan: huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

13.2   Zekerheden die zijn verkregen door uitwinning gedurende de verslagperiode [aangehouden op de verslagdatum]

 

Verwijzingen

Boekwaarde

010

010

Voor verkoop aangehouden vaste activa

IFRS 7.38(a)

 

020

Materiële vaste activa

IFRS 7.38(a)

 

030

Vastgoedbeleggingen

IFRS 7.38(a)

 

040

Aandelen- en schuldinstrumenten

IFRS 7.38(a)

 

050

Overige

IFRS 7.38(a)

 

060

Totaal

 

 

13.3   Zekerheden die zijn verkregen door uitwinning [materiële activa] gecumuleerd

 

Verwijzingen

Boekwaarde

010

010

Executie [materiële activa]

IFRS 7.38(a); bijlage V.deel 2.84

 

14.   Reëlewaardehiërarchie: tegen reële waarde gewaardeerde financiële instrumenten

 

Verwijzingen

Reëlewaardehiërarchie IFRS 13.93(b)

Verandering in de reële waarde in de verslagperiode ITS V.deel 2.86

Gecumuleerde verandering in de reële waarde vóór belasting ITS V.deel 2.87

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

Niveau 2

Niveau 3

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

IFRS 13.76

IFRS 13.81

IFRS 13.86

IFRS 13.81

IFRS 13.86, 93(f)

IFRS 13.76

IFRS 13.81

IFRS 13.86

010

020

030

040

050

060

070

080

ACTIVA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

010

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

IFRS 7.8(a)(ii); IAS 39.9, AG 14

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Derivaten

IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.8(h)(d); IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Derivaten – Hedge accounting

IFRS 7.22(b); IAS 39.9; bijlage V.deel 1.19

 

 

 

 

 

 

 

 

VERPLICHTINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

IFRS 7.8(e)(ii); IAS 39.9, AG 14-15

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Derivaten

IAS 39.9, AG 15(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Shortposities

IAS 39 AG 15(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

180

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

 

 

 

 

 

 

 

200

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Financiële verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(e)(i); IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Derivaten – Hedge accounting

IFRS 7.22(b); IAS 39.9; bijlage V.deel 1.19

 

 

 

 

 

 

 

 

15.   Verwijdering uit de balans en financiële verplichtingen in verband met overgedragen financiële activa

 

Verwijzingen

Geheel in de balanstelling opgenomen overgedragen financiële activa

Overgedragen financiële activa die in de balanstelling zijn opgenomen voor zover de instelling erbij betrokken blijft

Uitstaande hoofdsom van overgedragen financiële activa die geheel uit de balanstelling zijn verwijderd en waarvoor de instelling beheerrechten behoudt

Voor kapitaaldoeleinden uit de balans verwijderde bedragen

Overgedragen activa

Gerelateerde verplichtingen ITS V.deel 2.89

Uitstaande hoofdsom van de oorspronkelijke activa

Boekwaarde van de activa die nog worden verantwoord [blijvende betrokkenheid]

Boekwaarde van gerelateerde verplichtingen

Boekwaarde

Waarvan: securitisaties

Waarvan: retrocessieovereenkomsten

Boekwaarde

Waarvan: securitisaties

Waarvan: retrocessieovereenkomsten

IFRS 7.42D.(e)

IFRS 7.42D(e); artikel 4, lid 1, punt 61, van de VKV

IFRS 7.42D(e); bijlage V.deel 2.91, 92

IFRS 7.42D(e);

IFRS 7.42DEUR

IFRS 7.42D(e); bijlage V.deel 2.91, 92

 

IFRS 7.42D(f)

IFRS 7.42D(f); bijlage V.deel 2.89

 

Artikel 109 van de VKV; bijlage V.deel 2.90

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

010

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

IFRS 7.8(a)(ii); IAS 39.9, AG 14

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.8(d); IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Leningen en kortlopende vorderingen

IFRS 7.8(c); IAS 39.9, AG16, AG26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen

IFRS 7.8(b); IAS 39.9, AG16, AG26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

16.   Uitsplitsing van geselecteerde posten in de winst-en-verliesrekening

16.1   Rentebaten en -lasten naar instrument en naar sector van de tegenpartij

 

Lopende periode

 

Verwijzingen

Inkomsten

Uitgaven

Bijlage V.deel 2.95

Bijlage V.deel 2.95

010

020

010

Derivaten - Handel

IAS 39.9; bijlage V.deel 2.96

 

 

020

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.26

 

 

030

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

040

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

050

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

060

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

070

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

080

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.27

 

 

090

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

100

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

110

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

120

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

130

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

140

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

150

Overige activa

Bijlage V.deel 1.51

 

 

160

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9

 

 

170

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

180

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

190

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

200

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

210

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

220

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

230

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

 

240

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

 

250

Derivaten - Hedge accounting, renterisico

Bijlage V.deel 2.95

 

 

260

Overige verplichtingen

Bijlage V.deel 2.10

 

 

270

RENTE

IAS 18.35(b); IAS 1.97

 

 

16.2   Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van financiële activa en verplichtingen die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

 

Verwijzingen

Lopende periode

010

010

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

020

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.26

 

030

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.27

 

040

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9

 

050

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

060

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

070

WINSTEN OF (-) VERLIEZEN BIJ VERWIJDERING UIT DE BALANS VAN FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN DIE NIET TEGEN REËLE WAARDE ZIJN GEWAARDEERD MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN IN DE WINST-EN-VERLIESREKENING, NETTO

IFRS 7.20(a)(v-vii); IAS 39.55(a)

 

16.3   Winsten of verliezen uit hoofde van financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, naar instrument

 

Verwijzingen

Lopende periode

 

010

010

Derivaten

IAS 39.9

 

020

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

030

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.26

 

040

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.27

 

050

Shortposities

IAS 39 AG 15(b)

 

060

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9

 

070

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

080

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

090

WINSTEN OF (-) VERLIEZEN OP FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN DIE VOOR HANDELSDOELEINDEN WORDEN AANGEHOUDEN, NETTO

IFRS 7.20(a)(i)

 

16.4   Winsten of verliezen uit financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, naar risico

 

Verwijzingen

Lopende periode

 

010

010

Rente-instrumenten en gerelateerde derivaten

Bijlage V.deel 2.99(a)

 

020

Aandeleninstrumenten en gerelateerde derivaten

Bijlage V.deel 2.99(b)

 

030

Handel in vreemde valuta en derivaten in verband met buitenlandse valuta's en goud

Bijlage V.deel 2.99(c)

 

040

Kredietrisico-instrumenten en gerelateerde derivaten

Bijlage V.deel 2.99(d)

 

050

Derivaten in verband met grondstoffen

Bijlage V.deel 2.99(e)

 

060

Overige

Bijlage V.deel 2.99(f)

 

070

WINSTEN OF (-) VERLIEZEN OP FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN DIE VOOR HANDELSDOELEINDEN WORDEN AANGEHOUDEN, NETTO

IFRS 7.20(a)(i)

 

16.5   Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar instrument

 

Verwijzingen

Lopende periode

Gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico

 

Bijlage V.deel 2.100

010

020

010

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

020

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.26

 

 

030

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.27

 

 

040

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9

 

 

050

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

 

060

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

 

070

WINSTEN OF (-) VERLIEZEN OP FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN DIE ZIJN GEWAARDEERD TEGEN REELE WAARDE MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN IN DE WINST-EN-VERLIESREKENING, NETTO

IFRS 7.20(a)(i)

 

 

16.6   Uit hedge accounting voortvloeiende winsten of verliezen

 

Verwijzingen

Lopende periode

010

010

Veranderingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument [inclusief beëindiging]

IFRS 7.24(a)(i)

 

020

Veranderingen in de reële waarde van het afgedekte instrument vanwege het afgedekte risico

IFRS 7.24(a)(ii)

 

030

Ineffectiviteit in winst of verlies uit hoofde van kasstroomafdekkingen

IFRS 7.24(b)

 

040

Ineffectiviteit in winst of verlies uit hoofde van afdekkingen van nettodeelnemingen in buitenlandse activiteiten

IFRS 7.24 (c)

 

050

WINSTEN OF (-) VERLIEZEN UIT HOOFDE VAN HEDGE ACCOUNTING, NETTO

IFRS 7.24

 

16.7   Bijzondere waardevermindering van financiële en niet-financiële activa

 

Lopende periode

 

 

Verwijzingen

Toevoegingen

Bijlage V.deel 2.102

Terugboekingen

Bijlage V.deel 2.102

Totaal

Gecumuleerde bijzondere waardevermindering

010

020

030

040

010

Bijzondere waardevermindering of (-) terugneming van bijzondere waardevermindering van financiële activa die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.20(e)

 

 

 

 

020

Tegen kostprijs gewaardeerde financiële activa

IFRS 7.20(e); IAS 39.66

 

 

 

 

030

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.20(e); IAS 39.67-70

 

 

 

 

040

Leningen en kortlopende vorderingen

IFRS 7.20(e); IAS 39.63-65

 

 

 

 

050

Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen

IFRS 7.20(e); IAS 39.63-65

 

 

 

 

060

Bijzondere waardevermindering of (-) terugneming van bijzondere waardevermindering van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 28.40-43

 

 

 

 

070

Dochterondernemingen

IFRS 10.Appendix A

 

 

 

 

080

Joint ventures

IAS 28.3

 

 

 

 

090

Geassocieerde ondernemingen

IAS 28.3

 

 

 

 

100

Bijzondere waardevermindering of (-) terugneming van bijzondere waardevermindering van niet-financiële activa

IAS 36.126(a),(b)

 

 

 

 

110

Materiële vaste activa

IAS 16.73(e)(v-vi)

 

 

 

 

120

Vastgoedbeleggingen

IAS 40.79(d)(v)

 

 

 

 

130

Goodwill

IAS 36.10b; IAS 36.88-99, 124; IFRS 3.Appendix B67(d)(v)

 

 

 

 

140

Overige immateriële activa

IAS 38.118(e)(iv)(v)

 

 

 

 

145

Overige

IAS 36.126(a),(b)

 

 

 

 

150

TOTAAL

 

 

 

 

 

160

Opgelopen rentebaten over aan een bijzondere waardevermindering onderhevige financiële activa

IFRS 7.20(d); IAS 39.AG 93

 

 

 

 

17.   Aansluiting tussen de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie onder de VKV: balans

17.1   Activa

 

Verwijzingen

Boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie [boekwaarde]

010

010

Kasmiddelen, tegoeden bij centrale banken en overige direct opvraagbare deposito's

IAS 1.54 (i)

 

020

Kasmiddelen

Bijlage V.deel 2.1

 

030

Tegoeden bij centrale banken

Bijlage V.deel 2.2

 

040

Overige direct opvraagbare deposito's

Bijlage V.deel 2.3

 

050

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

IFRS 7.8(a)(ii); IAS 39.9, AG 14

 

060

Derivaten

IAS 39.9

 

070

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

080

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

090

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

100

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

 

110

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

120

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

130

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

140

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.8(d); IAS 39.9

 

150

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

160

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

170

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

180

Leningen en kortlopende vorderingen

IFRS 7.8(c); IAS 39.9, AG16, AG26; bijlage V.deel 1.16

 

190

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

200

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

210

Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen

IFRS 7.8(b); IAS 39.9, AG16, AG26

 

220

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

230

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

240

Derivaten – Hedge accounting

IFRS 7.22(b); IAS 39.9

 

250

Veranderingen in de reële waarde van afgedekte posten in de portefeuille - Afdekking van renterisico

IAS 39.89A(a)

 

260

Deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 1.54(e); bijlage V.deel 2.4

 

270

Activa onder verzekerings- en herverzekeringscontracten

IFRS 4.IG20.(b)-(c); bijlage V.deel 2.105

 

280

Materiële activa

 

 

290

Immateriële activa

IAS 1.54(c); artikel 4, lid 1, punt 115, van de VKV

 

300

Goodwill

IFRS 3.B67(d); artikel 4, lid 1, punt 113, van de VKV

 

310

Overige immateriële activa

IAS 38.8,118

 

320

Belastingvorderingen

IAS 1.54(n-o)

 

330

Actuele belastingvorderingen

IAS 1.54(n); IAS 12.5

 

340

Uitgestelde belastingvorderingen

IAS 1.54(o); IAS 12.5; artikel 4, lid 1, punt 106, van de VKV

 

350

Overige activa

Bijlage V.deel 2.5

 

360

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IAS 1.54(j); IFRS 5.38; bijlage V.deel 2.6

 

370

TOTAAL ACTIVA

IAS 1.9(a), IG 6

 

17.2   Blootstellingen buiten de balanstelling: toegezegde leningen, financiële garanties en andere gedane toezeggingen

 

Verwijzingen

Boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie [nominale waarde]

010

010

Toegezegde leningen

IAS 39.2(h), 4(a)(c), BC 15; bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56, 57

 

020

Verstrekte financiële garanties

IAS 39.9 AG 4, BC 21; IFRS 4 A; bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56, 58

 

030

Overige gedane toezeggingen

Bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56, 59

 

040

BLOOTSTELLINGEN BUITEN DE BALANSTELLING

 

 

17.3   Verplichtingen en aandelenvermogen

 

Verwijzingen

Boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie [boekwaarde]

010

010

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

IFRS 7.8(e)(ii); IAS 39.9, AG 14-15

 

020

Derivaten

IAS 39.9, AG 15(a)

 

030

Shortposities

IAS 39.AG 15(b)

 

040

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

050

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

060

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

070

Financiële verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(e)(i); IAS 39.9

 

080

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

090

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

100

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

110

Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen

IFRS 7.8(f); IAS 39.47

 

120

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

130

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

140

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

150

Derivaten – Hedge accounting

IFRS 7.22(b); IAS 39.9; bijlage V.deel 1.23

 

160

Veranderingen in de reële waarde van afgedekte posten in de portefeuille - Afdekking van renterisico

IAS 39.89A(b)

 

170

Verplichtingen uit hoofde van verzekerings- en herverzekeringsovereenkomsten

IFRS 4.IG20(a); bijlage V.deel 2.106

 

180

Voorzieningen

IAS 37.10; IAS 1.54(l)

 

190

Belastingverplichtingen

IAS 1.54(n-o)

 

200

Actuele belastingverplichtingen

IAS 1.54(n); IAS 12.5

 

210

Uitgestelde belastingverplichtingen

IAS 1.54(o); IAS 12.5; artikel 4, lid 1, punt 108, van de VKV

 

220

Direct opvraagbaar aandelenkapitaal

IAS 32 IE 33; IFRIC 2; bijlage V.deel 2.9

 

230

Overige verplichtingen

Bijlage V.deel 2.10

 

240

Verplichtingen die deel uitmaken van voor verkoop aangehouden groepen activa die worden afgestoten

IAS 1.54 (p); IFRS 5.38; bijlage V.deel 2.11

 

250

VERPLICHTINGEN

IAS 1.9(b); IG 6

 

260

Kapitaal

IAS 1.54(r), BAD art. 22

 

270

Agio

IAS 1.78(e); artikel 4, lid 1, punt 124, van de VKV

 

280

Andere uitgegeven aandeleninstrumenten dan kapitaal

Bijlage V.deel 2.15-16

 

290

Ander aandelenvermogen

IFRS 2.10; bijlage V.deel 2.17

 

300

Gecumuleerde niet-gerealiseerde resultaten

Artikel 4, lid 1, punt 100, van de VKV

 

310

Ingehouden winsten

Artikel 4, lid 1, punt 123, van de VKV

 

320

Herwaarderingsreserves

IFRS 1.30, D5-D8

 

330

Overige reserves

IAS 1.54; IAS 1.78 EUR

 

340

(-) Eigen aandelen

IAS 1.79(a)(vi); IAS 32.33-34, AG 14, AG 36; bijlage V.deel 2.20

 

350

Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen winst of verlies

IAS 27.28; IAS 1.83(a)(ii)

 

360

(-) Tussentijds dividend

IAS 32.35

 

370

Minderheidsbelangen [belangen zonder zeggenschap]

IAS 27.4; IAS 1.54(q); IAS 27.27

 

380

TOTAAL AANDELENVERMOGEN

IAS 1.9(c), IG 6

 

390

TOTAAL AANDELENVERMOGEN EN TOTAAL VERPLICHTINGEN

IAS 1.IG6

 

18.   Informatie over renderende en niet-renderende blootstellingen

 

Verwijzingen

Brutoboekwaarde

Gecumuleerde bijzondere waardevermindering, gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico en voorzieningen

Ontvangen zekerheden en ontvangen financiële garanties

 

Renderend

Niet-renderend

 

over renderende blootstellingen

over niet-renderende blootstellingen

 

Niet vervallen of vervallen <= 30 dagen

Vervallen > 30 dagen <= 60 dagen

Vervallen > 60 dagen <= 90 dagen

 

Betaling onwaarschijnlijk, niet vervallen of vervallen < = 90 dagen

Vervallen > 90 dagen <= 180 dagen

Vervallen > 180 dagen <= 1 jaar

Vervallen > 1 jaar

Waarvan: met wanbetaling

Waarvan: met bijzondere waardevermindering

 

Betaling onwaarschijnlijk die niet vervallen zijn of vervallen < = 90 dagen

Vervallen > 90 dagen <= 180 dagen

Vervallen > 180 dagen <= 1 jaar

Vervallen > 1 jaar

Ontvangen zekerheden voor niet-renderende blootstellingen

Ontvangen financiële garanties voor niet-renderende blootstellingen

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

Bijlage V.deel 2. 45, 109, 145-162

Bijlage V.deel 2. 145-162

Bijlage V.deel 2. 158

Bijlage V.deel 2. 158

Bijlage V.deel 2. 158

Bijlage V.deel 2. 145-162

Bijlage V.deel 2. 159

Bijlage V.deel 2. 159

Bijlage V.deel 2. 159

Bijlage V.deel 2. 159

Artikel 178 van de VKV; bijlage V.deel 2.61

IAS 39. 58-70

Bijlage V.deel 2. 46

Bijlage V.deel 2. 161

Bijlage V.deel 2. 161

Bijlage V.deel 2. 159, 161

Bijlage V.deel 2. 159, 161

Bijlage V.deel 2. 159, 161

Bijlage V.deel 2. 159, 161

Bijlage V.deel 2. 162

Bijlage V.deel 2. 162

010

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Waarvan: kleine en middelgrote ondernemingen

Kmo art. 1 2(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Waarvan: zakelijk vastgoed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Waarvan: hypotheekleningen op niet-zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Waarvan: consumptief krediet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

TEGEN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS GEWAARDEERDE SCHULDINSTRUMENTEN

Bijlage V.deel I. 13 (d)(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

TEGEN REËLE WAARDE GEWAARDEERDE SCHULDINSTRUMENTEN ANDERE DAN VOOR HANDELSDOELEINDEN AANGEHOUDEN EFFECTEN

Bijlage V.deel I. 13 (b)(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

330

SCHULDINSTRUMENTEN ANDERE DAN VOOR HANDELSDOELEINDEN AANGEHOUDEN EFFECTEN

Bijlage V.deel I. 13 (b)(c)(d)(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

340

Toegezegde leningen

IAS 39.2 (h), 4 (a) (c), BC 15; bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56-57

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

350

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

360

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

370

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

380

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

390

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

400

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

410

Verstrekte financiële garanties

IAS 39.9 AG 4, BC 21; IFRS 4 A; bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56, 58

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

420

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

430

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

440

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

450

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

460

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

470

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

480

Overige gedane toezeggingen

Bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56, 59

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

490

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

500

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

510

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

520

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

530

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

540

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

550

BLOOTSTELLINGEN BUITEN DE BALANSTELLING

Bijlage V.deel 2.55

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

19.   Informatie over respijtblootstellingen

 

Verwijzingen

Brutoboekwaarde van blootstellingen met respijtmaatregelen

Gecumuleerde bijzondere waardevermindering, gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico en voorzieningen

Ontvangen zekerheden en ontvangen financiële garanties

 

Renderende blootstellingen met respijtmaatregelen

Niet-renderende blootstellingen met respijtmaatregelen

 

over renderende blootstellingen met respijtmaatregelen

over niet-renderende blootstellingen met respijtmaatregelen

 

Instrumenten met wijzigingen in hun voorwaarden

Herfinanciering

waarvan: renderende respijtblootstellingen voorwaardelijk

 

Instrumenten met wijzigingen in hun voorwaarden

Herfinanciering

waarvan: met wanbetaling

waarvan: met bijzondere waardevermindering

waarvan: respijt van niet-renderende blootstellingen

 

Instrumenten met wijzigingen in hun voorwaarden

Herfinanciering

Ontvangen zekerheden voor blootstellingen met respijtmaatregelen

Ontvangen financiële garanties voor blootstellingen met respijtmaatregelen

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

Bijlage V.deel 2. 45, 109, 163-182

Bijlage V.deel 2. 145-162

Bijlage V.deel 2. 164(a), 177, 178, 182

Bijlage V.deel 2. 164(b), 177, 178, 181, 182

Bijlage V.deel 2. 176(b), 177, 180

Bijlage V.deel 2. 145-162

Bijlage V.deel 2. 164(a), 179-180,182

Bijlage V.deel 2. 164(b), 179-182

Artikel 178 van de VKV; bijlage V.deel 2.61

IAS 39. 58-70

Bijlage V.deel 2. 172(a), 157

Bijlage V.deel 2. 46, 183

Bijlage V.deel 2. 145-183

Bijlage V.deel 2. 145-183

Bijlage V.deel 2. 164(a), 179-180,182,183

Bijlage V.deel 2. 164(b), 179-183

Bijlage V.deel 2. 162

Bijlage V.deel 2. 162

010

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Waarvan: kleine en middelgrote ondernemingen

Kmo art. 1 2(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Waarvan: zakelijk vastgoed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Waarvan: hypotheekleningen op niet-zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Waarvan: consumptief krediet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

TEGEN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS GEWAARDEERDE SCHULDINSTRUMENTEN

Bijlage V.deel I. 13(d)(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

TEGEN REËLE WAARDE GEWAARDEERDE SCHULDINSTRUMENTEN ANDERE DAN VOOR HANDELSDOELEINDEN AANGEHOUDEN EFFECTEN

Bijlage V.deel I. 13(b)(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

330

SCHULDINSTRUMENTEN ANDERE DAN VOOR HANDELSDOELEINDEN AANGEHOUDEN EFFECTEN

Bijlage V.deel I. 13(b)(c)(d)(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

340

Toegezegde leningen

IAS 39.2(h), 4(a)(c), BC 15; bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56-57

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20.   Geografische uitsplitsing

20.1   Geografische uitsplitsing van activa naar locatie van de activiteiten

 

Verwijzingen

Boekwaarde

Binnenlandse activiteiten

Niet-binnenlandse activiteiten

Bijlage V.deel 2.107

Bijlage V.deel 2.107

010

020

010

Kasmiddelen, tegoeden bij centrale banken en overige direct opvraagbare deposito's

IAS 1.54(i)

 

 

020

Kasmiddelen

Bijlage V.deel 2.1

 

 

030

Tegoeden bij centrale banken

Bijlage V.deel 2.2

 

 

040

Overige direct opvraagbare deposito's

Bijlage V.deel 2.3

 

 

050

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

IFRS 7.8(a)(ii); IAS 39.9, AG 14

 

 

060

Derivaten

IAS 39.9

 

 

070

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

080

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

090

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

100

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

 

 

110

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

120

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

130

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

140

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.8(d); IAS 39.9

 

 

150

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

160

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

170

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

180

Leningen en kortlopende vorderingen

IFRS 7.8 (c); IAS 39.9, AG16, AG26; bijlage V.deel 1.16

 

 

190

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

200

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

210

Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen

IFRS 7.8(b); IAS 39.9, AG16, AG26

 

 

220

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

230

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

240

Derivaten – Hedge accounting

IFRS 7.22(b); IAS 39.9

 

 

250

Veranderingen in de reële waarde van afgedekte posten in de portefeuille - Afdekking van renterisico

IAS 39.89A(a)

 

 

260

Deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 1.54(e); bijlage V.deel 2.4

 

 

270

Materiële activa

 

 

 

280

Immateriële activa

IAS 1.54(c); artikel 4, lid 1, punt 115, van de VKV

 

 

290

Belastingvorderingen

IAS 1.54(n-o)

 

 

300

Overige activa

Bijlage V.deel 2.5

 

 

310

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IAS 1.54(j); IFRS 5.38

 

 

320

ACTIVA

IAS 1.9(a), IG 6

 

 

20.2   Geografische uitsplitsing van verplichtingen naar locatie van de activiteiten

 

Verwijzingen

Boekwaarde

Binnenlandse activiteiten

Niet-binnenlandse activiteiten

Bijlage V.deel 2.107

Bijlage V.deel 2.107

010

020

010

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

IFRS 7.8(e)(ii); IAS 39.9, AG 14-15

 

 

020

Derivaten

IAS 39.9, AG 15(a)

 

 

030

Shortposities

IAS 39.AG 15(b)

 

 

040

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9, bijlage V.deel 1.30

 

 

050

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

 

060

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

 

070

Financiële verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8 (e)(i); IAS 39.9

 

 

080

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

 

090

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

 

100

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

 

110

Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen

IFRS 7.8(f); IAS 39.47

 

 

120

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

 

130

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

 

140

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

 

150

Derivaten – Hedge accounting

IFRS 7.22(b); IAS 39.9; bijlage V.deel 1.23

 

 

160

Veranderingen in de reële waarde van afgedekte posten in de portefeuille - Afdekking van renterisico

IAS 39.89A(b)

 

 

170

Voorzieningen

IAS 37.10; IAS 1.54(l)

 

 

180

Belastingverplichtingen

IAS 1.54(n-o)

 

 

190

Direct opvraagbaar aandelenkapitaal

IAS 32.IE 33; IFRIC 2; bijlage V.deel 2.09

 

 

200

Overige verplichtingen

Bijlage V.deel 2.10

 

 

210

Verplichtingen die deel uitmaken van voor verkoop aangehouden groepen activa die worden afgestoten

IAS 1.54(p); IFRS 5.38

 

 

220

VERPLICHTINGEN

IAS 1.9(b); IG 6

 

 

20.3   Geografische uitsplitsing van de belangrijkste posten op de winst-en-verliesrekening naar locatie van de activiteiten

 

Verwijzingen

Lopende periode

Binnenlandse activiteiten

Niet-binnenlandse activiteiten

Bijlage V.deel 2.107

Bijlage V.deel 2.107

010

020

010

Rentebaten

IAS 1.97; IAS 18.35(b)(iii); bijlage V.deel 2.21

 

 

020

(Rentelasten)

IAS 1.97; bijlage V.deel 2.21

 

 

030

(Lasten uit hoofde van direct opvraagbaar aandelenkapitaal)

IFRIC 2.11

 

 

040

Dividendinkomsten

IAS 18.35(b)(v); bijlage V.deel 2.28

 

 

050

Vergoedings- en provisiebaten

IFRS 7.20(c)

 

 

060

(Vergoedings- en provisielasten)

IFRS 7.20(c)

 

 

070

Winsten of (-) verliezen bij verwijdering uit de balans van financiële activa en verplichtingen die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, netto

IFRS 7.20(a)(ii-v)

 

 

080

Winsten of (-) verliezen uit financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, netto

IFRS 7.20(a)(i); IAS 39.55(a)

 

 

090

Winsten of (-) verliezen op financiële activa en verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, netto

IFRS 7.20(a) (i); IAS 39.55(a)

 

 

100

Winsten of (-) verliezen voortvloeiende uit hedge accounting, netto

IFRS 7.24

 

 

110

Wisselkoersverschillen [winst of (-) verlies], netto

IAS 21.28, 52(a)

 

 

130

Winsten of (-) verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa, netto

IAS 1.34

 

 

140

Overige bedrijfsopbrengsten

Bijlage V.deel 2.141-143

 

 

150

(Overige bedrijfskosten)

Bijlage V.deel 2.141-143

 

 

155

TOTAAL BEDRIJFSOPBRENGSTEN, NETTO

 

 

 

160

(Administratieve lasten)

 

 

 

170

(Afschrijving)

IAS 1.102, 104

 

 

180

(Voorzieningen of (-) terugboeking van voorzieningen)

IAS 37.59, 84; IAS 1.98(b)(f)(g)

 

 

190

(Bijzondere waardevermindering of (-) terugneming van bijzondere waardevermindering van financiële activa die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening)

IFRS 7.20(e)

 

 

200

(Bijzondere waardevermindering of (-) terugneming van bijzondere waardevermindering van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen)

IAS 28.40-43

 

 

210

(Bijzondere waardevermindering of (-) terugneming van bijzondere waardevermindering van niet-financiële activa)

IAS 36.126(a)(b)

 

 

220

Negatieve goodwill opgenomen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 3.Appendix B64(n)(i)

 

 

230

Aandeel van winst of (-) verlies van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 1.82(c)

 

 

240

Winst of (-) verlies uit hoofde van als aangehouden voor verkoop geclassificeerde en niet als beëindigde bedrijfsactiviteiten in aanmerking komende vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IFRS 5.37; bijlage V.deel 2.27

 

 

250

WINST OF (-) VERLIES VÓÓR BELASTING UIT DOORLOPENDE ACTIVITEITEN

IAS 1.102, IG 6; IFRS 5.33 A

 

 

260

(Belastinglasten of (-) -baten in verband met winst of verlies uit doorlopende activiteiten)

IAS 1.82(d); IAS 12.77

 

 

270

WINST OF (-) VERLIES NA BELASTING UIT DOORLOPENDE ACTIVITEITEN

IAS 1, IG 6

 

 

280

Winst of (-) verlies na belasting uit beëindigde activiteiten

IAS 1.82(e); IFRS 5.33(a), 5.33 A

 

 

290

WINST OF (-) VERLIES OVER HET JAAR

IAS 1.81A(a)

 

 

20.4   Geografische uitsplitsing van activa naar vestigingsplaats van de tegenpartij

z-as

Land van vestiging van de tegenpartij

 

 

 

Verwijzingen

Brutoboekwaarde

Waarvan: schuldrespijt

Waarvan: niet-renderend

Gecumuleerde bijzondere waardevermindering of gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico

Bijlage V.deel 2.109

Bijlage V.deel 2.163-183

Bijlage V.deel 2.145-162

Bijlage V.deel 2.46

010

022

025

031

010

Derivaten

IAS 39.9

 

 

 

 

020

Waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

030

Waarvan: overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

040

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

050

Waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

060

Waarvan: overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

070

Waarvan: niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

080

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

090

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

100

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

110

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

120

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

130

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

140

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

150

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

160

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

170

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

180

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

190

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

200

Waarvan: kleine en middelgrote ondernemingen

Kmo art. 1 2(a)

 

 

 

 

210

Waarvan: Door zakelijk onroerend goed gedekte leningen

 

 

 

 

 

220

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

230

Waarvan: Door niet-zakelijk onroerend goed gedekte leningen

 

 

 

 

 

240

Waarvan: consumptief krediet

 

 

 

 

 

20.5   Geografische uitsplitsing van blootstellingen buiten de balanstelling naar vestigingsplaats van de tegenpartij

z-as

Land van vestiging van de tegenpartij

 

 

 

Verwijzingen

Nominaal bedrag

Waarvan: schuldrespijt

Waarvan: niet-renderend

Voorzieningen voor verstrekte toezeggingen en garanties

Bijlage V.deel 2.62

Bijlage V.deel 2.163-183

Bijlage V.deel 2.145-162

Bijlage V.deel 2.61

010

022

025

030

010

Toegezegde leningen

IAS 39.2(h), 4(a)(c), BC 15; bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56, 57

 

 

 

 

020

Verstrekte financiële garanties

IAS 39.9 AG 4, BC 21; IFRS 4 A; bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56, 58

 

 

 

 

030

Overige gedane toezeggingen

Bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56, 59

 

 

 

 

20.6   Geografische uitsplitsing van verplichtingen naar vestigingsplaats van de tegenpartij

z-as

Land van vestiging van de tegenpartij

 

 

 

Verwijzingen

Boekwaarde

Bijlage V.deel 1.28, 2.107

010

010

Derivaten

IAS 39.9, AG 15(a)

 

020

Waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

030

Waarvan: overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

040

Shortposities

IAS 39 AG 15(b)

 

050

Waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

060

Waarvan: overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

070

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

080

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

090

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

100

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

110

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

120

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

130

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

20.7   Geografische uitsplitsing van leningen en voorschotten aan niet-financiële ondernemingen naar NACE-code en naar vestigingsplaats van de tegenpartij

z-as

Land van vestiging van de tegenpartij

 

 

 

Niet-financiële ondernemingen

Verwijzingen

Brutoboekwaarde

Waarvan: niet-renderend

Gecumuleerde bijzondere waardevermindering of gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico

Bijlage V.deel 2.109

Bijlage V.deel 2.145-162

Bijlage V.deel 2.46

010

012

020

010

A

Landbouw, bosbouw en visserij

NACE-verordening

 

 

 

020

B

Winning van delfstoffen

NACE-verordening

 

 

 

030

C

Industrie

NACE-verordening

 

 

 

040

D

Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht

NACE-verordening

 

 

 

050

E

Distributie van water

NACE-verordening

 

 

 

060

F

Bouwnijverheid

NACE-verordening

 

 

 

070

G

Groot- en detailhandel

NACE-verordening

 

 

 

080

H

Vervoer en opslag

NACE-verordening

 

 

 

090

I

Verschaffen van accommodatie en maaltijden

NACE-verordening

 

 

 

100

J

Informatie en communicatie

NACE-verordening

 

 

 

110

L

Exploitatie van en handel in onroerend goed

NACE-verordening

 

 

 

120

M

Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten

NACE-verordening

 

 

 

130

N

Administratieve en ondersteunende diensten

NACE-verordening

 

 

 

140

O

Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen

NACE-verordening

 

 

 

150

P

Onderwijs

NACE-verordening

 

 

 

160

Q

Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening

NACE-verordening

 

 

 

170

R

Kunst, amusement en recreatie

NACE-verordening

 

 

 

180

S

Overige diensten

NACE-verordening

 

 

 

190

LENINGEN EN VOORSCHOTTEN

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

21.   Materiële en immateriële activa: activa die zijn onderworpen aan een operationele lease

 

Verwijzingen

Boekwaarde

Bijlage V.deel 2.110-111

010

010

Materiële vaste activa

IAS 16.6; IAS 1.54(a)

 

020

Herwaarderingsmodel

IAS 17.49; IAS 16.31, 73(a)(d)

 

030

Kostenmodel

IAS 17.49; IAS 16.30, 73(a)(d)

 

040

Vastgoedbeleggingen

IAS 40.IN5; IAS 1.54(b)

 

050

Reëlewaardemodel

IAS 17.49; IAS 40.33-55, 76

 

060

Kostenmodel

IAS 17.49; IAS 40.56, 79(c)

 

070

Overige immateriële activa

IAS 38.8, 118

 

080

Herwaarderingsmodel

IAS 17.49; IAS 38.75-87, 124(a)(ii)

 

090

Kostenmodel

IAS 17.49; IAS 38.74

 

22.   Vermogensbeheer, bewaarneming en andere diensten

22.1   Vergoedings- en provisiebaten en -lasten naar activiteit

 

Verwijzingen

IFRS 7.20(c)

Lopende periode

010

010

Vergoedings- en provisiebaten

Bijlage V.deel 2.113-115

 

020

Effecten

 

 

030

Uitgiften

Bijlage V.deel 2.116(a)

 

040

Overschrijvingsopdrachten

Bijlage V.deel 2.116(b)

 

050

Overige

Bijlage V.deel 2.116(c)

 

060

Clearing en afwikkeling

Bijlage V.deel 2.116(d)

 

070

Vermogensbeheer

Bijlage V.deel 2.116(e); bijlage V.deel 2.117(a)

 

080

Bewaarneming [naar soort klant]

Bijlage V.deel 2.116(e); bijlage V.deel 2.117(b)

 

090

Collectieve belegging

 

 

100

Overige

 

 

110

Centrale administratieve diensten voor collectieve belegging

Bijlage V.deel 2.116(e); bijlage V.deel 2.117(c)

 

120

Fiduciaire transacties

Bijlage V.deel 2.116(e); bijlage V.deel 2.117(d)

 

130

Betalingsdiensten

Bijlage V.deel 2.116(e); Bijlage V.deel 2.117(e)

 

140

Klantmiddelen die worden gedistribueerd maar niet beheerd [naar soort product]

Bijlage V.deel 2.117(f)

 

150

Collectieve belegging

 

 

160

Verzekeringsproducten

 

 

170

Overige

 

 

180

Gestructureerde financiering

Bijlage V.deel 2.116(f)

 

190

Beheer van securitisatieactiviteiten

Bijlage V.deel 2.116(g)

 

200

Toegezegde leningen

IAS 39.47(d)(ii); bijlage V.deel 2.116(h)

 

210

Verstrekte financiële garanties

IAS 39.47(c)(ii); bijlage V.deel 2.116(h)

 

220

Overige

Bijlage V.deel 2.116(j)

 

230

(Vergoedings- en provisielasten)

Bijlage V.deel 2.113-115

 

240

(Betaling en afwikkeling)

Bijlage V.deel 2.116(d)

 

250

(Bewaarneming)

Bijlage V.deel 2.117(b)

 

260

(Beheer van securitisatieactiviteiten)

Bijlage V.deel 2.116(g)

 

270

(Ontvangen toegezegde leningen)

Bijlage V.deel 2.116(i)

 

280

(Ontvangen financiële garanties)

Bijlage V.deel 2.116(i)

 

290

(Overige)

Bijlage V.deel 2.116(j)

 

22.2   Bij de verleende diensten betrokken activa

 

Verwijzingen

Bedrag aan bij de verleende diensten betrokken activa

Bijlage V.deel 2.117(g)

010

010

Vermogensbeheer [naar soort klant]

Bijlage V.deel 2.117(a)

 

020

Collectieve belegging

 

 

030

Pensioenfondsen

 

 

040

Op discretionaire basis beheerde klantenportefeuilles

 

 

050

Overige beleggingsvehikels

 

 

060

Bewaard vermogen [naar soort klant]

Bijlage V.deel 2.117(b)

 

070

Collectieve belegging

 

 

080

Overige

 

 

090

Waarvan: toevertrouwd aan overige entiteiten

 

 

100

Centrale administratieve diensten voor collectieve belegging

Bijlage V.deel 2.117(c)

 

110

Fiduciaire transacties

Bijlage V.deel 2.117(d)

 

120

Betalingsdiensten

Bijlage V.deel 2.117(e)

 

130

Klantmiddelen die worden gedistribueerd maar niet beheerd [naar soort product]

Bijlage V.deel 2.117(f)

 

140

Collectieve belegging

 

 

150

Verzekeringsproducten

 

 

160

Overige

 

 

30.   Activiteiten buiten de balanstelling: Belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten

30.1   Belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten

 

Verwijzingen

Boekwaarde van op de balans opgenomen financiële activa

Waarvan: opgenomen liquiditeitssteun

Reële waarde van opgenomen liquiditeitssteun

Boekwaarde van op de balans opgenomen financiële verplichtingen

Nominaal bedrag aan posten buiten de balanstelling opgegeven door de rapporterende instelling

Waarvan: nominaal bedrag aan toegezegde leningen

Door de rapporterende instelling geleden verliezen in de lopende periode

IFRS 12.29(a)

IFRS 12.29(a); bijlage V.deel 2.118

 

IFRS 12.29(a)

IFRS 12.B26(e)

 

IFRS 12 B26(b)

010

020

030

040

050

060

070

010

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

30.2   Uitsplitsing van belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten naar aard van de activiteiten

Naar aard van de activiteiten

Verwijzingen

Special purpose entities voor securitisatiedoeleinden

Vermogensbeheer

Overige activiteiten

Artikel 4, lid 1, punt 66, van de VKV

Bijlage V.deel 2.117(a)

Boekwaarde

IFRS 12.28, B6(a)

010

020

030

010

Geselecteerde financiële activa opgenomen op de balans van de rapporterende instelling

IFRS 12.29(a)(b)

 

 

 

021

waarvan: niet-renderend

Bijlage V.deel 2. 145-162

 

 

 

030

Derivaten

IAS 39.9

 

 

 

040

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

050

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

060

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

070

Geselecteerde aandelenvermogen en financiële verplichtingen opgenomen op de balans van de rapporterende instelling

IFRS 12.29(a)(b)

 

 

 

080

Uitgegeven aandeleninstrumenten

IAS 32.4

 

 

 

090

Derivaten

IAS 39.9, AG 15(a)

 

 

 

100

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

 

 

110

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

 

 

 

Nominaal bedrag

120

Posten buiten de balanstelling opgegeven door de rapporterende instelling

IFRS 12.B26(e)

 

 

 

131

waarvan: niet-renderend

Bijlage V.deel 2. 145-162

 

 

 

31.   Verbonden partijen

31.1   Verbonden partijen: te betalen bedragen aan en te ontvangen bedragen van

 

Verwijzingen

Uitstaande saldi

Moederondernemingen en entiteiten met gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis

Dochterondernemingen en andere entiteiten van dezelfde groep

Geassocieerde ondernemingen en joint ventures

Managers op sleutelposities van de instelling of haar moederonderneming

Overige geassocieerde partijen

IAS 24.19(a)(b)

IAS 24.19(c); Bijlage V.deel 2.120

IAS 24.19(d)(e); bijlage V.deel 2.120

IAS 24.19(f)

IAS 24.19(g)

Bijlage V.deel 2.120

010

020

030

040

050

010

Geselecteerde financiële activa

IAS 24.18(b)

 

 

 

 

 

020

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

 

030

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

040

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

050

waarvan: aan een bijzondere waardevermindering onderhevige financiële activa

 

 

 

 

 

 

060

Geselecteerde financiële verplichtingen

IAS 24.18(b)

 

 

 

 

 

070

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

 

 

 

 

080

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

 

 

 

 

090

Nominaal bedrag aan toegezegde leningen, financiële garanties en overige gedane toezeggingen

IAS 24.18(b); bijlage V.deel 2.62

 

 

 

 

 

100

waarvan: met wanbetaling

IAS 24.18(b); bijlage V.deel 2.61

 

 

 

 

 

110

Toegezegde leningen, financiële garanties en andere ontvangen toezeggingen

IAS 24.18(b); bijlage V.deel 2.63, 121

 

 

 

 

 

120

Notionele waarde van derivaten

Bijlage V.deel 2.70-71

 

 

 

 

 

130

Voorzieningen en reserves voor aan een bijzondere waardevermindering onderhevige schuldinstrumenten, en garanties en toezeggingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan [Te vervangen door "Gecumuleerde waardevermindering, gecumuleerde veranderingen van de reële waarde vanwege kredietrisico, en voorzieningen voor niet-renderende blootstellingen" als de rapportage van niet-renderende blootstellingen definitief zou zijn]

IAS 24.18(c)

 

 

 

 

 

31.2   Verbonden partijen: baten en lasten uit transacties met

 

Verwijzingen

Lopende periode

Moederondernemingen en entiteiten met gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis

Dochterondernemingen en andere entiteiten van dezelfde groep

Geassocieerde ondernemingen en joint ventures

Managers op sleutelposities van de instelling of haar moederonderneming

Overige geassocieerde partijen

IAS 24.19(a)(b)

IAS 24.19(c)

IAS 24.19(d)EUR

IAS 24.19(f)

IAS 24.19(g)

Bijlage V.deel 2.120

010

020

030

040

050

010

Rentebaten

IAS 24.18(a); IAS 18.35(b)(iii); bijlage V.deel 2.21

 

 

 

 

 

020

Rentelasten

IAS 24.18(a); IAS 1.97; bijlage V.deel 2.21

 

 

 

 

 

030

Dividendinkomsten

IAS 24.18(a); IAS 18.35(b)(v); bijlage V.deel 2.28

 

 

 

 

 

040

Vergoedings- en provisiebaten

IAS 24.18(a); IFRS 7.20(c)

 

 

 

 

 

050

Vergoedings- en provisielasten

IAS 24.18(a); IFRS 7.20(c)

 

 

 

 

 

060

Winsten of (-) verliezen bij verwijdering uit de balans van financiële activa en verplichtingen die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IAS 24.18(a)

 

 

 

 

 

070

Winsten of (-) verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa

IAS 24.18(a); bijlage V.deel 2.122

 

 

 

 

 

080

Verhoging of (-) verlaging tijdens de periode van de bijzondere waardevermindering en voorzieningen voor aan een bijzondere waardevermindering onderhevige schuldinstrumenten, en garanties en toezeggingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan

IAS 24.18(d)

 

 

 

 

 

40.   Groepsstructuur

40.1   Groepsstructuur: "per entiteit"

LEI-code

Entiteitscode

Naam entiteit

Datum inwerkingtreding

Aandelenkapitaal

Aandelenvermogen van de entiteit waarin wordt deelgenomen

Totale activa van de entiteit waarin wordt deelgenomen

Winst of (-) verlies van de entiteit waarin wordt deelgenomen

Vestigingsplaats van de entiteit waarin wordt deelgenomen

Sector van de entiteit waarin wordt deelgenomen

NACE-code

Gecumuleerd aandelenbelang [%]

Stemrechten [%]

Groepsstructuur [relatie]

Boekhoudkundige behandeling [Boekhoudgroep]

Boekhoudkundige behandeling [VKV-groep]

Boekwaarde

Verwervingskosten

Goodwill met betrekking tot de onderneming waarin wordt deelgenomen

Reële waarde van deelnemingen waarvoor openbare prijsnoteringen beschikbaar zijn

Bijlage V.deel 2.123, 124(a)

Bijlage V.deel 2.123, 124(b)

IFRS 12.12(a), 21(a)(i); bijlage V.deel 2.123, 124(c)

Bijlage V.deel 2.123, 124(d)

Bijlage V.deel 2.123, 124(e)

IFRS 12.B12(b); bijlage V.deel 2.123, 124(f)

IFRS 12.B12(b); bijlage V.deel 2.123, 124(f)

IFRS 12.B12(b); bijlage V.deel 2.123, 124(f)

IFRS 12.12(b), 21(a)(iii); bijlage V.deel 2.123, 124(g)

Bijlage V.deel 2.123, 124(h)

Bijlage V.deel 2.123, 124(i)

IFRS 12.21(iv); bijlage V.deel 2.123, 124(j)

IFRS 12.21(iv); bijlage V.deel 2.123, 124(k)

IFRS 12.10(a)(i); bijlage V.deel 2.123, 124(l)

IFRS 12.21(b); bijlage V.deel 2.123, 124(m)

Artikel 18 van de VKV; bijlage V.deel 2.123, 124(n)

Bijlage V.deel 2.123, 124(o)

Bijlage V.deel 2.123, 124(p)

Bijlage V.deel 2.123, 124(q)

IFRS 12.21(b)(iii); bijlage V.deel 2.123, 124(r)

010

020

030

040

050

060

070

080

090

095

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

40.2   Groepsstructuur: "per instrument"

Effectcode

Entiteitscode

LEI-code holding

Code holding

Naam holding

Gecumuleerd aandelenbelang (%)

Boekwaarde

Verwervingskosten

Bijlage V.deel 2.125(a)

Bijlage V.deel 2.124(b), 125(c)

 

Bijlage V.deel 2.125(b)

 

Bijlage V.deel 2.124(j), 125(c)

Bijlage V.deel 2.124(o), 125(c)

Bijlage V.deel 2.124(p), 125(c)

010

020

030

040

050

060

070

080

 

 

 

 

 

 

 

 

41.   Reële waarde

41.1   Reëlewaardehiërarchie: tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële instrumenten

ACTIVA

Verwijzingen

Reële waarde

Reëlewaardehiërarchie

IFRS 13.93(b), BC216

IFRS 7.25-26

Niveau 1

IFRS 13.76

Niveau 2

IFRS 13.81

Niveau 3

IFRS 13.86

010

020

030

040

010

Leningen en kortlopende vorderingen

IFRS 7.8 (c); IAS 39.9, AG16, AG26

 

 

 

 

020

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

030

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

040

Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen

IFRS 7.8(b); IAS 39.9, AG16, AG26

 

 

 

 

050

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

060

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

VERPLICHTINGEN

 

 

 

 

 

070

Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen

IFRS 7.8(f); IAS 39.47

 

 

 

 

080

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

 

 

 

090

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

 

 

 

100

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

 

 

 

41.2   Gebruik van de reëlewaardeoptie

 

Financiële instrumenten die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Verwijzingen

Boekwaarde

Boekhoudkundige mismatch

Waardering op reëlewaardebasis

Hybride contracten

IFRS 7.B5(a)

IAS 39.9b(i)

IAS 39.9b(ii)

IAS 39.11A-12

ACTIVA

010

020

030

010

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

 

 

 

020

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

030

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

040

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

VERPLICHTINGEN

 

 

 

 

050

Financiële verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(e)(i); IAS 39.9

 

 

 

060

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

 

 

070

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

 

 

080

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

 

 

41.3   Hybride financiële instrumenten die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

 

Overige scheidbare hybride contracten [niet tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening]

Verwijzingen

Boekwaarde

FINANCIËLE ACTIVA

010

010

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

IAS 39.9; bijlage V.deel 2.129

 

020

Beschikbaar voor verkoop [basiscontracten]

IAS 39.11; bijlage V.deel 2.130

 

030

Leningen en kortlopende vorderingen [basiscontracten]

IAS 39.11; bijlage V.deel 2.130

 

040

Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen [basiscontracten]

IAS 39.11; bijlage V.deel 2.130

 

FINANCIËLE VERPLICHTINGEN

 

 

050

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

IAS 39.9; bijlage V.deel 2.129

 

060

Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen [basiscontracten]

IAS 39.11; bijlage V.deel 2.130

 

42.   Materiële en immateriële activa: boekwaarde naar waarderingsmethode

 

Verwijzingen

Boekwaarde

010

010

Materiële vaste activa

IAS 16.6; IAS 16.29; IAS 1.54(a)

 

020

Herwaarderingsmodel

IAS 16.31, 73(a)(d)

 

030

Kostenmodel

IAS 16.30, 73(a)(d)

 

040

Vastgoedbeleggingen

IAS 40.5, 30; IAS 1.54(b)

 

050

Reëlewaardemodel

IAS 40.33-55, 76

 

060

Kostenmodel

IAS 40.56, 79(c)

 

070

Overige immateriële activa

IAS 38.8, 118, 122; bijlage V.deel 2.132

 

080

Herwaarderingsmodel

IAS 38.75-87, 124(a)(ii)

 

090

Kostenmodel

IAS 38.74

 

43.   Voorzieningen

 

Verwijzingen

Boekwaarde

Pensioenen en andere op vaste toezeggingen gebaseerde verplichtingen na uitdiensttreding

Overige langetermijnpersoneelsbeloningen

Herstructurering

Lopende juridische zaken en belastinggeschillen

Gedane toezeggingen en verstrekte garanties

Overige voorzieningen

Totaal

IAS 19.63; IAS 1.78(d); bijlage V.deel 2.7

IAS 19.153; IAS 1.78(d); bijlage V.deel 2.8

IAS 37.70-83

IAS 37.Appendix C.6-10

IAS 37.Appendix C.9; IAS 39.2(h), 47(c)(d), BC 15, AG 4

IAS 37.14

 

010

020

030

040

050

060

070

010

Openingssaldo [boekwaarde aan het begin van de periode]

IAS 37.84 (a)

 

 

 

 

 

 

 

020

Toevoegingen, inclusief verhogingen van bestaande voorzieningen

IAS 37.84(b)

 

 

 

 

 

 

 

030

(-) Gebruikte bedragen

IAS 37.84 (c)

 

 

 

 

 

 

 

040

(-) Ongebruikte bedragen die in de periode zijn teruggeboekt

IAS 37.84 (d)

 

 

 

 

 

 

 

050

Verhoging van het gedisconteerde bedrag [tijdsverloop] en effect van eventuele verandering op het discontopercentage

IAS 37.84 (e)

 

 

 

 

 

 

 

060

Overige mutaties

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Eindsaldo [boekwaarde aan het eind van de periode]

IAS 37.84 (a)

 

 

 

 

 

 

 

44.   Op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenregelingen en personeelsbeloningen

44.1   Componenten van netto activa en verplichtingen uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenregelingen

 

Verwijzingen

Bedrag

010

010

Reële waarde van activa van op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenregelingen

IAS 19.140(a)(i), 142

 

020

Waarvan: financiële instrumenten uitgegeven door de instelling

IAS 19.143

 

030

Aandeleninstrumenten

IAS 19.142(b)

 

040

Schuldinstrumenten

IAS 19.142(c)

 

050

Onroerend goed

IAS 19.142(d)

 

060

Overige op vaste toezeggingen gebaseerde activa

 

 

070

Contante waarde van verplichtingen uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenregelingen

IAS 19.140(a)(ii)

 

080

Effect van het actiefplafond

IAS 19.140(a)(iii)

 

090

Netto activa uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenregelingen [boekwaarde]

IAS 19.63; bijlage V.deel 2.136

 

100

Voorzieningen voor pensioenen en andere verplichtingen uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenregelingen [boekwaarde]

IAS 19.63, IAS 1.78(d); bijlage V.deel 2.7

 

110

Pro-memoriepost: reële waarde van enig als activum opgenomen restitutierecht

IAS 19.140(b)

 

44.2   Verloop van verplichtingen uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenregelingen

 

Verwijzingen

Verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten

010

010

Openingssaldo [contante waarde]

IAS 19.140(a)(ii)

 

020

Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten

IAS 19.141(a)

 

030

Rentekosten

IAS 19.141(b)

 

040

Betaalde bijdragen

IAS 19.141(f)

 

050

Actuariële winsten of (-) verliezen bij veranderingen in demografische veronderstellingen

IAS 19.141(c)(ii)

 

060

Actuariële (-) winsten of verliezen bij veranderingen in financiële veronderstellingen

IAS 19.141(c)(iii)

 

070

Verhoging of (-) verlaging van de wisselkoers

IAS 19.141(e)

 

080

Betaalde uitkeringen

IAS 19.141(g)

 

090

Pensioenkosten van verstreken diensttijd, met inbegrip van winsten en verliezen bij afwikkelingen

IAS 19.141(d)

 

100

Verhoging of (-) verlaging als gevolg van bedrijfscombinaties en –afstotingen

IAS 19.141(h)

 

110

Overige verhogingen of (-) verlagingen

 

 

120

Eindsaldo [contante waarde]

IAS 19.140(a)(ii); bijlage V.deel 2.138

 

44.3   Pro-memorieposten [gerelateerd aan personeelslasten]

 

Verwijzingen

Lopende periode

010

010

Pensioenlasten en soortgelijke lasten

Bijlage V.deel 2.139(a)

 

020

Op aandelen gebaseerde betalingen

IFRS 2.44; bijlage V.deel 2.139(b)

 

45.   Uitsplitsing van geselecteerde posten in de winst-en-verliesrekening

45.1   Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar boekhoudkundige portefeuille

 

Verwijzingen

Lopende periode

Veranderingen van de reële waarde als gevolg van kredietrisico’s

010

020

010

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.20(a)(i); IAS 39.55(a)

 

 

020

Financiële verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.20(a)(i); IAS 39.55(a)

 

 

030

WINSTEN OF (-) VERLIEZEN OP FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN DIE TEGEN REËLE WAARDE ZIJN GEWAARDEERD MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN IN DE WINST-EN-VERLIESREKENING

IFRS 7.20(a)(i)

 

 

45.2   Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa die niet voor verkoop worden aangehouden

 

Verwijzingen

Lopende periode

010

020

Vastgoedbeleggingen

IAS 40.69; IAS 1.34(a), 98(d)

 

030

Immateriële activa

IAS 38.113-115A; IAS 1.34(a)

 

040

Overige activa

IAS 1.34 (a)

 

050

WINSTEN OF (-) VERLIEZEN BIJ VERWIJDERING UIT DE BALANS VAN NIET-FINANCIËLE ACTIVA

IAS 1.34

 

45.3   Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten

 

Verwijzingen

Inkomsten

Uitgaven

010

020

010

Veranderingen van de reële waarde van materiële activa gewaardeerd volgens het reëlewaardemodel

IAS 40.76(d); bijlage V.deel 2.141

 

 

020

Vastgoedbeleggingen

IAS 40.75(f); bijlage V.deel 2.141

 

 

030

Andere operationele leases dan vastgoedbeleggingen

IAS 17.50, 51, 56(b); bijlage V.deel 2.142

 

 

040

Overige

Bijlage V.deel 2.143

 

 

050

OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN OF -KOSTEN

Bijlage V.deel 2.141-142

 

 

46.   Mutatieoverzicht van het aandelenvermogen

Bronnen van mutaties in het aandelenvermogen

Verwijzingen

Kapitaal

Agio

Andere uitgegeven aandeleninstrumenten dan kapitaal

Ander aandelenvermogen

Gecumuleerde overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

Ingehouden winsten

Herwaarderingsreserves

Overige reserves

(-) Eigen aandelen

Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen winst of (-) verlies

(-) Tussentijds dividend

Minderheidsbelangen

Totaal

Gecumuleerde overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

Overige posten

IAS 1.106, 54(r)

IAS 1.106, 78(e)

IAS 1.106; bijlage V.deel 2.15-16

IAS 1.106; bijlage V.deel 2.17

IAS 1.106

Artikel 4, lid 1, punt 123, van de VKV

IFRS 1.30 D5-D8

IAS 1.106, 54(c)

IAS 1.106; IAS 32.34, 33; bijlage V.deel 2.20

IAS 1.106(a), 83(a)(ii)

IAS 1.106; IAS 32.35

IAS 1.54(q), 106(a); IAS 27.27-28

IAS 1.54(q), 106(a); IAS 27.27-28

IAS 1.9(c), IG6

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

010

Openingssaldo [vóór aanpassing]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Effecten van correcties van fouten

IAS 1.106(b); IAS 8.42

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Effecten van wijzigingen in de grondslagen voor de financiële verslaglegging

IAS 1.106(b); IAS 1.IG6; IAS 8.22

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Openingssaldo [lopende periode]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Uitgifte van gewone aandelen

IAS 1.106(d)(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Uitgifte van preferente aandelen

IAS 1.106(d)(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Uitgifte van andere aandeleninstrumenten

IAS 1.106.(d).(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Uitoefening of afloop van andere uitgegeven aandeleninstrumenten

IAS 1.106(d)(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Omzetting van schuld in aandelenvermogen

IAS 1.106.(d).(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Kapitaalvermindering

IAS 1.106(d)(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Dividenden

IAS 1.106(d)(iii); IAS 32.35; IAS 1.IG6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Aankoop van eigen aandelen

IAS 1.106(d)(iii); IAS 32.33

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Verkoop of intrekking van eigen aandelen

IAS 1.106(d)(iii); IAS 32.33

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Herindeling van financiële instrumenten van aandelenvermogen naar verplichtingen

IAS 1.106(d)(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Herindeling van financiële instrumenten van verplichtingen naar aandelenvermogen

IAS 1.106(d)(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Overdrachten tussen aandelenvermogensbestanddelen

IAS 1.106(d)(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Verhoging of (-) verlaging van aandelenvermogen bij bedrijfscombinaties

IAS 1.106.(d).(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

Op aandelen gebaseerde betalingen

IAS 1.106(d)(iii); IFRS 2.10

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Overige verhoging of (-) verlaging van aandelenvermogen

IAS 1.106(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over het jaar

IAS 1.106(d)(i)-(ii); IAS 1.81A(c); IAS 1.IG6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Eindsaldo [lopende periode]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BIJLAGE IV

RAPPORTAGE VAN FINANCIËLE INFORMATIE OVEREENKOMSTIG NATIONALE KADERS VOOR FINANCIËLE WETGEVING

FINREP-TEMPLATES VOOR GAAP

TEMPLATE NUMMER

TEMPLATE CODE

NAAM VAN DE TEMPLATE OF VAN DE GROEP TEMPLATES

 

 

DEEL 1 [DRIEMAANDELIJKSE FREQUENTIE]

Balans [overzicht van financiële positie]:

1.1

F 01.01

Balans: activa

1.2

F 01.01

Balans: verplichtingen

1.3

F 01.03

Balans: aandelenvermogen

2

F 02.00

Winst-en-verliesrekening

3

F 03.00

Overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij

4.1

F 04.01

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

4.2

F 04.02

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: via de winst- of verliesrekening tegen reële waarde gewaardeerde financiële activa

4.3

F 04.03

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: voor verkoop beschikbare financiële activa

4.4

F 04.04

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: leningen en kortlopende vorderingen en tot einde looptijd aangehouden deelnemingen

4.5

F 04.05

Achtergestelde financiële activa

4.6

F 04.06

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: financiële activa in de handelsportefeuille

4.7

F 04.07

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille, gewaardeerd tegen reële waarde zijn met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

4.8

F 04.08

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille, gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in het aandelenvermogen

4.9

F 04.09

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: op basis van een kostprijsmethode gewaardeerde schuldinstrumenten in de niet-handelsportefeuille

4.10

F 04.10

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: overige niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille

5

F 05.00

Uitsplitsing van leningen en voorschotten naar product

6

F 06.00

Uitsplitsing van leningen en voorschotten aan niet-financiële ondernemingen naar NACE-code

7

F 07.00

Aan waardevermindering onderhevige financiële activa waarbij sprake is van betalingsachterstand of waardevermindering

Uitsplitsing van financiële verplichtingen

8.1

F 08.01

Uitsplitsing van financiële verplichtingen naar product en naar sector van de tegenpartij

8.2

F 08.02

Achtergestelde financiële verplichtingen

Toegezegde leningen, financiële garanties en overige toezeggingen

9.1

F 09.01

Blootstellingen buiten de balanstelling: toegezegde leningen, financiële garanties en overige gedane toezeggingen

9.2

F 09.02

Toegezegde leningen, financiële garanties en andere ontvangen toezeggingen

10

F 10.00

Derivaten - Handel

Derivaten – Afdekkingsdoeleinden

11.1

F 11.01

Derivaten – Afdekkingsdoeleinden: Uitsplitsing naar soort risico en soort afdekking

11.2

F 11.02

Derivaten – Afdekking onder nationale GAAP: Uitsplitsing naar soort risico

12

F 12.00

Wijzigingen in voorzieningen voor kredietverliezen en waardevermindering van aandeleninstrumenten

Ontvangen zekerheden en garanties

13.1

F 13.01

Uitsplitsing van leningen en voorschotten naar zekerheden en garanties

13.2

F 13.02

Zekerheden die zijn verkregen door uitwinning gedurende het tijdvak [aangehouden op de verslagdatum]

13.3

F 13.03

Zekerheden die zijn verkregen door uitwinning [materiële activa] gecumuleerd

14

F 14.00

Reëlewaardehiërarchie: tegen reële waarde gewaardeerde financiële instrumenten

15

F 15.00

Verwijdering uit de balans en financiële verplichtingen in verband met overgedragen financiële activa

Uitsplitsing van geselecteerde posten in de winst-en-verliesrekening

16.1

F 16.01

Rentebaten en -lasten naar instrument en naar sector van de tegenpartij

16.2

F 16.02

Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van financiële activa en verplichtingen die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar instrument

16.3

F 16.03

Winsten of verliezen uit financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, naar instrument

16.4

F 16.04

Winsten of verliezen uit financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, naar risico

16.5

F 16.05

Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar instrument

16.6

F 16.06

Uit afdekkingstransacties voortvloeiende winsten of verliezen

16.7

F 16.07

Bijzondere waardevermindering van financiële en niet-financiële activa

Aansluiting tussen boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie onder de VKV: Balans

17.1

F 17.01

Aansluiting tussen boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie onder de VKV: Activa

17.2

F 17.02

Aansluiting tussen boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie onder de VKV: Blootstellingen buiten de balanstelling - toegezegde leningen, financiële garanties en overige gedane toezeggingen

17.3

F 17.03

Aansluiting tussen boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie onder de VKV: Verplichtingen

18

F 18.00

Renderende en niet-renderende blootstellingen

19

F 19.00

Respijtblootstellingen

 

 

DEEL 2 [DRIEMAANDELIJKS MET DREMPEL: DRIEMAANDELIJKSE FREQUENTIE OF GEEN RAPPORTAGE]

Geografische uitsplitsing

20.1

F 20.01

Geografische uitsplitsing van activa naar locatie van de activiteiten

20.2

F 20.02

Geografische uitsplitsing van verplichtingen naar locatie van de activiteiten

20.3

F 20.03

Geografische uitsplitsing van belangrijkste posten op de winst-en-verliesrekening naar locatie van de activiteiten

20.4

F 20.04

Geografische uitsplitsing van activa naar vestigingsplaats van de tegenpartij

20.5

F 20.05

Geografische uitsplitsing van blootstellingen buiten de balanstelling naar vestigingsplaats van de tegenpartij

20.6

F 20.06

Geografische uitsplitsing van verplichtingen naar vestigingsplaats van de tegenpartij

20.7

F 20.07

Geografische uitsplitsing van leningen en voorschotten aan niet-financiële ondernemingen naar NACE-code en naar vestigingsplaats van de tegenpartij

21

F 21.00

Materiële en immateriële activa: activa die zijn onderworpen aan een operationele lease

Vermogensbeheer, bewaarneming en overige diensten

22.1

F 22.01

Vergoedings- en provisiebaten en -lasten naar activiteit

22.2

F 22.02

Bij de verleende diensten betrokken activa

 

 

DEEL 3 [HALFJAARLIJKS]

Activiteiten buiten de balanstelling: belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten

30.1

F 30.01

Belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten

30.2

F 30.02

Uitsplitsing van belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten naar aard van de activiteiten

Verbonden partijen

31.1

F 31.01

Verbonden partijen: te betalen bedragen aan en te ontvangen bedragen van

31.2

F 31.02

Verbonden partijen: baten en lasten uit transacties met

 

 

DEEL 4 [JAARLIJKS]

Groepsstructuur

40.1

F 40.1

Groepsstructuur: "per entiteit"

40.2

F 40.02

Groepsstructuur: "per instrument"

Reële waarde

41.1

F 41.01

Reëlewaardehiërarchie: tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële instrumenten

41.2

F 41.02

Gebruik van de reëlewaardeoptie

41.3

F 41.03

Hybride financiële instrumenten die niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

42

F 42.00

Materiële en immateriële activa: boekwaarde naar waarderingsmethode

43

F 43.00

Voorzieningen

Op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenregelingen en personeelsbeloningen

44.1

F 44.01

Componenten van netto-activa en verplichtingen uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenregelingen

44.2

F 44.02

Verloop van op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenregelingen

44.3

F 44.03

Pro-memorieposten [gerelateerd aan personeelslasten]

Uitsplitsing van geselecteerde posten in de winst-en-verliesrekening

45.1

F 45.01

Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar boekhoudkundige portefeuille

45.2

F 45.02

Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa anders dan voor verkoop aangehouden financiële activa

45.3

F 45.03

Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten

46

F 46.00

Mutatieoverzicht van het aandelenvermogen

 

Gedeelten voor rapporteurs onder nationale GAAP

 

Cel niet invullen voor rapportage van instellingen onderworpen aan het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving

1.   Balans [overzicht van financiële positie]

1.1   Activa

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Uitsplitsing in tabel

Boekwaarde

010

010

Kasmiddelen en tegoeden bij centrale banken en overige direct opvraagbare deposito's

BAD art 4.Activa(1)

IAS 1.54 (i)

 

 

020

Kasmiddelen

Bijlage V. Deel 2.1

Bijlage V. Deel 2.1

 

 

030

Tegoeden bij centrale banken

BAD art. 13, lid 2; Bijlage V. Deel 2.2

Bijlage V. Deel 2.2

 

 

040

Overige direct opvraagbare deposito's

 

Bijlage V. Deel 2.3

5

 

050

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(a)(ii); IAS 39.9, AG 14

 

 

060

Derivaten

VKV Bijlage II;

IAS 39.9

10

 

070

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

4

 

080

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

4

 

090

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

4

 

091

Financiële activa in de handelsportefeuille

Bijlage V. Deel 1.15

 

 

 

092

Derivaten

VKV Bijlage II; Bijlage V. Deel 1.15

 

 

 

093

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

4

 

094

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

4

 

095

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

4

 

100

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(a)(ii); IAS 39.9

4

 

110

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

4

 

120

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

4

 

130

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

4

 

140

Voor verkoop beschikbare financiële activa

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(d); IAS 39.9

4

 

150

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

4

 

160

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

4

 

170

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

4

 

171

Niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 4;

 

4

 

172

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

4

 

173

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

4

 

174

Leningen en voorschotten

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 4, onder b); Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

4

 

175

Niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in het aandelenvermogen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1; art. 42 quater, lid 2

 

4

 

176

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

4

 

177

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

4

 

178

Leningen en voorschotten

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 4, onder b); Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

4

 

180

Leningen en vorderingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 4, onder b), lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(c); IAS 39.9, AG16, AG26; Bijlage V. Deel 1.16

4

 

190

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

4

 

200

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

4

 

210

Tot einde looptijd aangehouden beleggingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 4, onder a), lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(b); IAS 39.9, AG16, AG26;

4

 

220

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

4

 

230

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

4

 

231

Op basis van een kostprijsmethode gewaardeerde schuldinstrumenten in de niet-handelsportefeuille

BAD art. 13.1; art 42 bis(4)(b); Bijlage V. Deel 1.16

 

4

 

232

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

4

 

233

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

4

 

234

Overige niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille

BAD art. 35-37; Bijlage V. Deel 1.17

 

4

 

235

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

4

 

236

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

4

 

237

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

4

 

240

Derivaten – Hedge accounting

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; art. 42 quater, lid 1, onder a); IAS 39.9; Bijlage V. Deel 1.19

IFRS 7.22(b); IAS 39.9

11

 

250

Veranderingen in reële waarde van afgedekte posten in de portefeuille - afdekking van renterisico

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 5, lid 5 bis; IAS 39.89A (a)

IAS 39.89A (a)

 

 

260

Deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

BAD art 4. Activa (7)-(8); Vierde Richtlijn art. 17; Bijlage V. Deel 2.4

IAS 1.54 (e); Bijlage V. Deel 2.4

4, 40

 

270

Materiële vaste activa

BAD art 4. Activa(10)

 

 

 

280

Materiële vaste activa

 

IAS 16.6; IAS 1.54(a)

21, 42

 

290

Vastgoedbeleggingen

 

IAS 40.5; IAS 1.54(b)

21, 42

 

300

Immateriële activa

BAD art 4. Activa(9); VKV art. 4, punt 115

IAS 1.54 (c); VKV art. 4, punt 115

 

 

310

Goodwill

BAD art 4. Activa(9); VKV art. 4, punt 113

IFRS 3.B67(d); VKV art. 4, punt 113

 

 

320

Overige immateriële activa

BAD art 4. Activa(9)

IAS 38.8, 118

21, 42

 

330

Belastingvorderingen

 

IAS 1.54(n-o)

 

 

340

Actuele belastingvorderingen

 

IAS 1.54(n); IAS 12.5

 

 

350

Uitgestelde belastingvorderingen

Vierde Richtlijn art. 43, lid 1, lid 11; VKV art. 4, punt 106

IAS 1.54(o); IAS 12.5; VKV art. 4, punt 106

 

 

360

Overige activa

Bijlage V. Deel 2.5

Bijlage V. Deel 2.5

 

 

370

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

 

IAS 1.54(j); IFRS 5.38, Bijlage V. Deel 2.6

 

 

380

TOTAAL ACTIVA

BAD art 4. Activa

IAS 1.9(a), IG 6

 

 

1.2   Verplichtingen

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Uitsplitsing in tabel

Boekwaarde

010

010

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9, AG 14-15

IFRS 7.8 (e) (ii); IAS 39.9, AG 14-15

8

 

020

Derivaten

VKV Bijlage II

IAS 39.9, AG 15(a)

10

 

030

Shortposities

 

IAS 39.AG 15(b)

8

 

040

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9, bijlage V. Deel 1.30

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9, bijlage V. Deel 1.30

8

 

050

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

8

 

060

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

Bijlage V. Deel 1.32-34

8

 

061

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 3

 

8

 

062

Derivaten

VKV Bijlage II; Bijlage V. Deel 1.15

 

8

 

063

Shortposities

 

 

8

 

064

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

8

 

065

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

 

8

 

066

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

8

 

070

Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8 (e) (ii); IAS 39.9

8

 

080

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

8

 

090

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

8

 

100

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

Bijlage V. Deel 1.32-34

8

 

110

Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 3, lid 5 bis; IAS 39.47

IFRS 7.8(f); IAS 39.47

8

 

120

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

8

 

130

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

8

 

140

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

Bijlage V. Deel 1.32-34

8

 

141

Niet-afgeleide financiële verplichtingen in de niet-handelsportefeuille die op basis van een kostprijsmethode zijn gewaardeerd

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 3

 

8

 

142

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

8

 

143

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

 

8

 

144

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

8

 

150

Derivaten – Hedge accounting

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis, art. 42 quater, lid 1, onder a); Bijlage V. Deel 1.23

IFRS 7.22(b); IAS 39.9; Bijlage V. Deel 1.23

11

 

160

Veranderingen in reële waarde van afgedekte posten in de portefeuille - afdekking van renterisico

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 5, lid 5 bis; IAS 39.89A(b)

IAS 39.89A(b)

 

 

170

Voorzieningen

BAD art 4. Verplichtingen(6)

IAS 37.10; IAS 1.54(l)

43

 

175

Fondsen voor algemeen bankrisico [indien onder verplichtingen gepresenteerd]

BAD art 38.1; VKV artikel 4, punt 112; Bijlage V. Deel 2.12

 

 

 

180

Pensioenen en andere verplichtingen uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde regelingen na uitdiensttreding

Bijlage V. Deel 2.7

IAS 19.63; IFRS 1.78(d); Bijlage V. Deel 2.7

43

 

190

Overige langetermijnpersoneelsbeloningen

Bijlage V. Deel 2.8

IAS 19.153; IAS 1.78(d); Bijlage V. Deel 2.8

43

 

200

Herstructurering

 

IAS 37.71, 84(a)

43

 

210

Lopende juridische zaken en belastinggeschillen

 

IAS 37. Bijlage C. Voorbeelden 6 en 10

43

 

220

Verstrekte toezeggingen en garanties

BAD art 24-25, 33(1)

IAS 37. Bijlage C.9

43

 

230

Overige bepalingen

 

 

43

 

240

Belastingverplichtingen

 

IAS 1.54(n-o)

 

 

250

Actuele belastingverplichtingen

 

IAS 1.54(n); IAS 12.5

 

 

260

Uitgestelde belastingverplichtingen

Vierde Richtlijn art. 43, lid 1, lid 11; VKV artikel 4, punt 108

IAS 1.54(o); IAS 12.5; VKV artikel 4, punt 108

 

 

270

Direct opvraagbaar aandelenkapitaal

 

IAS 32 IE 33; IFRIC 2; Bijlage V. Deel 2.9

 

 

280

Overige passiva

Bijlage V. Deel 2.10

Bijlage V. Deel 2.10

 

 

290

Verplichtingen die deel uitmaken van voor verkoop aangehouden groepen activa die worden afgestoten

 

IAS 1.54 (p); IFRS 5.38, Bijlage V. Deel 2.11

 

 

300

TOTAAL PASSIVA

 

IAS 1.9(b);IG 6

 

 

1.3   Aandelenvermogen

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Uitsplitsing in tabel

Boekwaarde

010

010

Kapitaal

BAD art. 4, Verplichtingen(9); BAD art. 22

IAS 1.54(r), BAD art. 22

46

 

020

Gestort kapitaal

BAD art 4. Verplichtingen(9)

IAS 1.78(e)

 

 

030

Opgevraagd niet-gestort kapitaal

BAD art 4. Verplichtingen(9)

IAS 1.78(e); Bijlage V. Deel 2.14

 

 

040

Agio

BAD art 4. Verplichtingen(10) VKV art. 4, punt 124

IAS 1.78(e) VKV art. 4, punt 124

46

 

050

Uitgegeven aandeleninstrumenten anders dan kapitaal

Bijlage V. Deel 2.15-16

Bijlage V. Deel 2.15-16

46

 

060

Aandelencomponent van samengestelde financiële instrumenten

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 5 bis; Bijlage V. Deel 2.15

IAS 32.28-29; Bijlage V. Deel 2.15

 

 

070

Overige uitgegeven aandeleninstrumenten

Bijlage V. Deel 2.16

Bijlage V. Deel 2.16

 

 

080

Ander aandelenvermogen

Bijlage V. Deel 2.17

IFRS 2.10; Bijlage V. Deel 2.17

 

 

090

Gecumuleerde overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

VKV art. 4, punt 100

VKV art. 4, punt 100

46

 

095

Posten die niet opnieuw worden ingedeeld bij winst of verlies

 

IAS 1.82 A (a)

 

 

100

Materiële vaste activa

 

IAS 16,39-41

 

 

110

Immateriële activa

 

IAS 38,85-87

 

 

120

Actuariële winsten of (-) verliezen over op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenverplichtingen

 

IAS 1.7

 

 

122

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

 

IFRS 5.38, IG voorbeeld 12

 

 

124

Aandeel van overige opgenomen baten en lasten van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

 

IAS 1.82(h); IAS 28.11

 

 

128

Posten die opnieuw kunnen worden ingedeeld bij winst of verlies

 

IAS 1.82A(a)

 

 

130

Afdekking van nettodeelnemingen in buitenlandse activiteiten [effectieve deel]

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis

IAS 39.102(a)

 

 

140

Omrekening valuta

BAD art. 39, lid 6

IAS 21.52(b); IAS 21.32, AG 38-49

 

 

150

Afdekkingsderivaten. Kasstroomafdekkingen [effectief deel]

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis;

IFRS 7.23(c); IAS 39.95-101

 

 

160

Voor verkoop beschikbare financiële activa

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis;

IFRS 7.20(a)(ii); IAS 39.55(b)

 

 

170

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

 

IFRS 5.38, IG voorbeeld 12

 

 

180

Aandeel van overige opgenomen baten en lasten van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

 

IAS 1.82(h); IAS 28.11

 

 

190

Ingehouden winsten

BAD art 4. Verplichtingen(13) VKV art. 4, punt 123

VKV art. 4, punt 123

 

 

200

Herwaarderingsreserves

BAD art 4. Verplichtingen(12)

IFRS 1.30, D5-D8; Bijlage V. Deel 2.18

 

 

201

Materiële vaste activa

Vierde Richtlijn art. 33, lid 1, onder c)

 

 

 

202

Aandeleninstrumenten

Vierde Richtlijn art. 33, lid 1, onder c)

 

 

 

203

Schuldbewijzen

Vierde Richtlijn art. 33, lid 1, onder c)

 

 

 

204

Overige:

Vierde Richtlijn art. 33, lid 1, onder c)

 

 

 

205

Reserves voor de reële waarde

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1

 

 

 

206

Afdekkingen van nettodeelnemingen in buitenlandse bedrijfsactiviteiten

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1; art. 42 quater, lid 1, onder b);

 

 

 

207

Afdekkingsderivaten. Kasstroomafdekkingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1; art. 42 quater, lid 1, onder a); VKV art. 30, onder a)

 

 

 

208

Afdekkingsderivaten Overige afdekkingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1; art. 42 quater, lid 1, onder a)

 

 

 

209

Niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in het aandelenvermogen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1; art. 42 quater, lid 2

 

 

 

210

Overige reserves

BAD art 4. Verplichtingen (11)-(13)

IAS 1.54; IAS 1.78(e)

 

 

215

Fondsen voor algemene bankrisico's [indien onder aandelenvermogen gepresenteerd]

BAD art 38.1; VKV artikel 4, punt 112; Bijlage V. Deel 1.38

 

 

 

220

Reserves of gecumuleerde verliezen op deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

Vierde Richtlijn art. 59.4; Bijlage V. Deel 2.19

IAS 28.11; Bijlage V. Deel 2.19

 

 

230

Overige

Bijlage V. Deel 2.19

Bijlage V. Deel 2.19

 

 

235

Eerste consolidatieverschillen

Zevende Richtlijn art. 19, lid 1, onder c)

 

 

 

240

(-) Eigen aandelen

Vierde Richtlijn. Activa C (III)(7), D (III)(2); Bijlage V. Deel 2.20

IAS 1.79(a) (vi); IAS 32.33-34, AG 14, AG 36; Bijlage V. Deel 2.20

46

 

250

Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen winsten of verliezen

BAD art 4. Verplichtingen(14)

IAS 27.28; IAS 1.81 B(b) (ii)

2

 

260

(-) Tussentijds dividend

VKV art. 26, lid 2, onder b)

IAS 32.35

 

 

270

Minderheidsbelangen [belangen zonder zeggenschap]

Zevende Richtlijn art. 21

IAS 27.4; IAS 1.54(q); IAS 27.27

 

 

280

Gecumuleerde overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

VKV art. 4, punt 100

IAS 27.27-28; VKV art. 4, punt 100

46

 

290

Overige posten

 

IAS 27.27-28

46

 

300

TOTALE AANDELENVERMOGEN

 

IAS 1.9(c), IG 6

46

 

310

TOTALE AANDELENVERMOGEN EN TOTALE VERPLICHTINGEN

BAD art 4. Verplichtingen

IAS 1.IG6

 

 

2.   Winst- en verliesrekening

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Uitsplitsing in tabel

Lopende periode

010

010

Rentebaten

BAD art 27. verticaal schema(1); Bijlage V. Deel 2.21

IAS 1.97; IAS 18.35(b) (iii); Bijlage V. Deel 2.21

16

 

020

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

 

IFRS 7.20(a)(i), B5(e); Bijlage V. Deel 2.24

 

 

030

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

 

IFRS 7.20(a)(i), B5(e)

 

 

040

Voor verkoop beschikbare financiële activa

 

IFRS 7.20(b); IAS 39.55(b); IAS 39.9

 

 

050

Leningen en vorderingen

 

IFRS 7.20(b); IAS 39.9, 39.46(a)

 

 

060

Tot het einde van de looptijd aangehouden beleggingen

 

IFRS 7.20(b); IAS 39.9, 39.46(b)

 

 

070

Derivaten – hedge accounting, renterisico

 

IAS 39.9; Bijlage V. Deel 2.23

 

 

080

Overige activa

 

Bijlage V. Deel 2.25

 

 

090

(Rentelasten)

BAD art 27. verticaal schema(2); Bijlage V. Deel 2.21

IAS 1.97; Bijlage V. Deel 2.21

16

 

100

(Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen)

 

IFRS 7.20(a)(i), B5(e); Bijlage V. Deel 2.24

 

 

110

(Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening)

 

IFRS 7.20(a)(i), B5(e)

 

 

120

(Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen)

 

IFRS 7.20(b); IAS 39.47

 

 

130

(Derivaten – hedge accounting, renterisico)

 

IAS 39.9; Bijlage V. Deel 2.23

 

 

140

(Overige verplichtingen)

 

Bijlage V. Deel 2.26

 

 

150

(Lasten uit direct opvraagbaar aandelenkapitaal)

 

IFRIC 2.11

 

 

160

Dividendinkomsten

BAD art 27, verticaal schema(3); Bijlage V. Deel 2.28

IAS 18.35(b)(v); Bijlage V. Deel 2.28

 

 

170

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

 

IFRS 7.20(a)(i), B5(e)

 

 

180

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

 

IFRS 7.20(a)(i), B5(e); IAS 39.9

 

 

190

Voor verkoop beschikbare financiële activa

 

IFRS 7.20(a)(ii); IAS 39.9, 39.55(b)

 

 

200

Baten uit vergoedingen en provisies

BAD art 27, verticaal schema(4)

IFRS 7.23(c)

22

 

210

(Vergoedings- en provisielasten)

BAD art 27, verticaal schema(5)

IFRS 7.20(c)

22

 

220

Winsten of (-) verliezen bij verwijdering uit de balans van financiële activa en verplichtingen die niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, netto

BAD art 27, verticaal schema(6)

IFRS 7.20(a)(ii-v); Bijlage V. Deel 2.97

16

 

230

Voor verkoop beschikbare financiële activa

 

IFRS 7.20(a)(ii); IAS 39.9, 39.55(b)

 

 

240

Leningen en vorderingen

 

IFRS 7.20(a)(iv); IAS 39.9, 39.56

 

 

250

Tot het einde van de looptijd aangehouden beleggingen

 

IFRS 7.20(a)(iii); IAS 39.9, 39.56

 

 

260

Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen

 

IFRS 7.20(a)(v); IAS 39.56

 

 

270

Overige

 

 

 

 

280

Winsten of (-) verliezen uit financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, netto

BAD art 27, verticaal schema(6)

IFRS 7.20(a)(i); IAS 39.55(a)

16

 

285

Winsten of (-) verliezen uit financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, netto

BAD art 27, verticaal schema(6)

 

16

 

290

Winsten of (-) verliezen uit financiële activa en verplichtingen die zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, netto

BAD art 27, verticaal schema(6)

IFRS 7.20(a)(i); IAS 39.55(a)

16, 45

 

295

Winsten of (-) verliezen op financiële activa en verplichtingen die voor niet-handelsdoeleinden worden aangehouden, netto

BAD art 27, verticaal schema(6)

 

16

 

300

Winsten of (-) verliezen voortvloeiende uit afdekkingstransacties, netto

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis, art. 42 quater, lid 1, onder a)

IFRS 7.24; Bijlage V. Deel 2.30

16

 

310

Wisselkoersverschillen [winsten of (-) verliezen], netto

BAD art 39

IAS 21.28, 52(a)

 

 

320

Winsten of (-) verliezen bij verwijdering uit de balans van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen, netto

BAD art 27, verticaal schema (13)-(14)

 

 

 

330

Winsten of (-) verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa, netto

 

IAS 1.34

45

 

340

Overige bedrijfsopbrengsten

BAD art 27, verticaal schema(7); Bijlage V. Deel 2.141-143

Bijlage V. Deel 2.141-143

45

 

350

(Overige bedrijfskosten)

BAD art 27, verticaal schema(10); Bijlage V. Deel 2.141-143

Bijlage V. Deel 2.141-143

45

 

355

TOTALE BEDRIJFSOPBRENGSTEN, NETTO

 

 

 

 

360

(Administratieve lasten)

BAD art 27, verticaal schema(8)

 

 

 

370

(Personeelslasten)

BAD art 27, verticaal schema(8)(a)

IAS 19.7; IAS 1.102, IG 6

44

 

380

(Overige administratieve lasten)

BAD art 27, verticaal schema(8)(b)

 

 

 

390

(Afschrijving)

 

IAS 1.102, 104

 

 

400

(Materiële vaste activa)

BAD art 27, verticaal schema(9)

IAS 1.104; IAS 16.73(e)(vii)

 

 

410

(Vastgoedbeleggingen)

BAD art 27, verticaal schema(9)

IAS 1.104; IAS 40.79(d)(iv)

 

 

415

(Goodwill)

BAD art 27, verticaal schema(9)

 

 

 

420

(Overige immateriële activa)

BAD art 27, verticaal schema(9)

IAS 1.104; IAS 38.118(e)(vii)

 

 

430

(Voorzieningen of (-) terugneming van voorzieningen)

 

IAS 37.59, 84; IAS 1.98(b)(f)(g)

43

 

440

(Verstrekte toezeggingen en garanties)

BAD art 27, verticaal schema (11)-(12)

 

 

 

450

(Overige voorzieningen)

 

 

 

 

455

(Verhoging of (-) verlaging van het fonds voor algemene bankrisico's, netto)

BAD art 38.2

 

 

 

460

(Bijzondere waardevermindering of (-) terugneming van bijzondere waardeverminderingen van financiële activa die niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening)

BAD art 35-37

IFRS 7.20(e)

16

 

470

(Financiële activa gewaardeerd tegen kostprijs)

 

IFRS 7.20(e) IAS 39.66

 

 

480

(Financiële activa beschikbaar voor verkoop)

 

IFRS 7.20(e); IAS 39.67

 

 

490

(Leningen en kortlopende vorderingen)

 

IFRS 7.20(e); IAS 39.63

 

 

500

(Tot het einde van de looptijd aangehouden beleggingen)

 

IFRS 7.20(e); IAS 39.63

 

 

510

(Bijzondere waardevermindering of (-) terugneming van bijzondere waardeverminderingen van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen)

BAD art 27, verticaal schema (13)-(14)

IAS 28.40-43

16

 

520

(Bijzondere waardeverminderingen of (-) terugneming van bijzondere waardeverminderingen van niet-financiële activa)

 

IAS 36.126(a)(b)

16

 

530

(Materiële vaste activa)

BAD art 27, verticaal schema(9)

IAS 16.73(e)(v-vi)

 

 

540

(Vastgoedbeleggingen)

BAD art 27, verticaal schema(9)

IAS 40.79(d)(v)

 

 

550

(Goodwill)

BAD art 27, verticaal schema(9)

IFRS 3. Bijlage B67(d)(v); IAS 36.124

 

 

560

(Overige immateriële activa)

BAD art 27, verticaal schema(9)

IAS 38.118 (e)(iv)(v)

 

 

570

(Overige)

 

IAS 36.126(a)(b)

 

 

580

Negatieve goodwill verantwoord in de winst-en-verliesrekening

Zevende Richtlijn art. 31

IFRS 3. Bijlage B64(n)(i)

 

 

590

Aandeel van winst of (-) verlies van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

BAD art 27, verticaal schema (13)-(14)

IAS 1.82(c)

 

 

600

Winsten of (-) verliezen uit als voor verkoop aangehouden geclassificeerde en niet als beëindigde bedrijfsactiviteiten omschreven vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

 

IFRS 5.37; Bijlage V. Deel 2.27

 

 

610

WINST OF (-) VERLIES VÓÓR BELASTING UIT DOORLOPENDE ACTIVITEITEN

 

IAS 1.102, IG 6; IFRS 5.33 A;

 

 

620

(Belastinglasten of (-) -baten in verband met winst en verlies uit doorlopende activiteiten)

BAD art 27, verticaal schema(15)

IAS 1.82(d); IAS 12.77

 

 

630

WINST OF (-) VERLIES NA BELASTING UIT DOORLOPENDE ACTIVITEITEN

BAD art 27, verticaal schema(16)

IAS 1, IG 6

 

 

632

Buitengewone winst of (-) verlies na belasting

BAD art 27, verticaal schema(21)

 

 

 

633

Buitengewone winst of verlies vóór belasting

BAD art 27, verticaal schema(19)

 

 

 

634

(Belastinglasten of (-) -baten in verband met buitengewone winst of verlies)

BAD art 27, verticaal schema(20)

 

 

 

640

Winst of (-) verlies na belasting uit beëindigde activiteiten

 

IAS 1.82(e); IFRS 5.33(a), 5.33 A

 

 

650

Winst of (-) verlies vóór belasting uit beëindigde activiteiten

 

IFRS 5.33(b)(i)

 

 

660

(Belastinglasten of (-) -baten in verband met beëindigde activiteiten)

 

IFRS 5.33 (b)(ii),(iv)

 

 

670

WINST OF (-) VERLIES OVER HET JAAR

BAD art 27, verticaal schema(23)

IAS 1.81A(a)

 

 

680

Aan minderheidsbelangen [belangen zonder zeggenschap] toe te rekenen

 

IAS 1.83(a)(i)

 

 

690

Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen

 

IAS 1.81 B(b) (ii)

 

 

3.   Overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

 

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Lopende periode

010

010

Winst of (-) verlies over het jaar

IAS 1.7, 81(b), 83(a), IG6

 

020

Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

IAS 1.7, 81(b), IG6

 

030

Posten die niet opnieuw worden ingedeeld bij winst of verlies

IAS 1.82 A (a)

 

040

Materiële activa

IAS 1.7, IG6; IAS 16.39-40

 

050

Immateriële activa

IAS 1.7; IAS 38.85-86

 

060

Actuariële winsten of (-) verliezen over op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenverplichtingen

IAS 1.7, IG6; IAS 19.93A

 

070

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IFRS 5.38

 

080

Deel van de overige opgevoerde baten en lasten van op basis van de vermogensmutatiemethode verantwoorde entiteiten

IAS 1.82(h), IG6; IAS 28.11

 

090

Inkomstenbelasting gerelateerd aan posten die niet opnieuw worden ingedeeld

IAS 1.91(b); Bijlage V. Deel 2.31

 

100

Posten die opnieuw kunnen worden ingedeeld bij winst of verlies

IAS 1.82 A(b)

 

110

Afdekking van nettodeelnemingen in buitenlandse activiteiten [effectieve deel]

IAS 39.102(a)

 

120

Waarderingswinsten of (-) -verliezen geboekt onder aandelenvermogen

IAS 39.102(a)

 

130

Overgeboekt naar winst-en-verliesrekening

IAS 1.7, 92-95; IAS 39.102(a)

 

140

Andere herindelingen

 

 

150

Omrekening valuta

IAS 1.7, IG6; IAS 21.52(b)

 

160

Omrekeningswinsten of (-) -verliezen geboekt onder aandelenvermogen

IAS 21.32, AG 38-47

 

170

Overgeboekt naar winst-en-verliesrekening

IAS 1.7, 92-95; IAS 21,48-49

 

180

Andere herindelingen

 

 

190

Kasstroomafdekkingen [effectief deel]

IAS 1.7, IG6; IFRS 7.23(c); IAS 39.95(a)-96

 

200

Waarderingswinsten of (-) -verliezen geboekt onder aandelenvermogen

IAS 1.IG6; IAS 39.95(a)-96

 

210

Overgeboekt naar winst-en-verliesrekening

IAS 1.7, 92-95, IG6; IAS 39.97-101

 

220

Overgeboekt naar aanvankelijke boekwaarde van afgedekte posten

IAS 1.IG6; IAS 39.97-101

 

230

Andere herindelingen

 

 

240

Voor verkoop beschikbare financiële activa

IAS 1.7, IG 6; IFRS 7.20(a)(ii); IAS 1.IG6; IAS 39.55(b)

 

250

Waarderingswinsten of (-) -verliezen geboekt onder aandelenvermogen

IFRS 7.20(a)(ii); IAS 1.IG6; IAS 39.55(b)

 

260

Overgeboekt naar winst-en-verliesrekening

IFRS 7.20(a)(ii); IAS 1.7, IAS 1.92-95, IAS 1.IG6; IAS 39.55(b)

 

270

Andere herindelingen

IFRS 5.IG voorbeeld 12

 

280

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IFRS 5.38

 

290

Waarderingswinsten of (-) -verliezen geboekt onder aandelenvermogen

IFRS 5.38

 

300

Overgeboekt naar winst-en-verliesrekening

IAS 1.7, 92-95; IFRS 5.38

 

310

Andere herindelingen

IFRS 5.IG voorbeeld 12

 

320

Aandeel van overige opgenomen baten en lasten van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 1.82(h), IG6; IAS 28.11

 

330

Inkomstenbelasting gerelateerd aan posten die opnieuw kunnen worden ingedeeld bij winst of (-) verlies

IAS 1.91(b), IG6; Bijlage V. Deel 2.31

 

340

Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor het jaar

IAS 1.7, 81A(a), IG6

 

350

Aan minderheidsbelang [belang zonder zeggenschap] toe te rekenen

IAS 1.83(b)(i), IG6

 

360

Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen

IAS 1.83(b)(ii), IG6

 

4.   Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij

4.1   Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekwaarde

Gecumuleerde veranderingen van de reële waarde als gevolg van kredietrisico’s

Bijlage V. Deel 2.46

010

020

010

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

020

waarvan: tegen kostprijs

 

IAS 39.46(c)

 

 

030

waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

040

waarvan: andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

050

waarvan: niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

060

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

070

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

080

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

090

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

100

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

110

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

130

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

140

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

150

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

160

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

170

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

180

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

4.2   Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekwaarde

Gecumuleerde veranderingen van de reële waarde als gevolg van kredietrisico’s

IFRS 7.9 (c); Bijlage V. Deel 2.46

010

020

010

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

020

waarvan: tegen kostprijs

 

IAS 39.46(c)

 

 

030

waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

040

waarvan: andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

050

waarvan: niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

060

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

070

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

080

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

090

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

100

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

110

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

130

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

140

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

150

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

160

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

170

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

180

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

190

VIA DE WINST-EN-VERLIESREKENING TEGEN REËLE WAARDE GEWAARDEERDE FINANCIËLE ACTIVA

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

 

 

4.3   Financiële activa beschikbaar voor verkoop

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekwaarde van niet aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa

Boekwaarde van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa

Boekwaarde

Gecumuleerde bijzondere waardevermindering

IAS 39.58-62

Bijlage V. Deel 2.34

Bijlage V. Deel 2.46

010

020

030

040

010

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

 

 

020

waarvan: tegen kostprijs

 

IAS 39.46(c)

 

 

 

 

030

waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

040

waarvan: andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

050

waarvan: niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

060

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

070

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

080

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

090

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

100

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

110

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

130

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

140

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

150

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

160

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

170

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

180

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

 

 

190

FINANCIËLE ACTIVA BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(d); IAS 39.9

 

 

 

 

4.4   Leningen en kortlopende vorderingen en tot het einde van de looptijd aangehouden deelnemingen

 

 

 

Niet aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa [brutoboekwaarde]

Aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa [brutoboekwaarde]

Specifieke voorzieningen voor individueel beoordeelde financiële activa

Specifieke voorzieningen voor collectief beoordeelde financiële activa

Collectieve voorzieningen voor geleden maar niet gerapporteerde verliezen

Boekwaarde

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

 

IFRS 7.37(b); IFRS 7.IG 29 (a); IAS 39.58-59

IAS 39.AG 84-92; Bijlage V. Deel 1.31

IAS 39.AG 84-92; Bijlage V. Deel 2.37

IAS 39.AG 84-92; Bijlage V. Deel 2.38

Bijlage V. Deel 2.39

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

 

 

 

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 2.37

Bijlage V. Deel 2.38

Bijlage V. Deel 2.39

 

010

020

030

040

050

060

010

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

020

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

030

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

040

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

050

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

060

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

070

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

080

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

090

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

100

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

110

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

120

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

130

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

140

LENINGEN EN VORDERINGEN

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 4, onder b), lid 5 bis; IAS 39.9

IAS 39.9 AG 16, AG26; Bijlage V. Deel 1.16

 

 

 

 

 

 

150

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

160

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

170

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

180

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

190

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

200

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

210

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

220

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

230

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

240

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

250

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

260

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

270

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

280

TOT HET EINDE VAN DE LOOPTIJD AANGEHOUDEN

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 4, onder a), lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8 (c); IAS 39.9, AG16, AG26;

 

 

 

 

 

 

4.5   Achtergestelde financiële activa

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekwaarde

010

010

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

020

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

030

[VOOR DE UITGEVENDE INSTELLING] ACHTERGESTELDE FINANCIËLE ACTIVA

Bijlage V. Deel 2.40, 54

Bijlage V. Deel 2.40, 54

 

4.6   Financiële activa in de handelsportefeuille

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Boekwaarde

Gecumuleerde veranderingen van de reële waarde als gevolg van kredietrisico’s

 

Bijlage V. Deel 2.46

010

020

010

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

 

020

waarvan: niet-genoteerd

 

 

 

030

waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

040

waarvan: andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

050

waarvan: niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

060

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

070

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

080

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

090

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

100

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

110

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

130

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

140

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

150

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

160

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

170

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

180

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

4.7   Niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Boekwaarde

Gecumuleerde veranderingen van de reële waarde als gevolg van kredietrisico’s

 

Bijlage V. Deel 2.46

010

020

010

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

 

020

waarvan: niet-genoteerd

 

 

 

030

waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

040

waarvan: andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

050

waarvan: niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

060

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

070

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

080

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

090

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

100

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

110

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

130

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

140

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

150

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

160

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

170

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

180

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

190

NIET-AFGELEIDE FINANCIËLE ACTIVA IN DE HANDELSPORTEFEUILLE, GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN IN DE WINST-EN-VERLIESREKENING

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 4

 

 

4.8   Niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille, gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in het aandelenvermogen

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Boekwaarde

Gecumuleerde veranderingen van de reële waarde als gevolg van kredietrisico’s

 

Bijlage V. Deel 2.46

010

020

010

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

 

020

waarvan: niet-genoteerd

 

 

 

030

waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

040

waarvan: andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

050

waarvan: niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

060

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

070

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

080

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

090

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

100

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

110

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

130

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

140

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

150

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

160

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

170

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

180

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

190

NIET-AFGELEIDE FINANCIËLE ACTIVA IN DE NIET-HANDELSPORTEFEUILLE, GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN IN HET AANDELENVERMOGEN

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1; art. 42 quater, lid 2

 

 

4.9   Op basis van een kostprijsmethode gewaardeerde schuldinstrumenten in de niet-handelsportefeuille

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Niet aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa

Aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa [brutoboekwaarde]

Specifieke voorzieningen voor kredietrisico's

Algemene voorzieningen voor kredietrisico's

Boekwaarde

 

VKV art. 4, punt 95

VKV art. 4, punt 95

VKV art. 4, punt 95

Bijlage V. Deel 2.39

010

020

030

040

050

010

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

020

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

030

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

040

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

050

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

060

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

070

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

080

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

090

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

100

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

110

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

120

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

130

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

140

OP BASIS VAN EEN KOSTPRIJSMETHODE GEWAARDEERDE SCHULDINSTRUMENTEN IN DE NIET-HANDELSPORTEFEUILLE

BAD art. 37.1; art. 42 bis, lid 4, onder b)

 

 

 

 

 

4.10   Overige financiële activa in de niet-handelsportefeuille, niet zijnde derivaten

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Boekwaarde

010

010

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

020

waarvan: niet-genoteerd

 

 

030

waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

040

waarvan: andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

050

waarvan: niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

060

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

070

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

080

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

090

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

100

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

110

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

130

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

140

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

150

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

160

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

170

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

180

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

190

OVERIGE FINANCIËLE ACTIVA IN DE NIET-HANDELSPORTEFEUILLE, NIET ZIJNDE DERIVATEN

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1; art. 42 quater, lid 2

 

5.   Uitsplitsing van leningen en voorschotten naar product

 

 

 

Centrale banken

Overheden

Kredietinstellingen

Overige financiële ondernemingen

Niet-financiële vennootschappen

Huishoudens

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

010

020

030

040

050

060

Naar product

010

Opvraagbaar [call] en korte termijn [current account]

Bijlage V. 2.41(a)

 

 

 

 

 

 

020

Schuld op kredietkaarten

Bijlage V. Deel 2.41(b)

 

 

 

 

 

 

030

Handelsvorderingen

Bijlage V. Deel 2.41(c)

 

 

 

 

 

 

040

Financiële leases

Bijlage V. Deel 2.41(d)

 

 

 

 

 

 

050

Omgekeerde retrocessieovereenkomsten

Bijlage V. Deel 2.41(e)

 

 

 

 

 

 

060

Leningen met andere voorwaarden

Bijlage V. Deel 2.41(f)

 

 

 

 

 

 

070

Voorschotten die geen leningen zijn

Bijlage V. Deel 2.41(g)

 

 

 

 

 

 

080

LENINGEN EN VOORSCHOTTEN

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

Naar zekerheid

090

waarvan: hypotheekleningen [door vastgoed gedekte leningen]

Bijlage V. Deel 2.41(h)

 

 

 

 

 

 

100

waarvan: overige tegen zekerheid verstrekte leningen

Bijlage V. Deel 2.41(i)

 

 

 

 

 

 

Naar doeleinde

110

waarvan: consumptief krediet

Bijlage V. Deel 2.41(j)

 

 

 

 

 

 

120

waarvan: lening voor huisaankoop

Bijlage V. Deel 2.41(k)

 

 

 

 

 

 

Naar rangorde

130

waarvan: leningen voor projectfinanciering

Bijlage V. Deel 2.41(l)

 

 

 

 

 

 

6.   Uitsplitsing van leningen en voorschotten aan niet-financiële ondernemingen

 

 

Niet-financiële ondernemingen

 

Brutoboekwaarde

Waarvan: niet renderende

Gecumuleerde waardevermindering of gecumuleerde veranderingen van de reële waarde als gevolg van kredietrisico’s

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Bijlage V. Deel 2.45

Bijlage V. Deel 2 145-162

Bijlage V. Deel 2.46

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Bijlage V. Deel 2.45

Bijlage V. Deel 2 145-162

Bijlage V. Deel 2.46

 

010

012

020

010

A

Landbouw, bosbouw en visserij

NACE-verordening

 

 

 

020

B

Winning van delfstoffen

NACE-verordening

 

 

 

030

C

Industrie

NACE-verordening

 

 

 

040

D

Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht

NACE-verordening

 

 

 

050

E

Distributie van water

NACE-verordening

 

 

 

060

F

Bouwnijverheid

NACE-verordening

 

 

 

070

G

Groot- en detailhandel

NACE-verordening

 

 

 

080

H

Vervoer en opslag

NACE-verordening

 

 

 

090

I

Verschaffen van accommodatie en maaltijden

NACE-verordening

 

 

 

100

J

Informatie en communicatie

NACE-verordening

 

 

 

110

L

Exploitatie van en handel in vastgoed

NACE-verordening

 

 

 

120

M

Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten

NACE-verordening

 

 

 

130

N

Administratieve en ondersteunende diensten

NACE-verordening

 

 

 

140

O

Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen

NACE-verordening

 

 

 

150

P

Onderwijs

NACE-verordening

 

 

 

160

Q

Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening

NACE-verordening

 

 

 

170

R

Kunst, amusement en recreatie

NACE-verordening

 

 

 

180

S

Overige diensten

NACE-verordening

 

 

 

190

LENINGEN EN VOORSCHOTTEN

Bijlage V. Deel 1.24, 27, 2.42-43

 

 

 

7.   Aan een bijzondere waardevermindering onderhevige financiële activa die vervallen zijn of een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Achterstallig maar niet in waarde verminderd

Boekwaarde van de aan een bijzondere waardeverminderding onderhevige activa

Specifieke voorzieningen voor individueel beoordeelde financiële activa

Specifieke voorzieningen voor collectief beoordeelde financiële activa

Collectieve voorzieningen voor geleden maar niet gerapporteerde verliezen

Specifieke voorzieningen voor kredietrisico's

Algemene voorzieningen voor kredietrisico's

Algemene voorziening voor bankrisico's

Gecumuleerde afschrijvingen

≤ 30 dagen

> 30 dagen ≤ 60 dagen

> 60 dagen ≤ 90 dagen

> 90 dagen ≤ 180 dagen

> 180 dagen ≤ 1 jaar

> 1 jaar

IFRS 7.37(a); IG 26-28; Bijlage V. Deel 2.47-48

IAS 39.58-70

IAS 39.AG 84-92; IFRS 7.37(b); Bijlage V. Deel 2.36

IAS 39.AG 84-92; Bijlage V. Deel 2.37

IAS 39 AG 84-92; Bijlage V. Deel 2.38

 

IAS 39 AG 84-92; IFRS 7.16,37(b); B5(d); Bijlage V. Deel 2.49-50

VKV art. 4, punt 95; Bijlage V. Deel 2.47-48

VKV art. 4, punt 95

VKV art. 4, punt 95; Bijlage V. Deel 2.36

VKV art. 4, punt 95; Bijlage V. Deel 2.37

VKV art. 4, punt 95; Bijlage V. Deel 2.38

VKV art. 4, punt 95

VKV art. 4, punt 95

BAD art 37.2; VKV art. 4, punt 95

VKV art. 4, punt 95; Bijlage V. Deel 2.49-50

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

102

103

104

110

010

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

waarvan: tegen kostprijs

 

IAS 39.46(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

waarvan: andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

waarvan: niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Leningen en voorschotten naar product, naar zekerheid en naar rangorde

200

Opvraagbaar [call] en korte termijn [current account]

Bijlage V. 2.41(a)

Bijlage V. 2.41(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Schuld op kredietkaarten

Bijlage V. Deel 2.41(b)

Bijlage V. Deel 2.41(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Handelsvorderingen

Bijlage V. Deel 2.41(c)

Bijlage V. Deel 2.41(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Financiële leases

Bijlage V. Deel 2.41(d)

Bijlage V. Deel 2.41(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Omgekeerde retrocessieovereenkomsten

Bijlage V. Deel 2.41(e)

Bijlage V. Deel 2.41(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Leningen met andere voorwaarden

Bijlage V. Deel 2.41(f)

Bijlage V. Deel 2.41(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

Voorschotten die geen leningen zijn

Bijlage V. Deel 2.41(g)

Bijlage V. Deel 2.41(g)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

waarvan: hypotheekleningen [door vastgoed gedekte leningen]

Bijlage V. Deel 2.41(h)

Bijlage V. Deel 2.41(h)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

waarvan: overige tegen zekerheid verstrekte leningen

Bijlage V. Deel 2.41(i)

Bijlage V. Deel 2.41(i)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

waarvan: consumptief krediet

Bijlage V. Deel 2.41(j)

Bijlage V. Deel 2.41(j)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

waarvan: lening voor huisaankoop

Bijlage V. Deel 2.41(k)

Bijlage V. Deel 2.41(k)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

waarvan: leningen voor projectfinanciering

Bijlage V. Deel 2.41(l)

Bijlage V. Deel 2.41(l)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8.   Uitsplitsing van financiële verplichtingen

8.1   Uitsplitsing van financiële verplichtingen naar product en naar sector van de tegenpartij

 

 

 

Boekwaarde

Gecumuleerde veranderingen van de reële waarde als gevolg van kredietrisico’s

Contractueel te betalen bedrag op vervaldag

Voor handelsdoeleinden aangehouden

Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening

Geamortiseerde kostprijs

Handel

Op basis van een kostprijsmethode

Hedge accounting

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

IFRS 7.8 (e) (ii); IAS 39.9, AG 14-15

IFRS 7.8 (e) (i); IAS 39.9

IFRS 7.8(f); IAS 39.47

 

 

IFRS 7.22(b); IAS 39.9

VKV art. 33, lid 1, onder b), art. 33, lid 1, onder c)

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

 

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9, AG 14-15

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 3, lid 5 bis; IAS 39.47

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 3; Bijlage V. Deel 1.15

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 3

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis, art. 42 quater, lid 1, onder a)

VKV art. 33, lid 1, onder b), art. 33, lid 1, onder c)

ECB/2008/32 art 7(2)

 

010

020

030

034

035

037

040

050

010

Derivaten

VKV Bijlage II;

IAS 39.9, AG 15(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Shortposities

 

IAS 39 AG 15(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Rekeningen-courant / girale deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.1

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.1

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Deposito’s met overeengekomen looptijd

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.2

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.2

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Deposito’s met opzegtermijn

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.3; Bijlage V. Deel 1.51

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.3; Bijlage V. Deel 2.51

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Retrocessieovereenkomsten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.4

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.4

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Rekeningen-courant / girale deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.1

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.1

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Deposito’s met overeengekomen looptijd

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.2

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.2

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Deposito’s met opzegtermijn

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.3; Bijlage V. Deel 2.51

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.3; Bijlage V. Deel 2.51

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Retrocessieovereenkomsten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.4

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.4

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Rekeningen-courant / girale deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.1

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.1

 

 

 

 

 

 

 

 

180

Deposito’s met overeengekomen looptijd

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.2

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.2

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Deposito’s met opzegtermijn

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.3; Bijlage V. Deel 2.51

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.3; Bijlage V. Deel 2.51

 

 

 

 

 

 

 

 

200

Retrocessieovereenkomsten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.4

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.4

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Rekeningen-courant / girale deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.1

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.1

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Deposito’s met overeengekomen looptijd

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.2

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.2

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Deposito’s met opzegtermijn

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.3; Bijlage V. Deel 2.51

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.3; Bijlage V. Deel 2.51

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Retrocessieovereenkomsten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.4

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.4

 

 

 

 

 

 

 

 

260

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

270

Rekeningen-courant / girale deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.1

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.1

 

 

 

 

 

 

 

 

280

Deposito’s met overeengekomen looptijd

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.2

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.2

 

 

 

 

 

 

 

 

290

Deposito’s met opzegtermijn

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.3; Bijlage V. Deel 2.51

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.3; Bijlage V. Deel 2.51

 

 

 

 

 

 

 

 

300

Retrocessieovereenkomsten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.4

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.4

 

 

 

 

 

 

 

 

310

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

320

Rekeningen-courant / girale deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.1

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.1

 

 

 

 

 

 

 

 

330

Deposito’s met overeengekomen looptijd

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.2

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.2

 

 

 

 

 

 

 

 

340

Deposito’s met opzegtermijn

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.3; Bijlage V. Deel 2.51

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.3; Bijlage V. Deel 2.51

 

 

 

 

 

 

 

 

350

Retrocessieovereenkomsten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.4

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9.4

 

 

 

 

 

 

 

 

360

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31; Bijlage V. Deel 2.52

Bijlage V. Deel 1.31; Bijlage V. Deel 2.52

 

 

 

 

 

 

 

 

370

Depositocertificaten

Bijlage V. Deel 2.52(a)

Bijlage V. Deel 2.52(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

380

Effecten op onderpand van activa

VKV art. 4, punt 61

VKV art. 4, punt 61

 

 

 

 

 

 

 

 

390

Gedekte obligaties

VKV art. 129, lid 1

VKV art. 129, lid 1

 

 

 

 

 

 

 

 

400

Hybride contracten

Bijlage V. Deel 2.52(d)

IAS 39.10-11, AG27, AG29; IFRIC 9; Bijlage V. Deel 2.52(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

410

Overige uitgegeven schuldtitels

Bijlage V. Deel 2.52(e)

Bijlage V. Deel 2.52(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

420

Converteerbare samengestelde financiële instrumenten

 

IAS 32, AG 31

 

 

 

 

 

 

 

 

430

Niet-converteerbaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

440

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

 

 

 

 

 

 

 

450

FINANCIËLE VERPLICHTINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8.2   Achtergestelde financiële verplichtingen

 

 

 

Boekwaarde

Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening

Tegen geamortiseerde kostprijs

Op basis van een kostprijsmethode

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

IFRS 7.8 (e) (i); IAS 39.9

IFRS 7.8(f); IAS 39.47

 

Referenties nationale GAAP

 

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 3, lid 5 bis; IAS 39.47

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 3

 

010

020

030

010

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

 

 

020

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

 

 

 

030

ACHTERGESTELDE FINANCIËLE VERPLICHTINGEN

Bijlage V. Deel 2.53-54

Bijlage V. Deel 2.53-54

 

 

 

9.   Toegezegde leningen, financiële garanties en overige toezeggingen

9.1   Blootstellingen buiten de balanstelling: Toegezegde leningen, financiële garanties en overige gedane toezeggingen

 

Referenties nationale GAAP

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Nominaal bedrag

IFRS 7.36(a), B10(c)(d); VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.62

VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.62

010

010

Verstrekte toegezegde leningen

VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56-57

IAS 39.2 (h), 4 (a) (c), BC 15; VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56-57

 

021

waarvan: niet renderende

Bijlage V. Deel 2 145-162

Bijlage V. Deel 2 145-162

 

030

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

040

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

050

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

060

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

070

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

080

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

090

Verstrekte financiële garanties

VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56,58

IAS 39.9 AG 4, BC 21; IFRS 4 Bijlage A; VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56, 58

 

101

waarvan: niet renderende

Bijlage V. Deel 2 145-162

Bijlage V. Deel 2 145-162

 

110

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

120

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

130

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

140

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

150

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

160

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

170

Overige gedane toezeggingen

VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56, 59

VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56, 59

 

181

waarvan: niet renderende

Bijlage V. Deel 2 145-162

Bijlage V. Deel 2 145-162

 

190

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

200

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

210

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

220

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

230

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

240

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

9.2   Toegezegde leningen, financiële garanties en overige ontvangen toezeggingen

 

Referenties nationale GAAP

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Maximaal in aanmerking te nemen bedrag van de garantie

Nominaal bedrag

IFRS 7.36(b); Bijlage V. Deel 2.63

Bijlage V. Deel 2.63

Bijlage V. Deel 2.63

Bijlage V. Deel 2.63

010

020

010

Ontvangen toegezegde leningen

Bijlage V. Deel 2.56-57

IAS 39.2 (h), 4 (a) (c), BC 15; Bijlage V. Deel 2.56-57

 

 

020

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

030

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

040

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

050

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

060

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

070

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

080

Ontvangen financiële garanties

Bijlage V. Deel 2.56, 58

IAS 39.9 AG 4, BC 21; IFRS 4 Bijlage A; VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56, 58

 

 

090

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

100

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

110

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

120

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

130

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

140

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

150

Overige ontvangen toezeggingen

Bijlage V. Deel 2.56, 59

Bijlage V. Deel 2.56, 59

 

 

160

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

170

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

180

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

190

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

200

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

210

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

10.   Derivaten - Handel

Naar soort risico / Naar product of naar type markt

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekwaarde

Marktwaarde [modellenbenadering]

Notionele waarde

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

Positieve waarde. Handel

Negatieve waarde. Handel

Totaal handel

waarvan: verkocht

Bijlage V. Deel 2.69

Bijlage V. Deel 2.69

 

 

Bijlage V. Deel 2.70-71

Bijlage V. Deel 2.72

 

 

VKV art. 105

VKV art. 105

Bijlage V. Deel 2.70-71

Bijlage V. Deel 2.72

010

020

022

025

030

040

010

Rentevoet

Bijlage V. Deel 2.67(a)

Bijlage V. Deel 2.67(a)

 

 

 

 

 

 

020

waarvan: economische afdekkingen

Bijlage V. Deel 2.74

Bijlage V. Deel 2.74

 

 

 

 

 

 

030

Otc-opties

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Otc overige

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Aandelen

Bijlage V. Deel 2.67(b)

Bijlage V. Deel 2.67(b)

 

 

 

 

 

 

080

waarvan: economische afdekkingen

Bijlage V. Deel 2.74

Bijlage V. Deel 2.74

 

 

 

 

 

 

090

Otc-opties

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Otc overige

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Buitenlandse valuta en goud

Bijlage V. Deel 2.67(c)

Bijlage V. Deel 2.67(c)

 

 

 

 

 

 

140

waarvan: economische afdekkingen

Bijlage V. Deel 2.74

Bijlage V. Deel 2.74

 

 

 

 

 

 

150

Otc-opties

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Otc overige

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

 

 

 

180

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Ontvangsten

Bijlage V. Part 2.67(d)

Bijlage V. Part 2.67(d)

 

 

 

 

 

 

200

waarvan: economische afdekkingen

Bijlage V. Deel 2.74

Bijlage V. Deel 2.74

 

 

 

 

 

 

210

Kredietverzuimswap

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Creditspreadoptie

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Totaleopbrengstenswap

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Overige

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Grondstoffen

Bijlage V. Deel 2.67(e)

Bijlage V. Deel 2.67(e)

 

 

 

 

 

 

260

waarvan: economische afdekkingen

Bijlage V. Deel 2.74

Bijlage V. Deel 2.74

 

 

 

 

 

 

270

Overige

Bijlage V. Deel 2.67(f)

Bijlage V. Deel 2.67(f)

 

 

 

 

 

 

280

waarvan: economische afdekkingen

Bijlage V. Deel 2.74

Bijlage V. Deel 2.74

 

 

 

 

 

 

290

DERIVATEN

VKV Bijlage II; Bijlage V. Deel 1.15

IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

300

waarvan: Otc - kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(a), 2.75(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a), 2.75(a)

 

 

 

 

 

 

310

waarvan: Otc - overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d), 2.75(b)

Bijlage V. Deel 1.35(d), 2.75(b)

 

 

 

 

 

 

320

waarvan: Otc - overige

Bijlage V. Deel 2.75(c)

Bijlage V. Deel 2.75(c)

 

 

 

 

 

 

11.   Derivaten – Hedge accounting

11.1   Derivaten – Hedge accounting: Uitsplitsing naar soort risico en soort afdekking

Naar product of naar type markt

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekwaarde

Notionele waarde

Activa

Verplichtingen

Totaal afdekking

waarvan: verkocht

Bijlage V. Deel 2.69

Bijlage V. Deel 2.69

Bijlage V. Deel 2.70, 71

Bijlage V. Deel 2.72

010

020

030

040

010

Rentevoet

Bijlage V. Deel 2.67(a)

 

 

 

 

020

Otc-opties

 

 

 

 

 

030

Otc overige

 

 

 

 

 

040

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

050

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

060

Aandelen

Bijlage V. Deel 2.67(b)

 

 

 

 

070

Otc-opties

 

 

 

 

 

080

Otc overige

 

 

 

 

 

090

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

100

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

110

Buitenlandse valuta en goud

Bijlage V. Deel 2.67(c)

 

 

 

 

120

Otc-opties

 

 

 

 

 

130

Otc overige

 

 

 

 

 

140

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

150

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

160

Ontvangsten

Bijlage V. Part 2.67(d)

 

 

 

 

170

Kredietverzuimswap

 

 

 

 

 

180

Creditspreadoptie

 

 

 

 

 

190

Totaleopbrengstenswap

 

 

 

 

 

200

Overige

 

 

 

 

 

210

Grondstoffen

Bijlage V. Deel 2.67(e)

 

 

 

 

220

Overige

Bijlage V. Deel 2.67(f)

 

 

 

 

230

AFDEKKING REËLE WAARDE

IFRS 7.22(b); IAS 39.86(a)

 

 

 

 

240

Rentevoet

Bijlage V. Deel 2.67(a)

 

 

 

 

250

Otc-opties

 

 

 

 

 

260

Otc overige

 

 

 

 

 

270

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

280

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

290

Aandelen

Bijlage V. Deel 2.67(b)

 

 

 

 

300

Otc-opties

 

 

 

 

 

310

Otc overige

 

 

 

 

 

320

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

330

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

340

Buitenlandse valuta en goud

Bijlage V. Deel 2.67(c)

 

 

 

 

350

Otc-opties

 

 

 

 

 

360

Otc overige

 

 

 

 

 

370

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

380

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

390

Ontvangsten

Bijlage V. Part 2.67(d)

 

 

 

 

400

Kredietverzuimswap

 

 

 

 

 

410

Creditspreadoptie

 

 

 

 

 

420

Totaleopbrengstenswap

 

 

 

 

 

430

Overige

 

 

 

 

 

440

Grondstoffen

Bijlage V. Deel 2.67(e)

 

 

 

 

450

Overige

Bijlage V. Deel 2.67(f)

 

 

 

 

460

KASSTROOMAFDEKKING

IFRS 7.22(b); IAS 39.86(b)

 

 

 

 

470

AFDEKKING VAN NETTODEELNEMINGEN IN BUITENLANDSE ACTIVITEITEN

IFRS 7.22(b); IAS 39.86(c)

 

 

 

 

480

REËLEWAARDEAFDEKKINGEN VAN RENTERISICO IN PORTEFEUILLE

IAS 39.89A, IE 1-31

 

 

 

 

490

KASSTROOMAFDEKKINGEN VAN RENTERISICO IN PORTEFEUILLE

IAS 39 IG F6 1-3

 

 

 

 

500

DERIVATEN-HEDGE ACCOUNTING

IFRS 7.22(b); IAS 39.9

 

 

 

 

510

waarvan: Otc - kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(a), 2.75(a)

 

 

 

 

520

waarvan: Otc - overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d), 2.75(b)

 

 

 

 

530

waarvan: Otc - overige

Bijlage V. Deel 2.75(b)

 

 

 

 

11.2   Derivaten – Hedge accounting onder nationale GAAP: Uitsplitsing naar soort risico

Naar product of naar type markt

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Notionele waarde

Totaal afdekking

waarvan: verkocht

Bijlage V. Deel 2.70, 71

Bijlage V. Deel 2.72

010

020

010

Rentevoet

Bijlage V. Deel 2.67(a)

 

 

020

Otc-opties

 

 

 

030

Otc overige

 

 

 

040

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

050

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

060

Aandelen

Bijlage V. Deel 2.67(b)

 

 

070

Otc-opties

 

 

 

080

Otc overige

 

 

 

090

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

100

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

110

Buitenlandse valuta en goud

Bijlage V. Deel 2.67(b)

 

 

120

Otc-opties

 

 

 

130

Otc overige

 

 

 

140

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

150

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

160

Ontvangsten

Bijlage V. Part 2.67(d)

 

 

170

Kredietverzuimswap

 

 

 

180

Creditspreadoptie

 

 

 

190

Totaleopbrengstenswap

 

 

 

200

Overige

 

 

 

210

Grondstoffen

Bijlage V. Deel 2.67(e)

 

 

220

Overige

Bijlage V. Deel 2.67(f)

 

 

230

DERIVATEN-HEDGE ACCOUNTING

 

 

 

240

waarvan: Otc - kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(a), 2.75(a)

 

 

250

waarvan: Otc - overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d), 2.75(b)

 

 

260

waarvan: Otc - overige

Bijlage V. Deel 2.75(c)

 

 

12.   Wijzigingen in voorzieningen voor kredietverliezen en bijzondere waardevermindering van aandeleninstrumenten

 

Referenties nationale GAAP

VKV art. 428(i)

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

IFRS 7.16, B5 (d); VKV art. 428(i)

Beginsaldo

Toenamen als gevolg van bedragen die zijn gereserveerd voor geraamde verliezen op leningen gedurende het tijdvak

Afnamen als gevolg van teruggeboekte bedragen voor geraamde verliezen op leningen gedurende het tijdvak

Afnamen als gevolg van bedragen die ten laste worden gebracht van voorzieningen

Overdrachten tussen voorzieningen

Overige aanpassingen

Eindsaldo

Ontvangsten op afgeboekte vorderingen die rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen

Waardeaanpassingen die rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen

 

Bijlage V. Deel 2.77

Bijlage V. Deel 2.77

Bijlage V. Deel 2.78

 

 

 

 

Bijlage V. Deel 2.78

 

Bijlage V. Deel 2.77

Bijlage V. Deel 2.77

Bijlage V. Deel 2.78

 

 

 

 

Bijlage V. Deel 2.78

010

020

030

040

050

060

070

080

090

010

Aandeleninstrumenten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Specifieke voorzieningen voor individueel beoordeelde financiële activa

VKV art. 4, punt 95; Bijlage V. Deel 2.36

IAS 39.63-70 AG 84-92; IFRS 7.37(b); Bijlage V. Deel 2.36

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.26

Bijlage V. Deel 1.26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.27

Bijlage V. Deel 1.27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Specifieke voorzieningen voor collectief beoordeelde financiële activa

VKV art. 4, punt 95; Bijlage V. Deel 2.37

IAS 39.59, 64; Bijlage V. Deel 2.37

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.26

Bijlage V. Deel 1.26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.27

Bijlage V. Deel 1.27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

Collectieve voorzieningen voor geleden maar niet gerapporteerde verliezen op financiële activa

VKV art. 4, punt 95; Bijlage V. Deel 2.38

IAS 39.59, 64; Bijlage V. Deel 2.38

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.26

Bijlage V. Deel 1.26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.27

Bijlage V. Deel 1.27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

330

Specifieke voorzieningen voor kredietrisico's

VKV art. 428, onder g), ii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

340

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

350

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

360

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

370

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

380

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

390

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

400

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.17

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

410

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

420

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

430

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

440

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

450

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

460

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

470

Algemene voorzieningen voor kredietrisico's

VKV art. 4, punt 95

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

480

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

490

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

500

Algemene voorziening voor bankrisico's

BAD art 37.2; VKV art. 4, punt 95

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

510

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

520

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

530

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

13.   Ontvangen zekerheden en garanties

13.1   Uitsplitsing van leningen en voorschotten naar zekerheden en garanties

Garanties en zekerheden

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

 

Maximaal in aanmerking te nemen bedrag van de zekerheid of garantie

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Hypotheekleningen

[door vastgoed gedekte leningen]

Overige door zekerheid gedekte leningen

Ontvangen financiële garanties

 

Niet-zakelijk

Zakelijk

Contanten [uitgegeven schuldinstrumenten]

Overige

IFRS 7.36(b)

Bijlage V. Deel 2.81(a)

Bijlage V. Deel 2.81(a)

Bijlage V. Deel 2.81(b)

Bijlage V. Deel 2.81(b)

Bijlage V. Deel 2.81(c)

 

010

020

030

040

050

010

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 2.80

Bijlage V. Deel 2.81

 

 

 

 

 

020

Waarvan: Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

030

Waarvan: Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

040

Waarvan: Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

13.2   Zekerheden die zijn verkregen door uitwinning gedurende het tijdvak [aangehouden op de verslagdatum]

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekwaarde

010

010

Voor verkoop aangehouden vaste activa

 

IFRS 7.38(a)

 

020

Materiële vaste activa

 

IFRS 7.38(a)

 

030

Vastgoedbeleggingen

 

IFRS 7.38(a)

 

040

Aandelen- en schuldinstrumenten

 

IFRS 7.38(a)

 

050

Overige

 

IFRS 7.38(a)

 

060

Totaal

 

 

 

13.3   Zekerheden die zijn verkregen door uitwinning [materiële activa] gecumuleerd

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekwaarde

010

010

Executie [materiële activa]

Bijlage V. Deel 2.84

IFRS 7.38(a); Bijlage V. Deel 2.84

 

14.   Reëlewaardehiërarchie: tegen reële waarde gewaardeerde financiële instrumenten

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Reëlewaardehiërarchie IFRS 13.93 (b)

Verandering van de reële waarde gedurende het tijdvak Bijlage V. Deel 2.86

Gecumuleerde verandering van de reële waarde vóór belasting Bijlage V. Deel 2.87

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

Niveau 2

Niveau 3

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

IFRS 13.76

IFRS 13.81

IFRS 13.86

IFRS 13.81

IFRS 13.86, 93(f)

IFRS 13.76

IFRS 13.81

IFRS 13.86

010

020

030

040

050

060

070

080

ACTIVA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

010

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(a)(ii); IAS 39.9, AG 14

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Derivaten

VKV Bijlage II

IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Voor verkoop beschikbare financiële activa

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8 (h)(d); IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Derivaten – Hedge accounting

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; art. 42 quater, lid 1, onder a); IAS 39.9; Bijlage V. Deel 1.19

IFRS 7.22(b); IAS 39.9; Bijlage V. Deel 1.19

 

 

 

 

 

 

 

 

VERPLICHTINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9, AG 14-15

IFRS 7.8 (e) (ii); IAS 39.9, AG 14-15

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Derivaten

VKV Bijlage II

IAS 39.9, AG 15(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Shortposities

 

IAS 39. AG 15(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

180

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

 

 

 

 

 

 

 

 

200

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Financiële verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8 (e) (i); IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Derivaten – Hedge accounting

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis, art. 42 quater, lid 1, onder a) Bijlage V. Deel 1.19

IFRS 7.22(b); IAS 39.9; Bijlage V. Deel 1.19

 

 

 

 

 

 

 

 

15.   Verwijdering uit de balans en financiële verplichtingen in verband met overgedragen financiële activa

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Geheel in de balanstelling opgenomen overgedragen financiële activa

Overgedragen financiële activa die in de balanstelling zijn opgenomen voor zover de instelling erbij betrokken blijft

Uitstaande hoofdsom van overgedragen financiële activa die geheel uit de balanstelling zijn verwijderd en waarvoor de instelling beheerrechten behoudt

Bedragen uit de balans verwijderd met oog op kapitaalvereisten

Overgedragen activa

Gerelateerde verplichtingen

Bijlage V. Deel 2.89

Uitstaande hoofdsom van de oorspronkelijke activa

Boekwaarde van de activa die nog worden verantwoord [blijvende betrokkenheid]

Boekwaarde van gerelateerde verplichtingen

Boekwaarde

Waarvan: securitisaties

Waarvan: retrocessieovereenkomsten

Boekwaarde

Waarvan: securitisaties

Waarvan: retrocessieovereenkomsten

IFRS 7.42D.(e)

IFRS 7.42D.(e); VKV art. 4, punt 61

IFRS 7.42D.(e); Bijlage V. Deel 2.91, 92

IFRS 7.42D.(e)

IFRS 7.42D.(e)

IFRS 7.42D.(e); Bijlage V. Deel 2.91, 92

 

IFRS 7.42D.(f);

IFRS 7.42D.(f); Bijlage V. Deel 2.89

 

VKV art. 109; Bijlage V. Deel 2.90

 

VKV art. 4, punt 61

Bijlage V. Deel 2.91, 92

 

VKV art. 4, punt 61

Bijlage V. Deel 2.91, 92

 

 

 

 

VKV art. 109; Bijlage V. Deel 2.90

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

010

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(a)(ii); IAS 39.9, AG 14

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

041

Financiële activa in de handelsportefeuille

Bijlage V. Deel 1.15

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

042

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

043

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

044

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(d); IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

121

Niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

122

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

123

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

124

Leningen en voorschotten

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 4, onder b); deel 1.14, deel 3.35

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

125

Niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in het aandelenvermogen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1; art. 42 quater, lid 2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

126

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

127

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

128

Leningen en voorschotten

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 4, onder b); deel 1.14, deel 3.35

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Leningen en vorderingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 4, onder b), lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8 (c); IAS 39.9, AG16, AG26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Tot het einde van de looptijd aangehouden beleggingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 4, onder a), lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8 (b); IAS 39.9, AG16, AG26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

181

Op basis van een kostprijsmethode gewaardeerde schuldinstrumenten in de niet-handelsportefeuille

BAD art. 37.1; art 42 bis(4)(b); Bijlage V. Deel 1.16

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

182

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

183

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

184

Overige niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille

BAD art 35-37

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

185

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

186

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

187

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

16.   Uitsplitsing van geselecteerde posten in de winst-en-verliesrekening

16.1   Rentebaten en -lasten naar instrument en naar sector van de tegenpartij

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Lopende periode

Ontvangsten

Kosten

Bijlage V. Deel 2.95

Bijlage V. Deel 2.95

010

020

010

Derivaten - Handel

VKV Bijlage II; Bijlage V. Deel 2.96

IAS 39.9; Bijlage V. Deel 2.96

 

 

020

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.26

Bijlage V. Deel 1.26

 

 

030

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

040

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

050

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

060

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

070

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

080

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.27

Bijlage V. Deel 1.27

 

 

090

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

100

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

110

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

120

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

130

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

140

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

150

Overige activa

Bijlage V. Deel 1.51

Bijlage V. Deel 1.51

 

 

160

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9

 

 

170

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

180

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

190

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

200

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

210

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

220

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

230

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

 

 

240

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

 

250

Derivaten – Hedge accounting, renterisico

Bijlage V. Deel 2.95

Bijlage V. Deel 2.95

 

 

260

Overige verplichtingen

Bijlage V. Deel 2.10

Bijlage V. Deel 2.10

 

 

270

RENTE

BAD art 27, verticaal schema (1), (2)

IAS 18.35(b); IAS 1.97

 

 

16.2   Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van financiële activa en verplichtingen die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar instrument

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Lopende periode

010

010

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

020

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.26

Bijlage V. Deel 1.26

 

030

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.27

Bijlage V. Deel 1.27

 

040

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9

 

050

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

 

060

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

070

WINSTEN OF (-) VERLIEZEN BIJ VERWIJDERING UIT DE BALANS VAN FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN DIE NIET TEGEN REELE WAARDE ZIJN GEWAARDEERD MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN IN DE WINST-EN-VERLIESREKENING, NETTO

BAD art 27, verticaal schema(6)

IFRS 7.20(a)(v-vii); IAS 39.55(a)

 

16.3   Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, naar instrument

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Lopende periode

010

010

Derivaten

VKV Bijlage II

IAS 39.9

 

020

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

030

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.26

Bijlage V. Deel 1.26

 

040

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.27

Bijlage V. Deel 1.27

 

050

Shortposities

 

IAS 39. AG 15(b)

 

060

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9

 

070

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

 

080

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

090

WINSTEN OF (-) VERLIEZEN OP FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN DIE VOOR HANDELSDOELEINDEN WORDEN AANGEHOUDEN, NETTO

BAD art 27, verticaal schema(6)

IFRS 7.20(a)(i)

 

100

Derivaten

VKV Bijlage II

 

 

110

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

 

120

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.26

 

 

130

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.27

 

 

140

Shortposities

 

 

 

150

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9

 

 

160

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

 

 

170

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

 

180

WINSTEN OF (-) VERLIEZEN OP FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN DIE VOOR HANDELSDOELEINDEN WORDEN AANGEHOUDEN, NETTO

BAD art 27, verticaal schema(6)

 

 

16.4   Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, naar risico

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Lopende periode

010

010

Rente-instrumenten en gerelateerde derivaten

Bijlage V. Deel 2.99(a)

Bijlage V. Deel 2.99(a)

 

020

Aandeleninstrumenten en gerelateerde derivaten

Bijlage V. Deel 2.99(b)

Bijlage V. Deel 2.99(b)

 

030

Handel in vreemde valuta's en derivaten in verband met buitenlandse valuta's en goud

Bijlage V. Deel 2.99(c)

Bijlage V. Deel 2.99(c)

 

040

Kredietrisico-instrumenten en gerelateerde derivaten

Bijlage V. Part 2.99(d)

Bijlage V. Part 2.99(d)

 

050

Derivaten in verband met grondstoffen

Bijlage V. Deel 2.99(e)

Bijlage V. Deel 2.99(e)

 

060

Overige

Bijlage V. Deel 2.99(f)

Bijlage V. Deel 2.99(f)

 

070

WINSTEN OF (-) VERLIEZEN OP FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN DIE VOOR HANDELSDOELEINDEN WORDEN AANGEHOUDEN, NETTO

BAD art 27, verticaal schema(6)

IFRS 7.20(a)(i)

 

080

Rente-instrumenten en gerelateerde derivaten

Bijlage V. Deel 2.99(a)

 

 

090

Aandeleninstrumenten en gerelateerde derivaten

Bijlage V. Deel 2.99(b)

 

 

100

Handel in vreemde valuta's en derivaten in verband met buitenlandse valuta's en goud

Bijlage V. Deel 2.99(c)

 

 

110

Kredietrisico-instrumenten en gerelateerde derivaten

Bijlage V. Part 2.99(d)

 

 

120

Derivaten in verband met grondstoffen

Bijlage V. Deel 2.99(e)

 

 

130

Overige

Bijlage V. Deel 2.99(f)

 

 

140

WINSTEN OF (-) VERLIEZEN OP FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN DIE VOOR HANDELSDOELEINDEN WORDEN AANGEHOUDEN, NETTO

BAD art 27, verticaal schema(6)

 

 

16.5   Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar instrument

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Lopende periode

Veranderingen van de reële waarde als gevolg van kredietrisico’s

Bijlage V. Deel 2.100

 

010

020

010

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

020

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.26

Bijlage V. Deel 1.26

 

 

030

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.27

Bijlage V. Deel 1.27

 

 

040

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9

 

 

050

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

 

 

060

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

 

070

WINSTEN OF (-) VERLIEZEN OP FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN DIE ZIJN GEWAARDEERD TEGEN REELE WAARDE MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN IN DE WINST-EN-VERLIESREKENING, NETTO

BAD art 27, verticaal schema(6)

IFRS 7.20(a)(i)

 

 

080

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

 

 

090

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.26

 

 

 

100

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.27

 

 

 

110

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9

 

 

 

120

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

 

 

 

130

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

 

 

140

WINSTEN OF (-) VERLIEZEN OP FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN DIE NIET VOOR HANDELSDOELEINDEN WORDEN AANGEHOUDEN, NETTO

BAD art 27, verticaal schema(6)

 

 

 

16.6   Winsten of verliezen uit hedge accounting

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Lopende periode

010

010

Veranderingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument [inclusief beëindiging]

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; art. 42 quater, lid 1, onder a)

IFRS 7.24(a)(i)

 

020

Veranderingen in de reële waarde van het afgedekte instrument vanwege het afgedekte risico

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; art. 42 quater, lid 1, onder a)

IFRS 7.24(a)(ii);

 

030

Ineffectiviteit in winst of verlies uit hoofde van kasstroomafdekkingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; art. 42 quater, lid 1, onder a)

IFRS 7.24(b)

 

040

Ineffectiviteit in winst of verlies uit hoofde van afdekkingen van nettodeelnemingen in buitenlandse activiteiten

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; art. 42 quater, lid 1, onder a)

IFRS 7.24(c)

 

050

WINSTEN OF (-) VERLIEZEN UIT HEDGE ACCOUNTING, NETTO

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis, art. 42 quater, lid 1, onder a)

IFRS 7.24

 

16.7   Bijzondere waardevermindering van financiële en niet-financiële activa

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Lopende periode

 

Toevoegingen Bijlage V. Deel 2.102

Terugboekingen Bijlage V. Deel 2.102

Totaal

Gecumuleerde waardevermindering

010

020

030

040

010

Bijzondere waardeverminderingen of (-) terugboeking van bijzondere waardeverminderingen van financiële activa die niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

BAD art 35-37

IFRS 7.20(e)

 

 

 

 

020

Tegen kostprijs gewaardeerde financiële activa

 

IFRS 7.20(e); IAS 39.66

 

 

 

 

030

Voor verkoop beschikbare financiële activa

 

IFRS 7.20(e); IAS 39.67-70

 

 

 

 

040

Leningen en vorderingen

 

IFRS 7.20(e); IAS 39.63-65

 

 

 

 

050

Tot het einde van de looptijd aangehouden beleggingen

 

IFRS 7.20(e); IAS 39.63-65

 

 

 

 

060

Bijzondere waardevermindering of (-) terugboeking van bijzondere waardeverminderingen van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

BAD art 27, verticaal schema (13)-(14)

IAS 28.40-43

 

 

 

 

070

Dochterondernemingen

 

IFRS 10 Bijlage A;

 

 

 

 

080

Joint ventures

 

IAS 28.3

 

 

 

 

090

Geassocieerde ondernemingen

Vierde Richtlijn art. 17

IAS 28.3

 

 

 

 

100

Bijzondere waardevermindering of (-) terugboeking van bijzondere waardevermindering van niet-financiële activa

 

IAS 36.126(a),(b)

 

 

 

 

110

Materiële vaste activa

BAD art 27, verticaal schema(9)

IAS 16.73(e)(v-vi)

 

 

 

 

120

Vastgoedbeleggingen

BAD art 27, verticaal schema(9)

IAS 40.79(d)(v)

 

 

 

 

130

Goodwill

BAD art 27, verticaal schema(9)

IAS 36.10b; IAS 36.88-99, 124; IFRS 3. Bijlage B67(d)(v);

 

 

 

 

140

Overige immateriële activa

BAD art 27, verticaal schema(9)

IAS 38.118 (e)(iv)(v)

 

 

 

 

145

Overige

 

IAS 36.126(a),(b)

 

 

 

 

150

TOTAAL

 

 

 

 

 

 

160

Opgelopen rentebaten over aan een bijzondere waardevermindering onderhevige financiële activa

 

IFRS 7.20(d); IAS 39. AG 93

 

 

 

 

17.   Aansluiting tussen de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie in het kader van de VKV: Balans

17.1   Activa

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie [boekwaarde]

010

010

Kasmiddelen en tegoeden bij centrale banken en overige direct opvraagbare deposito's

BAD art 4. Activa(1)

IAS 1.54 (i)

 

020

Kasmiddelen

Bijlage V. Deel 2.1

Bijlage V. Deel 2.1

 

030

Tegoeden bij centrale banken

BAD art. 13, lid 2; Bijlage V. Deel 2.2

Bijlage V. Deel 2.2

 

040

Overige direct opvraagbare deposito's

 

Bijlage V. Deel 2.3

 

050

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(a)(ii); IAS 39.9, AG 14

 

060

Derivaten

VKV Bijlage II

IAS 39.9

 

070

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

080

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

090

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

091

Financiële activa in de handelsportefeuille

Bijlage V. Deel 1.15

 

 

092

Derivaten

VKV Bijlage II; Bijlage V. Deel 1.15

 

 

093

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

 

094

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

095

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

100

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

 

110

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

120

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

130

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

140

Voor verkoop beschikbare financiële activa

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(d); IAS 39.9

 

150

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

160

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

170

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

171

Niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 4

 

 

172

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

 

173

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

174

Leningen en voorschotten

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 4, onder b); Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

175

Niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in het aandelenvermogen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1; art. 42 quater, lid 2

 

 

176

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

 

177

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

178

Leningen en voorschotten

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 4, onder b); Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

180

Leningen en vorderingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 4, onder b), lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8 (c); IAS 39.9, AG16, AG26; Bijlage V. Deel 1.16

 

190

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

200

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

210

Tot het einde van de looptijd aangehouden beleggingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 4, onder a), lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8 (b); IAS 39.9, AG16, AG26

 

220

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

230

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

231

Op basis van een kostprijsmethode gewaardeerde schuldinstrumenten in de niet-handelsportefeuille

BAD art. 37.1; art 42 bis(4)(b); Bijlage V. Deel 1.16

 

 

232

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

233

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

234

Overige niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille

BAD art. 35-37; Bijlage V. Deel 1.17

 

 

235

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

 

236

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

237

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

240

Derivaten – Hedge accounting

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; art. 42 quater, lid 1, onder a); IAS 39.9; Bijlage V. Deel 1.19

IFRS 7.22(b); IAS 39.9

 

250

Veranderingen in reële waarde van afgedekte posten in de portefeuille - afdekking van renterisico

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 5, lid 5 bis; IAS 39.89A (a)

IAS 39.89A (a)

 

260

Deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

BAD art 4. Activa (7)-(8); Vierde Richtlijn art. 17; Bijlage V. Deel 2.4

IAS 1.54 (e); Bijlage V. Deel 2.4

 

270

Activa uit hoofde van verzekerings- en herverzekeringsovereenkomsten

 

IFRS 4. IG20.(b)-(c); Bijlage V. Deel 2.105

 

280

Materiële activa

BAD art 4. Activa(10)

 

 

290

Immateriële activa

BAD art 4. Activa(9); VKV art. 4, punt 115

IAS 1.54 (c) VKV art. 4, punt 115

 

300

Goodwill

BAD art 4. Activa(9); VKV artikel 4, punt 113

IFRS 3.B67(d); VKV artikel 4, punt 113

 

310

Overige immateriële activa

BAD art 4. Activa(9)

IAS 38.8, 118

 

320

Belastingvorderingen

 

IAS 1.54(n-o)

 

330

Actuele belastingvorderingen

 

IAS 1.54(n); IAS 12.5

 

340

Uitgestelde belastingvorderingen

Vierde Richtlijn art. 43, lid 1, lid 11; VKV art. 4, punt 106

IAS 1.54(o); IAS 12.5; VKV artikel 4, punt 106

 

350

Overige activa

Bijlage V. Deel 2.5

Bijlage V. Deel 2.5

 

360

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

 

IAS 1.54(j); IFRS 5.38, Bijlage V. Deel 2.6

 

370

TOTAAL ACTIVA

BAD art 4. Activa

IAS 1.9(a), IG 6

 

17.2   Blootstellingen buiten de balanstelling: Toegezegde leningen, financiële garanties en overige gedane toezeggingen

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie [boekwaarde]

010

010

Verstrekte toegezegde leningen

VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56, 57

IAS 39.2 (h), 4 (a) (c), BC 15; VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56, 57

 

020

Verstrekte financiële garanties

VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56, 58

IAS 39.9 AG 4, BC 21; IFRS 4 A; VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56, 58

 

030

Overige gedane toezeggingen

VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56, 59

VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56, 59

 

040

BLOOTSTELLINGEN BUITEN DE BALANSTELLING

 

 

 

17.3   Verplichtingen en aandelenkapitaal

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie [boekwaarde]

010

010

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9, AG 14-15

IFRS 7.8 (e) (ii); IAS 39.9, AG 14-15

 

020

Derivaten

VKV Bijlage II

IAS 39.9, AG 15(a)

 

030

Shortposities

 

IAS 39.AG 15(b)

 

040

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9, bijlage V. Deel 1.30

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9, bijlage V. Deel 1.30

 

050

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

 

060

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

061

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 3

 

 

062

Derivaten

VKV Bijlage II; Bijlage V. Deel 1.15

 

 

063

Shortposities

 

 

 

064

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

 

065

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

 

 

066

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

 

070

Financiële verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8 (e) (ii; IAS 39.9

 

080

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

090

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

 

100

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

110

Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 3, lid 5 bis; IAS 39.47

IFRS 7.8(f); IAS 39.47

 

120

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

130

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

 

140

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

141

Niet-afgeleide financiële verplichtingen in de niet-handelsportefeuille die op basis van een kostprijsmethode zijn gewaardeerd

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 3

 

 

142

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

 

143

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

 

 

144

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

 

150

Derivaten – Hedge accounting

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis, art. 42 quater, lid 1, onder a); Bijlage V. Deel 1.23

IFRS 7.22(b); IAS 39.9; Bijlage V. Deel 1.23

 

160

Veranderingen in reële waarde van afgedekte posten bij afdekking van het renterisico van een portefeuille

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 5, lid 5 bis; IAS 39.89A(b)

IAS 39.89A(b)

 

170

Verplichtingen uit hoofde van verzekerings- en herverzekeringsovereenkomsten

 

IFRS 4.IG20(a); Bijlage V. Deel 2.106

 

180

Voorzieningen

BAD art 4. Verplichtingen(6)

IAS 37.10; IAS 1.54(l)

 

190

Belastingverplichtingen

 

IAS 1.54(n-o)

 

200

Actuele belastingverplichtingen

 

IAS 1.54(n); IAS 12.5

 

210

Uitgestelde belastingverplichtingen

Vierde Richtlijn art. 43, lid 1, lid 11; VKV art. 4, punt 108

IAS 1.54(o); IAS 12.5; VKV art. 4, punt 108

 

220

Direct opvraagbaar aandelenkapitaal

 

IAS 32 IE 33; IFRIC 2; Bijlage V. Deel 2.9

 

230

Overige passiva

Bijlage V. Deel 2.10

Bijlage V. Deel 2.10

 

240

Verplichtingen die deel uitmaken van voor verkoop aangehouden groepen activa die worden afgestoten

 

IAS 1.54 (p); IFRS 5.38, Bijlage V. Deel 2.11

 

250

VERPLICHTINGEN

 

IAS 1.9(b);IG 6

 

260

Kapitaal

BAD art. 4, Verplichtingen(9); BAD art. 22

IAS 1.54(r), BAD art. 22

 

270

Agio

BAD art 4. Verplichtingen(10) VKV art. 4, punt 124

IAS 1.78(e) VKV art. 4, punt 124

 

280

Uitgegeven aandeleninstrumenten anders dan kapitaal

Bijlage V. Deel 2.15-16

Bijlage V. Deel 2.15-16

 

290

Overig aandelenkapitaal

Bijlage V. Deel 2.17

IFRS 2.10; Bijlage V. Deel 2.17

 

300

Gecumuleerde overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

VKV art. 4, punt 100

VKV art. 4, punt 100

 

310

Ingehouden winsten

VKV art. 4, punt 123

VKV art. 4, punt 123

 

320

Herwaarderingsreserves

BAD art 4. Verplichtingen(12)

IFRS 1.30, D5-D8;

 

325

Reserves voor de reële waarde

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1

 

 

330

Overige reserves

BAD art 4. Verplichtingen (11)-(13)

IAS 1.54; IAS 1.78(e)

 

335

Eerste consolidatieverschillen

Zevende Richtlijn art. 19, lid 1, onder c)

 

 

340

(-) Eigen aandelen

Vierde Richtlijn. Activa C (III)(7), D (III)(2); Bijlage V. Deel 2.20

IAS 1.79(a) (vi); IAS 32.33-34 AG 14, BC 36; Bijlage V. Deel 2.20

 

350

Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen winsten of verliezen

BAD art 4. Verplichtingen(14)

IAS 27.28; IAS 1.83(a)(i)

 

360

(-) Tussentijds dividend

VKV art. 26, lid 2

IAS 32.35

 

370

Minderheidsbelangen [belangen zonder zeggenschap]

Zevende Richtlijn art. 21

IAS 27.4; IAS 1.54(q); IAS 27.27

 

380

TOTALE AANDELENKAPITAAL

 

IAS 1.9(c), IG 6

 

390

TOTALE AANDELENKAPITAAL EN TOTALE VERPLICHTINGEN

BAD art 4. Verplichtingen

IAS 1.IG6

 

18.   Informatie over renderende en niet-renderende blootstellingen

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Brutoboekwaarde

Gecumuleerde bijzondere waardevermindering, gecumuleerde wijzigingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico en voorzieningen

Ontvangen zekerheden en ontvangen financiële garanties

 

Renderende

Niet-renderende

 

op renderende blootstellingen

op niet-renderende blootstellingen

 

Niet achterstallig of achterstallig <= 30 dagen

Achterstallig > 30 dagen <= 60 dagen

Achterstallig > 60 dagen <= 90 dagen

 

Betaling onwaarschijnlijk maar niet achterstallig of achterstallig <= 90 dagen

Achterstallig > 90 dagen ≤ 180 dagen

Achterstallig > 180 dagen <= 1 jaar

Achterstallig > 1 jaar

Waarvan: met wanbetaling

Waarvan: Met bijzondere waardevermindering

 

Betaling onwaarschijnlijk maar niet achterstallig of achterstallig <= 90 dagen

Achterstallig > 90 dagen ≤ 180 dagen

Achterstallig > 180 dagen <= 1 jaar

Achterstallig > 1 jaar

Ontvangen zekerheden op niet-renderende blootstellingen

Ontvangen financiële garanties op niet-renderende blootstellingen

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

Bijlage V. deel 2 45, 109, 145-162

Bijlage V. deel 2 145-162

Bijlage V. deel 2 158

Bijlage V. deel 2 158

Bijlage V. deel 2 158

Bijlage V. deel 2 145-162

Bijlage V. deel 2 159

Bijlage V. deel 2 159

Bijlage V. deel 2 159

Bijlage V. deel 2 159

VKV art. 178; Bijlage V. deel 2.61

IAS 39. 58-70

Bijlage V. deel 2 46

Bijlage V. deel 2 161

Bijlage V. deel 2 161

Bijlage V. deel 2 159.161

Bijlage V. deel 2 159.161

Bijlage V. deel 2 159.161

Bijlage V. deel 2 159.161

Bijlage V. deel 2 162

Bijlage V. deel 2 162

Bijlage V. deel 2 45, 109, 145-162

Bijlage V. deel 2 145-162

Bijlage V. deel 2 158

Bijlage V. deel 2 158

Bijlage V. deel 2 158

Bijlage V. deel 2 145-162

Bijlage V. deel 2 159

Bijlage V. deel 2 159

Bijlage V. deel 2 159

Bijlage V. deel 2 159

VKV art. 178; Bijlage V. deel 2.61

VKV art. 4, punt 95;

Bijlage V. deel 2 46

Bijlage V. deel 2 161

Bijlage V. deel 2 161

Bijlage V. deel 2 159,161

Bijlage V. deel 2 159,161

Bijlage V. deel 2 159,161

Bijlage V. deel 2 159,161

Bijlage V. deel 2 162

Bijlage V. deel 2 162

010

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Waarvan: Kleine en Middelgrote Ondernemingen

KMO artikel 1, 2, onder a)

KMO artikel 1, 2, onder a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Waarvan: Zakelijk vastgoed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Waarvan: Hypotheekleningen op niet-zakelijk vastgoed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Waarvan: Consumptief krediet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

TEGEN GEAMORTISEERDE PRIJS GEWAARDEERDE SCHULDINSTRUMENTEN

Bijlage V. Deel I.13, (d)(e); 14 (d)(e)

Bijlage V. Deel I.13, (d)(e);

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

TEGEN REËLE WAARDE GEWAARDEERDE SCHULDINSTRUMENTEN andere dan voor handelsdoeleinden aangehouden effecten (HFT)

Bijlage V. Deel I.13, (b)(c); 14 (b)(c)

Bijlage V. Deel I.13, (b)(c);

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

330

Andere SCHULDINSTRUMENTEN dan HFT

Bijlage V. Deel I.13, (b)(c); 14 (b)(c)(d)(e)

Bijlage V. Deel I.13, (b)(c)(d)(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

340

Verstrekte toegezegde leningen

VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56-57

IAS 39.2 (h), 4 (a) (c), BC 15; VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56-57

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

350

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

360

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

370

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

380

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

390

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

400

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

410

Verstrekte financiële garanties

VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56,58

IAS 39.9 AG 4, BC 21; IFRS 4 A; VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56,58

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

420

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

430

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

440

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

450

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

460

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

470

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

480

Overige gedane toezeggingen

VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56, 59

VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56, 59

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

490

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

500

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

510

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

520

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

530

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

540

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

550

BLOOTSTELLINGEN BUITEN DE BALANSTELLING

Bijlage V. Deel 2.55

Bijlage V. Deel 2.55

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

19.   Informatie over respijtblootstellingen

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Brutoboekwaarde van blootstellingen met respijtmaatregelen

Gecumuleerde bijzondere waardevermindering, gecumuleerde wijzigingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico en voorzieningen

Ontvangen zekerheden en ontvangen financiële garanties

 

Renderende blootstellingen met respijtmaatregelen

Niet-renderende blootstellingen met respijtmaatregelen

 

op renderende blootstellingen met respijtmaatregelen

op niet-renderende blootstellingen met respijtmaatregelen

 

Instrumenten met wijzigingen in de voorwaarden

Herfinanciering

waarvan: Renderende respijtblootstellingen in proefperiode

 

Instrumenten met wijzigingen in de voorwaarden

Herfinanciering

waarvan: Met wanbetaling

waarvan: Met bijzondere waardevermindering

waarvan: Respijt voor niet-renderende blootstellingen

 

Instrumenten met wijzigingen in de voorwaarden

Herfinanciering

Ontvangen zekerheden op blootstellingen met respijtmaatregelen

Ontvangen financiële garanties op blootstellingen met respijtmaatregelen

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

Bijlage V. deel 2 45, 109, 163-182

Bijlage V. deel 2 145-162

Bijlage V. deel 2 164 (a), 177, 178, 182

Bijlage V. deel 2 164 (b), 177, 178, 181, 182

Bijlage V. deel 2 176(b),177, 180

Bijlage V. deel 2 145-162

Bijlage V. deel 2 164 (a), 179-180,182

Bijlage V. deel 2 164 (b), 179-182

VKV art. 178; Bijlage V. deel 2.61

IAS 39. 58-70

Bijlage V. deel 2 172(a), 157

Bijlage V. deel 2 46, 183

Bijlage V. deel 2 145-183

Bijlage V. deel 2 145-183

Bijlage V. deel 2 164 (a), 179-180,182,183

Bijlage V. deel 2 164 (b), 179-183

Bijlage V. deel 2 162

Bijlage V. deel 2 162

Bijlage V. deel 2 45, 109, 163-182

Bijlage V. deel 2 145-162

Bijlage V. deel 2 164 (a), 177, 178, 182

Bijlage V. deel 2 164 (b), 177, 178, 181, 182

Bijlage V. deel 2 176(b), 177, 180

Bijlage V. deel 2 145-162

Bijlage V. deel 2 164 (a), 179-180,182

Bijlage V. deel 2 164 (b), 179-182

VKV art. 178; Bijlage V. deel 2.61

VKV art. 4, punt 95;

Bijlage V. deel 2 172(a), 157

Bijlage V. deel 2 46, 183

Bijlage V. deel 2 145-183

Bijlage V. deel 2 145-183

Bijlage V. deel 2 164 (a), 179-180,182,183

Bijlage V. deel 2 164 (b), 179-183

Bijlage V. deel 2 162

Bijlage V. deel 2 162

010

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Waarvan: Kleine en Middelgrote Ondernemingen

KMO artikel 1, 2, onder a)

KMO artikel 1, 2, onder a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Waarvan: Zakelijk vastgoed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Waarvan: Hypotheekleningen op niet-zakelijk vastgoed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Waarvan: Consumptief krediet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

TEGEN GEAMORTISEERDE PRIJS GEWAARDEERDE FINANCIËLE INSTRUMENTEN

Bijlage V. Deel I.13, (d)(e); 14 (d)(e)

Bijlage V. Deel I.13, (d) (e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

Andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

Niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

ANDERE TEGEN REËLE WAARDE GEWAARDEERDE SCHULDINSTRUMENTEN dan voor handelsdoeleinden aangehouden effecten (HFT)

Bijlage V. Deel I.13, (b)(c); 14 (b)(c)

Bijlage V. Deel I.13, (b) (c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

330

Andere SCHULDINSTRUMENTEN dan HFT

Bijlage V. Deel I.13, (b)(c)(d)(e); 14 (b)(c)(d)(e)

Bijlage V. Deel I.13, (b)(c)(d)(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

340

Verstrekte toegezegde leningen

VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56-57

IAS 39.2 (h), 4 (a) (c), BC 15; VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56-57

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20.   Geografische uitsplitsing

20.1   Geografische uitsplitsing van activa naar locatie van de activiteiten

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekwaarde

Binnenlandse activiteiten

Niet-binnenlandse activiteiten

Bijlage V. Deel 2.107

Bijlage V. Deel 2.107

010

020

010

Kasmiddelen en tegoeden bij centrale banken en overige direct opvraagbare deposito's

BAD art. 4 Activa(1)

IAS 1.54 (i)

 

 

020

Kasmiddelen

Bijlage V. Deel 2.1

Bijlage V. Deel 2.1

 

 

030

Tegoeden bij centrale banken

BAD art. 13, lid 2; Bijlage V. Deel 2.2

Bijlage V. Deel 2.2

 

 

040

Overige direct opvraagbare deposito's

 

Bijlage V. Deel 2.3

 

 

050

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(a)(ii); IAS 39.9, AG 14

 

 

060

Derivaten

VKV Bijlage II

IAS 39.9

 

 

070

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

080

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

090

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

091

Financiële activa in de handelsportefeuille

Bijlage V. Deel 1.15

 

 

 

092

Derivaten

VKV Bijlage II; Bijlage V. Deel 1.15

 

 

 

093

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

 

 

094

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

095

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

100

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

 

 

110

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

120

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

130

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

140

Voor verkoop beschikbare financiële activa

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(d); IAS 39.9

 

 

150

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

160

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

170

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

171

Niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 4

 

 

 

172

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

 

 

173

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

174

Leningen en voorschotten

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 4, onder b); Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

175

Niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in het aandelenvermogen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1; art. 42 quater, lid 2

 

 

 

176

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

 

 

177

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

178

Leningen en voorschotten

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 4, onder b); Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

180

Leningen en vorderingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 4, onder b), lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8 (c); IAS 39.9, AG16, AG26; Bijlage V. Deel 1.16

 

 

190

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

200

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

210

Tot het einde van de looptijd aangehouden beleggingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 4, onder a), lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8 (b); IAS 39.9, AG16, AG26

 

 

220

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

230

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

231

Op basis van een kostprijsmethode gewaardeerde schuldinstrumenten in de niet-handelsportefeuille

BAD art. 37.1; art 42 bis(4)(b); Bijlage V. Deel 1.16

 

 

 

232

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

233

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

234

Overige niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille

BAD art. 35-37; Bijlage V. Deel 1.17

 

 

 

235

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

 

 

 

236

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

237

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

240

Derivaten – Hedge accounting

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; art. 42 quater, lid 1, onder a); IAS 39.9; Bijlage V. Deel 1.19

IFRS 7.22(b); IAS 39.9

 

 

250

Veranderingen in reële waarde van afgedekte posten bij afdekking van het renterisico van een portefeuille

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 5, lid 5 bis; IAS 39.89A (a)

IAS 39.89A (a)

 

 

260

Deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

BAD art 4. Activa (7)-(8); Vierde Richtlijn art. 17; Bijlage V. Deel 2.4

IAS 1.54 (e) Bijlage V. Deel 2.4

 

 

270

Materiële activa

BAD art. 4 Activa(10)

 

 

 

280

Immateriële activa

BAD art. 4 Activa(9); VKV art. 4, punt 115

IAS 1.54 (c); VKV art. 4, punt 115

 

 

290

Belastingvorderingen

 

IAS 1.54(n-o)

 

 

300

Overige activa

Bijlage V. Deel 2.5

Bijlage V Deel 2.5

 

 

310

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

 

IAS 1.54(j); IFRS 5.38

 

 

320

ACTIVA

BAD art. 4 Activa

IAS 1.9(a), IG 6

 

 

20.2   Geografische uitsplitsing van verplichtingen naar locatie van de activiteiten

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekwaarde

Binnenlandse activiteiten

Niet-binnenlandse activiteiten

Bijlage V Deel 2.107

Bijlage V Deel 2.107

010

020

010

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9, AG 14-15

IFRS 7.8 (e) (ii); IAS 39.9, AG 14-15

 

 

020

Derivaten

VKV Bijlage II

IAS 39.9, AG 15(a)

 

 

030

Shortposities

 

IAS 39.AG 15(b)

 

 

040

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9, bijlage V. Deel 1.30

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9, bijlage V. Deel 1.30

 

 

050

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

 

 

060

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

 

061

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 3

 

 

 

062

Derivaten

VKV Bijlage II; Bijlage V. Deel 1.15

 

 

 

063

Shortposities

 

 

 

 

064

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

 

 

065

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

 

 

 

066

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

 

 

070

Financiële verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8 (e) (ii); IAS 39.9

 

 

080

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

 

090

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

 

 

100

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

 

110

Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 3, lid 5 bis; IAS 39.47

IFRS 7.8(f); IAS 39.47

 

 

120

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

 

130

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

 

 

140

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

 

141

Niet-afgeleide financiële verplichtingen in de niet-handelsportefeuille die op basis van een kostprijsmethode zijn gewaardeerd

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 3

 

 

 

142

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

 

 

143

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

 

 

 

144

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

 

 

150

Derivaten – Hedge accounting

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis, art. 42 quater, lid 1, onder a); Bijlage V. Deel 1.23

IFRS 7.22(b); IAS 39.9; Bijlage V. Deel 1.23

 

 

160

Veranderingen in reële waarde van afgedekte posten bij afdekking van het renterisico van een portefeuille

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 5, lid 5 bis; IAS 39.89A(b)

IAS 39.89A(b)

 

 

170

Voorzieningen

BAD art 4. Verplichtingen(6)

IAS 37.10; IAS 1.54(l)

 

 

180

Belastingverplichtingen

 

IAS 1.54(n-o)

 

 

190

Direct opvraagbaar aandelenkapitaal

 

IAS 32 IE 33; IFRIC 2; Bijlage V Deel 2.09

 

 

200

Overige verplichtingen

Bijlage V. Deel 2.10

Bijlage V. Deel 2.10

 

 

210

Verplichtingen die deel uitmaken van voor verkoop aangehouden groepen activa die worden afgestoten

 

IAS 1.54 (p); IFRS 5.38

 

 

220

VERPLICHTINGEN

 

IAS 1.9(b); IG 6

 

 

20.3   Geografische uitsplitsing van belangrijkste posten op de winst-en-verliesrekening naar locatie van de activiteiten

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Lopende periode

Binnenlandse activiteiten

Niet-binnenlandse activiteiten

Bijlage V. Deel 2.107

Bijlage V. Deel 2.107

010

020

010

Rentebaten

BAD art 27, verticaal schema(1); Bijlage V. Deel 2.21

IAS 1.97; IAS 18.35(b) (iii); Bijlage V. Deel 2.21

 

 

020

(Rentelasten)

BAD art 27, verticaal schema(2); Bijlage V. Deel 2.21

IAS 1.97; Bijlage V. Deel 2.21

 

 

030

(Lasten uit direct opvraagbaar aandelenkapitaal)

 

IFRIC 2.11

 

 

040

Dividendinkomsten

BAD art 27, verticaal schema(3); Bijlage V. Deel 2.28

IAS 18.35(b)(v); Bijlage V. Deel 2.28

 

 

050

Baten uit vergoedingen en provisies

BAD art 27, verticaal schema(4)

IFRS 7.20(c)

 

 

060

(Vergoedings- en provisielasten)

BAD art 27, verticaal schema(5)

IFRS 7.20(c)

 

 

070

Winsten of (-) verliezen bij verwijdering uit de balans van financiële activa en verplichtingen die niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, netto

BAD art 27, verticaal schema(6)

IFRS 7.20(a)(ii-v);

 

 

080

Winsten of (-) verliezen uit financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, netto

BAD art 27, verticaal schema(6)

IFRS 7.20(a)(i); IAS 39.55(a)

 

 

085

Winsten of (-) verliezen uit financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, netto

BAD art 27, verticaal schema(6)

 

 

 

090

Winsten of (-) verliezen uit financiële activa en verplichtingen die zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, netto

BAD art 27, verticaal schema(6)

IFRS 7.20(a)(i); IAS 39.55(a)

 

 

095

Winsten of (-) verliezen uit financiële activa en verplichtingen die voor niet-handelsdoeleinden worden aangehouden, netto

BAD art 27, verticaal schema(6)

 

 

 

100

Winsten of (-) verliezen voortvloeiende uit afdekkingstransacties, netto

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis, art. 42 quater, lid 1, onder a)

IFRS 7.24

 

 

110

Wisselkoersverschillen [winsten of (-) verliezen], netto

BAD art 39

IAS 21.28, 52(a)

 

 

120

Winsten of (-) verliezen bij verwijdering uit de balans van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen, netto

BAD art 27, verticaal schema (13)-(14)

 

 

 

130

Winsten of (-) verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa, netto

 

IAS 1.34

 

 

140

Overige bedrijfsopbrengsten

BAD art 27, verticaal schema(7); Bijlage V. Deel 2.141-143

Bijlage V. Deel 2.141-143

 

 

150

(Overige bedrijfskosten)

BAD art 27, verticaal schema(10); Bijlage V. Deel 2.141-143

Bijlage V. Deel 2.141-143

 

 

155

TOTALE BEDRIJFSOPBRENGSTEN, NETTO

 

 

 

 

160

(Administratieve lasten)

BAD art 27, verticaal schema(8)

 

 

 

170

(Afschrijving)

 

IAS 1.102, 104

 

 

175

(Verhoging of (-) verlaging van het fonds voor algemene bankrisico's, netto)

BAD art 38,2

 

 

 

180

(Voorzieningen of (-) terugneming van voorzieningen)

 

IAS 37.59, 84; IAS 1.98(b)(f)(g)

 

 

190

(Bijzondere waardevermindering of (-) terugneming van bijzondere waardeverminderingen van financiële activa die niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening)

BAD art 35-37

IFRS 7.20(e)

 

 

200

(Bijzondere waardevermindering of (-) terugneming van bijzondere waardeverminderingen van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen)

BAD art 27, verticaal schema (13)-(14)

IAS 28,40-43

 

 

210

(Bijzondere waardeverminderingen of (-) terugneming van bijzondere waardeverminderingen van niet-financiële activa)

 

IAS 36.126(a)(b)

 

 

220

Negatieve goodwill verantwoord in de winst-en-verliesrekening

Zevende Richtlijn art. 31

IFRS 3. Bijlage B64(n)(i)

 

 

230

Aandeel van winst of (-) verlies van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

BAD art 27, verticaal schema (13)-(14)

IAS 1.82(c)

 

 

240

Winsten of (-) verliezen uit als voor verkoop aangehouden geclassificeerde en niet als beëindigde bedrijfsactiviteiten omschreven vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

 

IFRS 5.37; Bijlage V. Deel 2.27

 

 

250

WINST OF (-) VERLIES VÓÓR BELASTING UIT DOORLOPENDE ACTIVITEITEN

 

IAS 1.102, IG 6; IFRS 5.33 A;

 

 

260

(Belastinglasten of (-) -baten in verband met winst en verlies uit doorlopende activiteiten)

BAD art 27, verticaal schema(15)

IAS 1.82(d); IAS 12.77

 

 

270

WINST OF (-) VERLIES NA BELASTING UIT DOORLOPENDE ACTIVITEITEN

BAD art 27, verticaal schema(16)

IAS 1, IG 6

 

 

275

Buitengewone winst of (-) verlies na belasting

BAD art 27, verticaal schema(21)

 

 

 

280

Winst of (-) verlies na belasting uit beëindigde activiteiten

 

IAS 1.82(e); IFRS 5.33(a), 5.33 A

 

 

290

WINST OF (-) VERLIES OVER HET JAAR

BAD art 27, verticaal schema(23)

IAS 1.81 A (a)

 

 

20.4   Geografische uitsplitsing van activa naar vestigingsplaats van de tegenpartij

z-as

Land van vestiging van de tegenpartij

 

 

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Brutoboekwaarde

Waarvan: respijtschuld

Waarvan: niet-renderende

Gecumuleerde waardevermindering of gecumuleerde veranderingen van de reële waarde als gevolg van kredietrisico’s

Bijlage V. Deel 2.109

Bijlage V. Deel 2.163-183

Bijlage V. Deel 2 145-162

Bijlage V. Deel 2.46

010

022

025

030

010

Derivaten

VKV Bijlage II; Bijlage V. Deel 1.15

IAS 39.9

 

 

 

 

020

Waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

030

Waarvan: andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

040

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

 

 

050

Waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

060

Waarvan: andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

070

Waarvan: niet-financiële vennootschappen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

080

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

090

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

100

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

110

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

120

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

130

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

140

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

150

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

 

 

 

160

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

 

 

 

170

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

 

 

 

180

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

 

 

 

190

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

 

 

 

200

Waarvan: Kleine en Middelgrote Ondernemingen

KMO artikel 1, 2, onder a)

KMO artikel 1, 2, onder a)

 

 

 

 

210

Waarvan: Door zakelijk vastgoed gedekte leningen

 

 

 

 

 

 

220

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

 

 

 

230

Waarvan: Door niet-zakelijk vastgoed gedekte leningen

 

 

 

 

 

 

240

Waarvan: Consumptief krediet

 

 

 

 

 

 

20.5   Geografische uitsplitsing van blootstellingen buiten de balanstelling naar vestigingsplaats van de tegenpartij

z-as

Land van vestiging van de tegenpartij

 

 

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Nominaal bedrag

Waarvan: respijtschuld

Waarvan: niet-renderende

Voorzieningen voor verstrekte toezeggingen en garanties

Bijlage V. Deel 2.62

Bijlage V. Deel 2.163-183

Bijlage V. Deel 2 145-162

 

010

022

025

030

010

Verstrekte toegezegde leningen

VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56, 57

IAS 39.2 (h), 4 (a) (c), BC 15; VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56, 57

 

 

 

 

020

Verstrekte financiële garanties

VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56, 58

IAS 39.9 AG 4, BC 21; IFRS 4 A; VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56, 58

 

 

 

 

030

Overige gedane toezeggingen

VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56, 59

VKV Bijlage I; Bijlage V. Deel 2.56, 59

 

 

 

 

20.6   Geografische uitsplitsing van verplichtingen naar vestigingsplaats van de tegenpartij

z-as

Land van vestiging van de tegenpartij

 

 

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekwaarde

Bijlage V. Deel 1.28, 2,107

010

010

Derivaten

VKV Bijlage II

IAS 39.9, AG 15(a)

 

020

Waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

030

Waarvan: andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

040

Shortposities

 

IAS 39. AG 15(b)

 

050

Waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

060

Waarvan: andere financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

070

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

080

Centrale banken

Bijlage V. Deel 1.35(a)

Bijlage V. Deel 1.35(a)

 

090

Overheden

Bijlage V. Deel 1.35(b)

Bijlage V. Deel 1.35(b)

 

100

Kredietinstellingen

Bijlage V. Deel 1.35(c)

Bijlage V. Deel 1.35(c)

 

110

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(d)

Bijlage V. Deel 1.35(d)

 

120

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V. Deel 1.35(e)

Bijlage V. Deel 1.35(e)

 

130

Huishoudens

Bijlage V. Deel 1.35(f)

Bijlage V. Deel 1.35(f)

 

20.7   Geografische uitsplitsing van leningen en voorschotten aan niet-financiële ondernemingen naar NACE-code en naar vestigingsplaats van de tegenpartij

z-as

Land van vestiging van de tegenpartij

 

 

 

 

Niet-financiële ondernemingen

 

Brutoboekwaarde

Waarvan: niet renderende

Gecumuleerde waardevermindering of gecumuleerde veranderingen van de reële waarde als gevolg van kredietrisico’s

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Bijlage V. Deel 2.109

Bijlage V. Deel 2 145-162

Bijlage V. Deel 2.46

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Bijlage V. Deel 2.109

Bijlage V. Deel 2 145-162

Bijlage V. Deel 2.46

 

010

012

020

010

A

Landbouw, bosbouw en visserij

NACE-verordening

 

 

 

020

B

Winning van delfstoffen

NACE-verordening

 

 

 

030

C

Industrie

NACE-verordening

 

 

 

040

D

Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht

NACE-verordening

 

 

 

050

E

Distributie van water

NACE-verordening

 

 

 

060

F

Bouwnijverheid

NACE-verordening

 

 

 

070

G

Groot- en detailhandel

NACE-verordening

 

 

 

080

H

Vervoer en opslag

NACE-verordening

 

 

 

090

I

Verschaffen van accommodatie en maaltijden

NACE-verordening

 

 

 

100

J

Informatie en communicatie

NACE-verordening

 

 

 

110

L

Exploitatie van en handel in vastgoed

NACE-verordening

 

 

 

120

M

Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten

NACE-verordening

 

 

 

130

N

Administratieve en ondersteunende diensten

NACE-verordening

 

 

 

140

O

Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen

NACE-verordening

 

 

 

150

P

Onderwijs

NACE-verordening

 

 

 

160

Q

Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening

NACE-verordening

 

 

 

170

R

Kunst, amusement en recreatie

NACE-verordening

 

 

 

180

S

Overige diensten

NACE-verordening

 

 

 

190

LENINGEN EN VOORSCHOTTEN

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

21.   Materiële en immateriële activa: activa die zijn onderworpen aan een operationele lease

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekwaarde

Bijlage V. Deel 2.110-111

010

010

Materiële vaste activa

 

IAS 16.6; IAS 1.54(a)

 

020

Herwaarderingsmodel

 

IAS 17.49; IAS 16.31, 73(a) (d)

 

030

Kostprijsmodel

 

IAS 17.49; IAS 16.30, 73(a)(d)

 

040

Vastgoedbeleggingen

 

IAS 40.IN5; IAS 1.54(b)

 

050

Reële-waardemodel

 

IAS 17.49; IAS 40.33-55, 76

 

060

Kostprijsmodel

 

IAS 17.49; IAS 40.56,79(c)

 

070

Overige immateriële activa

BAD art. 4 Activa(9)

IAS 38.8, 118

 

080

Herwaarderingsmodel

 

IAS 17.49; IAS 38.75-87, 124(a)(ii)

 

090

Kostprijsmodel

 

IAS 17.49; IAS 38.74

 

22.   Vermogensbeheer, bewaarneming en overige diensten

22.1   Vergoedings- en provisiebaten en -lasten naar activiteit

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

BAD art 27, verticaal schema (4), (5)

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

IFRS 7.20(c)

Lopende periode

010

010

Baten uit vergoedingen en provisies

 

ITS 2.Deel 2.10-12

 

020

Effecten

 

 

 

030

Uitgiften

Bijlage V. Deel 2.116(a)

Bijlage V. Deel 2.116(a)

 

040

Overschrijvingen

Bijlage V. Deel 2.116(b)

Bijlage V. Deel 2.116(b)

 

050

Overige

Bijlage V. Deel 2.116(c)

Bijlage V. Deel 2.116(c)

 

060

Clearing en afwikkeling

Bijlage V. Part 2.116(d)

Bijlage V. Part 2.116(d)

 

070

Vermogensbeheer

Bijlage V. Deel 2.116(e) Bijlage V. Deel 2.117(a)

Bijlage V. Deel 2.116(e) Bijlage V. Deel 2.117(a)

 

080

Bewaarneming [naar soort klant]

Bijlage V. Deel 2.116(e) Bijlage V. Deel 2.117(b)

Bijlage V. Deel 2.116(e) Bijlage V. Deel 2.117(b)

 

090

Collectieve belegging

 

 

 

100

Overige

 

 

 

110

Centrale administratiediensten voor collectieve belegging

Bijlage V. Deel 2.116(e) Bijlage V. Deel 2.117(c)

Bijlage V. Deel 2.116(e) Bijlage V. Deel 2.117(c)

 

120

Fiduciaire transacties

Bijlage V. Deel 2.116(e) Bijlage V. Part 2.117(d)

Bijlage V. Deel 2.116(e) Bijlage V. Part 2.117(d)

 

130

Betalingsdiensten

Bijlage V. Deel 2.116(e) Bijlage V. Deel 2.117(e)

Bijlage V. Deel 2.116(e) Bijlage V. Deel 2.117(e)

 

140

Klantmiddelen die worden gedistribueerd maar niet beheerd [naar soort product]

Bijlage V. Deel 2.117(f)

Bijlage V. Deel 2.117(f)

 

150

Collectieve belegging

 

 

 

160

Verzekeringsproducten

 

 

 

170

Overige

 

 

 

180

Gestructureerde financieringen

Bijlage V. Deel 2.116(f)

Bijlage V. Deel 2.116(f)

 

190

Beheer van securitisatieactiviteiten

Bijlage V. Deel 2.116(g)

Bijlage V. Deel 2.116(g)

 

200

Verstrekte toegezegde leningen

Bijlage V. Deel 2.116(h)

IAS 39.47(d)(ii); Bijlage V. Deel 2.116(h)

 

210

Verstrekte financiële garanties

Bijlage V. Deel 2.116(h)

IAS 39.47(c)(ii); Bijlage V. Deel 2.116(h)

 

220

Overige

Bijlage V. Deel 2.116(j)

Bijlage V. Deel 2.116(j)

 

230

(Vergoedings- en provisielasten)

 

ITS 2.Deel 2.10-12

 

240

(Clearing en afwikkeling)

Bijlage V. Part 2.116(d)

Bijlage V. Part 2.116(d)

 

250

(Bewaarneming)

Bijlage V. Deel 2.117(b)

Bijlage V. Deel 2.117(b)

 

260

(Beheer van securitisatieactiviteiten)

Bijlage V. Deel 2.116(g)

Bijlage V. Deel 2.116(g)

 

270

(Ontvangen toegezegde leningen)

Bijlage V. Deel 2.116(i)

Bijlage V. Deel 2.116(i)

 

280

(Ontvangen financiële garanties)

Bijlage V. Deel 2.116(i)

Bijlage V. Deel 2.116(i)

 

290

(Overige)

Bijlage V. Deel 2.116(j)

Bijlage V. Deel 2.116(j)

 

22.2   Bij de verleende diensten betrokken activa

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Bedrag van de bij de verleende diensten betrokken activa

Bijlage V. Deel 2.117(g)

010

010

Vermogensbeheer [naar soort klant]

Bijlage V. Deel 2.117(a)

Bijlage V. Deel 2.117(a)

 

020

Collectieve belegging

 

 

 

030

Pensioenfondsen

 

 

 

040

Op discretionaire basis beheerde klantenportefeuilles

 

 

 

050

Overige beleggingsvehikels

 

 

 

060

Bewaard vermogen [naar soort klant]

Bijlage V. Deel 2.117(b)

Bijlage V. Deel 2.117(b)

 

070

Collectieve belegging

 

 

 

080

Overige

 

 

 

090

Waarvan: toevertrouwd aan andere entiteiten

 

 

 

100

Centrale administratiediensten voor collectieve belegging

Bijlage V. Deel 2.117(c)

Bijlage V. Deel 2.117(c)

 

110

Fiduciaire transacties

Bijlage V. Part 2.117(d)

Bijlage V. Part 2.117(d)

 

120

Betalingsdiensten

Bijlage V. Deel 2.117(e)

Bijlage V. Deel 2.117(e)

 

130

Klantmiddelen die worden gedistribueerd maar niet beheerd [naar soort product]

Bijlage V. Deel 2.117(f)

Bijlage V. Deel 2.117(f)

 

140

Collectieve belegging

 

 

 

150

Verzekeringsproducten

 

 

 

160

Overige

 

 

 

30.   Activiteiten buiten de balanstelling: Belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten

30.1   Belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten

 

 

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekwaarde van op de balans opgenomen financiële activa

Waarvan: opgenomen liquiditeitssteun

Reële waarde van opgenomen liquiditeitssteun

Boekwaarde van op de balans opgenomen financiële verplichtingen

Nominaal bedrag aan posten buiten de balanstelling opgegeven door de rapporterende instelling

Waarvan: nominaal bedrag aan verstrekte toegezegde leningen

Door de rapporterende instelling geleden verliezen in de lopende periode

IFRS 12.29(a)

IFRS 12.29(a); Bijlage V. Deel 2.118

 

IFRS 12.29(a)

IFRS 12.B26(e)

 

IFRS 12.B26(e)

010

020

030

040

050

060

070

010

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

30.2   Uitsplitsing van belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten naar aard van de activiteiten

Naar aard van de activiteiten

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Special purpose entities voor securitisatiedoeleinden

Vermogensbeheer

Overige activiteiten

VKV art. 4, punt 66

Bijlage V. Deel 2.117(a)

Boekwaarde

 

IFRS 12.28, B6.(a)

010

020

030

010

Geselecteerde financiële activa opgenomen op de balans van de rapporterende instelling

 

IAS 12.29(a)(b)

 

 

 

021

Waarvan: niet renderende

Bijlage V. Deel 2 145-162

Bijlage V. Deel 2 145-163

 

 

 

030

Derivaten

VKV Bijlage II; Bijlage V. Deel 1.6

IAS 39.9

 

 

 

040

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

 

050

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

060

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

070

Geselecteerd aandelenvermogen en geselecteerde financiële verplichtingen opgenomen op de balans van de rapporterende instelling

 

IAS 12.29(a)(b)

 

 

 

080

Uitgegeven aandeleninstrumenten

 

IAS 32.4

 

 

 

090

Derivaten

VKV Bijlage II

IAS 39.9, AG 15(a)

 

 

 

100

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

 

 

110

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

 

 

 

 

Nominaal bedrag

120

Posten buiten de balanstelling opgegeven door de rapporterende instelling

 

IFRS 12.B26(e)

 

 

 

131

Waarvan: niet renderende

Bijlage V. Deel 2 145-162

Bijlage V. Deel 2 145-162

 

 

 

31.   Verbonden partijen

31.1   Verbonden partijen: te betalen bedragen aan en te ontvangen bedragen van

 

 

 

Uitstaande saldi

Moederondernemingen en entiteiten met gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis

Dochterondernemingen en overige entiteiten van dezelfde groep

Geassocieerde ondernemingen en joint ventures

Zeggenschap over de instelling of haar moederonderneming

Overige verbonden partijen

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

IAS 24.19(a)(b)

IAS 24.19(c); Bijlage V. Deel 2.120

IAS 24.19(d),(e); Bijlage V. Deel 2.120

IAS 24.19(f)

IAS 24.19(g)

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

 

Vierde Richtlijn art. 43(7a)

Vierde Richtlijn art. 43(7a)

Vierde Richtlijn art. 43(7a)

Vierde Richtlijn art. 43(7a)

Vierde Richtlijn art. 43(7a)

 

Bijlage V. Deel 2.120

Bijlage V. Deel 2.120

010

020

030

040

050

010

Geselecteerde financiële activa

 

IAS 24.18(b)

 

 

 

 

 

020

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

 

 

 

030

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

040

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

050

Waarvan: Financiële activa die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan

 

 

 

 

 

 

 

060

Geselecteerde financiële verplichtingen

 

IAS 24.18(b)

 

 

 

 

 

070

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

 

 

 

 

080

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

 

 

 

 

 

090

Nominaal bedrag aan toegezegde leningen, financiële garanties en andere gedane toezeggingen

Bijlage V. Deel 2.62

IAS 24.18(b); Bijlage V. Deel 2.62

 

 

 

 

 

100

Waarvan: met wanbetaling

Bijlage V. Deel 2.61

IAS 24.18(b); Bijlage V. Deel 2.61

 

 

 

 

 

110

Toegezegde leningen, financiële garanties en andere ontvangen toezeggingen

Bijlage V. Deel 2.63, 121

IAS 24.18(b); Bijlage V. Deel 2.63, 121

 

 

 

 

 

120

Notionele waarde van derivaten

Bijlage V. Deel 2.70-71

Bijlage V. Deel 2.70-71

 

 

 

 

 

130

Voorzieningen voor schuldinstrumenten die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan, en garanties en toezeggingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan

 

IAS 24.18(c)

 

 

 

 

 

31.2   Verbonden partijen: baten en lasten uit transacties met

 

 

 

Lopende periode

Moederonderneming en entiteiten met gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis

Dochterondernemingen en overige entiteiten van dezelfde groep

Geassocieerde ondernemingen en joint ventures

Zeggenschap over de instelling of haar moederonderneming

Overige verbonden partijen

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

IAS 24.19(a)(b)

IAS 24.19(c)

IAS 24.19(d),(e)

IAS 24.19(f)

IAS 24.19(g)

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

 

 

 

 

 

 

 

Bijlage V. Deel 2.120

Bijlage V. Deel 2.120

010

020

030

040

050

010

Rentebaten

BAD art 27, verticaal schema(1); Bijlage V. Deel 2.21

IAS 24.18(a); IAS 18.35(b) (iii); Bijlage V. Deel 2.21

 

 

 

 

 

020

Rentelasten

BAD art 27, verticaal schema(2); Bijlage V. Deel 2.21

IAS 24.18(a); IAS 1.97; Bijlage V. Deel 2.21

 

 

 

 

 

030

Dividendinkomsten

BAD art 27, verticaal schema(3); Bijlage V. Deel 2.28

IAS 24.18(a); IAS 18.35(b)(v); Bijlage V. Deel 2.28

 

 

 

 

 

040

Baten uit vergoedingen en provisies

BAD art 27, verticaal schema(4)

IAS 24.18(a); IFRS 7.20(c)

 

 

 

 

 

050

Uitgaven aan honoraria en provisies

BAD art 27, verticaal schema(5)

IAS 24.18(a); IFRS 7.20(c)

 

 

 

 

 

060

Winsten of (-) verliezen bij verwijdering uit de balans van financiële activa en verplichtingen die niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

BAD art 27, verticaal schema(6)

IAS 24.18(a)

 

 

 

 

 

070

Winsten of (-) verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa

Bijlage V. Deel 2.122

IAS 24.18(a); Bijlage V. Deel 2.122

 

 

 

 

 

080

Verhoging of (-) verlaging tijdens de periode van de bijzondere waardevermindering en voorzieningen voor aan een bijzondere waardevermindering onderhevige schuldinstrumenten, en garanties en toezeggingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan

 

IAS 24.18(d);

 

 

 

 

 

40.   Groepsstructuur

40.1   Groepsstructuur: "per entiteit"

LEI-code

Entiteitscode

Naam entiteit

Datum inwerkingtreding

Aandelenkapitaal

Eigen vermogen van de entiteit waarin wordt deelgenomen

Totale activa van de entiteit waarin wordt deelgenomen

Winst of (-) verlies van de entiteit waarin wordt deelgenomen

Vestigingsplaats van de entiteit waarin wordt deelgenomen

Sector van de entiteit waarin wordt deelgenomen

NACE-code

Gecumuleerd aandelenbelang (%)

Stemrechten [%]

Groepsstructuur [relatie]

Boekhoudkundige behandeling [Boekhoudgroep]

Boekhoudkundige behandeling [VKV-groep]

Boekwaarde

Verwervingskosten

Goodwill met betrekking tot de onderneming waarin wordt deelgenomen

Reële waarde van deelnemingen waarvoor openbare prijsnoteringen beschikbaar zijn

Bijlage V. Deel 2.123, 124(a)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(b)

IFRS 12.12(a), 21(a)(i); Bijlage V. Deel 2.123, 124(c)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(d)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(e)

IFRS 12.B12(b); Bijlage V. Deel 2.123, 124(f)

IFRS 12.B12(b); Bijlage V. Deel 2.123, 124(f)

IFRS 12.B12(b); Bijlage V. Deel 2.123, 124(f)

IFRS 12.12.(b), 21.(a).(iii); Bijlage V. Deel 2.123, 124(g)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(h)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(i)

IFRS 7.20(a)(iv); Bijlage V. Deel 2.123, 124(j)

IFRS 7.20(a)(iv); Bijlage V. Deel 2.123, 124(k)

IFRS 12.10(a)(i); Bijlage V. Deel 2.123, 124(l)

IFRS 12.21 (b); Bijlage V. Deel 2.123, 124(m)

VKV art. 423, onder b); Bijlage V. Deel 2.123, 124(n)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(o)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(p)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(q)

IFRS 12.21(b)(iii); Bijlage V. Deel 2.123, 124(r)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(a)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(b)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(c)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(d)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(e)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(f)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(f)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(f)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(q)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(h)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(i)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(j)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(k)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(l)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(m)

VKV art. 423, onder b); Bijlage V. Deel 2.123, 124(n)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(o)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(p)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(q)

Bijlage V. Deel 2.123, 124(r)

010

020

030

040

050

060

070

080

090

095

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

40.2.   Groepsstructuur: "per instrument"

Effectcode

Entiteitscode

LEI-code holding

Code holding

Naam holding

Gecumuleerd aandelenbelang (%)

Boekwaarde

Verwervingskosten

Bijlage V. Deel 2.125(a)

Bijlage V. Deel 2.124(b), 125(c)

 

Bijlage V. Deel 2.125(b)

 

Bijlage V. Deel 2.124(j), 125(c)

Bijlage V. Deel 2.124(o), 125(c)

Bijlage V. Deel 2.124(p), 125(c)

Bijlage V. Deel 2.125(a)

Bijlage V. Deel 2.124(b), 125(c)

 

Bijlage V. Deel 2.125(b)

 

Bijlage V. Deel 2.124(j), 125(c)

Bijlage V. Deel 2.124(o), 125(c)

Bijlage V. Deel 2.124(p), 125(c)

010

020

030

040

050

060

070

080

 

 

 

 

 

 

 

 

41.   Reële waarde

41.1   Reëlewaardehiërarchie: tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële instrumenten

ACTIVA

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Reële waarde

Reëlewaardehiërarchie IFRS 13.93(b), BC216

IFRS 7.25-26

Niveau 1 IFRS 13.76

Niveau 2 IFRS 13.81

Niveau 3 IFRS 13.86

010

020

030

040

010

Leningen en vorderingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 4, onder b), lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8 (c); IAS 39.9, AG16, AG26

 

 

 

 

020

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

030

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

040

Tot het einde van de looptijd aangehouden beleggingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 4, onder a), lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8 (b); IAS 39.9, AG16, AG26

 

 

 

 

050

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

 

060

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

 

VERPLICHTINGEN

 

 

 

 

 

 

070

Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 3, lid 5 bis; IAS 39.47

IFRS 7.8(f); IAS 39.47

 

 

 

 

080

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

 

 

 

090

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

 

 

 

 

100

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

 

 

 

41.2   Gebruik van de reëlewaardeoptie

 

Boekwaarde

Financiële instrumenten die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekhoudkundige mismatch

Waardering op reëlewaardebasis

Hybride contracten

IFRS 7.B5(a)

IAS 39.9b(i)

IAS 39.9b(ii)

IAS 39.11A-12; Bijlage V. Deel 2.127

ACTIVA

010

020

030

010

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

 

 

 

020

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.4-5

IAS 32.11

 

 

 

030

Schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.24, 26

Bijlage V. Deel 1.24, 26

 

 

 

040

Leningen en voorschotten

Bijlage V. Deel 1.24, 27

Bijlage V. Deel 1.24, 27

 

 

 

VERPLICHTINGEN

 

 

 

 

 

050

Financiële verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.8 (e) (i); IAS 39.9

 

 

 

060

Deposito's

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

ECB/2008/32 Bijlage 2. Deel 2.9; Bijlage V. Deel 1.30

 

 

 

070

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V. Deel 1.31

Bijlage V. Deel 1.31

 

 

 

080

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

 

 

41.3   Hybride financiële instrumenten die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

 

Overige scheidbare hybride contracten [niet tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening]

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekwaarde

VORDERINGEN

010

010

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 4, onder b), lid 5 bis; IAS 39.9; Bijlage V. Deel 2.129

IAS 39.9; Bijlage V. Deel 2.129

 

020

Beschikbaar voor verkoop [basiscontracten]

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 4, onder b), lid 5 bis; IAS 39.11; Bijlage V. Deel 2.130

IAS 39.11; Bijlage V. Deel 2.130

 

030

Leningen en vorderingen [basiscontracten]

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 4, onder b), lid 5 bis; IAS 39.11; Bijlage V. Deel 2.130

IAS 39.11; Bijlage V. Deel 2.130

 

040

Tot het einde van de looptijd aangehouden beleggingen [basiscontracten]

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 4, onder b), lid 5 bis; IAS 39.11; Bijlage V. Deel 2.130

IAS 39.11; Bijlage V. Deel 2.130

 

FINANCIËLE VERPLICHTINGEN

 

 

 

050

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 4, onder b), lid 5 bis; IAS 39.9; Bijlage V. Deel 2.129

IAS 39.9; Bijlage V. Deel 2.129

 

060

Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen [basiscontracten]

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 4, onder b), lid 5 bis; IAS 39.9; Bijlage V. Deel 2.130

IAS 39.11; Bijlage V. Deel 2.130

 

42.   Materiële en immateriële activa: boekwaarde naar waarderingsmethode

 

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Boekwaarde

010

010

Materiële vaste activa

IAS 16.6; IAS 16.29; IAS 1.54(a)

 

020

Herwaarderingsmodel

IAS 16.31, 73(a) (d)

 

030

Kostprijsmodel

IAS 16.30, 73(a)(d)

 

040

Vastgoedbeleggingen

IAS 40.5, 30; IAS 1.54(b)

 

050

Reële-waardemodel

IAS 40.33-55, 76

 

060

Kostprijsmodel

IAS 40.56,79(c)

 

070

Overige immateriële activa

IAS 38.8, 118, 122; Bijlage V. Deel 2.132

 

080

Herwaarderingsmodel

IAS 38.75-87, 124(a)(ii)

 

090

Kostprijsmodel

IAS 38.74

 

43.   Voorzieningen

 

 

 

Boekwaarde

Pensioenen en overige op vaste toezeggingen gebaseerde verplichtingen na uitdiensttreding

Overige langetermijnpersoneelsbeloningen

Herstructurering

Lopende juridische zaken en belastinggeschillen

Verstrekte toezeggingen en garanties

Overige bepalingen

Totaal

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

IAS 19.63; IAS 1.78(d); Bijlage V. Deel 2.7

IAS 19.153; IAS 1.78(d); Bijlage V. Deel 2.8

IAS 37.70-83

IAS 37. Bijlage C.6-10

IAS 37. Bijlage C.9; IAS 39.2(h), 47(c)(d), BC 15, AG 4

IAS 37.14

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

 

Bijlage V. Deel 2.7

Bijlage V. Deel 2.8

 

 

BAD art 24-25, 33(1)

 

 

 

010

020

030

040

050

060

070

010

Beginsaldo [boekwaarde aan het begin van de periode]

 

IAS 37.84(a)

 

 

 

 

 

 

 

020

Toevoegingen, inclusief verhogingen van bestaande voorzieningen

 

IAS 37.84(b)

 

 

 

 

 

 

 

030

(-) Gebruikte bedragen

 

IAS 37.84(c)

 

 

 

 

 

 

 

040

(-) Ongebruikte bedragen die in de periode zijn teruggeboekt

 

IAS 37.84(d)

 

 

 

 

 

 

 

050

Verhoging van het gedisconteerde bedrag [tijdsverloop] en effect van eventuele verandering van het discontopercentage

 

IAS 37.84(e)

 

 

 

 

 

 

 

060

Overige mutaties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Eindsaldo [boekwaarde aan het eind van de periode]

 

IAS 37.84(a)

 

 

 

 

 

 

 

44.   Op vaste toezeggingen gebaseerde regelingen en personeelsbeloningen

44.1   Componenten van netto-activa en -verplichtingen uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde regelingen

 

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Bedrag

010

010

Reële waarde van activa uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde regelingen

IAS 19.140(a)(i), 142

 

020

Waarvan: Financiële instrumenten uitgegeven door de instelling

IAS 19.143

 

030

Aandeleninstrumenten

IAS 19.142(b)

 

040

Schuldinstrumenten

IAS 19.142(c)

 

050

Vastgoed

IAS 19.142(d)

 

060

Overige activa uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde regelingen

 

 

070

Contante waarde van verplichtingen uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde regelingen

IAS 19.140(a)(ii)

 

080

Effect van het actiefplafond

IAS 19.140(a)(iii)

 

090

Nettoactiva uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde regelingen [boekwaarde]

IAS 19.63; Bijlage V. Deel 2.136

 

100

Voorzieningen voor pensioenverplichtingen en andere verplichtingen uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde regelingen [boekwaarde]

IAS 19.63, IAS 1.78(d); Bijlage V. Deel 2.7

 

110

Pro-memorie-post: Reële waarde van enig als activum opgenomen restitutierecht

IAS 19.140(b)

 

44.2   Verloop van verplichtingen uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde regelingen

 

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Verplichtingen uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde regelingen

010

010

Beginsaldo [contante waarde]

IAS 19.140(a)(ii)

 

020

Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten

IAS 19.141(a)

 

030

Rentekosten

IAS 19.141(b)

 

040

Betaalde bijdragen

IAS 19.141(f)

 

050

Actuariële winsten en (-) verliezen bij veranderingen in demografische veronderstellingen

IAS 19.141(c)(ii);

 

060

Actuariële winsten en (-) verliezen bij veranderingen in financiële veronderstellingen

IAS 19.141(c)(iii)

 

070

Verhoging of (-) verlaging van de wisselkoers

IAS 19.141(e)

 

080

Betaalde uitkeringen

IAS 19.141(g)

 

090

Pensioenkosten van verstreken diensttijd, met inbegrip van winsten en verliezen bij afwikkelingen

IAS 19.141(d)

 

100

Verhoging of (-) verlaging als gevolg van bedrijfscombinaties en -afstotingen

IAS 19.141(h)

 

110

Overige verhogingen of (-) verlagingen

 

 

120

Eindsaldo [contante waarde]

IAS 19.140(a)(ii) Bijlage V. Deel 2.138

 

44.3   Pro-memorieposten [gerelateerd aan personeelslasten]

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Lopende periode

010

010

Pensioenlasten en soortgelijke lasten

Bijlage V. Deel 2.139(a)

Bijlage V. Deel 2.139(a)

 

020

Op aandelen gebaseerde betalingen

Bijlage V. Deel 2.139(b)

IFRS 2.44; Bijlage V. Deel 2.139(b)

 

45.   Uitsplitsing van geselecteerde posten in de winst-en-verliesrekening

45.1   Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar boekhoudkundige portefeuille

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Lopende periode

Veranderingen van de reële waarde als gevolg van kredietrisico’s

010

020

010

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.20(a)(i); IAS 39.55(a)

 

 

020

Financiële verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis; IAS 39.9

IFRS 7.20(a)(i); IAS 39.55(a)

 

 

030

WINSTEN OF (-) VERLIEZEN OP FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN DIE ZIJN GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN IN DE WINST-EN-VERLIESREKENING

BAD art 27, verticaal schema(6)

IFRS 7.20(a)(i)

 

 

45.2   Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa anders dan voor verkoop aangehouden financiële activa

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Lopende periode

010

020

Vastgoedbeleggingen

 

IAS 40.69; IAS 1.34(a), 98(d)

 

030

Immateriële activa

 

IAS 38.113-115A; IAS 1.34(a)

 

040

Overige activa

 

IAS 1.34(a)

 

050

WINSTEN OF (-) VERLIEZEN BIJ VERWIJDERING UIT DE BALANS VAN NIET-FINANCIËLE ACTIVA

 

IAS 1.34

 

45.3   Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten

 

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

Ontvangsten

Kosten

010

020

010

Veranderingen in de reële waarde van materiële activa gewaardeerd volgens het reëlewaardemodel

Bijlage V. Deel 2.141

IAS 40.76(d); Bijlage V. Deel 2.141

 

 

020

Vastgoedbeleggingen

Bijlage V. Deel 2.141

IAS 40.75(f); Bijlage V. Deel 2.141

 

 

030

Andere operationele leases dan vastgoedbeleggingen

Bijlage V. Deel 2.142

IAS 17.50, 51, 56(b); Bijlage V. Deel 2.142

 

 

040

Overige

Bijlage V. Deel 2.143

Bijlage V. Deel 2.143

 

 

050

OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN EN -KOSTEN

Bijlage V. Deel 2.141-142

Bijlage V. Deel 2.141-142

 

 

46.   Mutatieoverzicht van het aandelenvermogen

Bronnen van mutaties in het aandelenvermogen

 

 

Kapitaal

Agio

Uitgegeven aandeleninstrumenten anders dan kapitaal

Overig aandelenvermogen

Gecumuleerde overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

Ingehouden winsten

Herwaarderingsreserves

Reserves voor de reële waarde

Overige reserves

Eerste consolidatieverschillen

(-) Eigen aandelen

Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen winsten of (-) verliezen

(-) Tussentijds dividend

Minderheidsbelangen

Totaal

Gecumuleerde overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

Overige posten

Referenties nationale GAAP verenigbaar met IFRS

IAS 1.106, 54(r)

IAS 1.106, 78(e)

IAS 1.106, Bijlage V. Deel 2.15-16

IAS 1.106; Bijlage V. Deel 2.17

IAS 1.106

VKV art. 4, punt 123

IFRS 1.30, D5-D8;

 

IAS 1.106,54(c)

 

IAS 1.106; IAS 32.34, 33; Bijlage V. Deel 2.20

IAS 1.106-87, 83(a)(ii)

IAS 1.106; IAS 32.35

IAS 1.54(q), 106(a); IAS 27.27-28

IAS 1.54(q), 106(a); IAS 27.27-28

IAS 1.9(c), IG6

Referenties nationale GAAP op basis van BAD

 

BAD art. 4, Verplichtingen(9); BAD art. 22

BAD art 4. Verplichtingen(10); VKV art. 4, punt 124

Bijlage V. Deel 2.15-17

Bijlage V. Deel 2.17

Vierde Richtlijn art. 42 bis, lid 1, lid 5 bis

BAD art 4. Verplichtingen(13); VKV art. 4, punt 123

 

BAD art 4. Verplichtingen(12)

 

Zevende Richtlijn art. 19, lid 1, onder c)

Vierde Richtlijn. Activa C (III)(7), D (III)(2); Bijlage V. Deel 2.20

BAD art 4. Verplichtingen(14)

VKV art. 26, lid 2, onder b)

Zevende Richtlijn art. 21

Zevende Richtlijn art. 21

 

 

010

020

030

040

050

060

070

075

080

085

090

100

110

120

130

140

010

Beginsaldo [vóór aanpassing]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Effecten van correcties of fouten

 

IAS 1.106(b); IAS 8.42

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Effecten van wijzigingen in de grondslagen voor de financiële verslaglegging

 

IAS 1.106(b); IAS 1.IG6; IAS 8.22

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Beginsaldo [lopende periode]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Uitgifte van gewone aandelen

 

IAS 1.106.(d).(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Uitgifte van preferente aandelen

 

IAS 1.106.(d).(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Uitgifte van andere aandeleninstrumenten

 

IAS 1.106.(d).(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Uitoefening of afloop van andere uitgegeven aandeleninstrumenten

 

IAS 1.106.(d).(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Omzetting van schuld in aandelenvermogen

 

IAS 1.106.(d).(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Kapitaalvermindering

 

IAS 1.106.(d).(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Dividenden

 

IAS 1.106.(d).(iii) IAS 32.35; IAS 1.IG6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Aankoop van eigen aandelen

 

IAS 1.106.(d).(iii); IAS 32.33

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Verkoop of intrekking van eigen aandelen

 

IAS 1.106.(d).(iii); IAS 32.33

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Herindeling van financiële instrumenten van aandelenvermogen naar verplichtingen

 

IAS 1.106.(d).(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Herindeling van financiële instrumenten van verplichtingen naar aandelenvermogen

 

IAS 1.106.(d).(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Overdrachten tussen aandelenvermogensbestanddelen

 

IAS 1.106.(d).(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Verhoging of (-) verlaging van aandelenvermogen bij bedrijfscombinaties

 

IAS 1.106.(d).(iii)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

Op aandelen gebaseerde betalingen

 

IAS 1.106.(d).(iii); IFRS 2.10

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Andere verhoging of (-) verlaging van aandelenvermogen

 

IAS 1.106(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor het jaar

 

IAS 1.106.(d).(i)-(ii); IAS 1.81A.(c); IAS 1.IG6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Eindsaldo [lopende periode]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BIJLAGE V

RAPPORTAGE VAN FINANCIËLE INFORMATIE

Inhoudsopgave

ALGEMENE INSTRUCTIES 581

1.

Verwijzingen 581

2.

Conventie 582

3.

Consolidatie 583

4.

Boekhoudkundige portefeuilles 583

4.1.

Activa 583

4.2.

Passiva 584

5.

Financiële instrumenten 584

5.1.

Financiële activa 584

5.2.

Financiële verplichtingen 585

6.

Uitsplitsing naar tegenpartij 585
INSTRUCTIES IN VERBAND MET DE TEMPLATES 586

1.

Balans 586

1.1.

Activa (1.1) 586

1.2.

Verplichtingen (1.2) 586

1.3.

Aandelenvermogen (1.3) 587

2.

Winst-en-verliesrekening (2) 587

3.

Overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (3) 588

4.

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij (4) 588

5.

Uitsplitsing van leningen en voorschotten naar product (5) 589

6.

Uitsplitsing van leningen en voorschotten aan niet-financiële ondernemingen naar nace-code (6) 590

7.

Aan een bijzondere waardevermindering onderhevige financiële activa die vervallen zijn of een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan (7) 590

8.

Uitsplitsing van financiële verplichtingen (8) 591

9.

Toegezegde leningen, financiële garanties en andere toezeggingen (9) 591

10.

Derivaten (10 en 11) 593

10.1.

Indeling van derivaten naar soort risico 593

10.2.

Voor derivaten te rapporteren bedragen 594

10.3.

Als „economische afdekkingsinstrumenten” geclassificeerde derivaten 595

10.4.

Uitsplitsing van derivaten naar sector van de tegenpartij 595

11.

Wijzigingen in voorzieningen voor kredietverliezen en bijzondere waardeverminderingen van aandeleninstrumenten (12) 595

12.

Ontvangen zekerheden en garanties (13) 596

12.1.

Uitsplitsing van leningen en voorschotten naar zekerheden en garanties (13.1) 596

12.2.

Zekerheden die zijn verkregen door uitwinning gedurende de verslagperiode [aangehouden op de verslagdatum] (13.2) 596

12.3.

Zekerheden die zijn verkregen door uitwinning [materiële activa] gecumuleerd (13.3) 596

13.

Reëlewaardehiërarchie: tegen reële waarde gewaardeerde financiële instrumenten (14) 596

14.

Verwijdering uit de balans en financiële verplichtingen in verband met overgedragen financiële activa (15) 597

15.

Uitsplitsing van geselecteerde posten in de winst-en-verliesrekening (16) 597

15.1.

Rentebaten en -lasten naar instrument en naar sector van de tegenpartij (16.1) 597

15.2.

Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van financiële activa en verplichtingen die niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar instrument (16.2) 598

15.3.

Winsten of verliezen uit hoofde van financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, naar instrument (16.3) 598

15.4.

Winsten of verliezen uit hoofde van financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, naar risico (16.4) 598

15.5.

Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar instrument (16.5) 598

15.6.

Uit afdekkingstransacties voortvloeiende winsten of verliezen (16.6) 598

15.7.

Bijzondere waardevermindering van financiële en niet-financiële activa (16.7) 598

16.

Aansluiting tussen de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie in het kader van de vkv (17) 599

17.

Geografische uitsplitsing (20) 599

18.

Materiële en immateriële activa: activa die zijn onderworpen aan een operationele lease (21) 599

19.

Vermogensbeheer, bewaarneming en andere diensten (22) 599

19.1.

Baten en lasten uit hoofde van vergoedingen en provisies naar activiteit (22.1) 599

19.2.

Bij de verleende diensten betrokken activa (22.2) 600

20.

Belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten (30) 601

21.

Verbonden partijen (31) 601

21.1.

Verbonden partijen: te betalen bedragen aan en te ontvangen bedragen van (31.1) 601

21.2.

Verbonden partijen: baten en lasten uit hoofde van transacties met (31.2) 602

22.

Groepsstructuur (40) 602

22.1.

Groepsstructuur: „per entiteit” (40.1) 602

22.2.

Groepsstructuur: „per instrument” (40.2) 603

23.

Reële waarde (41) 603

23.1.

Reëlewaardehiërarchie: tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële instrumenten (41.1) 603

23.2.

Gebruik van de reëlewaardeoptie (41.2) 603

23.3.

Hybride financiële instrumenten die niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (41.3) 603

24.

Materiële en immateriële activa: boekwaarde volgens waarderingsmethode (42) 604

25.

Voorzieningen (43) 604

26.

Op vaste toezeggingen gebaseerde regelingen en personeelsbeloningen (44) 604

26.1.

Componenten van netto-activa en -verplichtingen uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde regelingen (44.1) 604

26.2.

Verloop van de verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (44.2) 604

26.3.

Pro-memorieposten [gerelateerd aan personeelslasten] (44.3) 604

27.

Uitsplitsing van geselecteerde posten in de winst-en-verliesrekening (45) 604

27.1.

Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa die niet voor verkoop worden aangehouden (45.2) 604

27.2.

Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten (45.3) 605

28.

Mutatieoverzicht van het aandelenvermogen (46) 605

29.

Niet-renderende blootstellingen (18) 605

30.

Respijtblootstellingen (19) 607
MAPPING VAN BLOOTSTELLINGSCATEGORIEËN EN TEGENPARTIJSECTOREN 610

DEEL 1

ALGEMENE INSTRUCTIES

1.   VERWIJZINGEN

1.

Deze bijlage bevat aanvullende instructies voor de templates voor financiële informatie (hierna „FINREP” genoemd) in de bijlagen III en IV bij deze verordening. Deze bijlage is een aanvulling op de instructies opgenomen in de vorm van verwijzingen in de templates in de bijlagen III en IV.

2.

De in de templates genoemde gegevenspunten moeten worden opgesteld overeenkomstig de opnemings-, salderings- en waarderingsregels van het toepasselijk kader voor financiële verslaggeving, zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 77, van de VKV.

3.

De instellingen dienen uitsluitend de delen van de templates in die gerelateerd zijn aan:

a)

activa, passiva, aandelenvermogen, baten en lasten die door de instelling worden verantwoord;

b)

blootstellingen en activiteiten buiten de balanstelling waarbij de instelling betrokken is;

c)

door de instelling verrichte transacties;

d)

de door de instelling toegepaste waarderingsregels, met inbegrip van methoden voor de raming van de voorzieningen voor het kredietrisico.

4.

Voor de toepassing van de bijlagen III en IV en van de onderhavige bijlage gelden de volgende afkortingen:

a)

„IAS-verordening”: Verordening (EG) nr. 1606/2002;

b)

„IAS” of „IFRS”: „Internationale standaarden voor jaarrekening”, zoals gedefinieerd in artikel 2 van de IAS-verordening die door de Commissie is vastgesteld;

c)

„ECB BSI-verordening” of „ECB/2008/32”: Verordening (EG) nr. 25/2009 van de Europese Centrale bank (3);

d)

„NACE-verordening”: Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad (4);

e)

„BAD”: Richtlijn 86/635/EEG van de Raad (5);

f)

„4e Richtlijn”: Vierde Richtlijn 78/660/EEG van de Raad (6);

g)

„Nationale GAAP”: op basis van de BAD ontwikkelde nationale algemeen aanvaarde boekhoudbeginselen;

h)

„Kmo”: kleine, middelgrote en micro-ondernemingen als gedefinieerd in Aanbeveling C(2003)1422 van de Commissie (7);„ISIN code”: het aan elke afzonderlijke uitgifte van effecten toegekende, unieke International Securities Identification Number, bestaande uit twaalf alfanumerieke tekens;

i)

„LEI-code”: de aan entiteiten toegekende mondiale identificatiecode juridische entiteit, aan de hand waarvan een partij bij een financiële transactie op unieke wijze wordt geïdentificeerd.

2.   CONVENTIE

5.

Gegevenspunten die in de bijlagen III en IV grijs zijn gemarkeerd, zijn niet vereist of kunnen niet worden gerapporteerd. In bijlage IV betekent de zwarte markering van een rij of kolom met verwijzingen dat de desbetreffende gegevenspunten niet moeten worden ingediend door de instellingen die op de verwijzingen in die rij of kolom volgen.

6.

De templates in de bijlagen III en IV bevatten impliciete validatievoorschriften die in de templates zelf door middel van conventies zijn vastgesteld.

7.

Het gebruik van haakjes in het label van een post in een template betekent dat de desbetreffende post moet worden afgetrokken om een totaal te verkrijgen, maar betekent niet dat de post als een negatief bedrag moet worden gerapporteerd.

8.

Als negatieve bedragen te rapporteren posten worden in de samenvattende templates aangegeven door middel van een minteken aan het begin van het desbetreffende label, bv. „(-) Eigen aandelen”.

9.

In het „gegevenspuntenmodel” (data point model, „DPM”) voor templates voor financiële rapportage van de bijlagen III en IV heeft elk gegevenspunt (cel) een „basispost” waaraan het „credit/debet”-attribuut wordt toegekend. Deze toekenning waarborgt dat alle entiteiten die gegevenspunten rapporteren, de „tekenconventie” volgen en dat het bij elk afzonderlijk gegevenspunt behorende „credit/debet”-attribuut bekend is.

10.

De werking van deze conventie is schematisch weergegeven in tabel 1.

Tabel 1

Credit/debet-conventie, positieve en negatieve tekens

Onderdeel

Credit/Debet

Saldo/Mutatie

Gerapporteerd bedrag

Activa

Debet

Saldo van activa

Positief („Normaal”, geen teken nodig)

Toename van activa

Positief („Normaal”, geen teken nodig)

Negatief saldo van activa

Negatief (Min, „-”-teken nodig)

Afname van activa

Negatief (Min, „-”-teken nodig)

Lasten

Saldo van lasten

Positief („Normaal”, geen teken nodig)

Toename van lasten

Positief („Normaal”, geen teken nodig)

Negatief saldo (inclusief terugboekingen) van lasten

Negatief (Min, „-”-teken nodig)

Afname van lasten

Negatief (Min, „-”-teken nodig)

Passiva

Credit

Saldo van verplichtingen

Positief („Normaal”, geen teken nodig)

Toename van verplichtingen

Positief („Normaal”, geen teken nodig)

Negatief saldo van verplichtingen

Negatief (Min, „-”-teken nodig)

Afname van verplichtingen

Negatief (Min, „-”-teken nodig)

Aandelen-vermogen

Saldo van aandelenvermogen

Positief („Normaal”, geen teken nodig)

Toename van aandelenvermogen

Positief („Normaal”, geen teken nodig)

Negatief saldo van aandelenvermogen

Negatief (Min, „-”-teken nodig)

Afname van aandelenvermogen

Negatief (Min, „-”-teken nodig)

Baten

Saldo van baten

Positief („Normaal”, geen teken nodig)

Toename van baten

Positief („Normaal”, geen teken nodig)

Negatief saldo (inclusief terugboekingen) van baten

Negatief (Min, „-”-teken nodig)

Afname van baten

Negatief (Min, „-”-teken nodig)

3.   CONSOLIDATIE

11.

Tenzij in deze bijlage anders is vermeld, moeten FINREP-templates worden opgesteld met gebruikmaking van de prudentiële consolidatie overeenkomstig deel 1, titel II, hoofdstuk 2, afdeling 2, van de VKV. De instellingen verantwoorden hun dochterondernemingen en joint ventures met gebruikmaking van dezelfde methoden als die welke gelden voor de prudentiële consolidatie:

a)

overeenkomstig artikel 18, lid 5, van de VKV kan het de instellingen worden toegestaan of voorgeschreven om de vermogensmutatiemethode toe te passen op deelnemingen in verzekeringsondernemingen en niet-financiële dochterondernemingen;

b)

overeenkomstig artikel 18, lid 2, van de VKV kan het de instellingen worden toegestaan of voorgeschreven om proportionele consolidatie toe te passen voor financiële dochterondernemingen;

c)

overeenkomstig artikel 18, lid 4, van de VKV kan het de instellingen worden voorgeschreven om proportionele consolidatie toe te passen voor deelnemingen in joint ventures.

4.   BOEKHOUDKUNDIGE PORTEFEUILLES

4.1.   Activa

12.

„Boekhoudkundige portefeuilles” zijn op basis van waarderingsvoorschriften geaggregeerde financiële instrumenten. Deze aggregaties omvatten geen deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen, direct opvraagbare tegoeden die zijn geclassificeerd als „Bij centrale banken aangehouden kasmiddelen en tegoeden en overige direct opvraagbare deposito’s”, en evenmin financiële instrumenten die zijn geclassificeerd als „voor verkoop aangehouden” onder de posten „Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten” en „Verplichtingen deel uitmakend van voor verkoop aangehouden groepen activa die worden afgestoten”.

13.

Voor financiële activa worden de volgende op de IFRS gebaseerde boekhoudkundige portefeuilles gebruikt:

a)

„Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa”;

b)

„Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening”;

c)

„Financiële activa beschikbaar voor verkoop”;

d)

„Leningen en kortlopende vorderingen”;

e)

„Tot einde looptijd aangehouden beleggingen”.

14.

Voor financiële activa worden de volgende op de nationale GAAP gebaseerde boekhoudkundige portefeuilles gebruikt:

a)

„Financiële activa in de handelsportefeuille”;

b)

„Niet-afgeleide financiële activa in de handelsportefeuille, gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening”;

c)

„Niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille, gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in het aandelenvermogen”;

d)

„Op basis van een kostprijsmethode gewaardeerde schuldinstrumenten in de niet-handelsportefeuille”; en

e)

„Overige niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille”.

15.

„Financiële activa in de handelsportefeuille” heeft dezelfde betekenis als in het kader van de desbetreffende, op de BAD gebaseerde nationale GAAP. Ingevolge de op de BAD gebaseerde nationale GAAP worden niet voor hedge accounting aangehouden derivaten onder deze post gerapporteerd zonder inaanmerkingneming van de methode voor de waardering van deze contracten. De instellingen nemen derivatencontracten uitsluitend op in de balans als die contracten overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving worden verantwoord.

16.

Wat de financiële activa betreft, omvatten „kostprijsmethoden” de waarderingsvoorschriften aan de hand waarvan het financiële activum wordt gewaardeerd tegen kostprijs, vermeerderd met de opgelopen rente en verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.

17.

Ingevolge de op de BAD gebaseerde nationale GAAP omvatten „Overige niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille” financiële activa die niet voor opname in andere boekhoudkundige portefeuilles in aanmerking komen. Deze boekhoudkundige portefeuille bevat onder meer financiële activa gewaardeerd tegen hun waarde bij de eerste opname in de balans of tegen hun reële waarde, indien dat laatste bedrag lager is („lower of cost or market”, ofwel „LOCOM”).

18.

Onder de op de BAD gebaseerde nationale GAAP zijn instellingen die ingevolge de IFRS bepaalde waarderingsvoorschriften voor financiële instrumenten mogen of moeten toepassen, verplicht om voor zover die voorschriften worden toegepast, de desbetreffende boekhoudkundige portefeuilles in te dienen.

19.

„Derivaten - hedge accounting” bevat de derivaten die uit hoofde van het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving voor hedge accounting worden aangehouden.

4.2.   Passiva

20.

Voor financiële verplichtingen worden de volgende op de IFRS gebaseerde boekhoudkundige portefeuilles gebruikt:

a)

„Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen”;

b)

„Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening”;

c)

„Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen”.

21.

Voor financiële verplichtingen worden de volgende op de nationale GAAP gebaseerde boekhoudkundige portefeuilles gebruikt:

a)

„Financiële verplichtingen in de handelsportefeuille”; en

b)

„Op basis van een kostprijsmethode gewaardeerde niet-afgeleide financiële verplichtingen in de niet-handelsportefeuille”.

22.

Ingevolge de nationale GAAP zijn instellingen die krachtens de IFRS bepaalde waarderingsvoorschriften voor financiële instrumenten mogen of moeten toepassen, verplicht om voor zover die voorschriften worden toegepast, de toepasselijke boekhoudkundige portefeuilles mee te delen.

23.

„Derivaten - hedge accounting” bevat ingevolge zowel de IFRS als de nationale GAAP de derivaten die uit hoofde van het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving voor hedge accounting worden aangehouden.

5.   FINANCIËLE INSTRUMENTEN

5.1.   Financiële activa

24.

Boekwaarde betekent het aan de actiefzijde van de balans te rapporteren bedrag. In de boekwaarde van financiële activa is de opgelopen rente inbegrepen.

25.

Financiële instrumenten worden over de volgende categorieën instrumenten verdeeld: „Kasmiddelen”, „Derivaten”, „Aandeleninstrumenten”, „Schuldtitels” en „Leningen en voorschotten”.

26.

„Schuldtitels” zijn schuldinstrumenten die door de instelling worden aangehouden en zijn uitgegeven als effecten die geen leningen zijn overeenkomstig de ECB BSI-verordening.

27.

„Leningen en voorschotten” zijn door instellingen aangehouden schuldinstrumenten die geen effecten zijn; deze post omvat „Leningen” overeenkomstig de ECB BSI-verordening, alsook voorschotten die overeenkomstig de ECB BSI-verordening niet bij „Leningen” kunnen worden ondergebracht. „Voorschotten die geen leningen zijn” worden nader omschreven in punt 41, onder g), van deel 1 van deze bijlage. „Schuldinstrumenten” omvatten derhalve „Leningen en voorschotten” en „Schuldtitels”.

5.2.   Financiële verplichtingen

28.

Boekwaarde betekent het aan de passiefzijde van de balans te rapporteren bedrag. In de boekwaarde van financiële verplichtingen is de opgelopen rente begrepen.

29.

Financiële verplichtingen worden over de volgende categorieën instrumenten verdeeld: „Derivaten”, „Korte posities”, „Deposito’s”, „Uitgegeven schuldtitels” en „Overige financiële verplichtingen”.

30.

„Deposito’s” worden omschreven als in de ECB BSI-verordening.

31.

„Uitgegeven schuldtitels” zijn schuldinstrumenten die door de instelling zijn uitgegeven als effecten die geen deposito’s zijn overeenkomstig de ECB BSI-verordening.

32.

„Overige financiële verplichtingen” omvatten alle financiële verplichtingen die geen derivaten, korte posities, deposito’s en uitgegeven schuldtitels zijn.

33.

Ingevolge de IFRS of de daarmee verenigbare nationale GAAP kunnen „Overige financiële verplichtingen” ook financiële garanties omvatten als die zijn gewaardeerd hetzij tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening [IAS 39.47(a)], hetzij tegen de waarde bij de eerste opname verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen [IAS 39.47(c)(ii)]. Toegezegde leningen worden als „Overige financiële verplichtingen” gerapporteerd indien ze worden aangemerkt als financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening [IAS 39.4(a)] of als het verplichtingen betreft tot het verstrekken van een lening tegen een rentevoet onder de marktrente [IAS 39.4(b), 47(d)]. Voorzieningen die uit deze contracten voortvloeien [IAS 39.47(c)(i), (d)(i)], worden gerapporteerd als voorzieningen voor „Verstrekte toezeggingen en garanties”.

34.

„Overige financiële verplichtingen” omvatten mogelijk ook te betalen dividenden, te betalen bedragen met betrekking tot posten op tussenrekeningen en overlopende posten, en te betalen bedragen ten aanzien van de toekomstige afwikkeling van effecten- of valutatransacties (te betalen bedragen voor transacties worden vóór de datum van betaling opgenomen).

6.   UITSPLITSING NAAR TEGENPARTIJ

35.

Waar een uitsplitsing naar tegenpartij is vereist, moeten de volgende sectoren van tegenpartijen worden gebruikt:

a)

centrale banken;

b)

overheden: centrale overheden, deelstaatoverheden en regionale en lokale overheden, met inbegrip van administratieve organen en niet-commerciële ondernemingen, maar exclusief door deze overheden aangehouden publieke en particuliere vennootschappen die commerciële activiteiten verrichten (welke onder „Niet-financiële ondernemingen” worden gerapporteerd); fondsen voor sociale zekerheid; en internationale organisaties zoals de Europese Gemeenschap, het Internationaal Monetair Fonds en de Bank voor Internationale Betalingen;

c)

kredietinstellingen: elke instelling die valt onder de definitie in artikel 4, lid 1, punt 1, van de RKV („een onderneming waarvan de werkzaamheden bestaan in het bij het publiek aantrekken van deposito’s of van andere terugbetaalbare gelden en het verlenen van kredieten voor eigen rekening”) en multilaterale ontwikkelingsbanken;

d)

overige financiële ondernemingen: alle financiële ondernemingen en quasi-ondernemingen die geen kredietinstellingen zijn, zoals beleggingsondernemingen, beleggingsfondsen, verzekerings-ondernemingen, pensioenfondsen, instellingen voor collectieve belegging en clearinginstituten, alsook alle overige financiële intermediairs en financiële ondersteuningsdiensten;

e)

niet-financiële ondernemingen: ondernemingen en quasi-ondernemingen die zich niet bezighouden met financiële intermediatie maar hoofdzakelijk met de productie van marktgoederen en niet-financiële diensten overeenkomstig de ECB BSI-Verordening;

f)

Huishoudens: particulieren of groepen particulieren zoals consumenten, en partijen die uitsluitend voor eigen eindgebruik goederen en niet-financiële diensten produceren, alsmede producenten van marktgoederen en niet-financiële en financiële diensten mits hun activiteiten niet die van quasi-ondernemingen zijn. Deze categorie omvat ook instellingen zonder winstoogmerk die huishoudens bedienen en die zich hoofdzakelijk bezighouden met de productie van niet-marktgoederen en diensten die zijn bedoeld voor specifieke groepen huishoudens.

36.

De toerekening aan een tegenpartijsector is uitsluitend gebaseerd op de aard van de directe tegenpartij. Blootstellingen die gezamenlijk door meerdere debiteuren zijn aangegaan, worden ingedeeld op basis van de kenmerken van de debiteur die het meest relevant of bepalend was voor toekenning van de blootstelling door de instelling. Naast andere indelingen wordt de classificatie van gezamenlijk aangegane blootstellingen naar sector van de tegenpartij, land van vestiging en NACE-code, bepaald door de kenmerken van de meest relevante of bepalende debiteur.

DEEL 2

INSTRUCTIES IN VERBAND MET DE TEMPLATES

1.   BALANS

1.1.   Activa (1.1)

1.

„Kasmiddelen” omvat de aangehouden binnenlandse en buitenlandse bankbiljetten en munten in omloop die algemeen worden gebruikt voor het verrichten van betalingen.

2.

„Tegoeden bij centrale banken” omvat direct opvraagbare tegoeden bij centrale banken.

3.

„Overige direct opvraagbare deposito’s” omvat direct opvraagbare tegoeden bij kredietinstellingen.

4.

„Deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen” omvat de deelnemingen in geassocieerde deelnemingen, joint ventures en dochterondernemingen die niet geheel of proportioneel zijn geconsolideerd. De boekwaarde van deelnemingen die op basis van de vermogensmutatiemethode zijn verantwoord, omvat de gerelateerde goodwill.

5.

Activa die geen financiële activa zijn en die vanwege hun aard niet bij specifieke balansposten kunnen worden ondergebracht, worden gerapporteerd onder „Overige activa”. Overige activa kunnen ook goud, zilver en andere grondstoffen zijn, zelfs wanneer zij met de intentie om te handelen worden aangehouden.

6.

„Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten” heeft dezelfde betekenis als in IFRS 5.

1.2.   Verplichtingen (1.2)

7.

Voorzieningen voor „Pensioenen en andere verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten” bevat het bedrag van de nettoverplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten.

8.

Ingevolge de IFRS of de daarmee verenigbare nationale GAAP bevatten voorzieningen voor „Overige langetermijnpersoneelsbeloningen” het bedrag van de tekorten in de in alinea IAS 19.153 genoemde regeling inzake langetermijnpersoneelsbeloningen. De te betalen lasten uit hoofde van kortetermijnpersoneelsbeloningen [IAS 19.11(a)], toegezegde-bijdragenregelingen [IAS 19.51(a)] en ontslagvergoedingen [IAS 19.169(a)] worden onder „Overige verplichtingen” opgenomen.

9.

„Direct opvraagbaar aandelenkapitaal” omvat de door de instelling uitgegeven kapitaalinstrumenten die niet voldoen aan de criteria voor indeling onder aandelen. In deze post rapporteren de instellingen de aandelen van coöperaties die niet voldoen aan de criteria voor indeling onder aandelenvermogen.

10.

Verplichtingen die geen financiële verplichtingen zijn en die vanwege hun aard niet bij specifieke balansposten kunnen worden ondergebracht, worden gerapporteerd onder „Overige verplichtingen”.

11.

„Verplichtingen die deel uitmaken van voor verkoop aangehouden groepen activa die worden afgestoten” heeft dezelfde betekenis als in IFRS 5.

12.

„Fondsen voor algemene bankrisico’s” zijn bedragen die zijn toegewezen overeenkomstig artikel 38 van de BAD. Wanneer ze worden opgenomen, worden ze afzonderlijk gerapporteerd, hetzij als verplichtingen onder „Voorzieningen”, hetzij als aandelenvermogen onder „Overige reserves”.

1.3.   Aandelenvermogen (1.3)

13.

Ingevolge de IFRS of de daarmee verenigbare nationale GAAP omvatten aandeleninstrumenten die financiële instrumenten zijn de contracten die vallen onder IAS 32.

14.

„Opgevraagd niet-gestort kapitaal” bevat de boekwaarde van door de instelling uitgegeven kapitaal dat is opgevraagd bij de intekenaars maar op de referentiedatum nog niet is gestort.

15.

„Aandelencomponent van samengestelde financiële instrumenten” omvat de aandelencomponent van door de instelling uitgegeven samengestelde financiële instrumenten (d.w.z. financiële instrumenten die zowel een verplichtings- als een vermogenscomponent bevatten), wanneer deze overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving zijn gescheiden (met inbegrip van samengestelde financiële instrumenten met meerdere in de contracten besloten derivaten die voor hun waarde van elkaar afhankelijk zijn).

16.

„Overige uitgegeven aandeleninstrumenten” omvat aandeleninstrumenten die andere financiële instrumenten zijn dan „Kapitaal” en „Aandelencomponenten van samengestelde financiële instrumenten”.

17.

„Overig aandelenvermogen” omvat alle aandeleninstrumenten die geen financiële instrumenten zijn, met inbegrip van, onder andere, in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingstransacties [IFRS 2.10].

18.

Ingevolge de IFRS of de daarmee verenigbare nationale GAAP bevatten „Herwaarderingsreserves” het bedrag aan reserves voortvloeiende uit de eerste toepassing van de IAS of de daarmee verenigbare nationale GAAP die niet zijn vrijgevallen ten gunste van andere soorten reserves.

19.

„Overige reserves” wordt opgesplitst in „Reserves of gecumuleerde verliezen op deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen” en „Overige”. „Reserves of gecumuleerde verliezen op deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen” bevat het gecumuleerde bedrag aan baten en lasten dat in eerdere jaren via de winst-en-verliesrekening door de voornoemde deelnemingen is gerealiseerd. „Overige” omvat de andere reserves dan de afzonderlijk in overige posten opgegeven reserves en kan ook wettelijke en statutaire reserves omvatten.

20.

„Eigen aandelen” zijn alle financiële instrumenten met de kenmerken van aandeleninstrumenten die door de instelling zijn ingekocht.

2.   WINST-EN-VERLIESREKENING (2)

21.

Rentebaten en -lasten uit voor handelsdoeleinden aangehouden financiële instrumenten en uit financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening worden hetzij afzonderlijk van andere winsten en verliezen gerapporteerd in de posten „Rentebaten” en „Rentelasten” („clean price”), hetzij als onderdeel van de winsten en verliezen uit hoofde van deze categorieën instrumenten (de zogeheten „dirty price”).

22.

De instellingen rapporteren de volgende posten uitgesplitst naar boekhoudkundige portefeuille:

a)

„Rentebaten”;

b)

„Rentelasten”;

c)

„Dividendinkomsten”;

d)

„Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van financiële activa en verplichtingen die niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, netto”;

e)

„Bijzondere waardevermindering of (-) terugneming van bijzondere waardeverminderingen van financiële activa die niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening”.

23.

„Rentebaten. Derivaten - hedge accounting, renterisico” en „Rentelasten. Derivaten - hedge accounting, renterisico” bevatten de bedragen gerelateerd aan derivaten die zijn ondergebracht in de categorie „Hedge accounting” en die het renterisico afdekken. Zij worden als rentebaten en -lasten op brutobasis gerapporteerd, zodat de rentebaten en -lasten uit de afgedekte posten waaraan zij gekoppeld zijn, correct worden weergegeven.

24.

De bedragen gerelateerd aan derivaten die in de categorie „voor handelsdoeleinden aangehouden” zijn ondergebracht en die wel vanuit economisch maar niet vanuit boekhoudkundig perspectief afdekkingsinstrumenten zijn, kunnen als rentebaten en -lasten worden gerapporteerd, zodat de rentebaten en -lasten uit de afgedekte financiële instrumenten correct worden weergegeven. Deze bedragen worden opgenomen als onderdeel van de posten „Rentebaten. Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa” en „Rentelasten. Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen”.

25.

„Rentebaten - overige activa” bevat de bedragen aan rentebaten die niet in de andere posten zijn opgenomen. Deze post kan rentebaten omvatten die gerelateerd zijn aan bij centrale banken aangehouden kasmiddelen en tegoeden en overige direct opvraagbare deposito’s, alsmede als voor handelsdoeleinden aangehouden geclassificeerde vaste activa en groepen activa die worden afgestoten, en netto-rentebaten uit hoofde van netto-activa die met toegezegde pensioenrechten samenhangen.

26.

„Rentelasten - overige verplichtingen” bevat de bedragen aan rentelasten die niet in de andere posten zijn opgenomen. Deze post kan rentelasten omvatten die gerelateerd zijn aan als aangehouden voor verkoop geclassificeerde verplichtingen die deel uitmaken van groepen activa die worden afgestoten, lasten afkomstig van de naar tijdsverloop gestegen boekwaarde van een voorziening of netto rentelasten uit hoofde van nettoverplichtingen die met toegezegde pensioenrechten samenhangen.

27.

„Winsten of verliezen uit hoofde van als aangehouden voor verkoop geclassificeerde en niet als beëindigde bedrijfsactiviteiten in aanmerking komende vaste activa en groepen activa die worden afgestoten” bevat de winsten of verliezen die voortvloeien uit vaste activa en groepen activa die worden afgestoten, waarbij deze activa als aangehouden voor verkoop zijn geclassificeerd en niet als beëindigde bedrijfsactiviteiten in aanmerking komen.

28.

Dividendinkomsten uit voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa en uit financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening worden hetzij afzonderlijk van andere winsten en verliezen uit hoofde van deze categorieën als „Dividendinkomsten” gerapporteerd, hetzij als onderdeel van de winsten en verliezen uit hoofde van deze categorieën instrumenten. Dividendinkomsten uit dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en joint ventures die niet onder de consolidatie vallen, worden gerapporteerd onder „Aandeel in de winst of (-) het verlies van deelnemingen in dochterondernemingen”, joint ventures en geassocieerde deelnemingen en, overeenkomstig IAS 28.10, wordt de boekwaarde van de deelnemingen verminderd voor die welke op basis van de vermogensmutatiemethode zijn verantwoord. Ingevolge de IFRS worden de winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen gerapporteerd binnen „Aandeel in de winst of (-) het verlies van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen”.

29.

Ingevolge de IFRS of de daarmee verenigbare nationale GAAP omvatten bijzondere waardeverminderingen op „Financiële activa tegen kostprijs” waardeverminderingen die uit de toepassing van de waardeverminderingsvoorschriften van IAS 39.66 voortvloeien.

30.

In „Winsten of (-) verliezen uit hoofde van afdekkingstransacties, netto” rapporteren de instellingen veranderingen in de reële waarde van afdekkingsinstrumenten en afgedekte posten, met inbegrip van het resultaat van de ineffectiviteit van kasstroomafdekkingsinstrumenten en van afdekkingsinstrumenten van nettodeelnemingen in buitenlandse bedrijfsactiviteiten.

3.   OVERZICHT VAN GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN (3)

31.

Ingevolge de IFRS of de daarmee verenigbare nationale GAAP worden „Inkomstenbelasting gerelateerd aan posten die niet opnieuw worden ingedeeld” en „Inkomstenbelasting gerelateerd aan posten die mogelijk opnieuw worden ingedeeld bij winst of (-) verlies” [IAS 1.91 (b), IG6] als afzonderlijke posten gerapporteerd.

4.   UITSPLITSING VAN FINANCIËLE ACTIVA NAAR INSTRUMENT EN NAAR SECTOR VAN DE TEGENPARTIJ (4)

32.

Financiële activa worden uitgesplitst naar instrument en - indien vereist - naar tegenpartij.

33.

Ingevolge de IFRS of de daarmee verenigbare nationale GAAP worden aandeleninstrumenten alleen met een specifieke uitsplitsing („waarvan”) gerapporteerd om instrumenten die tegen kostprijs zijn gewaardeerd en specifieke tegenpartijsectoren te kunnen identificeren. Ingevolge de op de BAD gebaseerde nationale GAAP worden aandeleninstrumenten alleen met een specifieke uitsplitsing („waarvan”) gerapporteerd om niet-genoteerde en specifieke tegenpartijsectoren te kunnen identificeren.

34.

Voor financiële activa die beschikbaar zijn voor verkoop, rapporteren de instellingen de reële waarde van respectievelijk de aan een bijzondere waardevermindering onderhevige en de niet aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa, alsook het cumulatieve bedrag van de bijzondere waardeverminderingen zoals dat op de verslagdatum in de winst-en-verliesrekening is opgenomen. De boekwaarde van deze activa is gelijk aan de som van de reële waarde van de activa die geen bijzondere waardevermindering hebben ondergaan en de reële waarde van de activa die wel een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan.

35.

Ingevolge de IFRS of de daarmee verenigbare nationale GAAP wordt voor financiële activa die als „Leningen en kortlopende vorderingen” of als „aangehouden tot einde looptijd” zijn geclassificeerd, de bruto-boekwaarde van de niet aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa en van de aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa gerapporteerd. De voorzieningen worden uitgesplitst in „Specifieke voorzieningen voor afzonderlijk geraamde financiële activa”, „Specifieke voorzieningen voor collectief geraamde financiële activa” en „Collectieve voorzieningen voor geleden maar niet gerapporteerde verliezen”. Ingevolge de op de BAD gebaseerde nationale GAAP wordt voor financiële activa die als „op basis van een kostprijsmethode geraamde, niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille” zijn geclassificeerd, de bruto-boekwaarde van de niet aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa en van de aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa gerapporteerd.

36.

„Specifieke voorzieningen voor afzonderlijk geraamde financiële activa” bevat het cumulatieve bedrag van de bijzondere waardevermindering gerelateerd aan de financiële activa die afzonderlijk zijn beoordeeld.

37.

„Specifieke voorzieningen voor collectief geraamde financiële activa” bevat het cumulatieve bedrag van de collectieve bijzondere waardeverminderingen berekend over niet-materiële leningen die op individuele basis een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan en waarvoor de instelling besluit een statistische benadering te gebruiken (portefeuillebasis). Bij deze benadering blijft het mogelijk om een individuele beoordeling van de bijzondere waardevermindering uit te voeren met betrekking tot leningen die afzonderlijk niet-materieel zijn, en dus om die leningen te rapporteren als specifieke voorzieningen voor afzonderlijk geraamde financiële activa.

38.

„Collectieve voorzieningen voor geleden maar niet gerapporteerde verliezen” bevat het cumulatieve bedrag van de collectieve bijzondere waardevermindering van financiële activa die niet afzonderlijk een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan. Voor „Voorzieningen voor geleden maar niet gerapporteerde verliezen” mogen IAS 39.59(f), AG87 en AG90 worden toegepast.

39.

De som van niet aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa en van de aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa, ongerekend alle voorzieningen, is gelijk aan de boekwaarde.

40.

Template 4.5 bevat de boekwaarde van „Leningen en voorschotten” en „Schuldtitels” die vallen binnen de definitie van „achtergestelde schuld” in punt 54 van dit deel.

5.   UITSPLITSING VAN LENINGEN EN VOORSCHOTTEN NAAR PRODUCT (5)

41.

De „boekwaarde” van leningen en voorschotten wordt gerapporteerd naar soort product, ongerekend alle voorzieningen als gevolg van bijzondere waardeverminderingen. Als „Bij centrale banken aangehouden kasmiddelen en tegoeden en overige direct opvraagbare deposito’s” worden eveneens in deze template gerapporteerd, onafhankelijk van de „boekhoudkundige portefeuille” waarvan ze deel uitmaken, en worden aan de volgende producten toegewezen:

a)

„opvraagbaar (call) en korte termijn (current account)” omvat direct opvraagbare saldi (call), op korte termijn opvraagbare saldi, vorderingen in rekening-courant en soortgelijke saldi, inclusief, indien van toepassing, leningen die deposito’s met een looptijd tot de volgende ochtend zijn voor de leningnemer, ongeacht de rechtsvorm ervan. Deze post omvat ook „overdisposities” die debetsaldi zijn in rekening-courant;

b)

„Kredietkaartschulden” omvat krediet dat is verleend hetzij via kaarten met vertraagde debetfunctie, hetzij via kredietkaarten [ECB BSI-Verordening];

c)

„Handelsvorderingen” omvat leningen aan andere debiteuren die zijn verstrekt op basis van rekeningen of andere documenten die recht verlenen op de opbrengsten van transacties voor de verkoop van goederen of het verlenen van diensten. Deze post bevat alle factoringtransacties (met en zonder regres);

d)

„Financiële leases” omvat de boekwaarde van vorderingen uit hoofde van financiële leases. Ingevolge de IFRS of de daarmee verenigbare nationale GAAP wordt „Vorderingen uit hoofde van financiële leases” gedefinieerd overeenkomstig IAS 17;

e)

„Omgekeerde retrocessieovereenkomsten” omvat financiering die is verleend in ruil voor effecten die zijn gekocht in het kader van retrocessieovereenkomsten of geleend in het kader van effectenuitleenovereenkomsten;

f)

„Leningen met andere voorwaarden” omvat debetsaldi met contractueel vastgelegde looptijden of voorwaarden welke niet in andere posten zijn opgenomen;

g)

„Voorschotten die geen leningen zijn” omvat voorschotten die overeenkomstig de ECB BSI-Verordening niet als „leningen” kunnen worden geclassificeerd. Deze post bevat onder meer te ontvangen brutobedragen uit hoofde van posten op tussenrekeningen (zoals gelden die wachten op belegging, overboeking of verevening) en overlopende posten (zoals cheques en andere betalingsvormen die ter inning zijn verzonden);

h)

„Hypotheekleningen [Door onroerend goed gedekte leningen]” omvat leningen die formeel door zekerheden in de vorm van onroerend goed worden gedekt, onafhankelijk van de ratio van de lening ten opzichte van de waarde (doorgaans de „loan-to-value-ratio” genoemd);

i)

„Overige tegen onderpand verstrekte leningen” omvat formeel door zekerheden gedekte leningen, onafhankelijk van de ratio van de lening ten opzichte van de waarde (de „loan-to-value-ratio”), die geen „Door onroerend goed gedekte leningen”, „Financiële leases” en „Omgekeerde retrocessieovereenkomsten” zijn. Deze zekerheden omvatten in pand gegeven effecten, contanten en andere zekerheden;

j)

„Consumptief krediet” omvat leningen voor hoofdzakelijk persoonlijke consumptie van goederen en diensten [ECB BSI-Verordening];

k)

„Lening voor huisaankoop” omvat krediet dat aan huishoudens wordt verleend voor investering in huizen voor eigen gebruik en verhuur, met inbegrip van bouwen en herinrichting [ECB BSI-Verordening];

l)

„Leningen voor projectfinanciering” omvat leningen die uitsluitend worden terugbetaald uit de inkomsten voortvloeiende uit de desbetreffende projecten.

6.   UITSPLITSING VAN LENINGEN EN VOORSCHOTTEN AAN NIET-FINANCIËLE ONDERNEMINGEN NAAR NACE-CODE (6)

42.

De brutoboekwaarde van leningen en voorschotten aan niet-financiële ondernemingen wordt ingedeeld naar de desbetreffende economische sector, met gebruikmaking van de codes in de NACE-Verordening („NACE-codes”) op basis van de hoofdactiviteit van de tegenpartij.

43.

Blootstellingen die gezamenlijk door meer dan een debiteur worden aangegaan, worden ingedeeld overeenkomstig punt 36 van deel 1.

44.

De rapportage van NACE-codes geschiedt op basis van het eerste niveau van opsplitsing (naar „sectie”).

45.

Voor schuldinstrumenten die via niet-gerealiseerde resultaten tegen geamortiseerde kostprijs of reële waarde zijn gewaardeerd, betekent „brutoboekwaarde” de boekwaarde exclusief de „Gecumuleerde bijzondere waardevermindering”. Voor schuldinstrumenten die zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, betekent „brutoboekwaarde” de boekwaarde exclusief „Gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van het kredietrisico”.

46.

„Gecumuleerde bijzondere waardevermindering” wordt gerapporteerd voor financiële activa die tegen geamortiseerde kostprijs of reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten zijn gewaardeerd. De cijfers voor „Gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van het kredietrisico” worden gerapporteerd voor financiële activa die zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. „Gecumuleerde bijzondere waardevermindering” omvat specifieke voorzieningen voor individueel en collectief geraamde financiële activa zoals omschreven in de punten 36 en 37, alsook „Collectieve voorzieningen voor geleden maar niet gerapporteerde verliezen” zoals omschreven in punt 38, maar omvat niet de bedragen voor „Gecumuleerde afschrijvingen” zoals omschreven in punt 49.

7.   AAN EEN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERING ONDERHEVIGE FINANCIËLE ACTIVA DIE VERVALLEN ZIJN OF EEN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERING HEBBEN ONDERGAAN (7)

47.

Schuldinstrumenten die op de verslagdatum vervallen zijn maar geen bijzondere waardevermindering hebben ondergaan, worden gerapporteerd in aan een bijzondere waardevermindering onderhevige boekhoudkundige portefeuilles. Conform de IFRS of de daarmee verenigbare nationale GAAP omvatten deze boekhoudkundige portefeuilles de categorieën „Beschikbaar voor verkoop”, „Leningen en kortlopende vorderingen” en „Aangehouden tot einde looptijd”. Conform de nationale, op de BAD gebaseerde GAAP omvatten deze boekhoudkundige portefeuilles ook „Op basis van een kostprijsmethode gewaardeerde schuldinstrumenten in de niet-handelsportefeuille” en „Overige niet-afgeleide financiële activa in de niet-handelsportefeuille”.

48.

Activa zijn vervallen als de tegenpartij op de contractuele vervaldatum nog geen betaling heeft verricht. Het hele bedrag van dergelijke activa wordt gerapporteerd en uitgesplitst volgens het aantal dagen van het meest achterstallige deel. Aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa worden niet in de achterstalligheidsanalyse meegenomen. De boekwaarde van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige financiële activa en de boekwaarde van de activa die vervallen zijn, worden afzonderlijk gerapporteerd.

49.

De kolom „Gecumuleerde afschrijvingen” bevat het cumulatieve bedrag van de hoofdsom en achterstandsrente van alle schuldinstrumenten die niet langer door de instelling worden opgenomen omdat zij als oninbaar worden aangemerkt, ongeacht de portefeuille waarvan zij deel uitmaakten. Deze bedragen worden gerapporteerd tot alle rechten van de instelling geheel zijn komen te vervallen (als gevolg van verjaring, kwijtschelding of anderszins), dan wel tot het moment van terugvordering.

50.

„Afschrijvingen” kunnen het gevolg zijn van zowel een rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening opgenomen vermindering van de boekwaarde van financiële activa als van verlagingen van de bedragen van de voorzieningen voor kredietverliezen welke ten laste worden gebracht van de boekwaarde van financiële activa.

8.   UITSPLITSING VAN FINANCIËLE VERPLICHTINGEN (8)

51.

Aangezien voor „Deposito’s” dezelfde definitie geldt als in de ECB BSI-verordening, worden gereglementeerde spaartegoeden ingedeeld overeenkomstig de ECB BSI-verordening en verdeeld naar tegenpartij. Met name worden niet-overdraagbare, direct opvraagbare spaartegoeden waarvoor, hoewel de tegoeden juridisch gezien onmiddellijk opvraagbaar zijn, aanzienlijke boeten en beperkingen gelden en die sterke gelijkenis vertonen met deposito’s met een looptijd tot de volgende ochtend, als deposito’s met opzegtermijn geclassificeerd.

52.

„Uitgegeven schuldtitels” wordt opgesplitst in de volgende soorten producten:

a)

„Certificaten van deposito’s” zijn effecten die de houder in staat stellen gelden op te nemen van een rekening;

b)

„Door activa gedekte effecten” in de zin van artikel 4, lid 1, punt 61, van de VKV;

c)

„Gedekte obligaties” in de zin van artikel 129, lid 1, van de VKV;

d)

„Hybride contracten” omvat contracten met daarin besloten derivaten;

e)

„Overige uitgegeven schuldtitels” omvat schuldtitels die niet in de voorgaande posten zijn gerapporteerd, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen converteerbare en niet-converteerbare instrumenten.

53.

„Achtergestelde financiële verplichtingen” in de vorm van uitgiften worden op dezelfde manier behandeld als andere aangegane financiële verplichtingen. Achtergestelde verplichtingen in de vorm van uitgegeven effecten worden ingedeeld als „Uitgegeven schuldtitels”, terwijl achtergestelde verplichtingen in de vorm van deposito’s worden ingedeeld als „Deposito’s”.

54.

Template 8.2 bevat de boekwaarde van „Deposito’s” en „Uitgegeven schuldtitels” die voldoen aan de definitie van naar boekhoudkundige portefeuille geclassificeerde achtergestelde schuld. „Achtergestelde schuldbewijzen” verschaffen een ondergeschikte vordering op de uitgevende instelling die alleen kan worden uitgeoefend nadat alle vorderingen met een hogere status zijn voldaan [ECB BSI-verordening].

9.   TOEGEZEGDE LENINGEN, FINANCIËLE GARANTIES EN ANDERE TOEZEGGINGEN (9)

55.

Blootstellingen buiten de balanstelling omvatten de in de lijst in bijlage I bij de VKV vermelde posten buiten de balanstelling. Blootstellingen buiten de balanstelling worden uitgesplitst naar toegezegde leningen, verstrekte financiële garanties en andere gedane toezeggingen.

56.

De informatie over toegezegde leningen, financiële garanties en andere gedane en ontvangen toezeggingen heeft betrekking op zowel herroepelijke als onherroepelijke toezeggingen.

57.

„Toegezegde leningen” zijn vaste toezeggingen om krediet te verstrekken tegen vooraf bepaalde voorwaarden, behalve die welke derivaten zijn omdat zij netto in contanten of middels de levering of uitgifte van een ander financieel instrument kunnen worden voldaan. De volgende posten uit bijlage I van de VKV worden als „Toegezegde leningen” geclassificeerd:

a)

Deposito’s in de vorm van tussenswaps („forward deposits”);

b)

„Niet-opgenomen kredietfaciliteiten”, met inbegrip van overeenkomsten tot het „verstrekken van leningen” of het verschaffen van „acceptfaciliteiten” tegen vooraf bepaalde voorwaarden.

58.

„Financiële garanties” zijn overeenkomsten waarbij de garantiegever bepaalde betalingen moet verrichten om de garantiehouder een verlies te vergoeden dat ontstaat wanneer een bepaalde debiteur verzuimt een krachtens de oorspronkelijke of gewijzigde voorwaarden van een schuldinstrument verschuldigde betaling te verrichten. Ingevolge de IFRS of de daarmee verenigbare nationale GAAP voldoen deze overeenkomsten aan de definitie van financiëlegarantiecontracten zoals omschreven in IAS 39.9 en IFRS 4.A. De volgende posten uit bijlage I bij de VKV worden als „financiële garanties” geclassificeerd:

a)

„Garanties met het karakter van kredietvervangingen”;

b)

„Kredietderivaten” die voldoen aan de definitie van financiële garanties;

c)

„Onherroepelijke „stand by”-accreditieven met het karakter van kredietvervangingen”.

59.

„Overige toezeggingen” omvat de volgende posten uit bijlage I van de VKV:

a)

„Onbetaald deel van niet-volgestorte aandelen en effecten”;

b)

„Verstrekte of geconfirmeerde documentaire kredieten”;

c)

„Posten buiten de balanstelling in verband met handelsfinanciering”;

d)

„Documentaire kredieten met de onderliggende zendingen als zekerheid en andere zelfliquiderende transacties”;

e)

„Garanties en schadeloosstellingen” (met inbegrip van inschrijvings- en uitvoeringsgaranties) en „Garanties die niet het karakter van kredietvervangingen hebben”;

f)

„Scheepvaartgaranties, douane- en belastinggaranties”;

g)

„Note issuance facilities (NIF’s) en revolving underwriting facilities (RUF’s)”;

h)

„Niet-opgenomen kredietfaciliteiten”, met inbegrip van overeenkomsten tot het „verstrekken van leningen” of het verschaffen van „acceptfaciliteiten” zonder vooraf bepaalde voorwaarden;

i)

„Niet-opgenomen kredietfaciliteiten”, met inbegrip van overeenkomsten tot het „aankopen van effecten” of „verschaffen van garanties”;

j)

„Niet-opgenomen kredietfaciliteiten voor inschrijvings- en uitvoeringsgaranties”;

k)

„Overige posten buiten de balanstelling” in bijlage I van de VKV.

60.

De volgende posten worden ingevolge de IFRS of de daarmee verenigbare nationale GAAP in de balans opgenomen en mogen derhalve niet als blootstellingen buiten de balanstelling worden vermeld:

a)

„Kredietderivaten” die niet voldoen aan de definitie van financiële garanties zijn „derivaten” in de zin van IAS 39;

b)

„Accepten” zijn verplichtingen van een instelling om aan het einde van de looptijd de nominale waarde van een wissel te betalen, normaal gesproken voor de verkoop van goederen. Zij worden derhalve op de balans als „Handelsvorderingen” geclassificeerd;

c)

„Endossementen van wissels” die niet voldoen aan de criteria voor verwijdering uit de balans overeenkomstig IAS 39;

d)

„Transacties met regres” die niet voldoen aan de criteria voor verwijdering uit de balans van IAS 39;

e)

„Activa aangekocht onder overeenkomsten betreffende koop op termijn zonder rugdekking” zijn „derivaten” in de zin van IAS 39;

f)

„Overeenkomsten betreffende cessie en retrocessie van activa zoals omschreven in artikel 12, leden 3 en 5, van Richtlijn 86/635/EEG”. Bij deze overeenkomsten heeft de cessionaris de optie, maar niet de verplichting, de activa op een vooraf bepaalde (of later te bepalen) datum tegen een vooraf overeengekomen prijs terug te verkopen. Deze overeenkomsten voldoen derhalve aan de definitie van „derivaten” in de zin van IAS 39.9.

61.

„ten aanzien waarvan: ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan” bevat het nominale bedrag van deze toegezegde leningen, financiële garanties en andere gedane toezeggingen met een tegenpartij ten aanzien waarvan zich overeenkomstig artikel 178 van de VKV een wanbetaling heeft voorgedaan.

62.

Voor blootstellingen buiten de balanstelling is het „nominale bedrag” het bedrag dat de maximale blootstelling van de instelling aan het kredietrisico het best weergeeft, zonder rekening te houden met aangehouden zekerheden of andere kredietverbeteringen. Meer bepaald is voor verstrekte financiële garanties het nominale bedrag het maximumbedrag dat de entiteit zou kunnen moeten betalen als de garantie wordt aangesproken. Voor toegezegde leningen is het nominale bedrag het niet-opgenomen bedrag dat de instelling heeft toegezegd te zullen lenen. Nominale bedragen zijn blootstellingswaarden vóór toepassing van omrekeningsfactoren en kredietrisicolimiteringstechnieken.

63.

In template 9.2 voor ontvangen toegezegde leningen is het nominale bedrag het totale niet-opgenomen bedrag dat de tegenpartij heeft toegezegd aan de instelling te zullen lenen. Voor andere ontvangen toezeggingen is het nominale bedrag het totale bedrag waartoe de andere partij bij de transactie zich heeft verbonden. Voor ontvangen financiële garanties is het „maximale in aanmerking te nemen bedrag van de garantie” het maximumbedrag dat de tegenpartij zou kunnen moeten betalen als de garantie wordt aangesproken. Wanneer een ontvangen financiële garantie door meerdere garantiegevers is verstrekt, wordt het gegarandeerde bedrag slechts eenmaal in deze template gerapporteerd; het gegarandeerde bedrag wordt toegerekend aan de voor limitering van het kredietrisico meest relevante garantiegever.

10.   DERIVATEN (10 EN 11)

64.

De boekwaarde en de notionele waarde van de voor handelsdoeleinden aangehouden derivaten en de voor hedge accounting aangehouden derivaten worden uitgesplitst naar soort onderliggend risico, soort markt (otc versus gereglementeerde markten) en soort product.

65.

De instellingen rapporteren de voor hedge accounting aangehouden derivaten uitgesplitst naar soort afdekking.

66.

Derivaten die deel uitmaken van hybride instrumenten die van het basiscontract zijn gescheiden, worden gerapporteerd in de templates 10 en 11 naargelang van de aard van het derivaat. Het bedrag van het basiscontract wordt niet in deze templates opgenomen. Als het hybride instrument echter wordt gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, wordt het contract als geheel opgenomen in de categorie van voor handelsdoeleinden aangehouden financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (en worden de in de contracten besloten derivaten derhalve niet in templates 10 en 11 gerapporteerd).

10.1.   Indeling van derivaten naar soort risico

67.

Alle derivaten worden in de volgende risicocategorieën ingedeeld:

a)

rente: rentederivaten zijn contracten die verband houden met een rentedragend financieel instrument waarvan de kasstromen worden bepaald door referentierentevoeten of een ander rentecontract, zoals een optie op een termijncontract voor de aankoop van schatkistpapier. Deze categorie is beperkt tot transacties waarvan alle onderdelen zijn blootgesteld aan de rentevoet van slechts één valuta. Zij omvat derhalve geen contracten waarbij sprake is van omwisseling van een of meer valuta’s, zoals cross-currency swaps en valutaopties, dan wel andere contracten waarbij het valutarisico het voornaamste risicokenmerk is en die als valutacontracten moeten worden gerapporteerd. Rentecontracten omvatten rentetermijncontracten, renteswaps die betrekking hebben op één valuta, rentefutures, renteopties (met inbegrip van caps, floors, collars en corridors), renteswaptions en warrants op rente;

b)

aandelen: van aandelen afgeleide instrumenten zijn contracten waarvan het rendement of een deel van het rendement gekoppeld is aan de koers van een bepaald aandeel of aan een aandelenindex;

c)

buitenlandse valuta’s en goud: deze derivaten omvatten contracten waarbij sprake is van de omwisseling van valuta’s op de termijnmarkt en blootstelling met betrekking tot goud. Zij dekken derhalve overeenkomsten tot koop op termijn zonder rugdekking, valutaswaps (met inbegrip van cross-currency renteswaps), valutafutures, valutaopties, valutaswaptions en warrants op valuta. Valutaderivaten omvatten alle transacties waarbij sprake is van blootstelling met betrekking tot meerdere valuta’s, zowel wat rente als wat wisselkoersen betreft. Goudcontracten omvatten alle transacties waarbij sprake is van blootstelling met betrekking tot deze grondstof;

d)

krediet: kredietderivaten zijn contracten die niet voldoen aan de definitie van financiële garanties en waarbij de uitbetaling primair is gekoppeld aan een maatstaf voor de kredietwaardigheid van een bepaald referentiekrediet. In het contract is een uitwisseling van betalingen aangegeven waarbij ten minste een van de beide onderdelen wordt bepaald door de prestaties van het referentiekrediet. Er zijn verschillende gebeurtenissen die aanleiding kunnen geven tot uitbetaling, waaronder wanbetaling, ratingverlaging of een welomschreven verandering in de credit spread van het referentiekrediet;

e)

grondstof: deze derivaten zijn contracten waarvan het rendement of een deel van het rendement gekoppeld is aan de koers of een index van een grondstof zoals een edelmetaal (met uitzondering van goud), petroleum, constructiehout of landbouwproducten;

f)

overige: dit betreft alle overige derivatencontracten waarbij geen sprake is van blootstelling met betrekking tot valuta-, rente-, aandelen-, grondstoffen- of kredietrisico, zoals klimaatderivaten of verzekeringsderivaten.

68.

Als een derivaat door meerdere soorten onderliggende risico’s wordt beïnvloed, wordt het instrument toegerekend aan het meest gevoelige soort risico. Met betrekking tot derivaten ter dekking van meerdere risico’s worden de transacties bij twijfel toegerekend volgens de hieronder aangegeven rangorde:

a)

grondstoffen: alle derivatentransacties waarbij sprake is van blootstelling met betrekking tot een grondstof of grondstoffenindex - ongeacht of het gaat om een gezamenlijke blootstelling met betrekking tot grondstoffen en enigerlei andere risicocategorie, met inbegrip van buitenlandse valuta’s, rente of aandelen - worden in deze categorie gerapporteerd;

b)

aandelen: met uitzondering van contracten waarbij sprake is van een gezamenlijke blootstelling met betrekking tot grondstoffen en aandelen en die als grondstoffen moeten worden gerapporteerd, worden alle derivatentransacties die aan de prestaties van aandelen of aandelenindexen zijn gekoppeld in de categorie aandelen gerapporteerd. Ook aandelentransacties waarbij sprake is van blootstelling met betrekking tot buitenlandse valuta’s of rente, worden in deze categorie ondergebracht;

c)

buitenlandse valuta’s en goud: deze categorie omvat alle derivatentransacties (met uitzondering van transacties die reeds in de categorieën grondstoffen of aandelen zijn gerapporteerd) waarbij sprake is van blootstellingen met betrekking tot meerdere valuta’s, ongeacht of die verband houden met rentedragende financiële instrumenten of wisselkoersen.

10.2.   Voor derivaten te rapporteren bedragen

69.

De „boekwaarde” van alle derivaten (voor afdekkings- of handelsdoeleinden) is gelijk aan de reële waarde. Derivaten met een positieve reële waarde (meer dan nul) zijn „financiële activa” en derivaten met een negatieve reële waarde (minder dan nul) zijn „financiële verplichtingen”. De „boekwaarde” van derivaten met een positieve reële waarde („financiële activa”) en de boekwaarde van derivaten met een negatieve reële waarde („financiële verplichtingen”) worden afzonderlijk gerapporteerd. Op de datum van de eerste opname wordt een derivaat ingedeeld als „financieel activum” of „financiële verplichting” naargelang van de initiële reële waarde ervan. Na de eerste opname kunnen, al naargelang de reële waarde van een derivaat stijgt of daalt, de voorwaarden van de uitwisseling gunstig of ongunstig worden voor de instelling (waarbij het derivaat respectievelijk als „financieel actief” en als „financiële verplichting” wordt ingedeeld).

70.

De „notionele waarde” is de nominale brutowaarde van alle transacties die op de referentiedatum zijn afgesloten maar nog niet zijn afgewikkeld. Meer bepaald wordt bij het vaststellen van de notionele waarde rekening gehouden met het volgende:

a)

voor contracten met een variabele nominale of notionele hoofdsom is de grondslag voor de rapportage de nominale of notionele hoofdsom op de referentiedatum;

b)

de notionele waarde die voor een derivatencontract met multiplicator moet worden gerapporteerd is de effectieve notionele waarde of nominale waarde van het contract;

c)

swaps: de notionele waarde van een swap is de onderliggende hoofdsom waarop de uitwisseling van rente, buitenlandse valuta’s of andere baten of lasten is gebaseerd;

d)

aan aandelen of grondstoffen gekoppelde contracten: de voor een aandelen- of grondstoffencontract te rapporteren notionele waarde is de hoeveelheid van de voor aankoop of verkoop gecontracteerde grondstoffen of aandelen, vermenigvuldigd met de contractuele eenheidsprijs. De notionele waarde die moet worden gerapporteerd voor grondstoffencontracten met meervoudige uitwisseling van hoofdsommen is de contractsom vermenigvuldigd met het aantal resterende uitwisselingen van hoofdsommen dat volgens het contact nog moet worden verricht;

e)

kredietderivaten: het contractuele bedrag dat voor kredietderivaten moet worden gerapporteerd is de nominale waarde van het desbetreffende referentiekrediet;

f)

voor digitale opties geldt een vooraf bepaalde vergoeding die kan bestaan uit een geldbedrag of een aantal contracten betreffende een onderliggende waarde. De notionele waarde van digitale opties is hetzij het vooraf bepaalde geldbedrag, hetzij de reële waarde van de onderliggende waarde op de referentiedatum.

71.

De kolom „Notionele waarde” van derivaten bevat voor iedere post de som van de notionele waarden van alle contracten waarbij de instelling tegenpartij is, ongeacht of de derivaten als activa of passiva op de balans zijn opgenomen. Alle notionele waarden worden gerapporteerd, ongeacht of de reële waarde van de derivaten positief, negatief of gelijk aan nul is. Saldering van de notionele waarden is niet toegestaan.

72.

De „notionele waarde” wordt als „Totaal” en „Waarvan: verkocht” gerapporteerd voor de volgende posten: „Otc-opties”, „Gereglementeerdemarktopties”, „Grondstof” en „Overige”. De post „Waarvan: verkocht” bevat de notionele waarden (uitoefenprijs) van de contracten waarbij de tegenpartijen (optiehouders) van de instelling (optieschrijver) het recht hebben om de optie uit te oefenen en, voor de posten die met kredietrisicoderivaten verband houden, de notionele waarden van de contracten waarbij de instelling (protectiegever) protectie heeft verkocht (verstrekt) aan haar tegenpartijen (protectienemers).

10.3.   Als „economische afdekkingsinstrumenten” geclassificeerde derivaten

73.

Derivaten die geen effectieve afdekkingsinstrumenten in de zin van IAS 39 zijn, moeten worden opgenomen in de „voor handelsdoeleinden aangehouden” portefeuille. Dit geldt ook voor derivaten die voor hedge accounting worden aangehouden maar die niet aan de vereisten van IAS 39 voor effectieve afdekkingsinstrumenten voldoen, alsook voor derivaten die zijn gekoppeld aan niet-genoteerde aandeleninstrumenten waarvan de reële waarde niet op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld.

74.

„Voor handelsdoeleinden aangehouden” derivaten die aan de definitie van „economische afdekkingsinstrumenten” voldoen, worden voor elke soort risico afzonderlijk gerapporteerd. De post „economische afdekkingsinstrumenten” omvat derivaten die in de categorie „voor handelsdoeleinden aangehouden” zijn ondergebracht, maar geen deel uitmaken van de handelsportefeuille zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 86, van de VKV. Onder deze post vallen geen derivaten voor handel voor eigen rekening.

10.4.   Uitsplitsing van derivaten naar sector van de tegenpartij

75.

De boekwaarde en de totale notionele waarde van voor handelsdoeleinden of voor hedge accounting aangehouden derivaten die op de otc-markt worden verhandeld, worden per tegenpartij gerapporteerd op basis van de volgende categorieën:

a)

„kredietinstellingen”,

b)

„overige financiële ondernemingen”, en

c)

„overige”, te weten alle andere tegenpartijen.

76.

Alle otc-derivaten, ongeacht het soort risico waarop zij betrekking hebben, worden uitgesplitst op basis van deze tegenpartijen. De uitsplitsing naar tegenpartij voor kredietrisicoderivaten verwijst naar de sector waaraan de tegenpartij van de instelling in het contract (protectiegever of -nemer) is toegewezen.

11.   WIJZIGINGEN IN VOORZIENINGEN VOOR KREDIETVERLIEZEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN VAN AANDELENINSTRUMENTEN (12)

77.

„Toenames als gevolg van bedragen die zijn gereserveerd voor geraamde verliezen op leningen gedurende de verslagperiode” worden gerapporteerd wanneer de voor de verslagperiode geraamde bijzondere waardevermindering voor de hoofdcategorie van activa of de tegenpartij in de opname van nettolasten resulteert, d.w.z. wanneer voor de gegeven categorie of tegenpartij de toename van de bijzondere waardevermindering voor de verslagperiode groter is dan de afname. „Afnames als gevolg van teruggeboekte bedragen voor geraamde verliezen op leningen gedurende de verslagperiode” worden gerapporteerd wanneer de voor de hoofdcategorie van activa of de tegenpartij geraamde bijzondere waardevermindering voor de verslagperiode in de opname van nettobaten resulteert, d.w.z. wanneer voor de gegeven categorie of tegenpartij de afname van de bijzondere waardevermindering voor de verslagperiode groter is dan de toename.

78.

Zoals toegelicht in punt 50 van dit deel kunnen „afschrijvingen” worden verricht hetzij via een rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening opgenomen vermindering van de waarde van het financiële activum (zonder gebruikmaking van een voorziening), hetzij via verlaging van de bedragen die ten laste worden gebracht van de voorziening voor de boekwaarde van financiële activa. „Afnames als gevolg van bedragen die ten laste worden gebracht van voorzieningen” zijn verminderingen van het gecumuleerde bedrag van de voorzieningen als gevolg van „afschrijvingen” die gedurende de verslagperiode zijn verricht vanwege het feit dat de gerelateerde schuldinstrumenten niet invorderbaar worden geacht. „Waardeaanpassingen die rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening” worden opgenomen, zijn „afschrijvingen” die gedurende de verslagperiode rechtstreeks ten laste van het bedrag van het corresponderende financiële activum zijn gebracht.

12.   ONTVANGEN ZEKERHEDEN EN GARANTIES (13)

12.1.   Uitsplitsing van leningen en voorschotten naar zekerheden en garanties (13.1)

79.

De pandgevingen en garanties ter dekking van leningen en voorschotten worden gerapporteerd naar soort pandgeving (hypotheekleningen en andere door zekerheden gedekte leningen) en naar financiële garantie. De leningen en voorschotten worden uitgesplitst naar tegenpartij.

80.

In template 13.1 wordt het „maximale in aanmerking te nemen bedrag van de zekerheid of garantie” gerapporteerd. De som van de bedragen van een financiële garantie en/of zekerheid die in de desbetreffende kolommen van template 13.1 worden opgenomen, mag niet hoger zijn dan de boekwaarde van de overeenkomstige lening.

81.

Voor de rapportage van leningen en voorschotten volgens het soort pandgeving gelden de volgende definities:

a)

binnen „Hypotheekleningen [Door onroerend goed gedekte leningen]” omvat „Niet-zakelijk” door niet-zakelijk onroerend goed gedekte leningen, terwijl „Zakelijke” leningen worden gedekt door in pand gegeven zakelijk onroerend goed; in beide gevallen zoals omschreven in de VKV;

b)

binnen „Overige door zekerheden gedekte leningen” omvat „Contanten [Uitgegeven schuldinstrumenten]” in pand gegeven deposito’s bij of schuldtitels uitgegeven door de instelling, en omvat „Overige” in pand gegeven andere effecten of activa; Onder „instelling” moet hier worden verstaan de instelling die de als zekerheid te gebruiken schuldtitel verleent (die deze feitelijk uitgeeft) en de lening en het voorschot ontvangt; niet de rapporterende instelling, die de zekerheid ontvangt en de lening en het voorschot verleent;

c)

„Ontvangen financiële garanties” omvat overeenkomsten waarbij de garantiegever bepaalde betalingen verricht om de instelling een verlies te vergoeden dat ontstaat wanneer een bepaalde debiteur verzuimt een krachtens de oorspronkelijke of gewijzigde voorwaarden van een schuldinstrument verschuldigde betaling te verrichten;

82.

Voor leningen en voorschotten die gelijktijdig door meerdere soorten zekerheden of garanties worden gedekt, wordt het „Maximale in aanmerking te nemen bedrag van de zekerheid of garantie” toegerekend overeenkomstig de kwaliteit ervan, te beginnen bij de zekerheid/garantie met de beste kwaliteit.

12.2.   Zekerheden die zijn verkregen door uitwinning gedurende de verslagperiode [aangehouden op de verslagdatum] (13.2)

83.

Deze template bevat de boekwaarde van zekerheden die tussen het begin en het einde van de referentieperiode zijn verkregen en die ook op de referentiedatum nog op de balans staan.

12.3.   Zekerheden die zijn verkregen door uitwinning [materiële activa] gecumuleerd (13.3)

84.

„Executie [materiële activa]” is de cumulatieve boekwaarde van materiële activa die zijn verkregen door uitwinning van zekerheden die ook op de referentiedatum nog op de balans staan, met uitzondering van de als „Materiële vaste activa” geclassificeerde activa.

13.   REËLEWAARDEHIËRARCHIE: TEGEN REËLE WAARDE GEWAARDEERDE FINANCIËLE INSTRUMENTEN (14)

85.

De instellingen rapporteren de waarde van tegen reële waarde gewaardeerde financiële instrumenten overeenkomstig de in IFRS 13.72 vermelde hiërarchie.

86.

„Wijziging in de reële waarde gedurende de verslagperiode” omvat winsten of verliezen als gevolg van herwaarderingen in de verslagperiode van de instrumenten die op de verslagdatum blijven bestaan. Deze winsten of verliezen worden gerapporteerd zoals zij worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening; de bedragen worden daarom gerapporteerd vóór belastingen.

87.

„Gecumuleerde wijziging in de reële waarde vóór belastingen” bevat het uit herwaarderingen van de instrumenten voortvloeiende bedrag aan winsten of verliezen, gecumuleerd vanaf de eerste opname tot aan de referentiedatum.

14.   VERWIJDERING UIT DE BALANS EN FINANCIËLE VERPLICHTINGEN IN VERBAND MET OVERGEDRAGEN FINANCIËLE ACTIVA (15)

88.

Template 15 bevat informatie over overgedragen financiële activa die niet of niet allemaal voor verwijdering uit de balans in aanmerking komen, alsmede financiële activa die geheel uit de balans zijn verwijderd maar ten aanzien waarvan de instelling de rechten behoudt.

89.

De desbetreffende verplichtingen worden gerapporteerd volgens de portefeuille waarin de corresponderende overgedragen financiële activa aan de actiefzijde waren opgenomen, en niet volgens de portefeuille waarin zij aan de passiefzijde waren opgenomen.

90.

De kolom „Voor kapitaaldoeleinden uit de balans verwijderde bedragen” bevat de boekwaarde van de financiële activa die voor verslaggevingsdoeleinden worden opgenomen maar voor prudentiële doeleinden uit de balans zijn verwijderd, omdat de instelling deze overeenkomstig artikel 109 van de VKV als securitisatieposities voor kapitaaldoeleinden behandelt aangezien significant kredietrisico is overgedragen overeenkomstig de artikelen 243 en 244 van de VKV.

91.

„Retrocessieovereenkomsten” („repo’s”) zijn transacties waarbij de instelling contanten ontvangt in ruil voor financiële activa die tegen een bepaalde prijs zijn verkocht onder beding van wederinkoop van dezelfde (of identieke) activa tegen een vaste koers op een afgesproken datum in de toekomst. Transacties die de tijdelijke overdracht van goud tegen zekerheid in de vorm van contanten behelzen, worden eveneens als „retrocessieovereenkomsten” („repo’s”) beschouwd. Bedragen die de instelling ontvangt in ruil voor financiële activa die aan een derde („tijdelijke verkrijger”) zijn overgedragen, worden onder „retrocessietransacties” ingedeeld indien er een vaste verplichting is om de transactie om te keren en niet louter een optie daartoe. De volgende repo-achtige transacties vallen allemaal onder retrocessieovereenkomsten:

a)

ontvangen bedragen in ruil voor effecten die tijdelijk aan een derde zijn overgedragen in de vorm van een effectenuitleen tegen zekerheid in de vorm van contanten;

b)

ontvangen bedragen in ruil voor effecten die tijdelijk aan een derde zijn overgedragen in de vorm van een verkoop/terugkoopovereenkomst.

92.

Bij „retrocessieovereenkomsten” („repo’s”) en „repo-overeenkomsten met wederinkoop” („omgekeerde repo’s”) is sprake van door de instelling ontvangen of uitgeleende contanten.

93.

Wanneer bij een securitisatietransactie de overgedragen financiële activa uit de balans worden verwijderd, rapporteren de instellingen in de winst-en-verliesrekening de door de post gegenereerde winsten (verliezen) die overeenstemmen met de „boekhoudkundige portefeuilles” waarvan die financiële activa deel uitmaakten voordat ze uit de balans werden verwijderd.

15.   UITSPLITSING VAN GESELECTEERDE POSTEN IN DE WINST-EN-VERLIESREKENING (16)

94.

Geselecteerde posten in de winst-en-verliesrekening worden bij de rapportage nader uitgesplitst naar winsten (of baten) en verliezen (of lasten).

15.1.   Rentebaten en -lasten naar instrument en naar sector van de tegenpartij (16.1)

95.

Rente wordt uitgesplitst naar zowel rentebaten uit financiële en andere activa als rentelasten uit financiële en andere verplichtingen. Rentebaten uit financiële activa omvatten rentebaten uit voor handelsdoeleinden aangehouden derivaten, schuldtitels, leningen en voorschotten. Rentelasten uit financiële verplichtingen omvatten rentelasten uit voor handelsdoeleinden aangehouden derivaten, deposito’s, uitgegeven schuldtitels en andere financiële verplichtingen. Voor de toepassing van template 16.1 worden shortposities binnen andere financiële verplichtingen in aanmerking genomen. Alle instrumenten in de verschillende portefeuilles worden in aanmerking genomen, behalve instrumenten die deel uitmaken van de post „Derivaten - hedge accounting” en niet voor afdekking van renterisico’s worden gebruikt.

96.

Rente op voor handelsdoeleinden aangehouden derivaten omvat de bedragen die verband houden met voor handelsdoeleinden aangehouden derivaten die in aanmerking komen als „economische afdekkingsinstrumenten” die zijn opgenomen als rentebaten of -lasten ter correctie van de baten en lasten van financiële instrumenten die wel vanuit economisch maar niet vanuit boekhoudkundig perspectief afgedekt zijn.

15.2.   Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van financiële activa en verplichtingen die niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar instrument (16.2)

97.

Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van financiële activa en verplichtingen die niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, worden uitgesplitst naar soort instrument en naar boekhoudkundige portefeuille. Voor iedere post wordt de gerealiseerde nettowinst of het gerealiseerde nettoverlies uit de uit de balans verwijderde transactie gerapporteerd. De nettowaarde vertegenwoordigt het verschil tussen gerealiseerde winsten en gerealiseerde verliezen.

15.3.   Winsten of verliezen uit hoofde van financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, naar instrument (16.3)

98.

Winsten en verliezen uit hoofde van financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, worden uitgesplitst naar soort instrument; elke post in de uitsplitsing is het gerealiseerde en niet-gerealiseerde nettobedrag (winsten min verliezen) van het financiële instrument.

15.4.   Winsten of verliezen uit hoofde van financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, naar risico (16.4)

99.

Winsten en verliezen uit hoofde van financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden worden uitgesplitst naar soort risico; elke post in de uitsplitsing is het gerealiseerde en niet-gerealiseerde nettobedrag (winsten min verliezen) van het onderliggende risico (rente-, aandelen-, valuta-, krediet-, grondstoffenrisico en andere risico’s) in verband met de blootstelling, met inbegrip van gerelateerde derivaten. Winsten en verliezen uit hoofde van wisselkoersverschillen worden opgenomen in de post waarin ook de resterende uit het geconverteerde instrument voortvloeiende winsten en verliezen zijn opgenomen. Winsten en verliezen op activa en passiva die geen derivaten zijn, worden als volgt opgenomen:

a)

rente-instrumenten: omvat de handel in leningen en voorschotten, deposito’s en schuldtitels (aangehouden of uitgegeven);

b)

aandeleninstrumenten: omvat de handel in aandelen, quota van icbe’s en andere aandeleninstrumenten;

c)

handel in vreemde valuta: omvat uitsluitend de handel op valutamarkten;

d)

kredietrisico-instrumenten: omvat de handel in credit linked notes;

e)

grondstoffen: deze post omvat uitsluitend derivaten; grondstoffen die met de intentie om te handelen worden aangehouden, worden immers gerapporteerd onder „Overige activa”, niet onder „Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa”;

f)

Overige: omvat de handel in financiële instrumenten die niet bij andere uitsplitsingen kunnen worden ondergebracht.

15.5.   Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar instrument (16.5)

100.

Winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen die zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, worden uitgesplitst naar soort instrument. De instellingen rapporteren de netto gerealiseerde en niet-gerealiseerde winsten en verliezen. Ook het bedrag van de verandering in de reële waarde gedurende de verslagperiode als gevolg van wijzigingen van het kredietrisico (eigen kredietrisico van leningnemer of -gever) wordt gerapporteerd.

15.6.   Uit afdekkingstransacties voortvloeiende winsten of verliezen (16.6)

101.

Uit afdekkingstransacties voortvloeiende winsten en verliezen worden uitgesplitst naar afdekkingsdoeleinden: reëlewaardeafdekking, kasstroomafdekking en afdekking van nettodeelnemingen in buitenlandse activiteiten. Aan de afdekking van de reële waarde gerelateerde winsten en verliezen worden uitgesplitst naar afdekkingsinstrument en afgedekte post.

15.7.   Bijzondere waardevermindering van financiële en niet-financiële activa (16.7)

102.

„Toevoegingen” worden gerapporteerd wanneer, ten aanzien van de boekhoudkundige portefeuille of de voornaamste activacategorie, de raming van de bijzondere waardevermindering voor de verslagperiode leidt tot de opname van nettolasten. „Terugboekingen” worden gerapporteerd wanneer, ten aanzien van de boekhoudkundige portefeuille of de voornaamste activacategorie, de raming van de bijzondere waardevermindering voor de verslagperiode leidt tot de opname van nettobaten.

16.   AANSLUITING TUSSEN DE BOEKHOUDKUNDIGE REIKWIJDTE VAN DE CONSOLIDATIE EN DE REIKWIJDTE VAN DE CONSOLIDATIE IN HET KADER VAN DE VKV (17)

103.

„Boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie” bevat de boekwaarde van activa, passiva en aandelenvermogen, alsook de nominale bedragen van de blootstellingen buiten de balanstelling berekend op basis van de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie, d.w.z. met opname in de consolidatie van verzekeringsondernemingen en niet-financiële ondernemingen.

104.

In deze template zijn onder de post „Deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen” geen dochterondernemingen begrepen, aangezien binnen de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie alle dochterondernemingen geheel geconsolideerd zijn.

105.

„Onder verzekerings- en herverzekeringsovereenkomsten vallende activa” omvatten in herverzekering gegeven activa, alsook, indien van toepassing, activa die verband houden met gesloten verzekerings- en herverzekeringsovereenkomsten.

106.

„Verplichtingen uit hoofde van verzekerings- en herverzekeringsovereenkomsten” omvatten verplichtingen uit hoofde van gesloten verzekerings- en herverzekeringsovereenkomsten.

17.   GEOGRAFISCHE UITSPLITSING (20)

107.

Template 20 wordt gerapporteerd zodra de instelling de in artikel 5.1, onder a), iv), genoemde drempelwaarde overschrijdt. Bij de geografische uitsplitsing naar locatie van de activiteiten in de templates 20.1, 20.2 en 20.3 wordt onderscheid gemaakt tussen „Binnenlandse activiteiten” en „Niet-binnenlandse activiteiten”. „Locatie” betekent het rechtsgebied waar de rechtspersoon die het overeenkomstige activum of passivum heeft opgenomen, is opgericht; voor bijkantoren betekent „Locatie” het rechtsgebied van de plaats van vestiging. In dit kader omvat „Binnenlandse activiteiten” de activiteiten die worden verantwoord in de lidstaat waar de instelling is gevestigd.

108.

De templates 20.4 tot en met 20.7 bevatten informatie „per land” op basis van de vestigingsplaats van de directe tegenpartij. De verstrekte uitsplitsing omvat blootstellingen of verplichtingen met betrekking tot ingezetenen in elk land buiten het land van vestiging waar de instelling blootstellingen heeft. Blootstellingen of verplichtingen met betrekking tot supranationale organisaties worden niet aan het land van vestiging van de instelling maar aan de geografische zone „Andere landen” toegerekend.

109.

In template 20.4 wordt voor schuldinstrumenten de „brutoboekwaarde” gerapporteerd zoals omschreven in punt 45 van deel 2. Voor derivaten en aandeleninstrumenten is het te rapporteren bedrag de boekwaarde. „Waarvan: oninbare” leningen en voorschotten worden gerapporteerd als omschreven in de punten 145 tot en met 157 van deze bijlage. Schuldrespijt omvat alle „schuld” contracten voor de toepassing van template 19 waarvoor respijtmaatregelen, als omschreven in de punten 163 tot en met 179 van deze bijlage, zijn verleend. Template 20.7 wordt „per land” gerapporteerd volgens de classificatie naar NACE-code. De rapportage van NACE-codes geschiedt op basis van het eerste niveau van opsplitsing (naar „sectie”).

18.   MATERIËLE EN IMMATERIËLE ACTIVA: ACTIVA DIE ZIJN ONDERWORPEN AAN EEN OPERATIONELE LEASE (21)

110.

Ten behoeve van de berekening van de drempel in artikel 9, onder e), worden materiële activa die door de instelling (leasegever) aan derden zijn geleased krachtens overeenkomsten die onder het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving als operationele lease kunnen worden aangemerkt, gedeeld door het totaal van de materiële activa.

111.

Ingevolge de IFRS of de daarmee verenigbare nationale GAAP worden activa die door de instelling (als leasegever) in de vorm van een operationele lease aan derden worden geleased bij de rapportage uitgesplitst naar waarderingsmethode.

19.   VERMOGENSBEHEER, BEWAARNEMING EN ANDERE DIENSTEN (22)

112.

Ten behoeve van de berekening van de drempel in artikel 9, onder f), is het bedrag van de „netto vergoedings- en provisiebaten” de absolute waarde van het verschil tussen „vergoedings- en provisiebaten” en „vergoedings- en provisielasten”. In dezelfde zin is het bedrag van de „nettorente” de absolute waarde van het verschil tussen „rentebaten” en „rentelasten”.

19.1.   Baten en lasten uit hoofde van vergoedingen en provisies naar activiteit (22.1)

113.

De baten en lasten uit hoofde van vergoedingen en provisies worden gerapporteerd naar soort activiteit. Ingevolge de IFRS of de daarmee verenigbare nationale GAAP omvat deze template baten uit hoofde van vergoedingen en provisies met uitzondering van:

a)

in aanmerking te nemen bedragen bij de berekening van de effectieve rente van financiële instrumenten [IFRS 7.20.(c)]; en

b)

bedragen die voortvloeien uit financiële instrumenten die zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening [IFRS 7.20.(c).(i)].

114.

Transactiekosten die rechtstreeks kunnen worden toegeschreven aan de verwerving of uitgifte van financiële instrumenten die niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, worden niet opgenomen; deze kosten maken deel uit van de initiële verwervings- of uitgiftewaarde van deze instrumenten en worden gedurende de resterende looptijd op basis van de effectieve rente via de winst-en-verliesrekening geamortiseerd [zie IAS 39.43].

115.

Transactiekosten die rechtstreeks kunnen worden toegeschreven aan de verwerving of uitgifte van financiële instrumenten die zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, worden opgenomen als onderdeel van de „Winsten of verliezen uit hoofde van financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, netto” of „Winsten en verliezen uit hoofde van financiële activa en verplichtingen die zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, netto”. Zij maken geen deel uit van de initiële verwervings- of uitgiftewaarde van deze instrumenten en worden rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

116.

De instellingen rapporteren de baten en lasten uit hoofde van vergoedingen en provisies overeenkomstig de volgende criteria:

a)

„Effecten. Uitgiften” omvat ontvangen vergoedingen en provisies voor betrokkenheid bij het initiëren of uitgeven van effecten die niet door de instelling zijn geïnitieerd of uitgegeven;

b)

„Effecten. Overboekingsopdrachten” omvat vergoedingen en provisies die voortvloeien uit de ontvangst, transmissie en uitvoering, namens cliënten, van opdrachten tot kopen of verkopen van effecten;

c)

„Effecten. Overige” omvat vergoedingen en provisies die de instelling genereert door het verlenen van andere diensten die verband houden met effecten die niet door de instelling zijn geïnitieerd of uitgegeven;

d)

„Clearing en afwikkeling” omvat baten (lasten) uit hoofde van vergoedingen en provisies die de instelling genereert (moet betalen) als gevolg van haar deelname aan tegenpartij-, clearing- en afwikkelingsfaciliteiten;

e)

„Vermogensbeheer”, „Bewaarneming”, „Centrale administratiediensten voor instellingen voor collectieve belegging”, „Fiduciaire transacties” en „Betalingsdiensten” omvatten baten (lasten) uit hoofde van vergoedingen en provisies die de instelling genereert (moet betalen) als gevolg van de verlening van deze diensten;

f)

„Gestructureerde financiering” omvat ontvangen vergoedingen en provisies voor betrokkenheid bij het initiëren of uitgeven van financiële instrumenten die geen effecten zijn die door de instelling zijn geïnitieerd of uitgegeven;

g)

„Vergoeding voor beheersdiensten bij securitisatieactiviteiten” omvat aan de inkomstenzijde de vergoedings- en provisiebaten die de instelling genereert door beheersdiensten in verband met leningen te verlenen, en aan de uitgavenzijde de vergoedings- en provisielasten die door verleners van beheersdiensten in verband met leningen aan de instelling in rekening worden gebracht;

h)

„Toegezegde leningen” en „Verstrekte financiële garanties” omvatten het als inkomsten voor de verslagperiode opgenomen bedrag van de afschrijving van de vergoedingen en provisies voor deze activiteiten, aanvankelijk opgenomen als „Overige financiële verplichtingen”;

i)

„Ontvangen toegezegde leningen” en „Ontvangen financiële garanties” omvatten de vergoedings- en provisielasten die door de instelling zijn opgenomen als gevolg van de bedragen die in rekening zijn gebracht door de tegenpartij die de lening heeft toegezegd of de financiële garantie heeft verstrekt;

j)

„Overige” omvat de andere baten (lasten) uit hoofde van vergoedingen en provisies die de instelling genereert (moet betalen), zoals die welke voortvloeien uit „Overige verbintenissen”, uit valutadiensten (bv. het wisselen van bankbiljetten of munten) of uit het verlenen (ontvangen) van ander advies en andere diensten tegen betaling.

19.2.   Bij de verleende diensten betrokken activa (22.2)

117.

De bedrijfsactiviteiten die met vermogensbeheer, bewaarnemingsfuncties en andere door de instelling verleende diensten verband houden, worden gerapporteerd op basis van de volgende definities:

a)

„Vermogensbeheer” verwijst naar activa die rechtstreeks eigendom zijn van de cliënten en die de instelling in beheer heeft. „Vermogensbeheer” wordt gerapporteerd naar soort cliënt: instellingen voor collectieve belegging, pensioenfondsen, op discretionaire basis beheerde cliëntenportefeuilles en andere beleggingsvehikels;

b)

„Bewaard vermogen” verwijst naar de door de instelling verleende diensten inzake bewaarneming en beheer van financiële instrumenten voor rekening van cliënten en met bewaarneming samenhangende diensten, zoals contanten- en/of zekerhedenbeheer. „Bewaard vermogen” wordt gerapporteerd naar soort cliënt waarvoor de instelling het vermogen in bewaring heeft, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen instellingen voor collectieve belegging en andere. De post „Waarvan: toevertrouwd aan andere entiteiten” verwijst naar het bedrag van de activa dat deel uitmaakt van het bewaard vermogen waarvan de instelling de effectieve bewaring aan andere entiteiten heeft overgedragen;

c)

„Centrale administratieve diensten voor collectieve belegging” verwijst naar de administratieve diensten die de instelling verleent aan instellingen voor collectieve belegging. Deze post omvat onder meer transferagentdiensten; het opstellen van boekhoudbescheiden; het opstellen van het prospectus, financiële verslagen en alle overige voor beleggers bedoelde documentatie; het verzorgen van de correspondentie via de verzending van financiële verslagen en van alle overige voor beleggers bedoelde documentatie; het verrichten van uitgiften en aflossingen en het bijhouden van het register van beleggers; en het berekenen van de intrinsieke waarde;

d)

„Fiduciaire transacties” verwijst naar de activiteiten waarbij de instelling handelt in eigen naam maar voor rekening en risico van haar cliënten. Bij fiduciaire transacties verleent de instelling in veel gevallen diensten zoals bewaarnemingsdiensten of vermogensbeheerdiensten aan een gestructureerde entiteit, dan wel diensten voor portefeuillebeheer op discretionaire basis. Alle fiduciaire transacties worden uitsluitend in deze post gerapporteerd, ongeacht of de instelling ook nog andere diensten verleent;

e)

„Betalingsdiensten” verwijst naar het namens cliënten innen van betalingen die worden gegenereerd door schuldinstrumenten die niet op de balans van de instelling staan en ook niet door haar worden geïnitieerd;

f)

„Cliëntmiddelen die worden gedistribueerd maar niet beheerd” verwijst naar door entiteiten buiten de groep uitgegeven producten die de instelling onder haar bestaande cliënten heeft gedistribueerd. Deze post wordt gerapporteerd per soort product;

g)

„Bedrag van de bij de dienstverlening betrokken activa” bevat het op basis van de reële waarde bepaalde bedrag van de activa waarop het optreden van de instelling betrekking heeft. Andere waarderingsgrondslagen, waaronder de nominale waarde, kunnen worden gehanteerd als de reële waarde niet beschikbaar is. In gevallen waarin de instelling diensten verleent aan entiteiten zoals instellingen voor collectieve belegging en pensioenfondsen, kunnen de desbetreffende activa worden opgenomen tegen de waarde waartegen ze op de balans van die entiteiten zelf zijn opgenomen. De gerapporteerde bedragen zijn inclusief opgelopen rente, indien van toepassing.

20.   BELANGEN IN NIET-GECONSOLIDEERDE GESTRUCTUREERDE ENTITEITEN (30)

118.

Onder „Opgenomen liquiditeitssteun” wordt de som verstaan van de boekwaarde van de aan niet-geconsolideerde entiteiten verstrekte leningen en voorschotten en de boekwaarde van aangehouden schuldtitels die door niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten zijn uitgegeven.

21.   VERBONDEN PARTIJEN (31)

119.

De instellingen rapporteren bedragen en/of transacties in verband met de blootstellingen binnen en buiten de balanstelling waarbij de tegenpartij een verbonden partij is.

120.

Intragroepstransacties en uitstaande saldi binnen de groep worden geëlimineerd. De instellingen nemen onder „Dochterondernemingen en andere entiteiten van dezelfde groep” ook uitstaande saldi en transacties met dochterondernemingen op die niet zijn geëlimineerd, hetzij omdat de dochterondernemingen niet geheel onder de prudentiële consolidatie vallen, hetzij omdat de dochterondernemingen overeenkomstig artikel 19 van de VKV buiten de prudentiële consolidatie vallen vanwege het te verwaarlozen belang ervan, hetzij omdat, bij instellingen die deel uitmaken van een grotere groep, zij niet van de instelling zijn maar van de uiteindelijke moederonderneming. Wanneer zij proportionele consolidatie of de vermogensmutatiemethode toepassen, rapporteren de instellingen onder „Geassocieerde deelnemingen en joint ventures” ook de niet-geëlimineerde delen van uitstaande saldi en transacties met joint ventures en geassocieerde deelnemingen van de groep waarvan zij deel uitmaken.

21.1.   Verbonden partijen: te betalen bedragen aan en te ontvangen bedragen van (31.1)

121.

Voor „Toegezegde leningen, financiële garanties en andere ontvangen toezeggingen” is het te rapporteren bedrag gelijk aan de som van het „nominale bedrag” van de ontvangen toegezegde leningen, de „maximaal in aanmerking te nemen zekerheid/garantie” van ontvangen financiële garanties en het „nominale bedrag” van de andere ontvangen toezeggingen.

21.2.   Verbonden partijen: baten en lasten uit hoofde van transacties met (31.2)

122.

„Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa” omvat alle winsten en verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa die voortvloeien uit transacties met verbonden partijen. Deze post omvat de winsten en verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa die zijn voortgekomen uit transacties met verbonden partijen en deel uitmaken van de volgende posten van de „winst-en-verliesrekening”:

a)

„Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen”,

b)

„Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa die geen voor verkoop aangehouden financiële activa zijn”,

c)

„Winst of verlies uit hoofde van voor verkoop geclassificeerde en niet als beëindigde bedrijfsactiviteiten in aanmerking komende vaste activa en groepen activa die worden afgestoten”, en

d)

„Brutowinst of -verlies na belastingen uit hoofde van beëindigde bedrijfsactiviteiten”.

22.   GROEPSSTRUCTUUR (40)

123.

De instellingen verstrekken gedetailleerde informatie over dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen op de verslagdatum. Alle dochterondernemingen worden gerapporteerd, ongeacht de activiteit die zij verrichten. Als „Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa”, „Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening”, „Financiële activa beschikbaar voor verkoop” en eigen aandelen, dat wil zeggen, eigen aandelen van de rapporterende instelling die zij zelf bezit, geclassificeerde effecten vallen buiten het toepassingsgebied van deze template.

22.1.   Groepsstructuur: „per entiteit” (40.1)

124.

De volgende informatie wordt „per entiteit” gerapporteerd:

a)

„LEI-code” is de LEI-code van de entiteit waarin wordt deelgenomen;

b)

„Entiteitscode” is de identificatiecode van de entiteit waarin wordt deelgenomen; De entiteitscode is een identificatiecode van een rij en is uniek voor elke rij in template 40.1.

c)

„Entiteitsnaam” is de naam van de entiteit waarin wordt deelgenomen;

d)

„Toetredingsdatum” is de datum waarop de entiteit waarin wordt deelgenomen, „deel van de groep” is gaan uitmaken;

e)

„Aandelenkapitaal” is het totaalbedrag van het kapitaal dat door de entiteit waarin wordt deelgenomen op de referentiedatum wordt uitgegeven;

f)

„Aandelenvermogen van de entiteit waarin wordt deelgenomen”, „Totale activa van de entiteit waarin wordt deelgenomen” en „Winst (of verlies) van de entiteit waarin wordt deelgenomen” zijn de bedragen van deze posten in de meest recente jaarrekening van de entiteit waarin wordt deelgenomen;

g)

„Vestigingsplaats van de entiteit waarin wordt deelgenomen” is het land waar de entiteit waarin wordt deelgenomen, is gevestigd;

h)

„Sector van de entiteit waarin wordt deelgenomen” is de sector van de tegenpartij zoals omschreven in punt 35 van deel 1;

i)

De „NACE-code” wordt verstrekt op basis van de hoofdactiviteit van de entiteit waarin wordt deelgenomen. Voor niet-financiële ondernemingen wordt de NACE-code gerapporteerd op basis van het eerste niveau van opsplitsing (naar „sectie”); voor financiële ondernemingen wordt de NACE-code gerapporteerd op basis van het tweede niveau van opsplitsing (naar „afdeling”);

j)

„Gecumuleerd aandelenbelang (%)” is het percentage van de eigendomsinstrumenten in handen van de instelling op de referentiedatum;

k)

„Stemrechten (%)” is het percentage van de stemrechten die aan de eigendomsinstrumenten in handen van de instelling op de referentiedatum verbonden zijn;

l)

„Groepsstructuur [relatie]” verwijst naar de relatie tussen de moederonderneming en de entiteit waarin wordt deelgenomen (dochteronderneming, joint venture of geassocieerde deelneming);

m)

„Boekhoudkundige behandeling [Boekhoudgroep]” verwijst naar de boekhoudkundige behandeling binnen de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie (volledige consolidatie, proportionele consolidatie of vermogensmutatiemethode);

n)

„Boekhoudkundige behandeling [VKV-groep]” verwijst naar de boekhoudkundige behandeling binnen de reikwijdte van de consolidatie in het kader van de VKV (volledige integratie, proportionele integratie of vermogensmutatiemethode);

o)

„Boekwaarde” verwijst naar de op de balans van de instelling gerapporteerde bedragen voor entiteiten waarin wordt deelgenomen en die noch geheel, noch proportioneel geconsolideerd zijn;

p)

„Verwervingskosten” is het door de investeerders betaalde bedrag;

q)

„Goodwill met betrekking tot de entiteit waarin wordt deelgenomen” betekent het bedrag aan goodwill dat de instelling op de geconsolideerde balans in de posten „Goodwill” of „Deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen” heeft gerapporteerd met betrekking tot de entiteit waarin wordt deelgenomen;

r)

„Reële waarde van de deelnemingen waarvoor openbare prijsnoteringen beschikbaar zijn” is de prijs op de referentiedatum; deze prijs wordt alleen vermeld als het beursgenoteerde instrumenten betreft.

22.2.   Groepsstructuur: „per instrument” (40.2)

125.

De volgende informatie wordt „per instrument gerapporteerd”:

a)

„Effectcode” is de ISIN-code van het effect. Voor effecten waaraan geen ISIN-code is toegewezen, wordt een andere code opgenomen waarmee dat effect op unieke wijze wordt geïdentificeerd; „Effectcode” en „Holdingcode” zijn een samengestelde identificatiecode van een rij, en zijn samen uniek voor elke rij in template 40.2;

b)

„Holdingcode” is de identificatiecode van de entiteit binnen de groep die de deelneming aanhoudt;

c)

„Entiteitscode”, „Gecumuleerd aandelenbelang (%)”, „Boekwaarde” en „Verwervingskosten” zijn hierboven omschreven. De bedragen stemmen overeen met de effecten die de betrokken holding in zijn bezit heeft.

23.   REËLE WAARDE (41)

23.1.   REËLEWAARDEHIËRARCHIE: tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële instrumenten (41.1)

126.

In deze template wordt informatie gerapporteerd over de reële waarde van tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële instrumenten op basis van de hiërarchie in IFRS 7.27A.

23.2.   Gebruik van de reëlewaardeoptie (41.2)

127.

In deze template wordt informatie gerapporteerd over het gebruik van de reëlewaardeoptie voor financiële activa en verplichtingen die zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. „Hybride contracten” bevat de boekwaarde van hybride financiële instrumenten die in hun geheel in deze boekhoudkundige portefeuilles zijn ondergebracht, d.w.z. inclusief niet-gescheiden hybride instrumenten in hun geheel.

23.3.   Hybride financiële instrumenten die niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (41.3)

128.

In deze template wordt informatie gerapporteerd over hybride financiële instrumenten, met uitzondering van de in template 41.2 gerapporteerde hybride contracten die volgens de „reëlewaardeoptie” zijn gewaardeerd, tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening.

129.

„Voor handelsdoeleinden aangehouden” omvat de boekwaarde van hybride financiële instrumenten die in hun geheel als „voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa” of als „voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen” zijn geclassificeerd, d.w.z. inclusief niet-gescheiden hybride instrumenten in hun geheel.

130.

De andere rijen bevatten de boekwaarde van de basiscontracten die overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving van de daarin besloten derivaten zijn gescheiden. De boekwaarden van de daarin besloten derivaten die overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaglegging van deze basiscontracten zijn gescheiden, worden in de templates 10 en 11 gerapporteerd.

24.   MATERIËLE EN IMMATERIËLE ACTIVA: BOEKWAARDE VOLGENS WAARDERINGSMETHODE (42)

131.

„Materiële vaste activa”, „Vastgoedbeleggingen” en „Overige immateriële activa” worden gerapporteerd op basis van de criteria die voor de waardering ervan zijn gebruikt.

132.

„Overige immateriële activa” zijn alle andere immateriële activa dan goodwill.

25.   VOORZIENINGEN (43)

133.

Deze template omvat de aansluiting tussen de boekwaarden van de post „Voorzieningen” aan het begin en aan het einde van de verslagperiode volgens de aard van de mutaties.

26.   OP VASTE TOEZEGGINGEN GEBASEERDE REGELINGEN EN PERSONEELSBELONINGEN (44)

134.

Deze templates bevatten gecumuleerde informatie over alle op vaste toezeggingen gebaseerde regelingen van de instelling. Als er sprake is van meerdere op vaste toezeggingen gebaseerde regelingen wordt het totaalbedrag van alle regelingen samen gerapporteerd.

26.1.   Componenten van netto-activa en -verplichtingen uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde regelingen (44.1)

135.

„Componenten van netto-activa en -verplichtingen uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde regelingen” verstrekt de aansluiting van de gecumuleerde actuele waarde van alle nettoverplichtingen (netto-activa) uit hoofde van toegezegde pensioenrechten, alsook restitutierechten [IAS 19.140 (a), (b)].

136.

„Netto-activa uit hoofde van toegezegde pensioenrechten” omvat, in geval van een overschot, de overschotbedragen die op de balans moeten worden opgenomen omdat ze niet onder de in IAS 19.63 vastgestelde limieten vallen. Het bedrag van deze post en het bedrag opgenomen in de pro-memoriepost „Reële waarde van enig als activum opgenomen restitutierecht” worden in de balanspost „Overige activa” opgenomen.

26.2.   Verloop van de verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (44.2)

137.

„Verloop van de verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten” verstrekt de aansluiting van de begin- en eindsaldi van de gecumuleerde actuele waarde van alle verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten van de instelling. Het effect van de verschillende in IAS 19.141 genoemde elementen gedurende deze verslagperiode wordt afzonderlijk gepresenteerd.

138.

Het bedrag van het „Eindsaldo [actuele waarde]” in de template voor het verloop van de verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten dient gelijk te zijn aan de „Actuele waarde van de verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten”.

26.3.   Pro-memorieposten [gerelateerd aan personeelslasten] (44.3)

139.

Voor de rapportage van pro-memorieposten die met personeelslasten verband houden, gelden de volgende definities:

a)

„Pensioenlasten en soortgelijke lasten” omvat het voor de verslagperiode als personeelslasten opgenomen bedrag voor eventuele verplichtingen uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding (zowel toegezegdpensioen- als toegezegdebijdrageregelingen) en bijdragen aan fondsen voor sociale zekerheid;

b)

„Op aandelen gebaseerde betalingen” omvat het voor de verslagperiode opgenomen bedrag aan personeelslasten voor op aandelen gebaseerde betalingen.

27.   UITSPLITSING VAN GESELECTEERDE POSTEN IN DE WINST-EN-VERLIESREKENING (45)

27.1.   Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa die niet voor verkoop worden aangehouden (45.2)

140.

Winsten en verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa die niet voor verkoop worden aangehouden, worden uitgesplitst naar soort activum; voor iedere post wordt de winst of het verlies opgenomen met betrekking tot het activum (zoals onroerend goed, software, hardware, goud of een deelneming) dat uit de balans is verwijderd.

27.2.   Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten (45.3)

141.

Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten worden uitgesplitst op basis van de volgende posten: reëlewaardeaanpassingen voor materiële activa die volgens het reëlewaardemodel zijn gewaardeerd; huuropbrengsten en directe bedrijfskosten van vastgoedbeleggingen; opbrengsten en kosten van operationele leases die geen vastgoedbeleggingen zijn, en andere bedrijfsopbrengsten en -kosten.

142.

„Operationele leases die geen vastgoedbeleggingen zijn” omvat in de kolom „opbrengsten” de rendementen en in de kolom „kosten” de kosten die de instelling als leasegever bij haar operationele leaseactiviteiten heeft behaald respectievelijk gemaakt en die geen betrekking hebben op activa die als vastgoedbeleggingen zijn geclassificeerd. De kosten voor de instelling als leasenemer worden in de post „Overige administratieve kosten” opgenomen.

143.

Winsten of verliezen uit hoofde van herwaarderingen van aangehouden edele metalen of andere grondstoffen gewaardeerd tegen reële waarde minus verkoopkosten worden gerapporteerd in de posten die deel uitmaken van „Overige bedrijfsopbrengsten. Andere” of „Overige bedrijfskosten. Andere”.

28.   MUTATIEOVERZICHT VAN HET AANDELENVERMOGEN (46)

144.

Het mutatieoverzicht van het aandelenvermogen verstrekt voor elk afzonderlijk eigenvermogensbestanddeel de aansluiting tussen de boekwaarde aan het begin van de verslagperiode (beginsaldo) en aan het einde van de verslagperiode (eindsaldo).

29.   NIET-RENDERENDE BLOOTSTELLINGEN (18)

145.

Voor de toepassing van template 18 zijn niet-renderende blootstellingen die elk van de volgende criteria vervullen:

a)

materiële blootstellingen die meer dan 90 dagen achterstallig zijn;

b)

het wordt, ongeacht het bestaan van enig achterstallig bedrag of het aantal achterstallige dagen, onwaarschijnlijk geacht dat de debiteur zijn kredietverbintenissen volledig zal nakomen zonder uitwinning van zekerheden.

146.

Die categorisering als niet-renderende blootstelling geldt niettegenstaande de classificatie van een blootstelling als in wanbetaling voor de toepassing van de regelgeving in overeenstemming met artikel 178 van de VKV of als dubieus voor de toepassing van de verslaggeving in overeenstemming met het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving.

147.

Blootstellingen ten aanzien waarvan een wanbetaling geacht wordt te hebben plaatsgevonden in overeenstemming met artikel 178 VKV en blootstellingen die worden geacht dubieus te zijn in overeenstemming met het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving worden altijd als niet-renderende blootstellingen beschouwd. Blootstellingen met betrekking tot „collectieve voorzieningen voor geleden maar niet gerapporteerde verliezen” waarvan sprake in punt 38 van deze bijlage worden niet als niet-renderende blootstellingen beschouwd tenzij zij aan de criteria voldoen om als niet-renderende blootstellingen te worden beschouwd.

148.

Blootstellingen worden voor hun volledige bedrag gecategoriseerd en zonder rekening te houden met het bestaan van enige zekerheid. De materialiteit wordt beoordeeld in overeenstemming met artikel 178 van de VKV.

149.

Voor de toepassing van template 18 omvat „blootstellingen” alle schuldinstrumenten (leningen en voorschotten en schuldtitels) en blootstellingen buiten de balanstelling, met uitzondering van die welke voor het verhandelen van blootstellingen worden aangehouden. Blootstellingen buiten de balanstelling omvatten de volgende herroepelijke en onherroepelijke posten:

a)

verstrekte toegezegde leningen;

b)

verstrekte financiële garanties;

c)

overige gedane toezeggingen.

150.

Voor de toepassing van template 18 is een blootstelling „achterstallig” wanneer enig bedrag van de hoofdsom, rente of provisies niet betaald is op de datum waarop het verschuldigd was.

151.

Voor de toepassing van template 18 heeft „debiteur” de betekenis die het heeft in artikel 178 van de VKV.

152.

Een verbintenis wordt voor haar nominale bedrag als een niet-renderende blootstelling beschouwd indien er, wanneer er een beroep op zou worden gedaan of anderszins gebruik van zou worden gemaakt, blootstellingen zouden ontstaan die gevaar lopen niet volledig te worden terugbetaald zonder uitwinning van zekerheden.

153.

Verstrekte financiële garanties worden voor hun nominale bedrag als niet-renderende blootstellingen beschouwd indien de financiële garantie gevaar loopt door de tegenpartij („gegarandeerde partij”) te worden aangesproken, inclusief, met name, indien de onderliggende gegarandeerde blootstelling aan de criteria voldoet om als niet-renderend te worden beschouwd, als bedoeld in punt 145. Indien de gegarandeerde partij met het ingevolge het financiëlegarantiecontract verschuldigde bedrag achterstallig is, beoordeelt de rapporterende instelling of de daaruit voortvloeiende vordering aan de criteria voldoet om als niet-renderend te worden beschouwd.

154.

In overeenstemming met punt 145 als niet-renderend geclassificeerde blootstellingen worden of als niet-renderend op individuele basis („transactiegebaseerd”) of als niet-renderend voor wat betreft de totale blootstelling aan een gegeven debiteur („debiteurgebaseerd”) beschouwd. Voor de categorisering van niet-renderende blootstellingen als op individuele basis of als aan een gegeven debiteur worden voor de verschillende types niet-renderende blootstellingen de volgende categorisatiebenaderingen gebruikt:

a)

voor in overeenstemming met artikel 178 van de VKV als blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan geclassificeerde niet-renderende blootstellingen geldt de categorisatiebenadering van artikel 178;

b)

voor blootstellingen die als niet-renderend worden geclassificeerd omdat zij ingevolge het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving als dubieus worden beschouwd, gelden de criteria om ingevolge het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving als dubieus te worden opgenomen;

c)

voor andere niet-renderende blootstellingen die noch als blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan, noch als dubieus geclassificeerd zijn, gelden de bepalingen van artikel 178 van de VKV voor blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

155.

Indien een instelling blootstellingen binnen de balanstelling aan een debiteur heeft die meer dan 90 dagen achterstallig zijn en de bruto boekwaarde van de achterstallige blootstellingen meer dan 20 % van de bruto boekwaarde van alle blootstellingen binnen de balanstelling aan die debiteur vertegenwoordigt, worden alle blootstellingen binnen en buiten de balanstelling aan die debiteur als niet-renderend beschouwd. Wanneer een debiteur tot een groep behoort, wordt de noodzaak beoordeeld om ook blootstellingen aan andere entiteiten van de groep als niet-renderend te beschouwen indien zij niet reeds als dubieus of blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan in overeenstemming met artikel 178 van de VKV worden beschouwd, met uitzondering van blootstellingen die het voorwerp zijn van op zichzelf staande geschillen welke geen verband houden met de solvabiliteit van de tegenpartij.

156.

Blootstellingen worden niet langer als niet-renderend beschouwd wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de blootstelling voldoet aan de uitstapcriteria die door de rapporterende instelling voor de beëindiging van de classificatie als dubieus en blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan worden toegepast;

b)

de situatie van de debiteur is in die mate verbeterd dat volledige terugbetaling, overeenkomstig de oorspronkelijke of eventueel gewijzigde voorwaarden, waarschijnlijk is;

c)

de debiteur is met geen enkel bedrag meer dan 90 dagen achterstallig.

Een blootstelling blijft als niet-renderend geclassificeerd zolang niet aan die voorwaarden is voldaan, ook al voldoet de blootstelling reeds aan de beëindigingscriteria die door de rapporterende instelling voor de classificatie als dubieus en blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving respectievelijk artikel 178 van de VKV worden toegepast.

157.

Indien respijtmaatregelen op niet-renderende blootstellingen zijn toegepast, worden die blootstellingen niet langer als niet-renderend beschouwd indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de toepassing van respijtmaatregelen leidt niet tot opname als dubieus of blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan;

b)

er is één jaar verstreken sedert de respijtmaatregelen zijn toegepast;

c)

er zijn ingevolge de respijtmaatregelen geen achterstallig bedragen of aandachtsvelden in verband met de volledige terugbetaling van de blootstelling overeenkomstig de voorwaarden na de respijtverlening aanwezig. De afwezigheid van aandachtsvelden wordt vastgesteld na een analyse van de financiële situatie van de debiteur door de instelling. Aandachtsvelden kunnen worden geacht niet langer te bestaan indien de debiteur middels zijn regelmatige betalingen overeenkomstig de voorwaarden na de respijtverlening in totaal een bedrag heeft betaald gelijk aan het bedrag dat voorheen achterstallig was (indien er achterstallige bedragen waren) of dat ingevolge de respijtmaatregelen is afgeschreven (indien er geen achterstallige bedragen waren) of indien de debiteur anderszins heeft aangetoond dat hij in staat is aan de voorwaarden na de respijtverlening te voldoen.

Die specifieke uitstapvoorwaarden gelden naast de criteria die door de rapporterende instellingen voor dubieuze en blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving respectievelijk artikel 178 van de VKV worden toegepast.

158.

Achterstallige blootstellingen worden voor hun volledige bedrag afzonderlijk binnen de categorieën renderend en niet-renderend gerapporteerd. Renderende blootstellingen die minder dan 90 dagen achterstallig zijn, worden voor hun volledige bedrag afzonderlijk gerapporteerd.

159.

Niet-renderende blootstellingen worden naar tijdsintervallen van achterstalligheid uitgesplitst gerapporteerd. Blootstellingen die niet achterstallig zijn of 90 dagen of minder achterstallig zijn, maar niettemin als niet-renderend worden aangemerkt omdat onvolledige terugbetaling waarschijnlijk is, worden in een aparte kolom gerapporteerd. Blootstellingen die achterstallig zijn en waarschijnlijk onvolledig zullen worden terugbetaald, worden in overeenstemming met het aantal dagen dat zij achterstallig zijn aan de hand van tijdsintervallen van achterstalligheid toegewezen.

160.

De volgende blootstellingen worden in afzonderlijke kolommen weergeven:

a)

blootstellingen die als dubieus worden beschouwd in overeenstemming met het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving, behalve indien het om blootstellingen met geleden maar niet gerapporteerde verliezen gaat;

b)

blootstellingen ten aanzien waarvan een wanbetaling geacht wordt te hebben plaatsgevonden in overeenstemming met artikel 178 VKV.

161.

Cijfers in verband met „Gecumuleerde bijzondere waardevermindering” en „gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van het kredietrisico” worden in overeenstemming met punt 46 gerapporteerd. Onder „Gecumuleerde bijzondere waardevermindering” wordt verstaan de verlaging van de boekwaarde van de blootstelling rechtstreeks of middels een voorziening. Betreffende niet-renderende blootstellingen gerapporteerde gecumuleerde bijzondere waardevermindering omvat geen geleden maar niet gerapporteerde verliezen. Geleden maar niet gerapporteerde verliezen worden gerapporteerd bij gecumuleerde bijzondere waardevermindering betreffende renderende blootstellingen. „Gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van het kredietrisico” wordt in overeenstemming met het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving gerapporteerd voor blootstellingen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening.

162.

Informatie over aangehouden zekerheden en ontvangen financiële garanties betreffende niet-renderende blootstellingen wordt afzonderlijk gerapporteerd. Bedragen als gerapporteerd voor ontvangen zekerheden en ontvangen financiële garanties worden berekend in overeenstemming met de punten 79 tot en met 82. De som van de zowel voor zekerheden als financiële garanties gerapporteerde bedragen is dan ook gemaximeerd op de boekwaarde van de betrokken blootstelling.

30.   RESPIJTBLOOTSTELLINGEN (19)

163.

Voor de toepassing van template 19 zijn respijtblootstellingen schuldcontracten met betrekking waartoe respijtmaatregelen zijn toegepast. Respijtmaatregelen bestaan in concessies jegens een debiteur die moeilijkheden ondervindt of op het punt staat moeilijkheden te ondervinden om zijn financiële verbintenissen na te komen („financiële moeilijkheden”).

164.

Voor de toepassing van template 19 heeft een concessie betrekking op de volgende handelingen:

a)

een wijziging van de voorgaande voorwaarden van een contract dat de debiteur geacht wordt niet te kunnen nakomen als gevolg van zijn financiële moeilijkheden („probleemschuld”) die tot onvoldoende schuldendienstcapaciteit leiden en die zou zijn verleend als de debiteur geen financiële moeilijkheden had ondervonden;

b)

een totale of gedeeltelijke herfinanciering van een probleemschuldcontract die niet zou zijn verleend als de debiteur geen financiële moeilijkheden had ondervonden.

Een concessie kan voor de kredietverlener een verlies met zich brengen.

165.

Aanwezigheid van een concessie blijkt uit het volgende:

a)

een verschil ten gunste van de debiteur tussen de gewijzigde voorwaarden van het contract en de voorgaande voorwaarden van het contract;

b)

opname in een gewijzigd contract van gunstiger voorwaarden dan andere debiteuren met een vergelijkbaar risicoprofiel toentertijd van dezelfde instelling hadden kunnen verkrijgen.

166.

De uitoefening van clausules die, wanneer zij naar goedvinden van de debiteur worden gebruikt, de debiteur in staat stellen de voorwaarden van het contract te wijzigen („ingebouwde respijtclausules”) wordt als een concessie behandeld wanneer de instelling de uitvoering van die clausules goedkeurt en besluit dat de debiteur financiële moeilijkheden ondervindt.

167.

Onder „herfinanciering” wordt verstaan het gebruik van schuldcontracten om te zorgen voor de gehele of gedeeltelijke betaling van andere schuldcontracten aan de huidige voorwaarden waarvan de debiteur niet kan voldoen.

168.

Voor de toepassing van template 19 omvat „debiteur” alle natuurlijke en juridische entiteiten in de groep van de debiteur die binnen de boekhoudkundige werkingssfeer van de consolidatie vallen.

169.

Voor de toepassing van template 19 omvat „schuld” leningen, schuldtitels en herroepelijke en onherroepelijke verstrekte toegezegde leningen, met uitsluiting van voor handelsdoeleinden aangehouden blootstellingen.

170.

Voor de toepassing van template 19 heeft „blootstelling” dezelfde betekenis als „schuld” in punt 169.

171.

Voor de toepassing van template 19 wordt onder „instelling” verstaan de instelling die de respijtmaatregelen heeft toegepast.

172.

Blootstellingen worden als respijtblootstellingen beschouwd indien een concessie is gedaan, ongeacht of enig bedrag achterstallig is of de blootstellingen als dubieus in overeenstemming met het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving of als blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan in overeenstemming met artikel 178 van de VKV zijn geclassificeerd. Blootstellingen worden niet als respijtblootstellingen behandeld indien de debiteur zich niet in financiële moeilijkheden bevindt. Niettemin wordt het volgende als respijtmaatregelen behandeld:

a)

een gewijzigd contract dat vóór de wijziging als niet-renderend is geclassificeerd of bij afwezigheid van wijziging als niet-renderend zou zijn geclassificeerd;

b)

de wijziging die in een contract is aangebracht, behelst een gehele of gedeeltelijke delging door afschrijvingen van de schuld;

c)

de instelling keurt het gebruik van ingebouwde respijtclausules goed voor een debiteur die zijn contractuele verbintenissen niet nakomt of zonder het gebruik van die clausules als zodanig zou worden beschouwd;

d)

op of rond het tijdstip dat de instelling schulduitbreiding toestond, heeft de debiteur betalingen van hoofdsom of rente gedaan voor een ander contract met de instelling dat niet-renderend was of bij afwezigheid van herfinanciering als niet-renderend zou zijn geclassificeerd.

173.

Een wijziging die terugbetalingen behelst die gedaan worden door uitwinning van zekerheden wordt als een respijtmaatregel behandeld indien die wijziging een concessie vormt.

174.

Er bestaat een weerlegbaar vermoeden dat respijtverlening heeft plaatsgevonden in de volgende omstandigheden:

a)

het gewijzigde contract was tijdens de drie maanden voorafgaand aan de wijziging ervan ten minste eenmaal meer dan 30 dagen geheel of gedeeltelijk achterstallig (zonder niet-renderend te zijn) of zou zonder wijziging meer dan 30 dagen geheel of gedeeltelijk achterstallig zijn;

b)

op of rond het tijdstip dat de instelling schulduitbreiding toestond, heeft de debiteur betalingen van hoofdsom of rente gedaan voor een ander contract met de instelling dat tijdens de drie maanden voorafgaand aan de herfinanciering ervan geheel of gedeeltelijk ten minste 30 dagen achterstallig was;

c)

de instelling keurt het gebruik van ingebouwde respijtclausules goed voor debiteurs die 30 dagen achterstallig zijn of debiteurs die 30 dagen achterstallig zouden zijn zonder de uitoefening van die clausules.

175.

Financiële moeilijkheden worden op het niveau van de debiteur beoordeeld als bedoeld in punt 168. Alleen blootstellingen waarvoor respijtmaatregelen gelden, worden als respijtblootstellingen aangemerkt.

176.

Een blootstelling wordt niet langer als respijtblootstelling geclassificeerd wanneer alle volgende voorwaarden zijn vervuld:

a)

het contract wordt als renderend beschouwd, ook indien het na tot de categorie niet-renderend te hebben behoord geherclassificeerd is nadat uit een analyse van de financiële toestand van de debiteur is gebleken dat het niet langer aan de voorwaarden voldeed om als niet-renderend te worden beschouwd;

b)

een minimumproeftijd van twee jaar is verstreken vanaf de datum waarop de respijtblootstelling als renderend werd beschouwd;

c)

tijdens ten minste de helft van de proeftijd zijn regelmatig betalingen van meer dan een niet-significant totaalbedrag van hoofdsom of rente gedaan;

d)

aan het einde van de proeftijd is geen van de blootstellingen aan de debiteur meer dan 30 dagen achterstallig.

177.

Indien de voorwaarden waarvan sprake in punt 176 aan het einde van de proeftermijn niet zijn vervuld, blijft de blootstelling als renderende respijtblootstelling op proef aangemerkt worden totdat aan alle voorwaarden is voldaan.

178.

Een respijtblootstelling kan vanaf de datum dat de respijtmaatregelen zijn toegepast als renderend worden beschouwd indien aan ieder van de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

die verlening heeft er niet toe geleid dat de blootstelling als niet-renderend is geclassificeerd;

b)

de blootstelling werd op de datum dat de respijtmaatregelen werden verleend niet als niet-renderende blootstelling beschouwd

179.

Indien op een renderend respijtcontract op proef bijkomende respijtmaatregelen zijn toegepast of dit meer dan 30 dagen achterstallig wordt, wordt het als niet-renderend geclassificeerd.

180.

„Renderende blootstellingen met respijtmaatregelen” omvat respijtblootstellingen die niet aan de criteria voldoen om als niet-renderend te worden beschouwd. Respijtblootstellingen op proef die zijn geherclassificeerd na tot de categorie „niet-renderende respijtblootstellingen” te hebben behoord, worden binnen de renderende blootstellingen met respijtmaatregelen afzonderlijk gerapporteerd in de kolom „waarvan: Renderende respijtblootstellingen op proef”. Niet-renderende blootstellingen met respijtmaatregelen omvat respijtblootstellingen die aan de criteria voldoen om als niet-renderend te worden beschouwd. Die niet-renderende blootstellingen met respijtmaatregelen omvatten het volgende:

a)

blootstellingen die vanwege de toepassing van respijtmaatregelen niet-renderend zijn geworden;

b)

blootstellingen die voorafgaand aan de verlening van respijtmaatregelen niet-renderend waren;

c)

blootstellingen waarvoor de voorwaarden waarvan sprake in punt 157 gelden;

d)

respijtblootstellingen die na tot de categorie renderend te hebben behoord zijn geherclassificeerd, inclusief blootstellingen op proef die opnieuw respijtblootstellingen zijn geworden of meer dan 30 dagen achterstallig zijn.

Blootstellingen waarvoor punt 157 geldt, worden afzonderlijk vermeld in de kolom „waarvan: niet-renderende blootstellingen waarvoor respijtmaatregelen gelden”.

181.

De kolom „Herfinanciering” omvat de bruto boekwaarde van het nieuwe contract („herfinancieringsschuld”) dat is verleend als onderdeel van een herfinancieringstransactie die als een respijtmaatregel kwalificeert alsook de bruto boekwaarde van het oude terugbetaalde contract dat nog uitstaat.

182.

Respijtblootstellingen die wijzigingen en herfinanciering combineren, worden in de kolom „Instrumenten met wijzigingen van de voorwaarden” of de kolom „Herfinanciering” ondergebracht overeenkomstig de maatregel die de meeste impact op de kasstromen heeft. Herfinanciering door een pool van banken wordt in de kolom „Herfinanciering” gerapporteerd voor het totale bedrag van de herfinancieringsschuld die is verstrekt door of van de geherfinancierde schuld die nog steeds uitstaat bij de rapporterende instelling. Herverpakking van verschillende schulden tot een nieuwe schuld wordt als een wijziging gerapporteerd, tenzij er ook een herfinancieringstransactie bestaat die een grotere impact op de kasstromen heeft. Indien respijtverlening middels wijziging van de voorwaarden van een probleemblootstelling tot het niet opnemen in de balans ervan en tot het opnemen in de balans van een nieuwe blootstelling leidt, wordt die nieuwe blootstelling als respijtschuld behandeld.

183.

Gecumuleerde bijzondere waardevermindering en gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van het kredietrisico worden gerapporteerd in overeenstemming met punt 46. Onder „Gecumuleerde bijzondere waardevermindering” wordt verstaan de verlaging van de boekwaarde van de blootstelling rechtstreeks of middels een voorziening. Het bedrag van de „gecumuleerde bijzondere waardevermindering” dat voor niet-renderende blootstellingen in de kolom „betreffende niet-renderende blootstellingen met respijtmaatregelen” gerapporteerd moet worden, omvat geen geleden maar niet gerapporteerde verliezen. Geleden maar niet gerapporteerde verliezen worden gerapporteerd in de kolom „betreffende renderende blootstellingen met respijtmaatregelen”. „Gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van het kredietrisico” worden in overeenstemming met het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving voor blootstellingen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening gerapporteerd.

DEEL 3

MAPPING VAN BLOOTSTELLINGSCATEGORIEËN EN TEGENPARTIJSECTOREN

1.

De onderstaande tabellen geven een overzicht van de mapping van blootstellingscategorieën die voor de berekening van de kapitaalvereisten conform de VKV worden gebruikt ten aanzien van de tegenpartijsectoren zoals die in de FINREP-tabellen worden gebruikt.

Tabel 2

Standaardbenadering Blootstellingscategorieën bij de standaardbenadering

Blootstellingscategorieën op basis van de standaardbenadering (artikel 112 van de VKV)

FINREP-tegenpartijsectoren

Opmerkingen

a)

Centrale overheden of centrale banken

(1)

Centrale banken

(2)

Overheden

Deze blootstellingen worden aan de FINREP-tegenpartijsectoren toegerekend naargelang van de aard van de directe tegenpartij.

b)

Regionale of lokale overheden

(2)

Overheden

 

c)

Publiekrechtelijke lichamen

(2)

Overheden

 

d)

Multilaterale ontwikkelingsbanken

(3)

Kredietinstellingen

 

e)

Internationale organisaties

(2)

Overheden

 

f)

Instellingen

(d.w.z. kredietinstellingen en beleggingsondernemingen)

(3)

Kredietinstellingen

(4)

Andere financiële ondernemingen

Deze blootstellingen worden aan de FINREP-tegenpartijsectoren toegerekend naargelang van de aard van de directe tegenpartij.

g)

Ondernemingen

(2)

Overheden

(4)

Andere financiële ondernemingen

(5)

Niet-financiële ondernemingen

(6)

Huishoudens

 

h)

Particulieren en kleine partijen

(4)

Andere financiële ondernemingen

(5)

Niet-financiële ondernemingen

(6)

Huishoudens

Deze blootstellingen worden aan de FINREP-tegenpartijsectoren toegerekend naargelang van de aard van de directe tegenpartij.

i)

Gedekt door hypotheken op onroerend goed

(2)

Overheden

(3)

Kredietinstellingen

(4)

Andere financiële ondernemingen

(5)

Niet-financiële ondernemingen

(6)

Huishoudens

Deze blootstellingen worden aan de FINREP-tegenpartijsectoren toegerekend naargelang van de aard van de directe tegenpartij.

j)

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling

(1)

Centrale banken

(2)

Overheden

(3)

Kredietinstellingen

(4)

Andere financiële ondernemingen

(5)

Niet-financiële ondernemingen

(6)

Huishoudens

Deze blootstellingen worden aan de FINREP-tegenpartijsectoren toegerekend naargelang van de aard van de directe tegenpartij.

(ja)

Blootstellingen met een bijzonder hoog risico

(1)

Centrale banken

(2)

Overheden

(3)

Kredietinstellingen

(4)

Andere financiële ondernemingen

(5)

Niet-financiële ondernemingen

(6)

Huishoudens

Deze blootstellingen worden aan de FINREP-tegenpartijsectoren toegerekend naargelang van de aard van de directe tegenpartij.

k)

Gedekte obligaties

(3)

Kredietinstellingen

(4)

Andere financiële ondernemingen

(5)

Niet-financiële ondernemingen

Deze blootstellingen worden aan de FINREP-tegenpartijsectoren toegerekend naargelang van de aard van de directe tegenpartij.

l)

Securitisatieposities

(2)

Overheden

(3)

Kredietinstellingen

(4)

Andere financiële ondernemingen

(5)

Niet-financiële ondernemingen

(6)

Huishoudens

Deze blootstellingen moeten aan de FINREP-tegenpartijsectoren worden toegerekend naargelang van het onderliggende risico van de securitisatie. Wanneer gesecuritiseerde posities op de balans blijven staan, zijn de tegenpartijsectoren in het kader van de FINREP de sectoren van de directe tegenpartijen van die posities.

m)

Instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn

(3)

Kredietinstellingen

(4)

Andere financiële ondernemingen

(5)

Niet-financiële ondernemingen

Deze blootstellingen worden aan de FINREP-tegenpartijsectoren toegerekend naargelang van de aard van de directe tegenpartij.

n)

Instellingen voor collectieve belegging

Aandeleninstrumenten

Deelnemingen in icb’s worden in het kader van de FINREP als aandeleninstrumenten geclassificeerd, ongeacht of overeenkomstig de VKV de doorkijkbenadering mag worden toegepast.

o)

Aandelen

Aandeleninstrumenten

In het kader van de FINREP worden aandelen gescheiden als instrumenten die vallen onder verschillende categorieën van financiële activa.

p)

Andere posten

Diverse posten op de balans

In het kader van de FINREP kunnen andere posten onder verschillende activacategorieën worden opgenomen.

Tabel 3

Interneratingbenadering

Blootstellingscategorieën bij de interneratingbenadering (artikel 147 van de VKV)

FINREP-tegenpartijsectoren

Opmerkingen

a)

Centrale overheden en centrale banken

(1)

Centrale banken

(2)

Overheden

(3)

Kredietinstellingen

Deze blootstellingen worden aan de FINREP-tegenpartijsectoren toegerekend naargelang van de aard van de directe tegenpartij.

b)

Instellingen

(d.w.z. kredietinstellingen en beleggingsondernemingen alsmede enkele overheden en multilaterale banken)

(2)

Overheden

(3)

Kredietinstellingen

(4)

Andere financiële ondernemingen

Deze blootstellingen worden aan de FINREP-tegenpartijsectoren toegerekend naargelang van de aard van de directe tegenpartij.

c)

Ondernemingen

(4)

Andere financiële ondernemingen

(5)

Niet-financiële ondernemingen

(6)

Huishoudens

Deze blootstellingen worden aan de FINREP-tegenpartijsectoren toegerekend naargelang van de aard van de directe tegenpartij.

d)

Particulieren en kleine partijen

(4)

Andere financiële ondernemingen

(5)

Niet-financiële ondernemingen

(6)

Huishoudens

Deze blootstellingen worden aan de FINREP-tegenpartijsectoren toegerekend naargelang van de aard van de directe tegenpartij.

e)

Aandelen

Aandeleninstrumenten

In het kader van de FINREP worden aandelen gescheiden als instrumenten die vallen onder verschillende categorieën van financiële activa.

f)

Securitisatieposities

(2)

Overheden

(3)

Kredietinstellingen

(4)

Andere financiële ondernemingen

(5)

Niet-financiële ondernemingen

(6)

Huishoudens

Deze blootstellingen worden aan de FINREP-tegenpartijsectoren toegerekend naargelang van het onderliggende risico van de securitisatieposities. Wanneer gesecuritiseerde posities op de balans blijven staan, zijn onder de FINREP de tegenpartijsectoren de sectoren van de directe tegenpartijen van die posities.

g)

Andere posten die geen kredietverplichting vertegenwoordigen

Diverse posten op de balans

In het kader van de FINREP kunnen andere posten onder verschillende activacategorieën worden opgenomen.


(1)  De informatie die in deze template van de instellingen gevraagd wordt, moet op geaccumuleerde basis worden verstrekt voor het kalenderjaar of rapport (d.w.z. vanaf de 1e januari van het lopende jaar).

(2)  „Zelfstandige instellingen” maken geen deel uit van een groep en worden niet geconsolideerd in het land waar zij onderworpen zijn aan eigenvermogensvereisten.

(3)  Verordening (EG) nr. 25/2009 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2008 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (Herschikking) (ECB/2008/32) (PB L 15 van 20.1.2009, blz. 14).

(4)  Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).

(5)  Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (PB L 372 van 31.12.1986, blz. 1).

(6)  Vierde Richtlijn 78/660/EEG van de Raad van 25 juli 1978 op de grondslag van artikel 54, lid 3, onder g), van het Verdrag betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen (PB L 222 van 14.8.1978, blz. 11).

(7)  Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (C(2003)1422) (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).


BIJLAGE II

„BIJLAGE VII

INSTRUCTIES VOOR DE RAPPORTAGE VAN VERLIEZEN DIE VOORTVLOEIEN UIT LENINGEN DIE GEGARANDEERD WORDEN DOOR ONROEREND GOED

1.

Deze bijlage bevat bijkomende instructies met betrekking tot de tabellen die zijn opgenomen in bijlage VI bij deze verordening. Deze bijlage complementeert de instructies in de vorm van referenties die zijn opgenomen in de tabellen in bijlage VI.

2.

Alle algemene instructies in deel I van bijlage II zijn eveneens van toepassing.

1.   Reikwijdte van de rapportage

3.

De in artikel 101, lid 1, van de VKV gespecificeerde gegevens zijn onderworpen aan rapportage door alle instellingen die onroerend goed gebruiken voor de toepassing van deel drie, titel II, van de VKV.

4.

De template omvat alle nationale markten waaraan een instelling/groep van instellingen is blootgesteld (zie artikel 101, lid 1, van de VKV). Overeenkomstig artikel 101, lid 2, derde zin, moeten de gegevens voor elke onroerendgoedmarkt binnen de Unie afzonderlijk worden verstrekt.

2.   Definities en algemene instructies

5.

„Verlies” betekent „economisch verlies” als omschreven in artikel 5, lid 2, van de VKV. Vergoedingsstromen die uit andere bronnen voortvloeien (bv. bankgaranties, levensverzekering enz.) worden niet opgenomen in de berekening van verliezen die uit onroerend goed voortvloeien. Verliezen op een positie worden niet gesaldeerd met de opbrengst van een succesvolle recuperatie van een andere positie.

6.

Voor blootstellingen die door niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed zijn gedekt, moet het economische verlies berekend worden op basis van de waarde van de onderliggende blootstellingen op de rapportagedatum en moet bij de berekening ten minste het volgende worden betrokken: i) opbrengsten van de realisatie van zekerheden; ii) directe kosten (daaronder begrepen rentebetalingen en kosten voor betalings- en herfinancieringsregelingen in verband met liquidatie van zekerheden); en iii) indirecte kosten (daaronder begrepen exploitatiekosten van de afdeling Betalings- en Herfinancieringsregelingen). Alle componenten moeten worden verdisconteerd naar de rapportagereferentiedatum.

7.

Voor de blootstellingswaarde worden de regels gevolgd die zijn vastgesteld in deel drie, titel II, van de VKV (zie hoofdstuk 2 voor instellingen die de standaardbenadering gebruiken en hoofdstuk 3 voor instellingen die de IRB-benadering gebruiken).

8.

Voor de waarde van het onroerend goed worden de regels gevolgd die zijn vastgesteld in deel drie, titel II, van de VKV.

9.

De wisselkoers van de rapportagevaluta is die op de rapportagedatum. Bovendien moet bij de ramingen van de economische verliezen met het wisselkoerseffect rekening worden gehouden als de blootstelling of de zekerheid in een andere valuta luidt.

3.   Geografische uitsplitsing

10.

In overeenstemming met het rapportagebereik omvat de rapportage van blootstellingen en verliezen voortvloeiend uit leningen die door onroerend goed worden gedekt, de volgende templates:

a)

één algemene template;

b)

één template voor elke nationale markt in de Unie waaraan de instelling is blootgesteld; en

c)

één template met de geaggregeerde gegevens voor alle nationale markten buiten de Unie waaraan de instelling is blootgesteld.

4.   Rapportage van blootstellingen en verliezen

11.

Blootstellingen: alle blootstellingen die behandeld worden overeenkomstig deel drie, titel II, van de VKV en waarbij de zekerheden worden gebruikt om de eigenvermogensvereisten te verminderen, worden gerapporteerd in de verliezen voortvloeiend uit leningen die door onroerend goed worden gedekt. Dit betekent eveneens dat indien het risicolimiteringseffect van onroerend goed alleen voor interne doeleinden (d.w.z. onder pijler 2) of voor grote blootstellingen (zie deel vier van de VKV) wordt gebruikt, de betrokken blootstellingen en verliezen niet hoeven te worden gerapporteerd.

12.

Verliezen: de instelling die aan het einde van de rapportageperiode de blootstelling heeft, rapporteert de verliezen. Verliezen worden gerapporteerd zodra volgens de regels voor financiële verslaggeving de voorzieningen moeten worden geboekt. Ook geraamde verliezen moeten worden gerapporteerd. Gegevens over verliezen worden per lening verzameld, wat wil zeggen dat gegevens over afzonderlijke verliezen die voortvloeien uit door onroerend goed gegarandeerde blootstellingen worden geaggregeerd.

13.

Referentiedatum: voor het rapporteren van verliezen moet de blootstellingswaarde vanaf de datum van wanbetaling worden gebruikt.

a)

Verliezen moeten worden gerapporteerd voor alle wanbetalingen op door vastgoed gedekte leningen die zich tijdens de betrokken rapportageperiode voordoen (d.w.z. ongeacht of de betalings- en herfinancieringsregeling tijdens de periode wordt voltooid of niet). Aangezien veel tijd kan verstrijken tussen de wanbetaling en de realisatie van het verlies, worden verliesramingen (ook bij een onvoltooide betalings- en herfinancieringsregeling) gerapporteerd in gevallen waarin de betalings- en herfinancieringsregeling niet binnen de rapportageperiode is voltooid.

b)

Voor alle binnen de rapportageperiode vastgestelde wanbetalingen zijn er drie scenario’s: i) de noodlijdende lening kan worden geherstructureerd zodat zij niet langer als noodlijdend wordt behandeld (er wordt geen verlies vastgesteld); ii) voltooiing van de realisatie van alle zekerheden (voltooide betalings- en herfinancieringsregeling, feitelijk verlies is bekend); of iii) onvolledige betalings- en herfinancieringsregeling (het verlies moet worden geraamd). De rapportage van verliezen heeft alleen betrekking op verliezen die voortvloeien uit punt ii), realisatie van zekerheden (vastgestelde verliezen), en punt iii), onvoltooide betalings- en herfinancieringsregeling (ramingen van verliezen).

c)

Aangezien verliezen alleen voor noodlijdende blootstellingen tijdens de rapportageperiode worden gerapporteerd, worden in de gerapporteerde gegevens geen wijzigingen weergegeven van verliezen van blootstellingen die tijdens vorige rapportageperioden noodlijdend waren. Dit betekent dat opbrengsten van de realisatie van zekerheden in een latere rapportageperiode of lagere gerealiseerde kosten dan eerder geraamd niet worden gerapporteerd.

14.

Functie van de waardering van het onroerend goed: de datum van de laatste waardering van het onroerend goed vóór de wanbetalingsdatum van de blootstelling dient als referentiedatum voor het rapporteren van het gedeelte van de blootstelling dat door hypotheken op onroerend goed is gedekt. Na wanbetaling kan het onroerend goed worden geherwaardeerd. Deze nieuwe waarde mag evenwel niet relevant zijn voor het identificeren van het gedeelte van de blootstelling dat oorspronkelijk geheel (en volledig) door de hypotheken op onroerend goed werd gedekt. De nieuwe waarde van het onroerend goed wordt evenwel in aanmerking genomen bij de rapportage van het economische verlies (een verminderde waarde van onroerend goed is onderdeel van de economische kosten). Met andere woorden, de laatste waardering van het onroerend goed vóór de wanbetalingsdatum wordt gebruikt voor het bepalen welk gedeelte van het verlies in cel 010 (identificatie van waarden van de blootstelling die geheel en volledig is gedekt) wordt gerapporteerd en de in de cellen 010 en 030 te rapporteren geherwaardeerde waarde van het onroerend goed (raming van een mogelijke betalings- en herfinancieringsregeling met betrekking tot de zekerheden).

15.

Behandeling van de verkoop van de leningen gedurende de rapportageperiode. de instelling die aan het einde van de rapportageperiode de blootstelling heeft, rapporteert de verliezen, maar alleen als een wanbetaling voor die blootstelling is vastgesteld.

5.   Instructies voor bepaalde posities

Kolommen

010

Som van de verliezen die voortvloeien uit leningen tot de referentiepercentages

Artikel 101, lid 1, onder a), respectievelijk d), van de VKV.

Marktwaarde en hypotheekwaarde overeenkomstig artikel 4, punten 74 en 76, van de VKV.

In deze kolom worden alle verliezen vermeld die voortvloeien uit leningen gegarandeerd door niet-zakelijk onroerend goed of door zakelijk onroerend goed tot het gedeelte van de blootstelling die als geheel en volledig gedekt wordt behandeld overeenkomstig artikel 124, lid 1, van de VKV.

020

Waarvan: onroerend goed gewaardeerd op basis van de hypotheekwaarde

Rapportage van die verliezen indien de waarde van de zekerheden als hypotheekwaarde is berekend.

030

Som van de totale verliezen

Artikel 101, lid 1, onder b), respectievelijk e), van de VKV.

Marktwaarde en hypotheekwaarde overeenkomstig artikel 4, punten 74 en 76, van de VKV.

In deze kolom worden alle verliezen vermeld die voortvloeien uit leningen gegarandeerd door niet-zakelijk onroerend goed of door zakelijk onroerend goed tot het gedeelte van de blootstelling die als geheel gedekt wordt behandeld overeenkomstig artikel 124, lid 1, van de VKV.

040

Waarvan: onroerend goed gewaardeerd op basis van de hypotheekwaarde

Rapportage van die verliezen indien de waarde van de zekerheden als hypotheekwaarde is berekend.

050

Som van de blootstellingen

Artikel 101, lid 1, onder c), respectievelijk f), van de VKV.

De te rapporteren waarde is alleen dat gedeelte van de blootstellingswaarde dat als geheel door onroerend goed gedekt wordt behandeld, wat wil zeggen dat het gedeelte dat als ongedekt wordt behandeld niet relevant is voor de verliesrapportage.


Rijen

010

Niet-zakelijk onroerend goed

020

Zakelijk onroerend goed


BIJLAGE III

„BIJLAGE IX

INSTRUCTIES VOOR DE RAPPORTAGE OVER GROTE BLOOTSTELLINGEN EN CONCENTRATIERISICO

Inhoudsopgave

DEEL I: ALGEMENE INSTRUCTIES 617

1.

Structuur en conventies 617
DEEL II: INSTRUCTIES IN VERBAND MET DE TEMPLATES 617

1.

Reikwijdte en niveau van de LE-rapportage 617

2.

Opzet van de LE-templates 618

3.

Begripsbepalingen en algemene instructies voor de LE-rapportage 619

4.

C 26.00 - Template met betrekking tot LE-limieten 620

4.1.

Instructies voor bepaalde rijen 620

5.

C 27.00 - Identificatie van de tegenpartij (LE1) 620

5.1.

Instructies voor bepaalde kolommen 620

6.

C 28.00 - Blootstellingen in de niet-handelsportefeuille en de handelsportefeuille (LE2) 622

6.1.

Instructies voor bepaalde kolommen 622

7.

C 29.00 - Nadere gegevens over de blootstellingen met betrekking tot individuele cliënten binnen groepen verbonden cliënten (LE3) 628

7.1.

Instructies voor bepaalde kolommen 628

8.

C 30.00 - Looptijdsegmenten van de tien grootste blootstellingen met betrekking tot instellingen en de tien grootste blootstellingen met betrekking tot niet-gereglementeerde entiteiten uit de financiële sector (template LE 4) 629

8.1.

Instructies voor bepaalde kolommen 629

9.

C 31.00 - Looptijdsegmenten van de tien grootste blootstellingen met betrekking tot instellingen en de tien grootste blootstellingen met betrekking tot niet-gereglementeerde entiteiten uit de financiële sector: nadere gegevens over de blootstellingen met betrekking tot individuele cliënten binnen groepen verbonden cliënten (LE5-template) 630

9.1.

Instructies voor bepaalde kolommen 630

DEEL I:   ALGEMENE INSTRUCTIES

1.   Structuur en conventies

1.

Het rapportagekader voor grote blootstellingen (Large Exposures - „LE”) bestaat uit zes templates die respectievelijk de volgende informatie bevatten:

a)

limieten voor grote blootstellingen.

b)

identificatie van de tegenpartij (LE1-template);

c)

blootstellingen in de niet-handelsportefeuille en de handelsportefeuille (LE2-template);

d)

nadere gegevens over de blootstellingen met betrekking tot individuele cliënten binnen groepen verbonden cliënten (LE3-template);

e)

looptijdsegmenten van de tien grootste blootstellingen met betrekking tot instellingen en de tien grootste blootstellingen met betrekking tot niet-gereglementeerde entiteiten uit de financiële sector (LE4-template);

f)

looptijdsegmenten van de tien grootste blootstellingen met betrekking tot instellingen en de tien grootste blootstellingen met betrekking tot niet-gereglementeerde entiteiten uit de financiële sector: nadere gegevens over de blootstellingen met betrekking tot individuele cliënten binnen groepen verbonden cliënten (LE5-template).

2.

De instructies bevatten verwijzingen naar wetgeving en nadere informatie over de gegevens die in elke template moeten worden gerapporteerd.

3.

De instructies en de validatieregels volgen de in de volgende punten beschreven conventies voor het labelen van de kolommen, rijen en cellen van de templates.

4.

In de instructies en validatieregels wordt de volgende conventie algemeen gevolgd: {Template;Rij;Kolom}. Een asteriskteken geeft aan dat de validatie geldt voor alle gerapporteerde rijen.

5.

In het geval van validaties binnen een template, waarbij alleen gegevenspunten uit die template worden gebruikt, verwijzen de notaties niet naar een template: {Rij;Kolom}.

6.

ABS(waarde): de absolute waarde zonder teken. Ieder bedrag dat tot een grotere blootstelling leidt, wordt als positieve waarde gerapporteerd. Daarentegen wordt elk bedrag dat tot een lagere blootstelling leidt, als negatieve waarde gerapporteerd. Als er een minteken (-) voor het label van een post staat, wordt er voor die post geen positieve waarde gerapporteerd.

DEEL II:   INSTRUCTIES IN VERBAND MET DE TEMPLATES

In deze bijlage gelden de instructies betreffende de rapportage van grote blootstellingen ook voor de rapportage van aanzienlijke blootstellingen als vereist bij de artikelen 9 en 11, overeenkomstig het in die artikelen omschreven toepassingsgebied.

1.   Reikwijdte en niveau van de LE-rapportage

1.

Voor individuele rapportage over grote blootstellingen met betrekking tot cliënten of groepen verbonden cliënten overeenkomstig artikel 394, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 („de VKV”) maken de instellingen gebruik van de templates LE1, LE2 en LE3.

2.

Voor geconsolideerde rapportage over grote blootstellingen met betrekking tot cliënten of groepen verbonden cliënten overeenkomstig artikel 394, lid 1, van de VKV maken de moederinstellingen in een lidstaat gebruik van de templates LE1, LE2 en LE3.

3.

Iedere overeenkomstig artikel 392 van de VKV bepaalde grote blootstelling wordt gerapporteerd, ook die welke niet in aanmerking worden genomen voor de naleving van de in artikel 395 van de VKV vastgelegde LE-limiet.

4.

Voor geconsolideerde rapportage over de twintig grootste blootstellingen met betrekking tot cliënten of groepen verbonden cliënten volgens artikel 394, lid 1, laatste zin, van de VKV gebruiken de moederinstellingen in een lidstaat die onderworpen zijn aan deel 3, titel II, hoofdstuk 3 van de VKV, de templates LE1, LE2 en LE3. De blootstellingswaarde die resulteert wanneer het bedrag in kolom 320 („Vrijgestelde bedragen”) van template LE2 wordt afgetrokken van het bedrag in kolom 210 („Totaal”) van dezelfde template, is het bedrag dat wordt gebruikt om die twintig grootste blootstellingen te bepalen.

5.

Voor geconsolideerde rapportage over de tien grootste blootstellingen met betrekking tot instellingen en over de tien grootste blootstellingen met betrekking tot niet-gereglementeerde entiteiten uit de financiële sector overeenkomstig artikel 394, lid 2, onder a) tot en met d), van de VKV gebruiken de moederinstellingen in een lidstaat de templates LE1, LE2 en LE3. Voor rapportage over de looptijdstructuur van deze blootstellingen overeenkomstig artikel 394, lid 2, onder e), van Verordening (EU) nr. 575/2013 gebruiken de moederinstellingen in een lidstaat de templates LE4 en LE5. De in kolom 210 („Totaal”) van template LE2 berekende blootstellingswaarde is het bedrag aan de hand waarvan deze twintig grootste blootstellingen worden bepaald.

6.

De gegevens over de grote blootstellingen en de desbetreffende grootste blootstellingen met betrekking tot groepen verbonden cliënten en individuele cliënten die niet tot een groep verbonden cliënten behoren, worden gerapporteerd in template LE2 (waarbij een groep verbonden cliënten wordt gerapporteerd als één blootstelling).

7.

De instellingen rapporteren in template LE3 gegevens over de blootstellingen met betrekking tot individuele cliënten die behoren tot de groepen verbonden cliënten; deze worden gerapporteerd in template LE2. De in template LE2 gerapporteerde gegevens over een blootstelling met betrekking tot een individuele cliënt moeten niet opnieuw worden verstrekt in template LE3.

2.   Opzet van de LE-templates

8.

De kolommen van template LE1 bevatten de informatie ter identificatie van individuele cliënten of groepen verbonden cliënten waaraan een instelling is blootgesteld.

9.

De kolommen van de templates LE2 en LE3 bevatten de volgende informatieblokken:

a)

de blootstellingswaarde vóór toepassing van vrijstellingen en vóór inaanmerkingneming van de gevolgen van de kredietrisicolimitering, met inbegrip van de directe blootstelling, de indirecte blootstelling en additionele blootstellingen in verband met transacties waarbij er een blootstelling is met betrekking tot onderliggende activa;

b)

het effect van de vrijstellingen en van de kredietrisicolimiteringstechnieken;

c)

de voor de toepassing van artikel 395, lid 1, van de VKV berekende blootstellingswaarde na toepassing van vrijstellingen en na inaanmerkingneming van het effect van de kredietrisicolimitering.

10.

De kolommen van de templates LE4 en LE5 presenteren de informatie over de looptijdsegmenten waaraan de verwachte vervallende bedragen van de tien grootste blootstellingen met betrekking tot instellingen en de tien grootste blootstellingen met betrekking tot niet-gereglementeerde entiteiten uit de financiële sector worden toegewezen.

3.   Begripsbepalingen en algemene instructies voor de LE-rapportage

11.

„Groep verbonden cliënten” is omschreven in artikel 4, lid 1, punt 39, van de VKV.

12.

„Niet-gereglementeerde entiteiten uit de financiële sector” is omschreven in artikel 142, lid 1, punt 5, van de VKV.

13.

„Instellingen” is omschreven in artikel 4, lid 1, punt 3, van de VKV.

14.

Blootstellingen met betrekking tot „burgerlijke vennootschappen” worden gerapporteerd. Daarbij tellen de instellingen de kredietbedragen van de burgerlijke vennootschap op bij de schulden van elke partner. In het geval van quota worden de blootstellingen met betrekking tot burgerlijke vennootschappen verdeeld over, of toegerekend aan de partners overeenkomstig hun respectieve quota. Bepaalde constructies (bv. gezamenlijke rekeningen, groepen erfgenamen, stromanleningen) die in feite neerkomen op burgerlijke vennootschappen, moeten op dezelfde wijze worden gerapporteerd.

15.

Actiefposten en posten buiten de balanstelling worden gehanteerd zonder risicogewichten of risicograden overeenkomstig artikel 389 van de VKV. Met name worden geen kredietomrekeningsfactoren toegepast op posten buiten de balanstelling.

16.

„Blootstellingen” zijn omschreven in artikel 389 van de VKV.

a)

alle actiefposten en posten buiten de balanstelling in de niet-handelsportefeuille en de handelsportefeuille, met inbegrip van de in artikel 400 van de VKV beschreven posten, maar met uitsluiting van de posten die vallen onder de werking van artikel 390, lid 6, onder a) tot en met d), van de VKV;

b)

„indirecte blootstellingen” zijn blootstellingen die zijn toegewezen aan de garantiegever of de verschaffer van de zekerheid en niet aan de rechtstreekse kredietnemer overeenkomstig artikel 403 van de VKV; De definities hier mogen in geen enkel mogelijk opzicht van de definities in de basishandeling verschillen.]

De blootstellingen aan groepen verbonden cliënten worden berekend overeenkomstig artikel 390, lid 5.

17.

„Verrekeningsovereenkomsten” mogen in aanmerking worden genomen bij het bepalen van het effect van de blootstellingswaarde van grote blootstellingen overeenkomstig artikel 390, leden 1, 2 en 3 van de VKV. De blootstellingswaarde van een in bijlage II bij de VKV genoemd derivaat wordt bepaald overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 6, waarbij het effect van schuldvernieuwingscontracten en andere verrekeningsovereenkomsten in aanmerking wordt genomen voor de toepassing van de methoden van deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV. De blootstellingswaarde van retrocessietransacties, transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen, transacties met afwikkeling op lange termijn en margeleningstransacties kan worden bepaald overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 4 of hoofdstuk 6 van de VKV. Overeenkomstig artikel 296 van de VKV wordt de blootstellingswaarde van één juridische verplichting voortvloeiende uit de overeenkomst inzake productoverschrijdende contractuele verrekening met een tegenpartij van de rapporterende instelling gerapporteerd onder „Overige verplichtingen” in de LE-templates.

18.

De „blootstellingswaarde” wordt berekend overeenkomstig artikel 390 van de VKV.

19.

Het effect van de volledige of gedeeltelijke toepassing van vrijstellingen en in aanmerking komende technieken voor kredietrisicolimitering bij het berekenen van blootstellingen voor de toepassing van artikel 395, lid 1, is beschreven in de artikelen 399 tot en met 403 van de VKV.

20.

Omgekeerde retrocessieovereenkomsten die vallen onder de rapportage over grote blootstellingen, worden gerapporteerd overeenkomstig artikel 402, lid 3, van de VKV. Mits aan de criteria van artikel 402, lid 3, van de VKV is voldaan, rapporteren de instellingen de grote blootstellingen met betrekking tot elke derde voor het bedrag waarop de tegenpartij bij de transactie aanspraak kan maken jegens die derde, en niet voor het bedrag van de blootstelling met betrekking tot de tegenpartij.

4.   C 26.00 - Template met betrekking tot LE-limieten

4.1.   Instructies voor bepaalde rijen

Rijen

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

010

Niet-instellingen

Artikel 395, lid 1, artikel 458, lid 2, onder d), ii), artikel 458, lid 10, en artikel 459, onder b), van de VKV.

Het bedrag van de limiet die van toepassing is op andere tegenpartijen dan instellingen, wordt gerapporteerd. Dit bedrag is 25 % van het in aanmerking komend kapitaal, dat wordt gerapporteerd in rij 220 van template 4 van bijlage I, tenzij er een restrictiever percentage van kracht is wegens de toepassing van nationale maatregelen overeenkomstig artikel 458 van de VKV of de gedelegeerde handelingen die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 459, punt b), van de VKV.

020

Instellingen

Artikel 395, lid 1, artikel 458, lid 2, onder d), ii), artikel 458, lid 10, en artikel 459, onder b), van de VKV.

Het bedrag van de limiet die van toepassing is op tegenpartijen die een instelling zijn, wordt gerapporteerd. Overeenkomstig artikel 395, lid 1, van de VKV is dat bedrag als volgt:

als 25 % van het in aanmerking komend kapitaal groter is dan 150 miljoen EUR (of een overeenkomstig artikel 395, lid 1, derde alinea, van de VKV door de bevoegde autoriteit bepaalde lagere limiet dan 150 miljoen EUR), moet 25 % van het in aanmerking komend kapitaal worden gerapporteerd;

als 150 miljoen EUR (of een overeenkomstig artikel 395, lid 1, derde alinea, van de VKV door de bevoegde autoriteit bepaalde lagere limiet) groter is dan 25 % van het in aanmerking komend kapitaal van de instelling), moet 150 miljoen EUR (of de door de bevoegde autoriteit bepaalde lagere limiet) worden gerapporteerd. Als de instelling in termen van haar in aanmerking komend kapitaal een lagere limiet heeft bepaald, als vereist bij artikel 395, lid 1, tweede alinea, van de VKV, wordt die limiet gerapporteerd.

Deze limieten kunnen strenger zijn bij de toepassing van nationale maatregelen overeenkomstig artikel 395, lid 6, of artikel 458 van de VKV of de gedelegeerde handelingen die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 459, onder b), van de VKV.

030

Instellingen (%)

Artikelen 395, lid 1, en 459, onder a), van de VKV.

Het te rapporteren bedrag is de absolute limiet (gerapporteerd in rij 020), uitgedrukt als percentage van het in aanmerking komend kapitaal.

5.   C 27.00 - Identificatie van de tegenpartij (LE1)

5.1.   Instructies voor bepaalde kolommen

Kolom

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

010-070

Identificatie van de tegenpartij:

De instellingen verstrekken de informatie die nodig is om de tegenpartij waarover informatie wordt ingediend, te identificeren. Die informatie omvat alle volgens kolom 010 in de templates LE2 tot en met LE5 ingediende codes.

Overeenkomstig artikel 394, lid 1, onder a), van de VKV, rapporteren de instellingen de identificatiegegevens van de tegenpartij waaraan zij een grote blootstelling hebben zoals omschreven in artikel 392 van de VKV.

Overeenkomstig artikel 394, lid 2, onder a), van de VKV, rapporteren de instellingen de identificatiegegevens van de tegenpartij waaraan zij de grootste blootstellingen hebben (in de gevallen waarin de tegenpartij een instelling of een niet-gereglementeerde entiteit uit de financiële sector is).

010

Code

De code is een identificatiecode van de rij, en moet uniek zijn voor elke rij in de tabel.

In het geval van een groep verbonden cliënten moet de code steeds overeenkomen met die van de groep. In alle overige gevallen moet de code overeenkomen met de individuele tegenpartij.

De samenstelling van de code hangt af van het nationale rapportagesysteem, tenzij er in de Unie een eenvormige codificatie beschikbaar is.

Voor een groep verbonden cliënten is de gerapporteerde code die van de moederonderneming. Als de groep verbonden cliënten geen moederonderneming heeft, is de gerapporteerde code die van de individuele entiteit die door de instelling als meest significant binnen de groep verbonden cliënten wordt beschouwd. Die code wordt consequent gebruikt in de tijd.

020

Naam

In het geval van een groep verbonden cliënten moet de naam steeds overeenkomen met die van de groep. In alle overige gevallen moet de naam overeenkomen met de individuele tegenpartij.

Voor een groep verbonden cliënten is de gerapporteerde naam die van de moederonderneming of, als de groep verbonden cliënten geen moederonderneming heeft, de handelsnaam van de groep.

030

LEI-code

De identificatiecode van de rechtspersoon van de tegenpartij.

Voor een groep verbonden cliënten is de te rapporteren identificatiecode van de rechtspersoon van de tegenpartij de code van de moederonderneming. Als de groep verbonden cliënten geen moederonderneming heeft, is de gerapporteerde code die van de individuele entiteit die door de instelling als meest significant binnen de groep verbonden cliënten wordt beschouwd. Die code wordt consequent gebruikt in de tijd.

040

Vestigingsplaats van de tegenpartij

De ISO-code 3166-1-alfa-2 van het land van oprichting van de tegenpartij wordt gebruikt (inclusief pseudo-ISO-codes voor internationale organisaties; zie de laatste uitgave van het „Balance of Payments Vademecum” van Eurostat).

Voor groepen verbonden cliënten wordt geen vestigingsplaats gerapporteerd.

050

Sector van de tegenpartij

Aan elke tegenpartij wordt één sector toegewezen volgens de FINREP-indeling van economische sectoren:

i) centrale banken; (ii) overheden; (iii) kredietinstellingen; (iv) andere financiële ondernemingen; (v) niet-financiële ondernemingen; (vi) huishoudens.

Voor groepen verbonden cliënten wordt geen sector gerapporteerd.

060

NACE-code

De economische sector wordt aangeduid met een NACE-code (Nomenclature statistique des Activités économiques dans la Communauté Européenne = statistische classificatie van economische activiteiten in de Europese Unie).

Deze kolom is alleen van toepassing op de tegenpartijen „andere financiële ondernemingen” en „niet-financiële ondernemingen”. NACE-codes worden gebruikt voor „niet-financiële ondernemingen” met gegevens op één niveau (bv. „F - Bouwnijverheid”) en voor „overige financiële ondernemingen” met gegevens op twee niveaus, waarbij afzonderlijk informatie wordt verstrekt over verzekeringsactiviteiten (bv. „K65 - Verzekeringen, herverzekeringen en pensioenfondsen, exclusief verplichte sociale verzekeringen”).

De economische sectoren „andere financiële ondernemingen” en „niet-financiële ondernemingen” worden geclassificeerd volgens de FINREP-indeling van tegenpartijen.

Voor groepen verbonden cliënten wordt geen NACE-code gerapporteerd.

070

Soort tegenpartij

Artikel 394, lid 2, van de VKV

Van de tien grootste blootstellingen met betrekking tot instellingen en de tien grootste blootstellingen met betrekking tot niet-gereglementeerde entiteiten uit de financiële sector wordt de soort tegenpartij aangegeven met een „I” voor instellingen en met een „U” voor niet-gereglementeerde entiteiten uit de financiële sector.

6.   C 28.00 - Blootstellingen in de niet-handelsportefeuille en de handelsportefeuille (LE2)

6.1.   Instructies voor bepaalde kolommen

Kolom

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

010

Code

Zie kolom 010 van template LE1.

020

Groep of individuele cliënt

De instellingen rapporteren blootstellingen met betrekking tot individuele cliënten met een „1”, en blootstellingen met betrekking tot groepen verbonden cliënten met een „2”.

030

Transacties waarbij er een blootstelling is met betrekking tot onderliggende activa

Artikel 390, lid 7, van de VKV

Bij blootstellingen met betrekking tot de gerapporteerde tegenpartij vanwege een transactie waarbij er een blootstelling is met betrekking tot onderliggende activa, vermelden de instellingen het equivalent van „Ja” overeenkomstig door de nationale bevoegde autoriteiten voorgeschreven nadere technische specificaties; in andere gevallen wordt het equivalent van „Nee” vermeld.

040-180

Oorspronkelijke blootstellingen

Artikelen 24, 389, 390 en 392 van de VKV.

In dit kolommenblok rapporteren de instellingen de oorspronkelijke blootstellingen van directe blootstellingen, indirecte blootstellingen en additionele blootstellingen die voortvloeien uit transacties waarbij er een blootstelling is met betrekking tot onderliggende activa.

Overeenkomstig artikel 389 van de VKV, worden actiefposten en posten buiten de balanstelling gehanteerd zonder risicogewichten of risicograden. Met name worden geen kredietomrekeningsfactoren toegepast op posten buiten de balanstelling.

In deze kolommen wordt de oorspronkelijke blootstelling gerapporteerd, d.w.z. de blootstellingswaarde zonder inaanmerkingneming van waardeaanpassingen en voorzieningen, die in kolom 210 worden afgetrokken.

De definitie en berekening van de blootstellingswaarde worden beschreven in de artikelen 389 en 390 van de VKV. Overeenkomstig artikel 24 van de VKV, worden de actiefposten en de posten buiten de balanstelling gewaardeerd volgens het kader voor financiële verslaggeving waaraan de instelling onderworpen is.

In deze kolommen worden op het eigen vermogen in mindering gebrachte blootstellingen opgenomen, die geen blootstelling zijn in de zin van artikel 390, lid 6, onder e). Deze blootstellingen worden afgetrokken in kolom 200.

Blootstellingen waarvan sprake in de punten (a) tot en met (d) van artikel 390, lid 6, van de VKV worden niet in deze kolommen opgenomen.

De oorspronkelijke blootstellingen omvatten alle actiefposten en posten buiten de balanstelling als bedoeld in artikel 400 van de VKV. Voor de toepassing van artikel 395, lid 1, van de VKV worden de vrijstellingen in kolom 320 afgetrokken.

Blootstellingen in zowel de niet-handelsportefeuille als de handelsportefeuille worden opgenomen.

Ingeval verschillende uit verrekeningsovereenkomsten voortvloeiende blootstellingen één blootstelling vormen, wordt die ene blootstelling voor de uitsplitsing van de blootstelling naar financieel instrument toegewezen aan het financiële instrument behorende bij de voornaamste in de verrekeningsovereenkomst opgenomen actiefpost (zie tevens het inleidende gedeelte).

040

Totale oorspronkelijke blootstelling

De instellingen rapporteren de som van directe blootstellingen en indirecte blootstellingen, alsook de additionele blootstellingen die voortvloeien uit de blootstelling met betrekking tot transacties waarbij er een blootstelling is met betrekking tot onderliggende activa.

050

Waarvan: wanbetaling

Artikel 178 van de VKV

De instellingen rapporteren het deel van de totale oorspronkelijke blootstelling ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

060-110

Directe blootstellingen

Onder directe blootstellingen worden de blootstellingen op basis van „rechtstreekse kredietnemers” verstaan.

060

Schuldinstrumenten

Verordening (EG) nr. 25/2009 („ECB/2008/32”) bijlage II, deel 2, tabel, categorieën 2 en 3.

Schuldinstrumenten omvatten schuldtitels, en leningen en voorschotten.

De instrumenten in deze kolom zijn die welke zijn aangemerkt als „Leningen met een oorspronkelijke looptijd tot en met één jaar/langer dan één jaar en tot en met vijf jaar/langer dan vijf jaar”, of als „Effecten met uitzondering van aandelen”, overeenkomstig (ECB/2008/32).

In deze kolom worden retrocessietransacties, transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen (effectenfinancieringstransacties) en margeleningstransacties opgenomen.

070

Aandeleninstrumenten

ECB/2008/32, bijlage II, deel 2, tabel, categorieën 4 en 5.

De instrumenten in deze kolom zijn die welke zijn aangemerkt als „Aandelen en overige deelnemingen” of als „Aandelen/participaties in geldmarktfondsen” overeenkomstig ECB/2008/32.

080

Derivaten

Artikelen 272, lid 2, en bijlage II van de VKV.

De in deze kolom te rapporteren instrumenten omvatten de in bijlage II bij de VKV genoemde derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn, zoals omschreven in artikel 272, lid 2, van de VKV.

Aan tegenpartijkredietrisico blootgestelde kredietderivaten worden in deze kolom opgenomen.

090-110

Posten buiten de balanstelling

Bijlage 1 van de VKV.

De in deze kolommen te rapporteren waarde is de nominale waarde vóór aftrek van specifieke kredietrisicoaanpassingen en zonder toepassing van omrekeningsfactoren.

090

Leningverplichtingen

Bijlage I, punt 1, onder c) en h), punt 2, onder b), ii), punt 3, onder b), i) en punt 4, onder a), van de VKV.

Leningverplichtingen zijn vaste toezeggingen om krediet te verstrekken tegen vooraf bepaalde voorwaarden, behalve die welke derivaten zijn omdat zij netto in contanten of middels levering of uitgifte van een ander financieel instrument kunnen worden voldaan.

100

Financiële garanties

Bijlage I, punt 1, onder a), b) en f), van de VKV.

Financiële garanties zijn overeenkomsten waarbij de garantiegever bepaalde betalingen moet verrichten om de garantiehouder een verlies te vergoeden dat ontstaat wanneer een bepaalde debiteur verzuimt een krachtens de oorspronkelijke of gewijzigde voorwaarden van een schuldinstrument verschuldigde betaling te verrichten. Kredietderivaten die niet in de kolom „derivaten” zijn opgenomen, worden in deze kolom gerapporteerd.

110

Overige verplichtingen

Overige verplichtingen zijn de posten in bijlage I bij de VKV die niet zijn opgenomen in de vorige categorieën. De blootstellingswaarde van één enkele juridische verplichting voortvloeiende uit de overeenkomst inzake productoverschrijdende contractuele verrekening met een tegenpartij van de instelling wordt in deze kolom gerapporteerd.

120-180

Indirecte blootstellingen

Artikel 403 van de VKV

Overeenkomstig artikel 403 van de VKV, kan een kredietinstelling de substitutiebenadering volgen als een blootstelling met betrekking tot een cliënt door een derde is gegarandeerd of met door een derde uitgegeven zekerheden is gedekt.

In dit kolommenblok rapporteren de instellingen de bedragen van de directe blootstellingen die opnieuw aan de garantiegever of de verschaffer van zekerheden worden toegewezen, op voorwaarde dat aan de laatste een gelijk of lager risicogewicht zou worden toegekend dan het risicogewicht dat overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 2 van Verordening (EU) nr. 575/2013 voor de derde zou worden toegepast. De beschermde oorspronkelijke referentieblootstelling (directe blootstelling) wordt afgetrokken van de blootstelling met betrekking tot de oorspronkelijke kredietnemer in de kolommen „In aanmerking komende kredietrisicolimiteringstechnieken”. Via het substitutie-effect leidt de indirecte blootstelling tot een verhoogde blootstelling met betrekking tot de garantiegever of de verschaffer van zekerheden. Dit geldt tevens voor binnen een groep verbonden cliënten verstrekte garanties.

De instellingen rapporteren het oorspronkelijke bedrag van de indirecte blootstellingen in de kolom die behoort bij de soort gegarandeerde of door zekerheden gedekte directe blootstelling. Is de gegarandeerde directe blootstelling bijvoorbeeld een schuldinstrument, dan wordt het aan de garantiegever toegewezen bedrag aan „Indirecte blootstelling” gerapporteerd in de kolom „Schuldinstrumenten”.

Blootstellingen in verband met credit-linked notes worden eveneens in dit kolommenblok gerapporteerd, overeenkomstig artikel 399 van de VKV.

120

Schuldinstrumenten

Zie kolom 060.

130

Aandeleninstrumenten

Zie kolom 070.

140

Derivaten

Zie kolom 080.

150-170

Posten buiten de balanstelling

De in deze kolommen te rapporteren waarde is de nominale waarde vóór aftrek van specifieke kredietrisicoaanpassingen en toepassing van omrekeningsfactoren.

150

Leningverplichtingen

Zie kolom 090.

160

Financiële garanties

Zie kolom 100.

170

Overige verplichtingen

Zie kolom 110.

180

Additionele blootstellingen die voortvloeien uit transacties waarbij er een blootstelling is met betrekking tot onderliggende activa

Artikel 390, lid 7, van de VKV.

Additionele blootstellingen die voortvloeien uit transacties waarbij er een blootstelling is met betrekking tot onderliggende activa

190

(-) Waardeaanpassingen en voorzieningen

De artikelen 34, 24, 110 en 111 van Verordening (EU) nr. 575/2013

Waardeaanpassingen en voorzieningen in het desbetreffende kader voor financiële verslaggeving (Richtlijn 86/635/EEG of Verordening (EG) nr. 1606/2002) die van invloed zijn op de waardering van blootstellingen overeenkomstig de artikelen 24 en 110 van de VKV.

Waardeaanpassingen en voorzieningen in verband met de brutoblootstelling in kolom 040 worden in deze kolom gerapporteerd.

200

(-) Blootstellingen die in mindering zijn gebracht op het eigen vermogen

Artikel 390, lid 6, van de VKV.

De in de diverse kolommen van de Totale oorspronkelijke blootstelling opgenomen, op het eigen vermogen in mindering gebrachte blootstellingen worden gerapporteerd.

210-230

Blootstellingswaarde vóór toepassing van vrijstellingen en kredietrisicolimitering

Artikel 394, lid 1, onder b), van de VKV.

De instellingen rapporteren de blootstellingswaarde vóór inaanmerkingneming van het effect van de kredietrisicolimitering, indien van toepassing.

210

Totaal

De in deze kolom te rapporteren blootstellingswaarde is het bedrag dat wordt gebruikt om te bepalen of een blootstelling een grote blootstelling is in de zin van artikel 392 van de VKV.

Dit bedrag omvat de oorspronkelijke blootstelling na aftrek van de waardeaanpassingen en voorzieningen en het bedrag van de op het eigen vermogen in mindering gebrachte blootstellingen.

220

Waarvan: niet-handelsportefeuille

Het bedrag van de niet-handelsportefeuille uit de totale blootstelling vóór vrijstellingen en kredietrisicolimitering.

230

% in aanmerking komend kapitaal

Artikelen 4, lid 1, punt 71 en 395 van de VKV.

Het te rapporteren bedrag is het percentage van de blootstellingswaarde vóór toepassing van vrijstellingen en kredietrisicolimitering in verband met het in aanmerking komend kapitaal van de instelling, zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 71, van de VKV.

240-310

(-) In aanmerking komende technieken voor kredietrisicolimitering

Artikelen 399 en 401 tot 403 van de VKV.

Technieken voor kredietrisicolimitering zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 57, van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Voor deze rapportage worden de in deel 3, titel II, hoofdstukken 3 en 4 van de VKV erkende technieken voor kredietrisicolimitering gebruiktovereenkomstig de artikelen 401 tot 403 van de VKV.

Technieken voor kredietrisicolimitering kunnen op drie manieren gevolgen hebben voor het LE-stelsel: een substitutie-effect; een volgestorte kredietprotectie anders dan een substitutie-effect; en behandeling als onroerend goed.

240-290

(-) Substitutie-effect van in aanmerking komende technieken voor kredietrisicolimitering

Artikel 403 van de VKV.

Het in deze kolommen te rapporteren bedrag aan volgestorte en niet-volgestorte kredietprotectie komt overeen met de blootstellingen die zijn gegarandeerd door een derde of gedekt met door een derde verschafte zekerheden, als de instelling besluit de blootstelling te behandelen alsof die is aangegaan jegens de garantiegever of de verschaffer van zekerheden.

240

(-) Schuldinstrumenten

Zie kolom 060.

250

(-) Aandeleninstrumenten

Zie kolom 070.

260

(-) Derivaten

Zie kolom 080.

270-290

(-) Posten buiten de balanstelling

De waarde van deze kolommen is zonder toepassing van omrekeningsfactoren.

270

(-) Leningverplichtingen

Zie kolom 090.

280

(-) Financiële garanties

Zie kolom 100.

290

(-) Overige verplichtingen

Zie kolom 110.

300

(-) Volgestorte kredietprotectie anders dan substitutie-effect

Artikel 401 van de VKV.

De instellingen rapporteren de bedragen aan volgestorte kredietprotectie, zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 58 van de VKV, die op de blootstellingswaarde in mindering worden gebracht in verband met toepassing van artikel 401 van de VKV.

310

(-) Onroerend goed

Artikel 402 van de VKV.

De instellingen rapporteren de bedragen die in mindering worden gebracht op de blootstellingswaarde in verband met toepassing van artikel 402 van de VKV.

320

(-) Vrijgestelde bedragen

Artikel 400 van de VKV.

De instellingen rapporteren de van het LE-stelsel vrijgestelde bedragen.

330-350

Blootstellingswaarde na toepassing van vrijstellingen en kredietrisicolimitering

Artikel 394, lid 1, onder d), van de VKV.

De instellingen rapporteren de blootstellingswaarde na inaanmerkingneming van het effect van de vrijstellingen en kredietrisicolimitering berekend voor de toepassing van artikel 395, lid 1, van de VKV.

330

Totaal

Deze kolom vermeldt het bedrag dat in aanmerking wordt genomen om te voldoen aan de in artikel 395 van de VKV bepaalde limiet voor grote blootstellingen.

340

Waarvan: niet-handelsportefeuille

De instellingen rapporteren de totale blootstelling na toepassing van vrijstellingen en na inaanmerkingneming van het effect van kredietrisicolimitering behorend bij de niet-handelsportefeuille.

350

% in aanmerking komend kapitaal

De instellingen rapporteren het percentage van de blootstellingswaarde na toepassing van vrijstellingen en kredietrisicolimitering in verband met het in aanmerking komend kapitaal van de instelling, zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 71 van de VKV.

7.   C 29.00 - Nadere gegevens over de blootstellingen met betrekking tot individuele cliënten binnen groepen verbonden cliënten (LE3)

7.1.   Instructies voor bepaalde kolommen

Kolom

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

010-360

De instellingen rapporteren in template LE3 de gegevens van de individuele cliënten die behoren tot de groepen verbonden cliënten die voorkomen in de rijen van template LE2.

010

Code

De kolommen 010 en 020 zijn een samengestelde identificatiecode van de rij, en moeten samen uniek zijn voor elke rij in de tabel.

De code van de individuele tegenpartij die tot de groepen van verbonden cliënten behoort, wordt gerapporteerd.

Zie kolom 010 van template LE1.

020

Groepscode

De kolommen 010 en 020 zijn een samengestelde identificatiecode van de rij, en moeten samen uniek zijn voor elke rij in de tabel.

Zie kolom 010 van template LE1.

Indien een cliënt tot diverse groepen verbonden cliënten behoort, wordt hij gerapporteerd als lid van alle groepen verbonden cliënten.

030

Transacties waarbij er een blootstelling is met betrekking tot onderliggende activa

Zie kolom 030 van template LE2.

040

Soort verband

Het soort verband tussen de individuele entiteit en de groep verbonden cliënten wordt nader aangeduid met:

 

„a” voor een verband in de zin van artikel 4, lid 1, punt 39, onder a), van de VKV (zeggenschap); of

 

„b” voor een verband in de zin van artikel 4, lid 1, punt 39, onder a), van de VKV (onderlinge verbondenheid).

050-360

Wanneer in template LE2 financiële instrumenten aan de hele groep verbonden cliënten worden toegerekend, worden zij toegewezen aan de individuele tegenpartijen in template LE3 volgens de economische criteria van de instelling.

De overige instructies zijn gelijk aan die voor template LE2.

8.   C 30.00 - Looptijdsegmenten van de tien grootste blootstellingen met betrekking tot instellingen en de tien grootste blootstellingen met betrekking tot niet-gereglementeerde entiteiten uit de financiële sector (template LE 4)

8.1.   Instructies voor bepaalde kolommen

Kolom

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

010

Code

De code is een identificatiecode van de rij, en moet uniek zijn voor elke rij in de tabel.

Zie kolom 010 van template LE1.

020-250

Looptijdsegmenten van de blootstelling

Artikel 394, lid 2, onder e), van de VKV.

De instellingen rapporteren deze informatie voor de tien grootste blootstellingen met betrekking tot instellingen en de tien grootste blootstellingen met betrekking tot niet-gereglementeerde entiteiten uit de financiële sector.

De looptijdsegmenten zijn tot één jaar gedefinieerd met een interval van een maand, van één tot drie jaar met een interval van drie maanden, en vanaf drie jaar met grotere intervallen.

Voor elke blootstellingswaarde vóór toepassing van vrijstellingen en kredietrisicolimitering (kolom 210 van template LE2) worden de verwachte vervallende bedragen toegewezen aan het respectieve segment. Een blootstelling kan derhalve over verschillende kolommen gespreid zijn. Instrumenten zonder vaste looptijd, zoals aandelen, worden opgenomen in de kolom „onbepaalde looptijd”.

De verwachte looptijd van de blootstelling wordt gerapporteerd voor zowel directe als indirecte blootstellingen.

Bij de toewijzing van de verwachte bedragen van aandeleninstrumenten, schuldinstrumenten en derivaten aan de diverse looptijdsegmenten van dit template worden voor directe blootstellingen de instructies van de looptijdklassetemplate van de additionele maatstaven voor liquiditeit gevolgd (zie raadplegingsdocument CP18 van 23 mei 2013).

Bij posten buiten de balanstelling vindt de toewijzing van de verwachte bedragen aan de looptijdsegmenten plaats op basis van de looptijd van het onderliggende risico. Dat betekent meer in het bijzonder voor deposito’s in de vorm van tussenswaps de looptijdstructuur van het deposito; voor financiële garanties, de looptijdstructuur van het onderliggend financieel actief; voor onbenutte faciliteiten van leningverplichtingen, de looptijdstructuur van de lening; en voor overige verplichtingen, de looptijdstructuur van de verplichting.

Bij indirecte blootstellingen vindt de toewijzing aan de looptijdsegmenten plaats op basis van de looptijd van de gegarandeerde activiteiten waaruit de directe blootstelling ontstaat.

9.   C 31.00 - Looptijdsegmenten van de tien grootste blootstellingen met betrekking tot instellingen en de tien grootste blootstellingen met betrekking tot niet-gereglementeerde entiteiten uit de financiële sector: nadere gegevens over de blootstellingen met betrekking tot individuele cliënten binnen groepen verbonden cliënten (LE5-template)

9.1.   Instructies voor bepaalde kolommen

Kolom

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

010-260

De instellingen rapporteren in template LE5 de gegevens van de individuele tegenpartijen die behoren tot de groepen verbonden cliënten die voorkomen in de rijen van template LE4.

010

Code

De kolommen 010 en 020 zijn een samengestelde identificatiecode van de rij, en moeten samen uniek zijn voor elke rij in de tabel.

Zie kolom 010 van template LE3.

020

Groepscode

De kolommen 010 en 020 zijn een samengestelde identificatiecode van de rij, en moeten samen uniek zijn voor elke rij in de tabel.

Zie kolom 020 van template LE3.

030-260

Looptijdsegmenten van de blootstellingen

Zie de kolommen 020-250 van template LE4.”